Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Nijboer en Kuiken over de glasplaten in het rijkskantoor Rijnstraat 8
Vragen van de leden Nijboer en Kuiken (beiden PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de gevaarlijke glasplaten in ministerie Rijnstraat 8 (ingezonden 19 februari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
15 mei 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2081.
Vraag 1
Heeft u kennis genomen van het bericht «Onbetrouwbaar glas bij megaministerie: uiteindelijke
breuk kan elk moment optreden»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de ambtenaren die in het ministerie werken zeker moeten zijn
van een veilige werkomgeving? Doet u al het mogelijke om de veiligheid van gebruikers
en omstanders te garanderen?
Antwoord 2
Ik deel de mening dat gebruikers en omstanders van Rijnstraat 8 zeker moeten zijn
van een veilige werkomgeving. Daarom span ik mij ook in om te komen tot een goede
en duurzame oplossing voor alle problemen rondom het glas. Na de eerste breuken heb
ik conform het contract een melding van een beschikbaarheidsgebrek ingediend bij het
consortium PoortCentraal, dat contractueel verantwoordelijk is voor de veiligheid
in en om het gebouw. Verder heb ik getracht in goed overleg met PoortCentraal en de
gemeente Den Haag te komen tot een duurzame oplossing.
Zoals ik eind vorig jaar in antwoord op vragen van de leden Nijboer en Kuiken en het
lid Van Eijs uiteen zette, is bekend dat in dit type glas onzuiverheden door nikkel-sulfide
insluitingen kunnen zitten die onder invloed van omgevingsfactoren, zoals warmte,
tot glasbreuk kunnen leiden.2 Bij hoge temperaturen zet die nikkel-sulfide insluiting uit, waardoor het glas kan
barsten. Problematisch is echter dat er sinds vorig jaar nog geen sluitende verklaring
voor de grote hoeveel gebarsten ruiten is gevonden. Het bureau Nieman-Kettlitz en
TNO zijn gevraagd hier onderzoek naar te doen. Immers de oorzaak van de vele breuken
geeft richting aan een passende en toekomstbestendige oplossing.
In afwachting van de verklaring is vorig jaar meteen een calamiteitenplan opgesteld
om de veiligheid van gebruikers en passanten te waarborgen. Toen is het zekere voor
het onzekere genomen, mede op grond van de notitie van Nieman-Kettlitz die de wind
als een mogelijke oorzaak beoordeelde. Deze notitie, waar het AD over bericht, is
u bij de beantwoording van de eerdergenoemde Kamervragen op 30 september 2019 aangeboden.
De genomen beheersmaatregel in het calamiteitenplan was dat bij windstoten van windkracht
7 of hoger de onderdoorgang van Rijnstraat 8 zou worden afgesloten. Dat heeft helaas
tot veel overlast geleid bij de gebruikers en passanten en bij de winkeliers in en
nabij Rijnstraat 8.
Op 24 oktober 2019 was het TNO-rapport gereed. Daarin werd bevestigd dat
nikkel-sulfide insluitingen vrijwel zeker de enkele breuken hebben veroorzaakt. Verder
heeft TNO de beschikbare documenten zoals testrapporten, certificaten, specificaties
en montagetekeningen geanalyseerd en zo nodig berekeningen opnieuw laten uitvoeren.
Dit leidde tot de conclusie dat het glas voldoet aan het contract en aan de veiligheidseisen
volgens wet- en regelgeving, maar dat er geen afdoende verklaring is waarom er relatief
zoveel ruiten gebarsten zijn. Om die reden werd geadviseerd maatregelen te treffen
om de eventuele gevolgen van een ruitbreuk voldoende te beheersen. Dat er nog geen
oorzaak was gevonden, was teleurstellend. Er is vervolgens een aantal bijeenkomsten
met deskundigen georganiseerd. Op basis van hun kennis en de opgedane ervaringen is
ter vervanging van het calamiteitenplan een tijdelijk beheersplan opgesteld. Daarin
staat onder andere dat de wind geen trigger voor de ruitbreuk is.
Een andere conclusie van de deskundigen, was dat de hoge temperaturen de ruitbreuken
veroorzaken. Vandaar dat er een strikt monitorings- en handelingsprotocol in het tijdelijk
beheersplan werd opgenomen, waarbij de frequentie van de monitoring en de te nemen
acties vooral afhangen van de temperatuur. Hiermee gaf het beheersplan voldoende garanties
voor de veiligheid voor gebruikers en passanten. Vandaar dat het door alle betrokkenen
(TNO, bureau Nieman-Kettlitz, PoortCentraal, gemeente Den Haag, Rijksvastgoedbedrijf)
onderschreven werd.
Het tijdelijke beheersplan liep tot 1 april jl. Vanaf dat moment moest er een nieuw
beheersplan zijn. Dat plan was vrijwel gereed toen op 16 maart een ruit brak bij een
relatief lage temperatuur, maar wel op een dag met veel zon. Daarmee was er discussie
over een van de belangrijkste uitgangspunten uit het nieuwe beheersplan; hoge temperatuur
als trigger. Nog steeds wordt de temperatuur als trigger gezien, maar nu wordt ook
bezien of in bepaalde omstandigheden directe zonnestraling op de gevel ook tot een
breuk kan leiden. Uit voorzorg heb ik direct de frequentie van de monitoring laten
verhogen. Daarmee blijft de veiligheid gewaarborgd. Nu blijkt dat na ruim een half
jaar nog steeds de achterliggende oorzaak van de individuele ruitbreuk onder experts
ter discussie staat, heeft PoortCentraal te kennen gegeven dat er uiterlijk 2 juni
a.s. een rapport wordt verwacht waarin wel een sluitende verklaring wordt gevonden
voor de relatief vele breuken. Als die wordt gevonden moet onverwijld de oorzaak worden
aangepakt en worden gezorgd voor een duurzame oplossing.
Mocht er op 2 juni geen verklaring gevonden zijn, dan wordt direct doorgeschakeld
naar een vergaande oplossing, bijvoorbeeld het plakken van constructief folie of het
vervangen van alle ruiten. De periode tot juni wordt benut en is noodzakelijk om de
voorbereidingen te treffen voor dergelijke permanente oplossingen, zodat die direct
na 2 juni in uitvoering gegeven kunnen worden. Bij die voorbereidingen moet integraal
gekeken worden naar consequenties voor constructie, onderhoud, veiligheid, investerings-
en exploitatielasten, aansprakelijkheid, levertijd e.d. Daarnaast wordt door de betrokken
deskundigen gewerkt aan een aangepast beheersplan dat door alle betrokkenen kan worden
onderschreven, met scherper omschreven beheersmaatregelen en minimalisering van de
overlast. Totdat dit er is blijft het tijdelijke beheersplan gelden, met de aanvullende
beheersmaatregel van geïntensiveerde monitoring.
Vraag 3
Kunt u reageren op de uitspraak dat «wind toch geen trigger lijkt te zijn»? En op
de uitspraak dat «de uiteindelijke breuk ieder moment [kan] optreden»? Wat vindt u
ervan dat de veiligheid van personen die langs de betreffende atriumgevels lopen in
beduidende mate is afgenomen? Kan de veiligheid van mensen in de buurt van het gebouw
wel worden gegarandeerd, omdat schade aan de ruiten ook kan optreden zonder storm
of hoge temperaturen?
Antwoord 3
Na de notitie van het bureau Nieman-Kettlitz zijn verschillende aanvullende studies
uitgevoerd door dit bureau en door TNO, waarbij ook gebruik is gemaakt van de kennis
van andere adviesbureaus en het Kenniscentrum Glas. De nadere studies en de bijeenkomsten
van deskundigen hebben geleid tot een consensus dat de wind geen trigger is. De breuk
van 16 maart jl. laat, in tegenstelling tot de aanname tot dat moment, zien dat een
breuk niet alleen afhankelijk hoeft te zijn van hoge temperaturen. Om nauwkeuriger
te bepalen hoe temperatuur inwerkt op de ruiten worden temperatuurmeters en -loggers
geplaatst. De gegevens die dit oplevert moeten leiden tot een nauwkeurigere set beheersmaatregelen
en kunnen informatie opleveren voor de definitieve oplossing. De laatste breuk laat
zien dat het beheersplan, dat de veiligheid van gebruikers en passanten moet waarborgen,
goed werkt. De breuk is snel gedetecteerd, de ruimte direct onder de gebroken ruit
is meteen afgezet en vervolgens is de ruit afgeplakt zodat geen glas naar beneden
kon vallen. Enkele dagen later is de gebroken ruit verwijderd.
Vraag 4, 7
Onderschrijft u de conclusie van de notitie van ingenieursbureau Nieman-Kettlitz om
«alle ruiten zo snel als mogelijk vervangen door beglazing die wel voldoet aan NEN
2608 en NEN-EN 14179-1 en dit in ieder geval voor de eerste herfststorm met een windkracht
7 of meer»? Zo ja, waarom is dit nog niet gebeurd? Zo nee, waarom niet?
Waarom heeft u bij beantwoording van schriftelijke vragen over de gevaarlijke situatie
na spontaan springen van ramen bij ministeries Rijnstraat 8 gerapporteerd over de
laatste drie aanbevelingen, maar niet over de meest belangrijke aanbeveling om alle
ruiten zo snel als mogelijk te vervangen?
Antwoord 4, 7
Zoals ik in de beantwoording van vraag 2 heb aangegeven was er ten tijde van de eerste
notitie van het bureau Nieman-Kettlitz van augustus 2019, gebaseerd op verstrekte
foto’s van de ontstane situatie en een visuele opname op afstand, nog veel onduidelijk
en was er geen afdoende verklaring voor het relatief grote aantal gebarsten ruiten.
Omdat die verklaring ontbrak, was er ook geen zicht op een betrouwbare definitieve
oplossing. Bij een dergelijke mate van onzekerheid past het niet om een ingrijpende
keuze te maken zoals het vervangen van alle ruiten die mogelijk niet de juiste is
en daarmee het probleem niet oplost. Daarom is ingezet op een afdoende calamiteitenplan
in afwachting van een definitieve oplossing.
Vraag 5
Op welke termijn gaat u de veiligheid van de ambtenaren en omstanders wel waarborgen
en uitvoering geven aan de aanbeveling om de ruiten zo snel als mogelijk te vervangen?
Antwoord 5
Ik betreur dat de onduidelijkheid rondom de oorzaak van de vele glasbreuken zolang
duurt. De veiligheid van ambtenaren en omstanders is echter niet in het geding. Deze
is gewaarborgd door de maatregelen in het beheersplan, zoals het handelen na de laatste
breuk laat zien. Ik heb PoortCentraal aangesproken op haar contractuele verantwoordelijkheid
voor een veilig en ongestoord te gebruiken gebouw, zonder aanvullende beheersmaatregelen.
Het Rijksvastgoedbedrijf stuurt op de contractuele nakomingsacties. 2 juni is voor
mij dan ook een bepalende datum. Op mijn verzoek heeft het Rijksvastgoedbedrijf de
te nemen stappen afgestemd met de gemeente Den Haag. Dit laat onverlet de verantwoordelijkheid
en bevoegdheid van de gemeente als toezichthouder op handhaving van de Woningwet en
de taak en verantwoordelijkheid van het Rijksvastgoedbedrijf en PoortCentraal voor
de naleving daarvan.
Vraag 6
Hebt u bij uw besluit om de ruiten niet zo snel als mogelijk te vervangen ook rekening
gehouden met een verhoogd risico op letselschade door de valsnelheid van ruiten op
grote hoogte, maar ook met psychologische schade of schade als gevolg van schrikreacties,
bijvoorbeeld als iemand opzij springt en onder een tram komt? Zo ja, hoe heeft u deze
elementen gewogen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
De genomen beheersmaatregelen, zowel uit het calamiteitenplan als het beheersplan,
zijn gericht op het voorkomen van letsel- of andere schade. Daarbij is rekening gehouden
met de door u genoemde aspecten. Hierbij is het een belangrijk gegeven dat geen van
de betreffende ruiten na breuk geheel of deels is losgekomen en naar beneden is gevallen.
Vraag 8
Klopt het dat de conclusie van de notitie «dat een gebarsten ruit kan blijven zitten
totdat deze door wind zwaarder wordt belast» een feitelijke constatering betreft en
een geen aanbeveling, en dat het evenzeer mogelijk is dat ruiten wel naar beneden
vallen na optreden van insluiting?
Antwoord 8
Op basis van verstrekte foto’s en een visuele opname op afstand schreef Niemann-Kettlitz
in augustus 2019 in hun advies dat «de conclusie getrokken kan worden dat een gebroken
ruit kan blijven zitten totdat deze (door wind) zwaarder/zwaar wordt belast (hoge
temperaturen zullen wel het barsten van ruiten in de hand werken maar niet het loskomen
daarvan)». Zodra geconstateerd is dat een ruit is gebarsten, wordt deze voor de zekerheid
meteen met folie afgeplakt totdat de gebarsten ruit veilig verwijderd kan worden om
zo uit te sluiten dat glas naar beneden zou kunnen vallen. Als de ruit door omstandigheden
niet meteen kan worden afgeplakt, wordt de ruimte onder de gebarsten ruit afgezet
(niet de gehele onderdoorgang) tot het moment dat er wel kan worden afgeplakt.
Vraag 9
Wat is de inhoud van het beheersplan dat door Nieman-Kettlitz is goedgekeurd? Hoe
luiden de aanbevelingen en conclusies van het onderzoek dat TNO heeft gedaan? Kunt
u deze documenten aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 9
Als bijlage treft u het TNO-rapport aan.3 De conclusies van TNO heb ik in antwoord 2 genoemd.
De inhoud van het bijgesloten beheersplan4 is een monitorings- en handelingsprotocol. Een aanvullende beheersmaatregel bij dit
beheersplan is de geïntensiveerde monitoring.
Vraag 10
Wanneer is de hinder voor bezoekers en winkeliers door het afzetten van de toegang
tot Den Haag eindelijk afgelopen? Heeft u een einddatum gesteld?
Antwoord 10
In het tijdelijke beheersplan wordt de onderdoorgang van Rijnstraat 8 alleen afgesloten
bij een windkracht KNMI code oranje of hoger (twee of drie keer per jaar op basis
van historische gegevens). Bovendien is PoortCentraal zoals hierboven vermeld, aangesproken
op haar contractuele verantwoordelijkheid om met een meer permanente duurzame oplossing
te komen. Die oplossing moet ervoor zorgen dat het gebouw in zijn omgeving ongestoord
kan worden gebruikt en zonder beheersmaatregelen voldoet aan het uitgevraagde veiligheidsniveau.
Indien PoortCentraal hieraan onvoldoende invulling geeft, zal ik niet aarzelen gebruik
te maken van de contractuele mogelijkheden om dit gewenste doel te effectueren, met
doorberekening van de daarmee gemoeide kosten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.