Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sjoerdsma over de zaak Julio Poch
Vragen van het lid Sjoerdsma (D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de zaak Julio Poch (ingezonden 4 februari 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 30 april 2020).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1830.
Vraag 1 en 2
Kunt u verklaren waarom het onderzoek van de heer Machielse naar de zaak Julio Poch,
dat reeds een jaar geleden is begonnen, zo lang duurt?
Bent u inmiddels, na het verstrijken van een jaar sinds de start van dit onderzoek,
en in ogenschouw nemende dat de heer Poch meer dan tien jaar geleden gearresteerd
werd, dat hij acht jaar in voorarrest heeft gezeten, en al meer dan twee jaar geleden
is vrijgesproken, bereid een termijn aan dit onderzoek te koppelen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 1 en 2
De Commissie heeft het volgende laten weten over de voortgang van de werkzaamheden
van de commissie. Op dit moment vindt een omvangrijk en breed archief- en dossieronderzoek
plaats in combinatie met dossieranalyse. De Commissie beschikt al over veel van de
uitgevraagde bescheiden maar heeft nog dossier- en archiefverzoeken uitstaan. De volgende
door de Commissie geplande fase omvat het horen van personen. De Commissie heeft gemeld
dat nu niet is te voorzien welke gevolgen het coronavirus voor deze fase kan hebben.
De voorzitter van de Commissie zal mij daarom medio juni nader informeren over de
voortgang van het onderzoek. De Commissie heeft aangegeven te verwachten dan ook een
termijn te kunnen benoemen waarin zij voorziet tot afronding van het onderzoek te
komen.
Vraag 3
Kunt u aangeven wie verantwoordelijk is voor het vernietigen van het document van
het eerste reisbezoek? Kunt u aangeven waarom deze documenten vernietigd zijn? Kunt
u aangeven welk protocol geldt voor het vernietigen van documenten? Kunt u aangeven
wanneer deze documenten vernietigd zijn? Zo nee, bent u bereid dit te onderzoeken?
Antwoord 3
Zoals aangegeven in de beantwoording van vraag 3 van de Kamervragen van het lid Sjoerdsma
d.d. 20 december 20191, is hetgeen hierover bekend is afkomstig uit een rapportage van de politie. Hieruit
blijkt niet door wie en wanneer de inhoud van de kluis is vernietigd. Omdat niet bekend
is welke informatie was opgenomen in het document, is niet bekend welk protocol gold.
Ik ga er vanuit dat indien de commissie Dossier J.A. Poch dit relevant acht, zij dit
aspect bij het onderzoek betrekt.
Vraag 4
Heeft de politie de digitale recovery inmiddels uitgevoerd, en back-ups onderzocht?
Zo ja, wat kwam hier uit? Zo nee, waarom niet? Zo nee, bent u bereid hen te verzoeken
dit zo spoedig mogelijk te doen en de Kamer over de resultaten te informeren?
Antwoord 4
Ja, de digitale recovery is inmiddels afgerond. Het betreffende reisverslag is niet
gevonden. Wel zijn er andere documenten aangetroffen. Overigens zijn ook in een nadere
zoekslag door de politie nog aanvullende documenten gevonden. Voorts verwijs ik u
naar mijn aanvullende brief, die ik gelijktijdig met deze beantwoording aan uw Kamer
zend. Alle aangetroffen documenten zijn door de politie ter beschikking gesteld aan
de commissie van de heer Machielse. Het is het nu aan de commissie om onderzoek te
doen. Ik wil niet vooruitlopen op de uitkomsten van dat onderzoek.
Vraag 5
Heeft u in het (archief)onderzoek naar deze zaak documenten aangetroffen die betrekking
hebben op de zaak Julio Poch, specifiek ook met betrekking tot dit eerste en tweede
reisbezoek? Zo ja, bent u bereid al deze documenten naar de Kamer te sturen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 5
Bij de besluiten door het OM en de politie op de Wob-verzoeken naar de dienstreizen
hebben het OM en de politie besloten over de openbaarmaking van aangetroffen documenten.
Ik heb uw Kamer over de Wob-beslissingen geïnformeerd2. Ik heb de documenten waarover ik beschik aan de Commissie overhandigd. Ik zal deze
documenten niet verder openbaar maken, omdat de Commissie Dossier J.A. Poch de ruimte
moet hebben om haar onderzoek te doen. De Commissie heeft mijn ambtenaren laten weten
dat haar onderzoek kan worden gehinderd indien voor oplevering van haar rapport telkens
documenten in de openbaarheid komen. Dit kan er toe leiden dat personen die de Commissie
in het kader van haar onderzoek nog wil horen, beïnvloed of vooringenomen worden.
Ik heb begrip voor deze zorg van de Commissie. Gezien het belang van de waarheidsvinding
ben ik dan ook terughoudend met het verstrekken van separate documenten aan uw Kamer.
De Commissie heeft daarnaast laten weten dat zij van mening is dat het onderzoek erbij
gebaat is dat de Commissie na een integrale analyse van alle beschikbare informatie
tot een goed onderbouwde reconstructie van de gebeurtenissen en een samenhangend oordeel
kan komen. De verschillende onderdelen uit het dossier dienen daartoe in samenhang
en context beoordeeld te worden. In het Besluit van 9 december 2019, Stcrt. 2019, nr. 68436, houdende instelling van de Commissie Dossier J.A. Poch is daarom bepaald dat de
Commissie haar eigen werkwijze vaststelt en deze zal verantwoorden in haar eindrapport.
Overigens blijkt uit dit besluit dat de Commissie sinds 1 maart 2019 aan het werk
is.
Voor de volledigheid meld ik dat de Minister van Buitenlandse Zaken mij heeft laten
weten dat ook het ministerie haar archiefonderzoek heeft afgerond. Alle gevonden documenten
zijn overhandigd aan de Commissie Dossier J.A. Poch.
Vraag 6
Heeft u, gelet op het feit dat u «niet met zekerheid [kan] zeggen of het document
vernietigd is»3, stappen genomen naast de stappen die ik in mijn vragen heb gesuggereerd, om dit
document terug te vinden? Zo ja welke, en met welk resultaat? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ja. Naast de digitale recovery bij de politie hebben de politie en het OM de commissie
toegang gegeven tot hun dossiers.
Vraag 7
Kunt u verklaren hoe het mogelijk is, dat u pas tien jaar na de aanhouding van de
heer Poch, en ondanks de vele Kamervragen die zijn gesteld over deze zaak, de hoeveelheid
ambtsberichten en media-aandacht voor deze zaak over de jaren heen, er pas eind 2019
achter komt dat een cruciaal document, namelijk het reisverslag van het eerste bezoek
aan Argentinië, kwijt dan wel vernietigd is?
Antwoord 7
Ik ben, zoals ook gemeld aan uw Kamer bij de beantwoording d.d. 20 december 2019 van
vraag 3 van de Kamervragen van het lid Sjoerdsma, op 30 november 2018 geïnformeerd
over de vernietiging van de inhoud van de kluis waar het verslag eerder in zou zijn
gelegd. Gelet op het feit dat ik geen kennis heb kunnen nemen van het reisverslag
weet ik niet welke informatie daarin stond. Ik kan dus niet aangeven of het een belangrijk
document is geweest.
Vraag 8
Bent u, gelet op het feit dat een cruciaal document in de zaak van Julio Poch kwijt
of vernietigd is, nog steeds van mening dat de gang van zaken in dit dossier niet
ongeoorloofd is?
Antwoord 8
Gelet op het feit dat ik geen kennis heb kunnen nemen van het reisverslag weet ik
niet welke informatie daarin stond. Ik kan dus niet concluderen dat met het verdwijnen
van het reisverslag belangrijke informatie is verdwenen. Ik kan dus ook niet concluderen
dat met het verdwijnen van het reisverslag de gang van zaken in dit dossier ongeoorloofd
is.
Vraag 9
Herinnert u zich uw weigering van mijn verzoek om het tweede reisverslag volledig
te openbaren, nadat eerder in een Wob-verzoek besloten was om dat niet te doen?4
Antwoord 9
Ja.
Vraag 10
Klopt het volgens u nog steeds, dat de reikwijdte van artikel 68 van de Grondwet ruimer
is dan die van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob)?5 Zo ja, waarom verschuilt u zich dan achter de Wob-procedure terwijl artikel 68 van
de GW van toepassing is op mijn verzoek om het tweede reisverslag te openbaren?
Antwoord 10
Ja. Ik ben echter van mening dat de Commissie Dossier J.A. Poch nu eerst de ruimte
moet krijgen om haar onderzoek uit te voeren. Zie mijn antwoord op vraag 5.
Vraag 11
Ik verzoek u op basis van artikel 68 van de Grondwet het tweede reisverslag alsnog,
desnoods vertrouwelijk, aan de Kamer te openbaren, bent u daartoe bereid? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord op vraag 11
Gelet op artikel 68 van de Grondwet heb ik uw Kamer uitgebreid geïnformeerd over onder
meer de inhoud van dit document.6 Zie voorts mijn antwoord op vraag 5 waarin ik uiteenzet waarom ik terughoudend ben
met het verstrekken van documenten met betrekking tot deze zaak.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.