Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Laçin over opnieuw twee blazers bij ESD in Farmsum in Groningen
Vragen van het lid Lacin (SP) aan de Minister voor Milieu en Wonen over opnieuw twee blazers bij ESD in Farmsum in Groningen (ingezonden 20 december 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-Van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat)
            (ontvangen 30 april 2020) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020,
            nr. 1334.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met de uitstoot van Siliciumcarbide-vezels (SiC-vezels) en het ontbreken
               van een vergunning hiervoor bij chemiebedrijf ESD-SIC in Farmsum?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Kunt u aangeven wat u heeft gedaan om de provincie Groningen te ondersteunen bij het
               aanpakken van ESD als het gaat om deze blazers, zoals u heeft toegezegd in uw reactie
               op eerdere schriftelijke vragen van de leden Laçin en Beckerman over blazers bij chemiebedrijf
               ESD-SIC in Delfzijl d.d. 13 november 2018?
            
Antwoord 2
            
Ik heb in een eerdere brief2 aangegeven dat Rijkswaterstaat-Infomil als taak heeft het bevoegd gezag te ondersteunen
               door middel van advisering en dat de provincie Groningen hiervan desgewenst gebruik
               kan maken. De provincie heeft recent aangegeven van deze mogelijkheid gebruik te willen
               maken en de gesprekken daarover lopen inmiddels.
            
Daarnaast heb ik de provincie de daarvoor gebruikelijke ondersteuning geboden bij
               het vaststellen van een norm, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek van het RIVM3, voor SiC-vezel-emissies naar de lucht. Dit heeft geresulteerd in de publicatie van
               een norm op de website van het RIVM in december van 2019. Het bevoegd gezag kan deze
               norm als hulpmiddel gebruiken bij de vergunningverlening.
            
Vraag 3
            
Kunt u aangeven welke stappen er zijn genomen om deze blazers te voorkomen en wanneer
               deze blazers niet meer voorkomen aangezien het bedrijf hier geen vergunning voor heeft?
            
Antwoord 3
            
De provincie Groningen is het bevoegd gezag. Ik heb de provincie dan ook gevraagd
               naar de stand van zaken rondom dit dossier. Hierbij is onderstaand beeld ontstaan.
            
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State4 heeft geoordeeld dat blazers een niet te vermijden onderdeel van de bedrijfsvoering
               zijn. Daarop heeft de provincie Groningen het maatwerkbesluit «Blazers» genomen.
            
Op grond van dat besluit moet het bedrijf onderzoek doen naar oorzaken van blazers
               en de mogelijke maatregelen en daarover rapporteren. De provincie deelde mee, dat
               deze rapportages worden opgesteld door het bedrijf en dat de volgende maatregelen
               worden getroffen:
            
– Als technische maatregelen zijn onder andere de drainage van het oventerrein verbeterd
                     en zijn maatregelen genomen om lekkage van koelwater te voorkomen of te beperken.
                     Ook zijn als tijdelijke maatregelen de ovens op een hoger niveau (verder boven het
                     grondwater) geplaatst, zijn maatregelen genomen om vocht in de grondstoffen tegen
                     te gaan en is de controle op en sturing van de samenstelling van het ovenmateriaal
                     verbeterd. Daarnaast is er onderzoek gaande naar de mogelijkheid om te sturen op het
                     gedrag (de zogenaamde «verbakking») van het ovenmateriaal.
                  
– De organisatorische maatregelen die worden getroffen zijn verbeteringen van de opbouw
                     van de ovens, de controle van de installatie (met name water- en gasafvoer), de uitvoering
                     van de afbouw (met name koelen) van de ovens en het op- en afschakelen (elektrisch)
                     van ovens.
                  
De provincie geeft aan de uitvoering van deze maatregelen goed in de gaten te houden
               en voortdurend na te gaan (op basis van de rapportages en inspecties) of de maatregelen
               worden uitgevoerd en of andere oorzaken naar voren komen en/of andere en betere maatregelen
               in beeld komen.
            
Vraag 4
            
Kunt u aangeven hoeveel blazers er in 2018 en 2019 hebben plaatsgevonden bovenop de
               148 blazers tussen 2014 en 2017?
            
Antwoord 4
            
Op basis van de informatie van de provincie is in de tabel hieronder het aantal blazers
               per jaar weergegeven tussen 2014 en 2019. Het effect van bovenstaande maatregelen
               moet in de komende periode blijken.
            
Jaar
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Aantal
50
35
29
34
36
52
Vraag 5
            
Kunt u aangeven welke middelen en mogelijkheden het bevoegde gezag, de provincie,
               heeft om er voor te zorgen dat ESD stopt met de uitstoot van SiC-vezels?
            
Antwoord 5
            
De productie en het gebruik van siliciumcarbide (SiC) zijn niet generiek verboden
               in Nederland of Europa. Emissies van Zeer Zorgwekkende Stoffen zoals deze vezels kunnen
               onder strenge voorwaarden vergund worden. Het is aan het bevoegd gezag, in dit geval
               de provincie, om te beoordelen of het bedrijf voldoende maatregelen neemt om de risico’s
               voor het milieu te beperken.
            
De emissie van SiC-vezels is niet in de vergunning opgenomen. De provincie treedt
               daarom handhavend op en heeft een last onder dwangsom opgelegd. Het bedrijf kan het
               verbeuren van de dwangsom voorkomen door ofwel de emissie van SiC-vezels te staken,
               dan wel door een (vergunbare) aanvraag in te dienen waarmee de provincie (extra) voorschriften
               in de vergunning kan opnemen. Een dergelijke aanvraag wordt op dit moment door het
               bedrijf voorbereid. De rechtbank heeft als voorlopige voorziening de last onder dwangsom
               geschorst om dit mogelijk te maken.
            
Los van de vergunning geldt er uit de wetgeving een minimalisatieverplichting voor
               de emissie van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS). Deze verplichting houdt in dat emissies
               van ZZS naar de lucht zoveel mogelijk voorkomen dienen te worden dan wel, indien dat
               niet mogelijk is, tot een minimum worden beperkt. Het bedrijf moet elke vijf jaar
               informatie aan het bevoegd gezag overleggen over de mate waarin emissies van ZZS naar
               de lucht plaatsvinden. Door middel van het vermijdings- en reductieprogramma onderzoekt
               en beschrijft het bedrijf de mogelijkheden om deze emissies te voorkomen dan wel,
               indien dat niet mogelijk is, te beperken. Met dit programma kan door het bedrijf en
               het bevoegd gezag concrete invulling gegeven worden aan de minimalisatieverplichting.
               Deze verplichting geldt ook voor de emissie van SiC-vezels, de uitkomsten neemt het
               bevoegd gezag mee in de lopende vergunningverlening.
            
Wanneer een vergunning voor de emissie van SiC-vezels wordt verleend, en het bedrijf
               vervolgens niet aan de voorschriften voldoet, kan het bevoegd gezag een dwangsom of
               bestuursdwang opleggen. Als laatste mogelijkheid heeft het bevoegd gezag de optie
               om de vergunning in te trekken.
            
Vraag 6
            
Kunt u aangeven op welke locaties de uitstoot van ESD de afgelopen jaren is neergeslagen
               en welke effecten en gevaren langdurige blootstelling aan deze vezels heeft voor omwonenden,
               de aldaar geteelde producten en het milieu?
            
Antwoord 6
            
De in antwoord 2 bedoelde norm voor SiC-vezelemissies naar lucht is door het RIVM
               gebaseerd op de overeenkomst van deze vezel met asbest. Daarom is het indicatief maximaal
               toelaatbaar risico (iMTR) naar analogie met (amfibool) asbest bepaald op 300 vezelequivalenten
               per m3.
            
Door de onderzoekbureaus TNO5
               6 en Tauw7
               8 is in opdracht van de provincie onderzoek gedaan naar de stofneerslag (waaronder
               SiC-vezels) rond ESD. De provincie geeft aan dat uit de onderzoeksrapporten blijkt
               dat in de directe omgeving van het bedrijf SiC-vezels aantoonbaar zijn in de toplaag
               van de bodem (zie rapporten voor de meetpunten en -gebieden).
            
TNO voert in opdracht van het bevoegde gezag, de provincie Groningen, sinds oktober
               2018 metingen uit rond het bedrijf om de uitstoot naar de lucht van SiC-vezels in
               beeld te krijgen. Uit de meest recente analyse van 17 januari 2020 door TNO blijkt
               dat tot nu toe, in de betreffende meetperioden, de iMTR niet is overschreden. Deze
               metingen kunnen echter op statistische gronden niet uitsluiten dat er overschrijdingen
               mogelijk zijn.
            
TNO zal in de loop van dit jaar de jaargemiddelde concentraties in de lucht presenteren
               in de eindrapportage aan het bevoegd gezag. Op grond hiervan kan dan meer worden gezegd
               over de gezondheidseffecten.
            
De provincie heeft Tauw opdracht gegeven om een bodemonderzoek uit te voeren. In het
               verkennend en aanvullend bodemonderzoek is door Tauw gebruik gemaakt van de norm voor
               asbest in de bodem, en wordt uitgegaan van een interventiewaarde van 10mg/kg droge
               stof. Uit de onderzochte bodemmonsters blijkt dat de interventiewaarde niet wordt
               overschreden.
            
Vraag 7
            
Kunt u aangeven of deze neerslag wordt afgebroken in het milieu? Zo ja, hoe?
Antwoord 7
            
Over de afbraak van vezels in het milieu is geen accurate informatie beschikbaar.
               Navraag bij het RIVM leerde dat asbestvezels in de bodem als persistent kunnen worden
               beschouwd, en dat siliciumcarbide (SiC) hard is. Het lost niet op en verdampt niet,
               waardoor het naar verwachting ook niet zal afbreken. Gebaseerd op deze kennis is het
               waarschijnlijk dat SiC-vezels ook niet worden afgebroken. De metalen in de stofneerslag
               zullen niet worden afgebroken.
            
Vraag 8
            
Kunt u aangeven hoeveel overtredingen een bedrijf kan begaan en hoe lang een bedrijf
               kan doorgaan met het overtreden van de regels alvorens het bedrijf gesloten wordt?
            
Antwoord 8
            
Het is aan het bevoegd gezag om te bepalen wanneer en in welke mate handhavend tegen
               een bedrijf wordt opgetreden als er sprake is van een overtreding van de regels.
            
In de casus ESD-SIC overtreedt het bedrijf de regels en heeft de provincie daarop
               handhavend gereageerd. Pas als de handhavingsmiddelen zijn uitgeput, kan de provincie
               sluiting van het bedrijf overwegen.
            
Vraag 9
            
Kunt u aangeven waarom het, na de classificatie in 2012 als kankerverwekkende stof,
               nog steeds niet gelukt is deze ernstige verontreiniging van de leefomgeving te stoppen?
            
Antwoord 9
            
In 2012 heeft de (Nederlandse) Gezondheidsraad geconcludeerd dat siliciumcarbide (SiC)
               in vezelvorm kanker kan veroorzaken bij de mens. Het IARC (International Agency for
               Research on Cancer, een agentschap van de WHO) heeft in 2017 geconcludeerd, dat SiC-vezels
               gezien moeten worden als waarschijnlijk kankerverwekkend. De provincie heeft aangegeven
               dat zij tussen 2012 en 2018 niet bekend was met het feit dat het bedrijf ook SiC-vezels
               uitstootte. Pas bij metingen door TNO in 2018 werd dit vastgesteld. Na deze vaststelling
               heeft de provincie haar handhavingsbesluit genomen, zie ook het antwoord op vraag
               5.
            
Vraag 10
            
Hoe kan het dat bij een eerdere blazer, toen er sneeuw lag,werd geadviseerd dat kinderen
               niet buiten moesten spelen en dat dat advies nu niet wordt gegeven?
            
Antwoord 10
            
In de regio is de GGD Groningen de organisatie die gezondheidsadvies geeft bij incidenten.
De gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen (GAGS) heeft naar aanleiding van
               de blazer op 24 januari 2019 het volgende geadviseerd:
            
– Zichtbare neerslag op gladde oppervlakken (tuinmeubelen, kinderspeeltoestellen, enz.)
                     afnemen met een vochtige doek.
                  
– Groenten uit eigen tuin goed wassen voor consumptie.
Dit is een standaard gezondheidsadvies dat de GAGS en GGD Groningen geven bij een
               dergelijke blazer, dus ook bij de blazers die na 24 januari 2019 hebben plaatsgevonden.
            
Vraag 11
            
Kunt u aangeven op welke wijze de omwonenden worden ingelicht over de zich herhalende
               uitbarstingen en stofwolken?
            
Antwoord 11
            
De provincie volgt hierbij de volgende procedure: ESD-SIC meldt de blazers aan de
               Omgevingsdienst Groningen. Bij een grote blazer informeert het bedrijf ook het Dagblad
               van het Noorden. De provincie publiceert op haar website de meetresultaten van het
               meetnet Oosterhorn9.
            
Vraag 12
            
Waar kunnen omwonenden terecht die zich zorgen maken over hun gezondheid naar aanleiding
               van deze blazers?
            
Antwoord 12
            
Omwonenden kunnen hiervoor terecht bij de GGD.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
