Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Peters en Jasper van Dijk over het onderzoek ‘Undercover bij Wehkamp’
Vragen van de leden Peters (CDA) en Jasper vanDijk (SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over het onderzoek «Undercover bij Wehkamp» (ingezonden 20 februari 2020).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens de Staatssecretaris van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 19 mei 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het onderzoek «Undercover bij Wehkamp»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u in beeld hoeveel klanten bij Wehkamp spullen op afbetaling kopen?
Antwoord 2
Ik heb geen cijfers over hoeveel consumenten bij deze onderneming spullen op afbetaling
kopen. In januari van dit jaar heb ik wel cijfers van het Bureau Krediet Registratie
(BKR) naar de Tweede Kamer gestuurd over de consumptiefkredietmarkt.2 Het rapport van BKR laat zien dat eind januari 2019 in totaal 486.489 kredieten van
meer dan 250 euro uitstonden bij specifiek de groep «verzendhuizen». Daar valt dit
bedrijf ook onder. In 2018 zijn er door de verzendhuizen in totaal 43.409 nieuwe kredieten
verstrekt, een afname van bijna 20 procent ten opzichte van 2017.
Vraag 3
Klopt het dat Wehkamp bij het kopen op afbetaling een rentepercentage van 14% vraagt?
Antwoord 3
Op haar website vermeldt het bedrijf dat een consument op dit moment voor het kopen
op afbetaling 14 procent rente op jaarbasis betaalt.3 Aanbieders van verzendhuiskrediet mogen momenteel op jaarbasis een vergoeding voor
rente en kosten in rekening brengen van maximaal de wettelijke rente, op dit moment
2 procent, plus een opslag van 12 procentpunten.4 Zie ook mijn antwoord op vraag 10.
Vraag 4
Welk onderzoek naar kredietwaardigheid doet Wehkamp bij kopen op afbetaling?
Antwoord 4
Voor alle kredietaanbieders, waaronder ook deze onderneming, geldt dat zij, voordat
zij krediet verstrekken aan een consument, informatie moeten inwinnen over de financiële
positie van de consument en moeten beoordelen of het krediet verantwoord is voor die
consument.5 Dit voorschrift dient om overkreditering tegen te gaan. Bij kredieten van meer dan
250 euro moeten kredietaanbieders het stelsel van kredietregistratie (BKR) raadplegen
over reeds aan de consument verstrekte kredieten.6 Bij kredieten van meer dan 1.000 euro geldt een plicht voor kredietaanbieders om
de financiële situatie van een consument te verifiëren.7 Kredietaanbieders moeten acceptatiecriteria vastleggen en deze toepassen bij kredietaanvragen.8 Deze wettelijke voorschriften zijn door kredietaanbieders uitgewerkt in gedragscodes.
Voor banken is de gedragscode van de Nederlandse Vereniging van Banken9 leidend en voor andere kredietverstrekkers de gedragscode van de Vereniging van Financieringsondernemingen
in Nederland (VFN)10. Hierin is onder andere vastgelegd hoe de maximale kredietruimte van een consument
bepaald moet worden (de leennormen). Verzendhuizen hadden voorheen hun eigen gedragscode,
maar zijn sinds begin 2018 gebonden aan de strengere leennormen uit de gedragscode
van de VFN. Hierdoor hebben consumenten minder kredietruimte en kunnen zij minder
vaak op afbetaling kopen dan voorheen. Ook dit bedrijf is aangesloten bij de VFN.11
Vraag 5
Klopt het dat Wehkamp pas klaagt wanneer schuldenaren hun maandelijkse rente niet
meer kunnen betalen?
Antwoord 5
Ik vind het belangrijk dat kredietaanbieders, waaronder dit bedrijf, zorgvuldig en
integer omgaan met klanten bij het afsluiten en tijdens de looptijd van een krediet,
en in geval van betalingsproblemen. De AFM heeft de afgelopen jaren kredietverstrekkers
aangespoord om met klanten met betalingsachterstanden tot een bestendige oplossing
te komen. Ook heeft de AFM zich ingezet om problemen met mensen die uitzichtloos vastzitten
aan een doorlopend krediet (locked-up) aan te pakken. Dit heeft geleid tot een aanpassing van de VFN-gedragscode. Sinds
mei 2019 moeten de aanbieders van verzendhuiskrediet tijdens de looptijd regelmatig12 toetsen of het krediet nog bij de financiële situatie van die klanten past. Wanneer
dit niet het geval is, zal samen met de klant worden gekeken naar oplossingen. Het
krediet zal worden geblokkeerd als er sprake is van een problematische situatie vanwege
bijvoorbeeld andere betalingsachterstanden, en ook als klanten geen informatie verstrekken
over hun financiële situatie. Wanneer dit niet het geval is, zal samen met de klant
worden gekeken naar oplossingen. Door het tussentijds toetsen van de kredietwaardigheid
lopen klanten minder risico op overkreditering als gevolg van een gewijzigde financiële
situatie. Ook de hier genoemde onderneming moet de kredietwaardigheid van klanten
tussentijds toetsen. Of dit ook helpt de problemen met verzendhuiskredieten te verminderen
houd ik, samen met de AFM, nauwgezet in de gaten.
Daarnaast heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid toegezegd
een gesprek te organiseren via de aanspreekpunten voor webwinkels over gedragscodes
met betrekking tot het voorkomen van betalingsachterstanden bij klanten en het proactief
helpen van klanten die niet kunnen betalen. Zij zal de Tweede Kamer hierover informeren.
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat mensen uiteindelijk veel en veel meer dan het oorspronkelijke
aankoopbedrag moeten betalen, zonder dat de schuld afgelost is?
Antwoord 6
Klanten betalen bij een verzendhuiskrediet maandelijks rente en aflossing. Een verzendhuiskrediet
is een vorm van doorlopend krediet. De kredietvergoeding bedraagt, zoals eerder beschreven,
maximaal 14 procent. Op basis van de VFN-gedragscode geldt voor doorlopende kredieten
afgesloten na 1 mei 2019 een looptijd van maximaal 180 maanden (15 jaar). Daarnaast
is in de gedragscode opgenomen dat aanbieders moeten toetsen of de klant de maandelijkse
lasten van ten minste 2 procent van het totale kredietbedrag kunnen dragen. Doorgaans
hanteren verzendhuizen dit percentage als het minimale maandbedrag. Dat betekent dat
consumenten in de praktijk een verzendhuiskrediet in ongeveer zes jaar moeten terugbetalen.
Indien de klant inderdaad kiest voor een looptijd van (bijna) zes jaar en gegeven
een kredietvergoedingspercentage van 14 procent, dan kunnen de totale kosten ten opzichte
van het aankoopbedrag aanzienlijk zijn. Aan het einde van de looptijd is het krediet
volledig afgelost (mits een consument binnen het bestedingslimiet niet opnieuw een
product op afbetaling koopt).
Vraag 7
Deelt u de mening dat het verdienmodel van Wehkamp meer weg heeft van krediet verstrekken
dan van het verkopen van producten?
Antwoord 7
Dit verzendhuis heeft als hoofdactiviteit het online aanbieden van producten. Het
biedt verschillende manieren aan om deze producten te betalen, waaronder gespreid
betalen met krediet. Verzendhuizen mogen kredieten aanbieden als zij daarvoor een
vergunning hebben van de AFM. Dit bedrijf beschikt over een vergunning en mag, binnen
de wettelijke kaders, geld verdienen aan het verstrekken van krediet. Hier wordt toezicht
op gehouden door de AFM.
Vraag 8
Bent u het eens met de stelling dat dit verdienmodel er voor zorgt dat mensen diep
in de (financiële) problemen kunnen komen?
Antwoord 8
Uit een uitvraag van de branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren
(NVVK) onder gemeentelijke kredietbanken blijkt dat naar schatting ongeveer 1 op de
5 van de mensen met problematische schulden een verzendhuiskrediet heeft.13 Verder blijkt dat verzendhuizen niet in de top 5 van de meest prominente schuldeisers
staan en de schulden bij verzendhuizen 4 procent van de totale omvang schulden bevatten.
Mensen met problematische schulden hebben gemiddeld 14 schuldeisers.14 Het directe effect van een verzendhuiskrediet op problematische schulden is moeilijk
vast te stellen. Voor veel mensen is een verzendhuiskrediet niet de oorzaak van hun
schuldenproblemen, maar kan een verzendhuiskrediet met een hoge rente wel een onderdeel
zijn van het probleem. Ik vind het dan ook belangrijk dat huishoudens die een (verzendhuis)krediet
afsluiten dat op een verantwoorde manier doen. Dit onderwerp heeft de aandacht binnen
de Brede Schuldenaanpak van dit kabinet.
Zoals ook in de beantwoording van vraag 4 is beschreven hebben de verzendhuizen de
normen voor verantwoorde kredietverlening sinds begin 2018 aangescherpt. Het lijkt
er op dat dit invloed heeft op de kredietverlening van verzendhuizen en dat het aantal
mensen met betalingsproblemen afneemt, maar het is te vroeg om vast te stellen of
dit de problemen voldoende en structureel tegengaat.
Vraag 9
Bent u het eens met de stelling dat mensen tegen zichzelf in bescherming genomen dienen
te worden, als zij slachtoffer dreigen te worden van deze verdienpraktijken van Wehkamp?
Antwoord 9
Ik vind het belangrijk dat consumenten worden beschermd tegen overkreditering. De
financiële wetgeving is daar ook op gericht. De AFM houdt toezicht op de naleving
van deze voorschriften door kredietaanbieders. Ook de VFN-gedragscode die geldt voor
verzendhuizen kent voorschriften om ervoor te zorgen dat consumenten bij het afsluiten
van een krediet voldoende geld overhouden om in hun levensonderhoud te voorzien.
Ondanks dat de regelgeving overkreditering beoogt tegen te gaan, kunnen mensen in
een situatie komen waarbij schulden problematisch worden. Onvoorziene impactvolle
levensgebeurtenissen als het verliezen van een baan, ziek worden of een echtscheiding
zijn vaak aanleiding voor verslechtering van de financiële situatie en dit kan de
betaling van rente en aflossing bemoeilijken. Dit wordt onderschreven in het position paper dat Nibud heeft opgesteld over de maximale kredietvergoeding. Het Nibud schrijft
hierin dat de hoge rentes bij deze kredieten voor mensen in problematische situaties
nadelig is omdat mensen dan voor een langere periode hoge rentelasten moeten betalen.
Ook schrijft Nibud dat de hoge rentes niet passen bij een situatie waar mensen voor
een relatief lange periode krediet aangaan voor de online aankoop van goederen.
Vraag 10
Bent u bereid te onderzoeken hoe u dit soort praktijken kunt stoppen?
Antwoord 10
Ik vind rentes van gelijk aan of dichtbij de huidige maximale kredietvergoeding van
14 procent, zeker in deze tijd, niet wenselijk. Om consumenten in deze lastige periode
beter te beschermen tegen de hoge kosten van krediet, verlaag ik tijdelijk de maximale
kredietvergoeding van 14 procent naar 10 procent. Ik heb de Tweede Kamer hierover
recent schriftelijk geïnformeerd. Met deze tijdelijke verlaging borg ik vanuit de
regelgeving dat alle kredietaanbieders redelijke tarieven rekenen aan consumenten.
Ik laat een extern bureau onderzoeken of de maximale kredietvergoeding ook structureel
kan worden verlaagd, en zal de Tweede Kamer einde jaar informeren over de uitkomsten
van dit onderzoek.
Ik maak me zorgen over het hoge percentage betalingsachterstanden bij verzendhuiskredieten
(26 procent in januari 2019). Ik heb de verzendhuizen in september 2018 opgeroepen
maatregelen te treffen om de achterstanden terug te dringen.15 Hierop zijn door de sector een aantal maatregelen genomen.16 De effecten daarvan zijn nog onvoldoende zichtbaar in cijfers. Mogelijk komt dit
doordat de maatregelen die de verzendhuizen hebben genomen op de peildatum van de
analyse (januari 2019) nog niet of relatief kort van kracht waren. Aan het einde van
dit jaar zal ik opnieuw de betalingsachterstanden meten. Ik zal dan bezien of aanvullende
maatregelen nodig zijn. Daarbij bezie ik ook de mogelijkheid voor aanvullende bevoegdheden
voor de AFM bij doorlopende goederenkredieten.17 In de tussentijd verwacht ik van aanbieders dat zij zich maximaal blijven inspannen
om betalingsachterstanden structureel verder terug te dringen.
Vraag 11
Welke maatregelen gaat u verder nog nemen om mensen tegen zichzelf en dit verdienmodel
in bescherming nemen?
Antwoord 11
Zie het antwoord op vraag 10.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.