Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bromet over het bericht ‘CBb ruimte voor positieve uitspraak knelgevallen klein’
Vragen van het lid Bromet (GroenLinks) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «CBb ruimte voor positieve uitspraak knelgevallen klein» (ingezonden 4 maart 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 19 mei
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «CBb ruimte voor positieve uitspraak knelgevallen klein»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat van de tot nu toe gedane 600 uitspraken er maar zes in het voordeel
van de veehouder zijn gedaan, als het gaat om de individuele en buitensporige last
(IDL)?
Antwoord 2
Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb) heeft momenteel 446 zaken omtrent
het fosfaatrechtenstelsel afgewikkeld. Van deze 446 uitspraken zijn er 92 (gedeeltelijk)
gegrond, 283 ongegrond en 71 niet-ontvankelijk verklaard. In de groep van 92 gegronde
beroepszaken zitten 7 veehouders waarbij een beroep op de individuele disproportionele
last is gehonoreerd door het CBb. Eén daarvan betreft een zeer recente uitspraak,
die ten tijde van het genoemde bericht nog niet bekend was. De overige van de 92 gegronde
beroepszaken hangen onder meer samen met vleesvee en toegekende knelgevallen. Naast
de 7 veehouders waarbij het CBb een individuele disproportionele last heeft geconstateerd
zijn er in de bezwaarprocedure door de Rijksdienst van Ondernemend Nederland ook nog
6 gevallen gehonoreerd waarbij er een beroep op de individuele disproportionele last
werd gedaan.
Het fosfaatrechtenstelsel reguleert het eigendomsrecht van melkveehouders. Het recht
op eigendom is neergelegd in artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Verdrag tot
bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EP).
De staat kan het gebruik van eigendom reguleren in overeenstemming met het algemeen
belang. Dit moet wel proportioneel zijn. Met het oog op de proportionaliteit van het
stelsel als geheel heeft de wetgever een beperkte knelgevallenregeling getroffen.
De ruimte voor knelgevallen gaat immers ten koste van de ruimte voor andere melkveehouders.
Bij veel ongegrondverklaringen is sprake van veehouders die een geplande uitbreiding
nog niet hadden gerealiseerd op de peildatum van 2 juli 2015. Bij de totstandkoming
van het fosfaatrechtenstelsel is onderkend dat het fosfaatrechtenstelsel ingrijpend
is voor melkveehouders die investeringen hebben gedaan waarvan het rendement onder
druk komt te staan door de introductie van het fosfaatrechtenstelsel. Een knelgevallenvoorziening
voor deze groep bleek echter niet mogelijk zonder dat de proportionaliteit van het
stelsel voor andere melkveehouders in het geding zou komen. Dit zou immers een veel
grotere generieke korting noodzakelijk hebben gemaakt. Op 9 januari 2019 heeft het
CBb geoordeeld dat het fosfaatrechtenstelsel op regelingsniveau verenigbaar is met
artikel 1 van het EP.
In individuele beroepszaken beoordeelt het CBb op een daartoe strekkende beroepsgrond
of het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op de betrokken
melkveehouder legt. Mede gelet op de overwegingen omtrent de proportionaliteit van
het stelsel als geheel, ligt de lat voor een geslaagd beroep op een individuele disproportionele
last hoog. Overigens is IDL niet het enige waar een melkveehouder zich op kan beroepen.
Voor de hierboven genoemde knelgevallenvoorziening, die zich richt op melkveehouders
die door bepaalde omstandigheden op de peildatum minder dieren hadden dan zij hadden
voordat deze omstandigheid zich voordeed, zijn 747 aanvragen toegekend, waarvan 18
in het kader van een beroepszaak.
Vraag 3 en 4
Hoeveel van de negatieve uitspraken treffen biologische en duurzame boeren en hoe
ziet u de negatieve IDL uitspraken ten aanzien van biologische en duurzame boeren
in het kader van uw visie op de kringlooplandbouw?
Zou er, ook in het kader van de stikstofproblematiek, voorkomen moeten worden dat
duurzame koplopers in de veehouderij hun bedrijven moeten staken?
Antwoord 3 en 4
Van de 283 zaken die door het CBb ongegrond zijn bevonden, waren 7 veehouders in het
peiljaar 2015 SKAL-gecertificeerd. Van de nog 1.011 openstaande zaken gaat het om
38 SKAL-gecertificeerde veehouders. Hiermee zijn biologische melkveehouders niet oververtegenwoordigd
in de ongegronde en nog lopende zaken.2
Ik hecht veel waarde aan de rol die duurzame koplopers kunnen vervullen in het kader
van de stikstofproblematiek, de omslag naar kringlooplandbouw en andere uitdagingen
waar de sector voor staat. Bij wet is destijds echter vastgelegd dat het fosfaatrechtenstelsel
voor alle melkveehouders geldt en daarmee ook voor deze groep boeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.