Schriftelijke vragen : De berichten dat studenten boetes ontvangen voor groepsvorming in eigen huis.
Vragen van de leden Den Boer, Paternotte en Van Eijs (allen D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de berichten dat studenten boetes ontvangen voor groepsvorming in eigen huis (ingezonden 29 april 2020).
Vraag 1
            
Bent u bekend met de berichten «Vijf studenten op hun eigen balkon: toch 400 euro
               boete»1 en «Coronaregels verwarren grotere woongroepen: Zijn we nu een huishouden of niet?»?2
Vraag 2
            
Klopt het dat het verbod op groepsvorming en de verplichting om anderhalve meter afstand
               te houden, gericht zijn op de publieke ruimte, zoals toegelicht door de voorzitter
               van het Veiligheidsberaad in de brief «Handhaving maatregelen Covid-19 en studentenhuizen»?3
Vraag 3
            
Hoe verhoudt deze duiding van de voorzitter van het Veiligheidsberaad zich tot de
               beboeting van studenten voor samenkomst buiten de publieke ruimte? Is er in de situaties
               waarin studenten een boete kregen op basis van de noodverordeningen gebruik gemaakt
               van advisering of waarschuwing voordat de politie tot beboeting over ging?4 Acht u deze beboeting proportioneel?
            
Vraag 4
            
Klopt het dat een boete op basis van de noodverordeningen leidt tot een aantekening
               op het strafblad? Acht u dit proportioneel in de situaties uit de nieuwsberichten?
            
Vraag 5
            
Hoe zijn de politie en andere handhavers geïnstrueerd om de regels uit de noodverordeningen
               van de Veiligheidsregio’s te handhaven?
            
Vraag 6
            
Deelt u de opvatting dat het onwenselijk is dat de voorschriften in verschillende
               gemeenten verschillend gehandhaafd worden?
            
Vraag 7
            
Hoe kunnen de gemeenteraden democratische controle uitoefenen over de handhaving van
               de maatregelen in hun gemeenten zolang de noodverordeningen van kracht zijn?
            
Vraag 8
            
Indien men van mening is dat de boete onjuist is opgelegd, kan men hiertegen in beroep
               treden? Zo ja, hoe?
            
Vraag 9
            
Bent u bereid om, in overleg met de voorzitters van de veiligheidsregio’s en experts
               van het RIVM, te kijken hoe de noodverordeningen beter kunnen aansluiten bij de dagelijkse
               realiteit van samenwonenden, bijvoorbeeld door de definitie van een huishouden in
               lijn te brengen met die van studenten en samengestelde gezinnen die keuken en sanitair
               delen?
            
Vraag 10
            
Kunt u inzicht geven in het aantal boetes in alle regionale eenheden van de Nationale
               Politie sinds de inwerkingtreding van de anti-coronamaatregelen, in het bijzonder
               het aantal boetes op basis van de maatregelen aangaande groepsvorming?
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.G.W. den Boer, Tweede Kamerlid - 
              
                  Mede ondertekenaar
Jan Paternotte, Tweede Kamerlid - 
              
                  Mede ondertekenaar
J.M. van Eijs, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.