Schriftelijke vragen : De berichtgeving dat de politie en het OM steken laten vallen bij het afdwingen van het nakomen van door de rechter vastgestelde omgangsregelingen.
Vragen van de leden Van Nispen (SP), Bergkamp (D66) en Van den Berge (GroenLinks) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de berichtgeving dat de politie en het OM steken laten vallen bij het afdwingen van het nakomen van door de rechter vastgestelde omgangsregelingen (ingezonden 28 april 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving van het Algemeen Dagblad en Reporter Radio
waaruit het beeld ontstaat dat de politie en het openbaar ministerie (OM) niet adequaat
handelen bij meldingen van het niet nakomen van omgangsregelingen? Wat vindt u hiervan?1 2
Vraag 2
Herkent u het beeld dat het OM en de politie nog te vaak een afhoudende houding aannemen
in dit soort zaken en dat dit de nakoming van omgangsregelingen niet ten goede komt?
Vraag 3
Klopt het dat de politie aangiften vaak niet opneemt en dat dit ontmoedigd wordt,
en dat aangiftes die wel zijn opgenomen vaak tot een sepot leiden?
Vraag 4
Klopt het dat het OM omgangsregelingszaken geregeld niet in behandeling neemt, omdat
het vindt dat klagers bij de familierechter moeten zijn? Zo ja, vindt u dit wenselijk?
Vraag 5
Kunt u aangeven in hoeverre de op 15 maart 2018 in werking getreden Richtlijn voor
strafvordering onttrekking minderjarige aan wettig gezag door het OM wordt nageleefd?
Wordt de inzet van het strafrecht nu wel of niet als «ultimum remedium» gezien en
ingezet in de praktijk?
Vraag 6
Kunt u een toelichting geven op de in voormelde Richtlijn opgenomen zin «Bij het niet
naleven van een door de rechter vastgestelde omgangsregeling na echtscheiding zijn
in eerste instantie civielrechtelijke maatregelen aangewezen. Enkel indien deze bewust
worden gedwarsboomd is optreden via het strafrecht aan de orde.»? Is het feit dat
de vastgestelde omgangsregeling niet wordt nageleefd sowieso niet een aanwijzing dat
sprake is van bewuste dwarsboming van nakoming van de omgangsregeling?
Vraag 7
Aan welke civielrechtelijke maatregelen wordt in voormelde Richtlijn gerefereerd?
Betekent dit bijvoorbeeld dat men eerst een kort geding bij de civiele rechter tegen
de weigerouder moet starten, met het vorderen van een dwangsom voor elke keer dat
de omgangsregeling niet wordt nageleefd? Hoe kan een ouder bij de civiele rechter
bewijs aanleveren als de politie vaak niet bereid is een aangifte op te nemen? In
hoeverre zou de bewijslast in dezen moeten worden omgekeerd, in de zin dat degene
die zich niet houdt aan de afgesproken omgangsregeling moet aantonen dat geen sprake
is van opzet?
Vraag 8
Bent u bereid te bezien of de basiskennis van agenten die mogelijk met omgangsproblematiek
in aanraking kunnen komen omhoog kan worden gebracht, door bijvoorbeeld in de opleiding
voldoende aandacht te besteden aan bewustwording, kennis en vaardigheden? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 9
Bent u bereid, desnoods door middel van een beperkte pilot in één of enkele gemeentes,
de politie een actievere rol te geven in het optreden tegen schendingen van omgangsregelingen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Bent u bereid andere maatregelen te nemen die kunnen bijdragen aan het voorkomen van
ouderverstoting, zoals door het verbeteren van de expertise bij de jeugdhulpverlening
op dit gebied?
Indieners
-
Gericht aan
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Indiener
Michiel van Nispen, Kamerlid -
Medeindiener
V.A. Bergkamp, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
C.N. van den Berge, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.