Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sneller, Van Weyenberg, Özütok en Snels over de opschorting van het Wob-verzoek van Pieter Klein
Vragen van de leden Sneller, Van Weyenberg(beiden D66), Özütok en Snels (beiden GroenLinks) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de opschorting van het Wob-verzoek van Pieter Klein (ingezonden 20 april 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 7 mei
2020).
Vraag 1
Op welke grond heeft u het verzoek krachtens de Wet openbaarheid van bestuur (Wob-verzoek)
van Pieter Klein opgeschort?1
Antwoord 1
De behandeling van het Wob-verzoek van Pieter Klein is opgeschort wegens een situatie
van overmacht. De Algemene wet bestuursrecht biedt daarvoor een wettelijke grondslag.
Op grond van deze wet kan ik de termijn voor het geven van een besluit op een aanvraag,
in dit geval een Wob-verzoek, opschorten gedurende de periode dat ik door overmacht
niet in staat ben om een beslissing te nemen. Als gevolg van de uitzonderlijke en
onvoorziene omstandigheden waarin mijn ministerie verkeert in verband met de bestrijding
van de coronacrisis en de in dat kader door het kabinet getroffen maatregelen was
het niet mogelijk om tijdig een beslissing te nemen op het verzoek. Het kunnen uitoefenen
van de noodzakelijke werkzaamheden met het oog op de crisisbeheersing vereist immers
de onverdeelde aandacht van de medewerkers van het RIVM en de betrokken beleidsdirecties
van mijn ministerie.
Vraag 2
Is het op dit moment feitelijk onmogelijk om Wob-verzoeken te behandelen door uw ministerie?
Antwoord 2
Om misverstand te voorkomen: uitsluitend de bij mijn ministerie ingediende Wob-verzoeken
die verband houden met het coronavirus worden momenteel niet in behandeling genomen.
Wob-verzoeken over andere, niet corona gerelateerde, onderwerpen worden gewoon door
mijn ministerie behandeld.
Met de Wob-verzoeken over het coronavirus wordt informatie opgevraagd die aanwezig
is bij de medewerkers werkzaam bij het RIVM en de betrokken beleidsdirecties van mijn
ministerie. Deze medewerkers richten momenteel hun volledige aandacht op hun werkzaamheden
in het kader van de bestrijding van het coronavirus. Dit vergt al een uiterste inzet
van de betrokken medewerkers. Zij zijn om deze reden niet in staat om de gevraagde
informatie te verzamelen zonder dat dit ten koste gaat van hun werkzaamheden ter bestrijding
van de crisis. Het verzamelen en aanleveren van de gevraagde informatie over het coronavirus
zou op dit moment een onredelijke extra belasting voor de betrokken beleidsdirecties
en het RIVM inhouden en bovendien ten koste kunnen gaan van de vereiste inzet voor
het uitoefenen van de noodzakelijke werkzaamheden met het oog op de crisisbeheersing.
Tegelijkertijd is de Wob als controlemiddel ten opzichte van de overheid van groot
belang. Het is hierom dat er op mijn ministerie momenteel maatregelen worden getroffen
voor een efficiënte wijze van afdoening van verzoeken over het coronavirus, waarbij
de ambtenaren die werken aan de bestrijding van het coronavirus zoveel als mogelijk
kunnen worden ontlast. Een aanzienlijk deel van de gevraagde informatie bevindt zich
onder meer in hun e-mailboxen. Om de relevante informatie beschikbaar te maken, zonder
dat dit tot extra werklast voor hen leidt, dienen de nodige maatregelen op het gebied
van ICT te worden genomen. Voorts zal extra personele capaciteit moeten worden ingezet
om de grote hoeveelheid documenten te kunnen beoordelen in het kader van de Wob. Ik
verwacht hiervoor tot uiterlijk 1 juni de tijd nodig te hebben. Ik ben daarom voornemens
om Wob-verzoeken afkomstig van de media ten aanzien van het coronavirus vanaf die
datum weer in behandeling te nemen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat controle van de macht slechts op zeer uitzonderlijke grond buiten
werking kan worden gesteld? Zo ja, in welke situatie is dat dan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Nee, controle van de macht dient niet buiten werking te zijn. Hiervoor is openbaarheid
en transparantie door de overheid van groot belang. De Wet openbaarheid van bestuur
dient het belang van openbaarheid en transparantie en vormt een zeer belangrijk instrument
voor de burger om het door de overheid gevoerde beleid te kunnen controleren en haar
daarvoor ter verantwoording te roepen. Uitsluitend in geval van een zeer uitzonderlijke
situatie kan een bestuursorgaan met een beroep op overmacht de beslistermijn voor
Wob-verzoeken opschorten. Daarbij geldt dat een dergelijke opschorting niet langer
duurt dan strikt noodzakelijk en dat gedurende deze periode de nodige maatregelen
worden getroffen om de verzoeken op een zo kort mogelijke termijn alsnog in behandeling
te nemen.
Ik hecht eraan te benadrukken dat met het momenteel tijdelijk niet in behandeling
kunnen nemen van corona gerelateerde Wob-verzoeken door mijn ministerie geen onaanvaardbare
schending wordt gemaakt op het met de Wob gediende belang van openbaarheid en transparantie.
Op dit moment wordt immers op andere wijzen recht gedaan aan het belang van openbaarheid
en transparantie, opdat het kunnen controleren van de overheid mogelijk blijft. Zie
verder mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 4
Deelt u de mening dat een vitale beroepsgroep als de journalistiek haar werk te allen
tijde zou moeten kunnen doen? Zo ja, hoe geeft u hier invulling aan? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 4
Ja. De persvrijheid, als onderdeel van de vrijheid van meningsuiting, is onmisbaar
voor een democratische samenleving en van fundamenteel belang voor het voeren van
een maatschappelijk en politiek debat. Journalisten hebben, als publieke waakhond,
het recht op informatie van de overheid. De Wob is een belangrijk instrument voor
journalisten om deze informatie te verkrijgen en enkel bij hoge uitzondering lukt
het nu tijdelijk niet om de corona gerelateerde Wob-verzoeken in behandeling te nemen.
Gedurende deze periode is door middel van de dagelijkse berichtgeving vanuit het RIVM,
het tenminste wekelijks uitvoerig schriftelijk en via technische briefings informeren
van de Tweede Kamer, het afleggen van verantwoording aan het parlement in zijn controlerende
taak en het houden van persconferenties tevens recht gedaan aan het belang van een
goede uitoefening van de journalistiek. Onder meer via deze kanalen wordt de meest
recente informatie over het coronavirus en de (maatregelen ter voorkoming van) de
verspreiding van het virus met het publiek gedeeld. Tevens wordt veel informatie via
de website van de rijksoverheid openbaar gemaakt. Het voorgaande laat evenwel onverlet
dat de Wob voor de journalistiek een belangrijk instrument is om haar werk te kunnen
uitoefenen.
Vraag 5
Op welke wijze staan bezwaar en beroep open tegen bovengenoemd besluit?
Antwoord 5
Indien de indiener van een Wob-verzoek zich niet kan vinden in mijn besluit tot opschorting
van de beslistermijn, staat de mogelijkheid open van het instellen van een beroep
bij de rechtbank wegens het niet tijdig nemen van een beslissing op het Wob-verzoek.
Daartoe heeft de indiener twee opties. De eerste optie is het indienen van een bezwaarschrift
bij mijn ministerie wegens het uitblijven van een beslissing op het Wob-verzoek. Tegen
de daarop te nemen beslissing kan vervolgens een beroep bij de rechtbank worden ingesteld.
De tweede optie is het indienen van een ingebrekestelling bij mijn ministerie. Bij
het uitblijven van een beslissing staat na twee weken eveneens beroep bij de rechtbank
open.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.