Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Baudet over het verkeerd informeren van de Kamer omtrent het bombardement in Hawija
Vragen van het lid Baudet (FVD) aan de Minister van Defensie over het verkeerd informeren van de Kamer omtrent het bombardement in Hawija (ingezonden 29 april 2020).
Antwoord van Minister Bijleveld-Schouten (Defensie) (ontvangen 7 mei 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Amerikanen waarschuwden voor burgerdoden bij Nederlands
bombardement Hawija»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat er al een week voor het bombardement op Hawija door de Amerikanen
voor is gewaarschuwd dat daarbij burgerdoden zouden vallen? Zo ja, wat is er met deze
waarschuwing gebeurd?
Antwoord 2
Zie het antwoord op vragen 16 t/m 18 in de beantwoording van vragen van de vaste commissie
voor Defensie over de brief van 21 april 2020 inzake de openbaarmaking van documenten
over de wapeninzet in Hawija in het kader van de VS Freedom of Information Act (referentie Kamerstuk 27 925, nr. 709), ingezonden op 24 april jl. met Kamerstuk 27 925, nr. 709.
Vraag 3
Hoe is de procedure die is gevolgd rondom het bombardement precies verlopen?
Antwoord 3
Zie de beantwoording van vragen van de vaste commissie voor Defensie over de brief
van 21 april 2020 inzake de openbaarmaking van documenten over de wapeninzet in Hawija
in het kader van de VS Freedom of Information Act (referentie Kamerstuk 27 925, nr. 709), ingezonden op 24 april jl. met Kamerstuk 27 925, nr. 709.
Vraag 4
Welke procedurevoorschriften die golden rondom het bombardement zijn naderhand gewijzigd?
Kunt u per wijziging aangeven waarom die wijziging precies heeft plaatsgevonden? Waarom
heeft u deze relevante informatie voor de Kamer verzwegen?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vragen 10 en 11 in de beantwoording van vragen van de vaste commissie
voor Defensie over de brief van 21 april 2020 inzake de openbaarmaking van documenten
over de wapeninzet in Hawija in het kader van de VS Freedom of Information Act (referentie Kamerstuk 27 925, nr. 709), ingezonden op 24 april jl. met kenmerk Kamerstuk 27 925, nr. 709.
Vraag 5
Wanneer bent u geïnformeerd over het Amerikaanse onderzoek (het closure report) naar
de Nederlandse luchtaanval?
Antwoord 5
Zoals in de brief van 25 november jl. (Kamerstuk 27 925, nr. 673) en 24 maart jl. (Kamerstuk 27 925, nr. 707) is gemeld is er geen sprake van een Closure Report over de wapeninzet in Hawija.
Vraag 6 en 7
Welke actie heeft u ondernomen nadat u kennis nam van het Amerikaanse onderzoek?
Op grond waarvan heeft u eerder geoordeeld dat het Amerikaanse onderzoek niet met
de Kamer gedeeld kon worden, omdat het vertrouwelijk zou zijn? Is hierbij een belangenafweging
gemaakt?
Antwoord 6 en 7
Indien hier wordt verwezen naar het aanvullende onderzoek van CENTCOM naar het targeting proces, het zogenaamde AR 15–6-onderzoek, dan is de Kamer over het moment van ontvangst
reeds geïnformeerd in de brief van 25 november jl. (Kamerstuk 27 925, nr. 673). Voor het overige deel van de vraag zie het antwoord op vragen 4 en 5 en het antwoord
op vragen 10 en 11 in de beantwoording van vragen van de vaste commissie voor Defensie
over de brief van 21 april 2020 inzake de openbaarmaking van documenten over de wapeninzet
in Hawija in het kader van de VS Freedom of Information Act (referentie Kamerstuk 27 925, nr. 709), ingezonden op 24 april jl. met kenmerk Kamerstuk 27 925, nr. 709.
Vraag 8
Hoe is het mogelijk dat het Amerikaanse onderzoek, dat naar uw oordeel te vertrouwelijk
is om met de Kamer te delen, wel door het Amerikaanse Ministerie van Defensie met
de NOS en NRC gedeeld kan worden? Wat vindt u ervan dat de Kamer deze informatie via
de media heeft moeten vernemen?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vragen 4 en 5 in de beantwoording van vragen van de vaste commissie
voor Defensie over de brief van 21 april 2020 inzake de openbaarmaking van documenten
over de wapeninzet in Hawija in het kader van de VS Freedom of Information Act (referentie Kamerstuk 27 925, nr. 709), ingezonden op 24 april jl. met Kamerstuk 27 925, nr. 709.
Vraag 9
Sinds wanneer zijn de burgerdoden opgenomen in officiële statistieken van de Amerikanen?
Sinds wanneer heeft u toegang tot die informatie? Wanneer nam u kennis van die informatie?
Kunt u een feitenrelaas geven omtrent alle (des)informatie die u hierover met de Kamer
heeft gedeeld?
Antwoord 9
Zoals gemeld in de brief van 24 maart jl. (Kamerstuk 27 925, nr. 707) staat in het antwoord op de brief van de Minister van Defensie aan Secretary of Defense Esper van 13 januari jl. (bijlage Kamerstuk 27 925, nr. 707) dat informatie over 70 burgerslachtoffers voor het eerst is opgenomen in het totaal
aantal dat in het maandelijkse overzicht per 30 april 2017 is gepubliceerd, en dat
als gevolg van een administratieve fout het specifieke incident pas op 5 december
jl. werd vermeld in het maandelijkse overzicht.
Vraag 10
Erkent u dat u de Kamer gebrekkig heeft geïnformeerd over deze kwestie? Worden er
consequenties verbonden aan de gemaakte fouten?
Antwoord 10
Nee.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.