Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Schonis en Paternotte over de uitgifte van vouchers door luchtvaartmaatschappijen bij vluchtannuleringen vanwege Covid-19
Vragen van de leden Schonis en Paternotte (beiden D66) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de uitgifte van vouchers door luchtvaartmaatschappijen bij vluchtannuleringen vanwege Covid-19 (ingezonden 3 april 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
28 april 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Consumentenbond wil dat overheid garant staat voor
luchtvaartvouchers»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u toelichten hoe de houdbaarheidstermijn van zogenaamde «coronavouchers» met
en geldigheid van twaalf maanden voor de luchtvaartsector zich verhouden tot de voucher
die de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) en de Algemene Nederlandse Vereniging
van Reisondernemingen (ANVR) in het leven hebben geroepen met een geldigheid van zes
maanden?2
Antwoord 2
De zogenaamde «coronavouchers» die door de leden van de ANVR worden uitgegeven hebben
een geldigheid van minimaal twaalf maanden, waarbij de garantie van de SGR voor 12
maanden geldt. Uitbetaling van de voucherwaarde kan op verzoek van de consument vanaf
zes maanden na uitgifte plaatsvinden, maar niet eerder.
In de aanwijzing die ik aan de ILT heb gegeven (Kamerstuk 31 936, nr. 731) om niet handhavend op te treden als passagiers een voucher krijgen in plaats van
terugbetaling van hun vliegticket, heb ik als voorwaarde opgenomen dat de vouchers
maximaal twaalf maanden geldig mogen zijn. En na het aflopen van de looptijd krijgt
een passagier altijd (het resterende deel van) de voucherwaarde terug. De luchtvaartmaatschappij
is bovendien verplicht om hiertoe het initiatief te nemen, omdat passagiers hier mogelijk
niet aan denken. De overige voorwaarden van de vouchers kunnen verschillen tussen
luchtvaartmaatschappijen.
Vraag 3
Kunt u toelichten of het mogelijk is voor de consument om, wanneer deze het ticket
heeft gekocht met een creditcard, deze betaling te storneren bij uitgifte van een
voucher door een luchtvaartmaatschappij?
Antwoord 3
Deze vraag is lastig generiek te beantwoorden, doordat creditcardmaatschappijen verschillende
voorwaarden kunnen stellen. Voor de beantwoording is contact gezocht met ICS, marktleider
in de uitgifte van creditcards, en zij gaven het volgende antwoord.
In geval van een geannuleerde vlucht is de luchtvaartmaatschappij het eerste aanspreekpunt
voor de creditcardhouder. Die zal een passend alternatief moeten bieden, bijvoorbeeld
in de vorm van een voucher of het kosteloos omboeken van de reis. Pas als er geen,
of een niet als passend ervaren alternatief wordt gedaan door de luchtvaartmaatschappij,
kan de creditcardhouder de betaling via de creditcard betwisten. Momenteel wordt daarbij
kaarthouders – vanwege de uitzonderlijk zware omstandigheden voor de bedrijven in
kwestie – gevraagd om waar mogelijk toch gebruik te maken van de aangeboden alternatieven.
In de vraagstelling wordt gesproken over storneren. Dit is niet mogelijk met een creditcard,
want dat kan alleen bij betalingen met bankpassen. Bij een creditcard kan de betaling
betwist worden, wat betekent dat de creditcardmaatschappij onder bepaalde voorwaarden
het betaalde bedrag terug kan vorderen van het bedrijf dat de betaling ontving.
Zodra een kaarthouder een betwisting indient, probeert de creditcardmaatschappij het
betaalde bedrag voor de kaarthouder terug te vorderen. Ook hier geldt dat de huidige
omstandigheden uniek zijn, waardoor dit proces wat langer kan duren dan normaal. Als
de creditcardhouder de geboden alternatieve mogelijkheid heeft geaccepteerd, kan geen betwisting worden ingediend. Hierbij wordt er van uitgegaan dat de voucher gebruikt
kan worden en de creditcardhouder op een later tijdstip alsnog zijn vlucht kan maken.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het uitgeven van een voucher, vooral in deze economisch beweeglijke
tijden voor de luchtvaartsector, een risico kan vormen in het kader van consumentenbescherming?
Zo ja, kunt u toelichten of u van plan bent stappen te ondernemen om te voorkomen
dat de consument door nu een voucher te accepteren, mogelijk een jaar lang het risico
loopt dat bij faillissement van de luchtvaartmaatschappij de voucher zijn waarde verliest?
Zo nee, kunt u toelichten waarom niet?
Antwoord 4
De luchtvaart wordt hard geraakt door de uitbraak van Covid-19. Door de opgelegde
beperkingen aan het internationale personenvervoer en de sterk teruggelopen ticketverkoop,
houden luchtvaartmaatschappijen grote delen van hun vloot aan de grond en zijn duizenden
vluchten geannuleerd. Passagiers met een los vliegticket hebben in dat geval onder
Verordening (EG) Nr. 261/2004, artikel 8, eerste lid, recht op een alternatieve vlucht
of restitutie van het betaalde ticket binnen zeven dagen.
Vanwege de crisis zijn luchtvaartmaatschappijen momenteel in zeer beperkte mate in
staat om alternatieve vluchten aan te bieden. Verder zijn ze onvoldoende liquide om
op korte termijn alle tickets terug te betalen. Het gaat om honderdduizenden terug
te betalen tickets. Citi3 schat in dat Air France-KLM ongeveer drie miljard euro aan terug te betalen opbrengsten
op de balans heeft staan. Voor Lufthansa en IAG gaat het om een vergelijkbare ordegrootte.
Zoals u weet heb ik als tijdelijke noodmaatregel de ILT opgedragen om niette handhaven wanneer luchtvaartvaartmaatschappijen vouchers uitgeven als alternatief
voor terugbetaling binnen zeven dagen (Kamerstuk 31 936, nr. 731). Ik heb deze maatregel genomen ter bescherming van de liquiditeitspositie van luchtvaartmaatschappijen.
Terugbetaling van grote aantallen vliegtickets vergroot het risico op een faillissement.
Passagiers die tot op dat moment geen terugbetaling ontvingen, staan bij een faillissement
met lege handen. Daarnaast zouden duizenden mensen hun baan verliezen.
Tegelijkertijd deel ik de zorg van de leden Schonis en Paternotte, namelijk dat passagiers
in het bezit van een voucher gedurende langere tijd het risico lopen dat de luchtvaartmaatschappij
failliet gaat. Ik zet mij daarom in Europees verband in voor een garantstelling op
de vouchers. Meer hierover in antwoord 7.
Vraag 5
Kunt u toelichten op welke wijze de consument zich kan verzekeren tegen faillissement
van een luchtvaartmaatschappij nu de verzekeringen tegen zogenaamde «Airline Insolvency»
acuut zijn gestopt?
Antwoord 5
Via aanbieders van vliegtickets was het (tot voor kort) mogelijk om een verzekering
af te sluiten die beschermt tegen het faillissement van een luchtvaartmaatschappij
(een zogenaamde vliegticketverzekering). Vliegticketverzekeraars hebben laten weten
dat de markt momenteel te risicovol is om vliegticketverzekeringen aan te bieden.
Het is hun intentie om weer te beginnen met het aanbieden van deze verzekering zodra
duidelijker wordt hoe luchtvaartmaatschappijen er financieel voor staan en het risico
beter is in te schatten. Dit zal gemonitord worden door mijn ministerie.
Mede vanwege deze marktontwikkeling wil ik in Europees verband pleiten voor een verkenning
naar de mogelijkheid van een garantiefonds. Meer hierover in antwoord 7.
Vraag 6
Kunt u toelichten of het mogelijk is voor consumenten om met niet-gebruikte tickets
voor vluchten terug naar Nederland, bijvoorbeeld doordat hun aansluitende vluchten
zijn geannuleerd of doordat zij terug zijn gekomen via de bijzondere bijstand buitenland,
ook gecompenseerd te worden door middel van vouchers?
Antwoord 6
Verordening (EG) 261/2004 is van toepassing op passagiers die reizen vanaf een luchthaven
gelegen in de Europese Unie, of met een Europese luchtvaartmaatschappij wanneer de
vertrekluchthaven buiten de Europese Unie ligt. Het recht op terugbetaling geldt alleen
bij vluchtannulering door de luchtvaartmaatschappij en is ook van toepassing in het
geval van aansluitende vluchten, wanneer omboeking naar de eindbestemming niet mogelijk
is, op het gedeelte van de reis dat niet is gemaakt. Gelet op de huidige omstandigheden
zal een luchtvaartmaatschappij in een dergelijke situatie waarschijnlijk overgaan
tot de uitgifte van een voucher.
Als een passagier zelf annuleert, bijvoorbeeld doordat hij via repatriëring al terug
in Nederland is, dan geldt Verordening (EG) 261/2004 niet en zijn de annuleringsvoorwaarden
van de luchtvaartmaatschappij van toepassing.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het in de toekomst belangrijk is dat consumenten beter beschermd
worden bij dergelijke rampen? Zo ja, kunt u toelichten welke mogelijkheden u ziet
om deze bescherming te verbeteren? Zo nee, kunt u toelichten waarom niet?
Antwoord 7
Het antwoord op deze vraag is tweeledig. Ten eerste gaat het om de bescherming van
consumenten in bezit van een voucher. Ten tweede gaat het om de bescherming van consumenten
die tickets willen gaan kopen voor een toekomstige reis.
Zoals aangegeven bij antwoord 8 doe ik een beroep op mensen om de vouchers die luchtvaartmaatschappijen
uitgeven te accepteren. Maar, dat betekent dat zij gedurende langere tijd het risico
lopen dat de betreffende luchtvaartmaatschappij failliet gaat en daarmee de voucher
zijn waarde verliest.
Dit is een punt van zorg. Niet alleen in Nederland, maar in heel Europa waar maatschappijen
zijn overgegaan op de uitgifte van vouchers. Nederlanders zijn daardoor in bezit van
vouchers uitgegeven door buitenlandse maatschappijen voor vluchten vanaf buitenlandse
luchthavens. Ik maak mij daarom in Europees verband hard voor een garantstelling op
de vouchers, waarmee bezitters van vouchers zijn beschermd tegen een faillissement
van de luchtvaartmaatschappij die de voucher heeft uitgegeven.
Daarnaast dring ik er bij de luchtvaartsector op aan om de vouchers zo aantrekkelijk
mogelijk te maken, bijvoorbeeld door de flexibiliteit te verhogen en vouchers overdraagbaar
te maken. Ook moeten zij consumenten adequaat en volledig informeren over de vouchers.
Ik vind dat zij hun verantwoordelijkheid moeten nemen richting hun passagiers van
wie zij momenteel veel vragen.
Ook de toekomstige bescherming van passagiers is van belang. Niet alleen voor henzelf,
maar ook voor het herstel van de luchtvaartsector na de crisis. Het is niet ondenkbaar
dat mensen nu huiverig zijn om vliegtickets te kopen. Het vertrouwen van mensen kan
worden versterkt door hen meer bescherming te bieden.
Op dit punt ligt mijn inzet eveneens in Europa, waar ik wil pleiten voor een verkenning
van de mogelijkheid om een Europees garantiefonds vliegtickets4 op te zetten. Zo’n fonds kan bijvoorbeeld structureel gefinancierd worden door een
opslag op de ticketprijs, en gedupeerde passagiers kunnen hierdoor financieel worden
gecompenseerd bij een faillissement van de luchtvaartmaatschappij waarbij ze hadden
geboekt. Ik zie mogelijkheden om dit voorstel te combineren met een garantstelling
op de vouchers.
Vraag 8
Kunt u toelichten of het mogelijk is voor de consument om via het Europees recht op
terugbetaling hun geld terug te krijgen bij het annuleren van de vlucht?
Antwoord 8
Mensen hebben het recht op terugbetaling als de maatschappij een vlucht annuleert
en geen vervangende vlucht aanbiedt (op basis van Verordening (EG) 261/2004, artikel 8,
eerste lid). Vanwege de uitzonderlijke situatie doe ik een beroep op passagiers om,
als het financieel kan, de vouchers die luchtvaartmaatschappijen aanbieden als alternatief
te accepteren. Daarmee helpen passagiers voorkomen dat luchtvaartmaatschappijen in
financiële problemen komen en kunnen zij zelf op een later moment de geplande reis
alsnog maken.
Het gebruik van vouchers is tijdelijk toegestaan (zie antwoord 4) om te voorkomen
dat luchtvaartmaatschappijen omvallen en passagiers dan hun geld kwijt zijn. Voorop
staat daarbij dat luchtvaartmaatschappijen dit in hun contacten met de passagiers
zorgvuldig regelen. Dit betekent dat de waarde van de voucher minimaal het door de
consument betaalde bedrag moet hebben, inclusief betalingen voor bv. bagage of beenruimte.
We zullen dit naar aanleiding van de signalen van consumentenorganisaties opnieuw
onder de aandacht brengen bij de luchtvaartmaatschappijen, en de ILT neemt dit op
in de beleidsregel die binnenkort verschijnt5. Ik dring er bij de luchtvaartmaatschappijen ook op aan om te kijken naar mogelijkheden
om vouchers aantrekkelijker te maken, bijvoorbeeld door overdraagbaarheid aan andere
personen te faciliteren.
Als een passagier toch vasthoudt aan terugbetaling van het ticketbedrag en de luchtvaartmaatschappij
weigert dit, dan is er de mogelijkheid voor de passagier om (eventueel met hulp van
een claimbureau) een rechtszaak te starten, zoals dit ook al vóór de coronacrisis
het geval was.
Vraag 9
Is het beleid om de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) te laten afzien van
toezicht op deze terugbetaling afgestemd met Europa?
Antwoord 9
Nee, maar ik heb eurocommissaris van Transport Vălean er persoonlijk over geïnformeerd,
en daarnaast heb ik het mondeling toegelicht aan collega-transportministers.
Vraag 10
Heeft het afwijken van Europese wet- en regelgeving nog andere implicaties?
Antwoord 10
Er is veel steun bij lidstaten voor het gedogen van vouchers, omdat men de ernst van
de situatie in de luchtvaartsector inziet. Samen met andere landen pleit ik voor tijdelijke
aanpassing van Verordening (EG) 261/2004 (zie Kamerstuk 31 936, nr. 731), en zet ik mij in voor garantstelling op de vouchers en een verkenning naar de mogelijkheid
van een garantiefonds.
Vraag 11
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 11
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.