Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Smeulders over het niet (tijdig) huur kunnen betalen door de coronacrisis
Vragen van het lid Smeulders (GroenLinks) aan de Minister voor Milieu en Wonen over het niet (tijdig) huur kunnen betalen door de coronacrisis (ingezonden 25 maart 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
28 april 2020).
Vraag 1
Deelt u de zorgen van mensen met een huurwoning die als gevolg van wegvallende inkomsten
door de coronacrisis mogelijk de komende maanden niet (tijdig) hun huur kunnen betalen?
Antwoord 1
Ja ik deel die zorgen. De Minister voor Milieu en Wonen heeft daarom op 25 maart jl.
een bestuurlijk overleg met Aedes, Vastgoed Belang, IVBN, Kences en VLBN (leegstandsbeheerders)
gehad. Hieruit is een gezamenlijk statement naar voren gekomen dat ook door de Woonbond
en LSVB wordt ondersteund.1 Al deze partijen onderschrijven het belang van prettig wonen, juist ook tijdens deze
crisis. Zij zien het als een gedeelde verantwoordelijkheid van eenieder om huurders
daar nu in bij te staan. Via maatwerkoplossingen spannen verhuurders zich binnen hun
mogelijkheden in om betalingsproblemen van huurders op te lossen. Verhuurders zullen
bijvoorbeeld geen incassokosten doorberekenen aan huurders als zij wegens de coronacrisis
de huur niet kunnen betalen.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk zou zijn wanneer huurders uit hun woning
zouden worden gezet door het de komende maanden niet kunnen betalen van huur vanwege
wegvallende inkomsten?
Antwoord 2
Ik deel die mening. Het kabinet neemt daarom diverse maatregelen om huishoudens te
helpen, om werkgevers te ondersteunen zodat mensen hun baan kunnen houden en maatregelen
voor ZZP’ers en flexwerkers in het bijzonder om hen in hun inkomstenvoorziening te
ondersteunen. In het bestuurlijk overleg met bovengenoemde partijen is dit besproken.
In het statement is opgenomen dat huisuitzettingen voorlopig worden uitgesteld gedurende
de crisisperiode, tenzij er evidente redenen zijn, zoals criminele activiteiten, extreme
overlast of structurele en niet-coronagerelateerde wanbetaling. Overigens kunnen mensen
alleen hun huis worden uitgezet door tussenkomst van een rechter. Huisuitzettingen
zijn door de rechtspraak niet aangemerkt als urgente zaken en voorlopig vinden er
daarom geen mondelinge behandelingen plaats, tenzij de rechter in kort geding oordeelt
dat een zitting moet doorgaan (bijvoorbeeld bij criminele activiteiten of extreme
overlast). De Koninklijke Beroepsvereniging voor Gerechtsdeurwaarders heeft leden
ook geadviseerd ontruimingen tijdens de crisis zoveel mogelijk op te schorten.2
Naast deze huisuitzettingen kan het ook zo zijn dat er tijdelijke huurcontracten zijn
die in deze periode van coronacrisis aflopen en huurders in deze periode moeilijker
naar andere woonruimte kan zoeken. Maandag 6 april is daarom een wetsvoorstel naar
de Tweede Kamer gestuurd om het mogelijk te maken dat tijdelijke huurcontracten kunnen
worden verlengd voor een tijdelijke periode tijdens deze crisis3. Uw Kamer heeft dit wetsvoorstel inmiddels aanvaard.
Vraag 3
Is het juridisch mogelijk om als crisismaatregel tijdelijk een verbod in te stellen
op huisuitzettingen vanwege betalingsachterstanden tijdens de coronacrisis? Zo ja,
moet hiervoor de wet worden aangepast of kan dit ook via lagere regelgeving? Kunt
u dit antwoord met verwijzing naar wet- en regelgeving en eventueel jurisprudentie
toelichten?
Antwoord 3
Wanneer een huurder in gebreke blijft met betalen kan de verhuurder een verzoek tot
ontbinding en ontruiming indienen bij de kantonrechter. Als de rechter dat verzoek
toewijst kan met het vonnis een deurwaarder worden ingeschakeld die de ontruiming
kan uitvoeren. Op basis van de huidige wetgeving is het juridisch niet mogelijk om
dit op dit moment te verbieden. In mijn brief van 15 april 2020 over amendement nr. 21
heb ik aangegeven waarom ik een verbod onwenselijk vind en ruimte wil laten aan de
rechter om belangen te wegen. Een verbod op huisuitzetting is een zwaar middel. Een
verhuurder kan een zwaarwegend belang hebben om de huur te beëindigen, bijvoorbeeld
het waarborgen van de continuïteit van verhuurder. Een rechter kan op basis van feiten
en alle omstandigheden van het geval een belangenafweging maken tussen partijen.
Zoals ik in het antwoord op vraag 1 heb aangegeven, hebben de verhuurdersorganisaties
verklaard in deze tijd geen huurders uit te zetten die door de coronacrisis in financiële
problemen komen en er met maatwerkoplossingen naar streven om betalingsproblemen van
huurders op te lossen. Verhuurders zullen daarnaast geen incassokosten doorberekenen
aan huurders als zij wegens de coronacrisis de huur niet kunnen betalen.
Vraag 4
Bent u bereid om als tijdelijke crisismaatregel een verbod op huisuitzettingen vanwege
betalingsachterstanden in te stellen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Zoals ik heb toegelicht in mijn brief van 15 april 2020 ben ik op dit moment niet
voornemens een algeheel verbod in te stellen.
Vraag 5
Deelt u ook de zorgen van mensen die een tijdelijk huurcontract hebben dat binnenkort
mogelijk afloopt en vanwege de coronacrisis en de hieruit voortvloeiende begrijpelijke
maatregelen lastig een nieuwe woning kunnen vinden?
Antwoord 5
Ja, ik deel die zorgen. In deze tijden past het niet om van huurders te verwachten
dat zij hun volle aandacht kunnen richten op het zoeken naar andere woonruimte, terwijl
opzegtermijn van de verhuurder voor hun tijdelijke huurcontract dichtbij is. Om die
reden wil het kabinet het via spoedwetgeving mogelijk maken dat tijdelijke huurcontracten
kunnen worden verlengd voor een tijdelijke periode tijdens deze crisis.
Vraag 6
Bent u in gesprek met de huurdersorganisaties (woonbond) en verhuurders (Aedes en
de belangenbehartigers van particuliere verhuurders) om nadere afspraken te maken
over het zoveel mogelijk voorkomen van het eindigen van tijdelijke huurovereenkomsten
gedurende de coronacrisis? Zo ja, wat is volgens u de gewenste uitkomst?
Antwoord 6
Ja, hierover is gesproken. In het antwoord op vraag 1 aangehaalde statement is afgesproken
dat verhuurders niet tot huisuitzetting over zullen gaan als huurders door de coronacrisis
betalingsproblemen hebben. Daarnaast is, zoals eerder aangehaald, een wetsvoorstel
ingediend bij de Tweede Kamer om tijdelijke huurcontracten opnieuw tijdelijk te kunnen
verlengen. Dit biedt verhuurders en huurders de mogelijkheid om de huur ten tijde
van de coronacrisis tijdelijk voort te zetten.
Vraag 7
Deelt u de zorgen dat ook wanneer er afspraken worden gemaakt tussen huurders- en
verhuurdersorganisaties, dit geen soelaas biedt voor de huurders die een tijdelijke
huurovereenkomst hebben met een verhuurder die niet aangesloten is bij een van de
verhuurdersorganisaties? Zo ja, wat kunt hier voor deze huurders betekenen?
Antwoord 7
De tijdelijke wet die het kabinet voorstelt zal te gebruiken zijn voor elke verhuurder
en elke huurder van een tijdelijk contract van maximaal 2 jaar (voor zelfstandige
woningen) en 5 jaar of korter (voor onzelfstandige woningen). Over die tijdelijke
wet heeft het kabinet de verhuurdersorganisaties (Aedes, IVBN, Vastgoed Belang en
Kences) en de Woonbond en LSVb al geïnformeerd. Via communicatie via verschillende
kanalen, zoals via www.rijksoverheid.nl, www.woningmarktbeleid.nl en het uitbrengen van persberichten worden zoveel mogelijk huurders en verhuurders
op de hoogte gebracht van de mogelijkheid om een tijdelijk huurcontract te verlengen.
In het wetsvoorstel is opgenomen dat een huurder een verzoek tot verlenging kan indienen.
Uitgangspunt is dat het huurcontract vervolgens wordt verlengd. Het verzoek kan worden
afgewezen als een verhuurder zich kan beroepen op een weigeringsgrond of een ander
(door de rechter te toetsen) zwaarwegend belang.
Vraag 8
Is het juridisch mogelijk om als tijdelijke crisismaatregel tijdelijke huurcontracten
van rechtswege met enkele maanden te verlengen? Zo ja, moet hiervoor de wet worden
aangepast of kan dit ook via lagere regelgeving? Kunt u dit antwoord met verwijzing
naar wet- en regelgeving en eventueel jurisprudentie toelichten?
Antwoord 8
Op basis van de huidige wetgeving is het op dit moment niet mogelijk om tijdelijke
contracten opnieuw tijdelijk te verlengen. Het contract wordt na het verstrijken van
de overeengekomen, behoudens de tijdige schriftelijke kennisgeving over het einde
van de huurovereenkomst, verlengd tot een contract voor onbepaalde tijd. Het eerder
aangehaalde wetsvoorstel maakt het mogelijk om een tijdelijke huurovereenkomst tijdelijk
te verlengen. Het uitgangspunt hierbij is dat de huurovereenkomst conform het verzoek
van huurder wordt verlengd, behoudens de gevallen dat een verhuurder zich kan beroepen
op een weigeringsgrond of een ander zwaarwegend belang.
Vraag 9
Bent u bereid om als tijdelijke crisismaatregel de tijdelijke huurovereenkomsten van
rechtswege te laten verlengen tot het einde van de coronacrisis? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Uitgangspunt is dat zoveel mogelijk tijdelijke huurcontracten kunnen worden verlengd.
Het van rechtswege verlengen van alle tijdelijke huurcontracten vind ik niet wenselijk.
Sommige verhuurders zullen al vóór 1 april contractuele verplichtingen met een derde
zijn aangegaan voor de woning voor de periode na afloop van het tijdelijke huurcontract.
Hierbij kan onder andere worden gedacht aan het verkopen of het reeds opnieuw verhuurd
hebben van een woning. Ook is extreme overlast, of een huurder die de woning gebruikt
om criminele activiteiten uit te voeren, een reden voor een verhuurder om niet over
te gaan tot verlenging.
In het wetsvoorstel zijn een aantal redenen benoemd waarom de verhuurder niet over
hoeft te gaan tot verlenging. De huurder kan dan aan de rechter vragen om alsnog over
te gaan tot verlenging. De rechter zal vervolgens de belangen wegen.
Vraag 10
Bent u bereid deze vragen één voor één en zo spoedig als mogelijk te beantwoorden?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.