Schriftelijke vragen : De toename van de stikstofuitstoot door de biomassacentrales in Diemen en Geertruidenberg
Vragen van de leden Van Raan en Wassenberg (beiden PvdD) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de toename van de stikstofuitstoot door de biomassacentrales in Diemen en Geertruidenberg (ingezonden 4 mei 2020).
Vraag 1
            
Kent u de berichten over het onderzoek van Investico voor Trouw en De Groene Amsterdammer
               over de natuurvergunningverlening voor de biomassacentrales in Diemen en Geertruidenberg?1 2
Vraag 2
            
Kunt u bevestigen dat bij de natuurvergunningverlening voor de (om)bouw van beide
               biomassacentrales gerekend is met de uitstootcijfers uit de oorspronkelijke vergunningen,
               die geen realistisch beeld geven van de werkelijke stikstofuitstoot van de laatste
               jaren?
            
Vraag 3
            
Kunt u bevestigen dat de originele natuurvergunningen van beide energiecentrales vele
               malen meer stikstofuitstoot toelieten dan er de afgelopen jaren in werkelijkheid gebeurde?
            
Vraag 4
            
Beaamt u dat door de gehele eerder vergunde uitstoot als uitgangspunt te nemen, zoals
               nu bij de biomassacentrales van Diemen en Geertruidenberg, en niet de daadwerkelijke
               uitstoot, de stikstofuitstoot van de centrales in werkelijkheid zal toenemen maar
               op papier niet?
            
Vraag 5
            
Kunt u bevestigen dat deze twee biomassacentrales 1.300 ton stikstof per jaar uit
               zullen stoten, wat ruim een derde is van de «stikstofwinst» (3.500 ton per jaar) die
               behaald wordt door de snelheidsverlaging naar 100 km/uur?
            
Vraag 6
            
Beaamt u dat de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) vorig jaar door de Raad van
               State onwettig werd verklaard, mede omdat de stikstofuitstoot door het programma niet
               in werkelijkheid was afgenomen maar alleen op papier?
            
Vraag 7
            
Beaamt u dat de PAS-uitspraak van de Raad van State duidelijk heeft gemaakt dat de
               stikstofuitstoot in Nederland daadwerkelijk drastisch verminderd moet worden en niet
               slechts op papier? Is daar in dit geval sprake van volgens u?
            
Vraag 8
            
Kunt u bevestigen dat het verschil tussen de uitstoot van de vergunde activiteit in
               een natuurvergunning en de daadwerkelijke uitstoot (de feitelijk benutte capaciteit)
               de latente ruimte in een natuurvergunning is?
            
Vraag 9
            
Zijn de nieuwe natuurvergunningen voor de energiecentrales in Diemen en Geertruidenberg
               verleend door middel van interne saldering? Zo nee, welke stappen zijn dan genomen
               voor de vergunningverlening?
            
Vraag 10
            
Kunt u bevestigen dat u met de provincies heeft afgesproken dat bij intern salderen
               de «onbenutte ruimte» uit de bestaande natuurvergunning wordt ingenomen, ten behoeve
               van de natuur, maar dat de «niet-gebruikte capaciteit» binnen de vergunning behouden
               blijft?
            
Vraag 11
            
Is de latente ruimte in de gevallen van deze energiecentrales niet ingenomen, omdat
               is besloten dat dit «niet-gebruikte capaciteit» is, en niet «onbenutte ruimte»? Zo
               nee, wat is dan de reden voor het niet innemen van de latente ruimte?
            
Vraag 12
            
Beaamt u dat er in het geval van energiecentrales getwist kan worden over de benaming
               voor de latente ruimte in de natuurvergunning, maar dat het in de praktijk niet veel
               verschil maakt, omdat het in beide gevallen gaat om stikstofuitstoot op papier, die
               in werkelijkheid niet uitgestoten wordt?
            
Vraag 13
            
Beaamt u dat het in de geest van de Habitatrichtlijn en van de beleidsregels voor
               intern salderen is om de latente (onbenutte) ruimte uit de natuurvergunningen van
               deze energiecentrales in te nemen? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 14
            
Beaamt u dat door het niet innemen van latente ruimte in vergunningen bij intern salderen
               een vergelijkbare fout wordt begaan als bij de PAS, omdat de uitstoot op papier afneemt,
               maar in werkelijkheid stijgt en dat de werkelijke stikstofbelasting zal toenemen?
            
Vraag 15
            
Kunt u bevestigen dat het volgens artikel 5.4 van de Wet natuurbescherming mogelijk
               is om vergunningen in uitzonderlijke situaties te wijzigen of zelfs in te trekken?
               Zo ja, beaamt u dat de huidige stikstofcrisis een uitzonderlijke situatie is die het
               innemen van latente ruimte rechtvaardigt? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 16
            
Kunt u bevestigen dat de NOx-emissie per eenheid geleverde energie bij verbranding van biomassa hoger is dan bij
               de verbranding van bijvoorbeeld aardgas?
            
Vraag 17
            
Kunt u een overzicht geven (uitgesplitst per centrale) hoeveel ton stikstof er per
               jaar volgens de oorspronkelijke vergunningen mocht worden uitgestoten, hoeveel ton
               stikstof er per jaar door de centrales werd uitgestoten van 2015 tot 2019, hoeveel
               ton stikstof er volgens de nieuwe vergunningen mag worden uitgestoten per jaar en
               hoeveel ton stikstof de centrales naar verwachting zullen uitstoten per jaar?
            
Vraag 18
            
Kunt u een overzicht geven (uitgesplitst per centrale) hoeveel draaiuren waren vergund
               in de oorspronkelijke vergunningen, hoeveel draaiuren er werkelijk werden gedraaid
               van 2015 tot 2019, hoeveel draaiuren in de nieuwe vergunningen zijn vergund en hoeveel
               draaiuren er naar verwachting zullen worden gedraaid?
            
Vraag 19
            
Kunt u bevestigen dat de aangevraagde teruggang van 8.750 uur naar 5.600 uur voor
               de centrale in Diemen slechts een teruggang is op papier, aangezien het aantal draaiuren
               minder dan 1.550 was in 2017?
            
Vraag 20
            
Kunt u aangeven hoe laag de NOx-norm gesteld is voor de biomassacentrales in Diemen en Geertruidenberg? Kunt u aangeven
               hoe laag die norm technisch gezien gesteld zou kunnen worden?
            
Vraag 21
            
Zijn de huidige NOx-normen naar uw mening in lijn met de wettelijke verplichting om de Beste Beschikbare
               Technieken toe te passen?
            
Vraag 22
            
Bent u voornemens de emissie-eisen voor alle biomassacentrales zo ver als technologisch
               mogelijk aan te scherpen? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 23
            
Kunt u aangeven of u nog altijd van plan bent pas in 2022 tot een herziening van de
               emissie-eisen voor kleine en middelgrote biomassacentrales te komen? Acht u het gezien
               de huidige stikstofcrisis wenselijk daarmee te wachten?
            
Vraag 24
            
Bent u bereid om verder te gaan dan de motie-Sienot/Mulder (Kamerstuk 35 300 XIII, nr. 52) die u verzoekt eerder met normen te komen maar achterwege laat te verzoeken deze
               normen zo laag als technologisch mogelijk te maken? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 25
            
Wat zegt u tegen starters die vanwege de stikstofcrisis op een woning moeten wachten
               die nu lezen dat de stikstofuitstoot door grote energiecentrales ruimschoots toe zal
               nemen?
            
Vraag 26
            
Wat zegt u tegen de veehouders die vanwege de stikstofcrisis hun activiteiten zullen
               moeten stoppen, of veel tijd, geld en energie moeten steken in het omschakelen naar
               natuurinclusieve kringlooplandbouw, die nu lezen dat de stikstofuitstoot door grote
               energiecentrales ruimschoots toe zal nemen?
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
L. van Raan, Tweede Kamerlid - 
              
                  Mede ondertekenaar
F.P. Wassenberg, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.