Schriftelijke vragen : De gevolgen van nieuwe Europese wetgeving voor de beschikbaarheid van medische hulpmiddelen en medische hulpmiddelen voor in-vitro diagnostiek
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over de gevolgen van nieuwe Europese wetgeving voor de beschikbaarheid van medische hulpmiddelen en medische hulpmiddelen voor in-vitro diagnostiek (ingezonden 4 mei 2020).
Vraag 1
            
Kunt u aangeven van welke middelen tekorten kunnen worden verwacht als gevolg van
               de Medical Devices Regulation, wat de Europese Commissie ertoe heeft geleid te kiezen
               voor uitstel?1
Vraag 2
            
Is Nederland akkoord gegaan met uitstel van de verordening? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 3
            
Klopt het dat de in vitro diagnostics verordening in-huis (gefabriceerde) testen verbiedt
               zolang er een op de markt beschikbaar gelijkwaardig hulpmiddel is (artikel 5 lid 5
               onder c); dat dit verplicht alles van private partijen in te kopen, waardoor we nog
               kwetsbaarder worden voor situaties vergelijkbaar als wat we hebben meegemaakt met
               fabrikant Roche? Kunt u uw antwoord toelichten?
            
Vraag 4
            
Hoe verklaart u dat dit past bij het belangrijkste aandachtspunt van Nederland te
               weten de beschikbaarheid van medische hulpmiddelen in het algemeen en voor innovatieve
               hulpmiddelen in het bijzonder?2
Vraag 5
            
Deelt u de mening dat het niet wenselijk is met het oog op een innovatieve, wendbare
               en competitieve markt dat in huis testen slechts zijn toegestaan als er geen vergelijkbaar
               aanbod van marktpartijen beschikbaar is?
            
Vraag 6
            
Deelt u de mening dat we ons moeten realiseren dat hierdoor veel beschikbare kennis,
               opgeleid personeel en infrastructuur voor Nederland verloren zullen gaan?
            
Vraag 7
            
Deelt u de mening dat we als land zelf moeten beschikken over kennis en capaciteit
               aangaande testen en testmaterialen, en de coronacrisis aantoont dat we ons niet verder
               moeten overleveren aan private partijen, zoals de aangenomen motie-Marijnissen/Heerma
               ook bevestigt, alsook de Intravacc affaire?3
Vraag 8
            
Bent u bereid om in samenspraak met het beroepsveld de belangrijkste knelpunten en
               bedreigingen in kaart te brengen van deze wetgeving voor de beschikbaarheid van kennis,
               infrastructuur, capaciteit, en de toegankelijkheid van zorg op het gebied van In Vitro
               Diagnostiek en waar nodig aanpassing van de wetgeving te overwegen? Kunt uw uw standpunt
               toelichten?
            
Vraag 9
            
Hoe ziet u de toekomst van deze verordening, aangezien de huidige pandemie waarschijnlijk
               niet de laatste zal zijn en we dus in de toekomst, als de wet mogelijk wel van kracht
               is, wel tegen vergelijkbare problemen aan zullen lopen die nu juist voorkomen moeten
               worden met uitstel van de wetgeving?
            
Vraag 10
            
Bent u bereid te pleiten voor het opschorten van deze verordening en zelf, waar nodig
               in Europees verband, met betere regelgeving te komen voor het verlenen van markttoelating
               voor medische hulpmiddelen voor in-vitro diagnostiek? Zo nee, waarom niet?
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg - 
              
                  Indiener
H.P.J. van Gerven, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.