Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Jasper van Dijk en Van Nispen over "het doorprocederen door de overheid"
Vragen van de leden Jasper vanDijk en Van Nispen (beiden SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het doorprocederen door de overheid (ingezonden 4 maart 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens
de Minister voor Rechtsbescherming (ontvangen 29 april 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel van De Monitor van 3 maart over het doorprocederen door
de overheid?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op deze werkwijze van de gemeente Enschede?
Antwoord 2
Het betreft hier een casus binnen een individuele gemeente. Het is niet aan mij of
de Minister voor Rechtsbescherming om een oordeel te vellen over individuele beschrijvingen
zoals in het door u aangehaalde artikel. Binnen de gedecentraliseerde context van
de Participatiewet (Pw) is het primair de gemeenteraad die het college op de uitvoering
van de handhaving controleert en waar nodig aanspreekt.
Vraag 3, 4, 8, 11 en 16
Deelt u de mening dat er sprake is van een perverse prikkel wanneer een ambtenaar
aangeeft in de richting van de sociaal rechercheur dat het terugvorderen van een uitkering
over vier dagen niet voldoende is om het onderzoek van die rechercheur te bekostigen?
Vindt u het wenselijk dat gemeenten erop gericht zijn de kosten van onderzoek door
sociaal rechercheurs te verhalen op de personen die onderwerp zijn van zo’n onderzoek?
Deelt u de mening dat dergelijke onderzoeken als doel alleen waarheidsbevinding mogen
hebben en financiële motieven geen rol mogen spelen?
Vindt u het wenselijk dat er in Nederland op zo’n manier met bijstandsgerechtigden
om wordt gegaan?
Deelt u de mening dat de toevoegingen die aan deze zaak besteed zijn, nuttiger ingezet
hadden moeten worden?
Antwoord 3, 4, 8, 11 en 16
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 gaat het hier om een casus binnen een
individuele gemeente. Het is niet aan mij of de Minister voor Rechtsbescherming om
een oordeel te vellen over individuele beschrijvingen zoals in het door u aangehaalde
artikel. Daarbij wil ik er, als Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
op wijzen dat in het regeerakkoord en de SZW Handhavingskoers 2018–2021 wordt onderstreept
dat handhaving op de naleving van de verplichtingen van uitkeringsgerechtigden een
randvoorwaarde is voor een werkend stelsel van sociale zekerheid. Ik vind het van
groot belang dat deze handhaving effectief en zorgvuldig geschiedt. De rechtszekerheid
van een individu moet worden gewaarborgd en tegelijkertijd moeten uitkeringen rechtmatig
worden verstrekt. Een effectieve en zorgvuldige handhaving vindt zijn grondslag daarbij
niet in financiële motieven, maar in het gegeven dat voor een breed draagvlak voor
het stelsel van sociale zekerheid schending van de inlichtingenplicht niet lonend
mag zijn.
Vraag 5
Heeft u aanwijzingen dat meerdere gemeenten of andere overheden op dergelijke wijze
omgaan met onderzoek door sociaal rechercheurs?
Antwoord 5
Mij hebben geen signalen bereikt dat het hier om een staande praktijk gaat. Ik heb
daarbij tevens navraag gedaan bij VNG Naleving (v/h het Kenniscentrum Handhaving en
Naleving). Ook bij hen zijn geen signalen bekend dat het hier om meer dan een incident
zou kunnen gaan.
Vraag 6
Wat zou de rijksoverheid aan extra toevoegingen aan sociaal advocaten kwijt zijn als
alle gemeenten op dergelijke wijze omgaan met onderzoek door sociaal rechercheurs?
Antwoord 6
U vraagt de Minister voor Rechtsbescherming de uitkomst van een enkele casus in één
gemeente te extrapoleren naar alle mogelijke beslissingen over bijstandsuitkeringen
in alle gemeenten, om zo een eventueel extra beroep op toevoegingen te kunnen inschatten.
Zoals reeds aangegeven in het antwoord op vraag 5 zijn geen signalen bekend dat hier
sprake is van een staande praktijk of een op enige wijze als algemeen te omschrijven
mentaliteit; niet voor Enschede en evenmin voor andere gemeenten. De Minister voor
Rechtsbescherming acht het daarom niet zinvol een dergelijke berekening te doen, nog
los van het feit dat het ontbreekt aan voldoende informatie om een dergelijke berekening
te kunnen maken.
Vraag 7
Gaat u actie ondernemen om te voorkomen dat er in Nederland in de toekomst nog steeds
op dergelijke wijze onderzoek wordt gedaan?
Antwoord 7
Omdat het in mijn beleving hier om een incident gaat, zie ik daar op dit moment geen
aanleiding toe.
Vraag 9 en 10
Hoe verhoudt deze actie van de gemeente Enschede zich tot uw plannen om het procedeergedrag
van de overheid terug te dringen? Vindt u dit nou een goed voorbeeld? Zo niet, wat
gaat u hier aan doen?
Hoe wijdverspreid is deze mentaliteit van onnodig procederen binnen de verschillende
overheden?
Antwoord 9 en 10
De Minister voor Rechtsbescherming is zich terdege bewust van het feit dat onnodige
procedures tussen burger en overheid nog te vaak voorkomen. Het aanpakken hiervan
begint bij de overheid, door het goede voorbeeld te geven, zodat het vertrouwen van
de burger in de overheid toeneemt. Inmiddels is een aanjager, in opdracht van het
overleg van secretarissen-generaal, aan de slag gegaan met het verbeteren van de dienstverlening
bij uitvoeringsorganisaties die veelvuldig wederpartij zijn in juridische procedures
met burgers. In dat kader wordt er samen met professionals gewerkt aan een interdepartementaal
plan van aanpak. De Minister voor Rechtsbescherming zal dit plan van aanpak samen
met de voortgangsrapportage over de herziening van de rechtsbijstand voor de zomer
met de Kamer delen. Daarbij vindt hij het ook van belang dat de goede voorbeelden
van overheidshandelen die breder verspreid kunnen worden, benoemd worden. Als de overheid
procedures kan voorkomen door- zoals in verschillende gemeenten al gebeurt- in gesprek
te gaan met burgers die bezwaar hebben tegen bijvoorbeeld het besluit op een aanvraag
over bijzondere bijstand of een afwijzing van een besluit in het kader van de Participatiewet,
dan verdient dat navolging.
Vraag 12 en 13
Vindt u het ook Big Brother-achtig dat de gemeente op de bankrekening van betrokkenen
de uitgaven voor boodschappen controleert tot op 3 euro nauwkeurig?
In hoeverre is deze inbreuk op de privacy gerechtvaardigd en conform de richtlijnen
van de Autoriteit Persoonsgegevens? Welke controle is er op schendingen van de privacyrichtlijnen
door sociale diensten van gemeenten?
Antwoord 12 en 13
Ook bij eerdere Kamervragen heb ik, als Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
aangegeven dat de daadwerkelijke handhaving van de Participatiewet binnen redelijke
proporties moet blijven. Het is aan de gemeente om per geval te beoordelen of de inzet
van een of meer handhavingsinstrumenten voldoet aan de beginselen van proportionaliteit
en subsidiariteit. Om bij de aanpak van fraude ook een rechtvaardige aanpak te kunnen
verzekeren, staat de gang naar de rechter open voor mensen die de handhaving anders
ervaren of menen dat daarbij hun privacy wordt aangetast.
Vraag 14
Is de gemeente volgens u gerechtigd om de 3 euro verschil tussen de daadwerkelijke
uitgaven voor boodschappen (169 euro) en de richtlijn van het Nationaal Instituut
voor Budgetvoorlichting (Nibud) (172 euro) terug te vorderen? Zo ja, wat is de wettelijke
grondslag?
Antwoord 14
De uitvoering van de Participatiewet is primair de verantwoordelijkheid van het college
van burgemeester en Wethouders. Daarbij kan iedere belanghebbende een besluit via
een bezwaar- en beroepsprocedure juridisch laten toetsen op zijn houdbaarheid. Een
bezwaarprocedure biedt daarbij de mogelijkheid van een volledige heroverweging, waarin
alle aspecten van de casus kunnen worden meegenomen.
Vraag 15
Is deze gang van zaken exemplarisch voor het wantrouwen van de overheid in zijn burgers?
Antwoord 15
Zoals eerder benoemd, zie ik het in het artikel beschrevene als een incident en niet
als een staande praktijk of vaste houding binnen de uitvoering van de Participatiewet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.