Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kröger over veilig schoolverkeer
Vragen van het lid Kröger (GroenLinks) aan de Minister en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over veilig schoolverkeer (ingezonden 24 april 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat), mede
namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 19 mei 2020).
Vraag 1
Welke extra maatregelen worden er genomen om veilig schoolverkeer mogelijk te maken
nu de scholen binnenkort weer open gaan? Hoe gaat de anderhalve meter mobiliteit er
voor scholieren uit zien?
Antwoord 1
Voor wegbeheerders is een handreiking gemaakt om maatregelen te treffen passend bij
de lokale situatie. Via de Rijksbrede campagne «AlleenSamen» zijn communicatiematerialen
beschikbaar gesteld zoals posters en stoepkrijt mallen die aandacht vragen voor afstand
houden tijdens de reis. De boodschap voor schoolverkeer is dat ouders en kinderen
lopend naar school komen indien dit niet mogelijk is fietsend. De ouders/verzorgers
het haal- en brengmoment zo kort mogelijk houden (kiss & ride). De communicatiemiddelen
en maatregelen zijn onderdeel van het protocol stedelijke mobiliteit.
Vraag 2
Gaat u met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg
(IPO) om tafel zitten (figuurlijk!) voor een actieplan dat fietsers en voetgangers
extra ruimte geeft, zodat drukte wordt voorkomen?
Antwoord 2
In figuurlijke zin zit ik met IPO, VNG, vervoerregio’s, CROW en SWOV om tafel. Met
hen heb ik onlangs het protocol stedelijke mobiliteit in de 1,5 meter samenleving
opgesteld.
Vraag 3
Welke mogelijkheden zijn er om op de korte termijn extra ruimte te creëren? Kunnen
(delen van) rijbanen tot (tijdelijke) fietspaden worden omgezet, bijvoorbeeld door
straten eenrichtingsverkeer te maken? Kunnen met snelheidsverlagingen veilige «shared
spaces» gecreëerd worden?
Antwoord 3
In het protocol stedelijke mobiliteit is onderscheid gemaakt in maatregelen die op
korte termijn getroffen kunnen worden en maatregelen die een langere uitvoeringstermijn
hebben. Wegbeheerders kunnen verschillende tijdelijke maatregelen treffen om op de
korte termijn extra ruimte te creëren. Kennisplatform CROW is gevraagd door Minister
van Nieuwenhuizen om maatregelen uit te werken en deze kennis te verspreiden. Enkele
voorbeelden:
• Inrichten van schoolstraten
• Fietspaden onverplicht maken waardoor fietsers ook gebruik mogen maken van de rijbaan.
• Parkeerplaatsen en ruimte beschikbaar stellen aan fietsers en/of voetgangers.
Vraag 4
Is het mogelijk om plannen voor de herinrichting en onderhoud van wegen en fietspaden
naar voren halen zodat we snel extra ruimte kunnen creëren en tegelijk aannemers aan
het werk houden
Antwoord 4
Of herinrichting en onderhoud van fietspaden noodzakelijk en te combineren is met
het creëren voor extra ruimte voor fietsers zal per situatie en locatie verschillen.
De keuze hiervoor is aan de lokale wegbeheerders. We zien dat met name een aantal
grote(ere) steden op dit moment actief bezig is met het vraagstuk.
Vraag 5
Hoe voorkomen we dat er extra autoverkeer gaat ontstaan omdat mensen het openbaar
vervoer (OV) mijden?
Antwoord 5
Door de coronamaatrelen zal de capaciteit in het OV voorlopig beperkt zijn. Daarom
vragen we iedereen om zoveel mogelijk thuis te werken en anders buiten de spits te
reizen. Dat geldt voor alle modaliteiten. Als mensen toch de deur uit moeten wordt
gevraagd indien mogelijk te kiezen voor lopen of de fiets voor hun verplaatsing, en
om dit zoveel mogelijk lokaal te doen.
Vraag 6
Zijn de nu geldende regels voor het OV berekend op de komst van groepen scholieren?
Hoe gaan OV-bedrijven hiermee om?
Antwoord 6
Om de verspreiding van het COVID19 virus tegen te gaan is het van belang dat we onnodige
druk op het OV te vermijden. Samen met de OV-sector is een protocol opgesteld hoe
het OV in de 1,5 m samenleving wordt ingericht. Dit protocol is u op 14 mei jl. toegezonden.
Voor nu is de boodschap vooral: vermijd het gebruik van het OV als dat niet nodig
is. Bij alle scenario’s en bij alle typen maatregelen zal de eigen verantwoordelijkheid
van mensen en bedrijven een bepalende rol spelen in wat wel en niet mogelijk is.
Daarnaast kiest het Kabinet voor een gefaseerde aanpak voor het opstarten van sectoren
en activiteiten, zodat er goed zicht is op de gevolgen. Op die manier wordt ook het
onderwijs stapsgewijs verder opgestart; met eerst het lager en middelbaar onderwijs,
vervolgens het openen van activiteiten van onderwijssectoren met een (boven)regionaal
karakter, zoals examens en praktijkgerichte lessen op het middelbaar beroepsonderwijs
(mbo) en examens en praktijkgerichte lessen op het hoger onderwijs (ho). Daarbij worden
met onderwijsinstellingen o.a. afspraken gemaakt over het beperken en spreiden van
mobiliteit.
Vraag 7
Liggen er nu concrete vragen van gemeenten en provincies voor extra ondersteuning
(financieel of beleidsmatig)?
Antwoord 7
Gemeenten en provincies hebben aangegeven dat ze graag ondersteuning willen bij de
afweging van maatregelen bij knelpunten in de mobiliteit als gevolg van de 1,5 meter
samenleving. Het protocol stedelijke mobiliteit is hiervoor opgesteld. Veel van de
maatregelen zijn zonder grote investeringen te nemen. Een aantal overheden heeft aangegeven
dat verdergaande maatregelen investeringen vergen.
Vraag 8
Zijn er goede voorbeelden van maatregelen die actief gedeeld kunnen worden?
Antwoord 8
Ja. Kennisplatform CROW verzamelt en verspreidt deze voorbeelden, ook die uit het
buitenland. De Dutch Cycling Embassy deelt de buitenlandse voorbeelden bijvoorbeeld
met Kennisplatform CROW.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.