Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Pia Dijkstra over het bericht dat Costa Rica de WHO oproept een internationale pool op te richten voor intellectueel eigendom inzake COVID-19
Vragen van het lid PiaDijkstra (D66) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht dat Costa Rica de WHO oproept een internationale pool op te richten voor intellectueel eigendom inzake COVID-19 (ingezonden 30 maart 2020).
Antwoord van Minister Van Rijn (Medische Zorg), mede namens de Ministers van Economische
Zaken en Klimaat, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 24 april 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «President and Minister of health of Costa Rica
ask WHO to create global pool for rights in COVID-19 related technologies»?1
Antwoord 1
Ja. Kortgezegd komt de vraag van Costa Rica aan de WHO erop neer of de WHO zich wil
inzetten om een patent-pool te creëren waarin de rechten tot relevante technologieën
worden geplaatst die helpen om COVID-19 te detecteren, voorkomen, controleren of behandelen.
Het betreft een vrijwillige afdracht cq. inbreng van bestaande en nieuwe gepatenteerde
technieken en ontwerpen die van belang kunnen zijn. Ik ga ervan uit dat daarbij licenties
onder FRAND-condities (Fair Reasonable and Non-Discriminatory) wereldwijd beschikbaar
worden gemaakt.
Vraag 2
Hoe staat u tegenover het voorstel van Costa Rica aan de Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO) om een wereldwijde «pool» op te richten voor (toekomstig) intellectueel eigendom
op het gebied van vaccins, medicijnen en technologieën in het kader van COVID-19?
Antwoord 2
Van patent pools is bekend dat ze vervolg-innovaties versterken omdat ze relevante
technologie effectief beschikbaar maken. Het geeft meer partijen laagdrempelig toegang
tot standaarden en versterkt daarmee kaders en normen die bruikbaar zijn of als bouwsteen
kunnen dienen om effectieve therapieën te ontwikkelen. Een therapie kan immers bestaan
uit meerdere patenten of is ontwikkeld op basis van bestaande patenten.
Nederland is voorstander van het delen van informatie en wetenschappelijke data. Hierbij
moet wel worden gewaakt dat data wordt opgeslagen in toegankelijke systemen, zodat
iedereen er later weer bij kan. Daarom is Nederland voorstander van samenwerkingsverbanden
die werken volgens de FAIR principes (FAIR staat voor: Findable, Accessible, Interoperable,
Reusable). Op grond van deze FAIR principes zijn data vindbaar, toegankelijk, interoperabel
en herbruikbaar en kunnen data gemakkelijk met behulp van algoritmes worden onderzocht.
Nog belangrijker in verband met persoonsgevoelige informatie is dat databeheerders
zelf de mate kunnen bepalen waarin ze hun data openstellen voor derden.
Het idee van Costa Rica is dus een stap in de goede richting, echter, er dient zeer
zorgvuldig naar de uitvoering ervan te worden gekeken.
Zoals 8 april jongstleden in de gewijzigde motie van het lid Ellemeet c.s. over het
opzetten van een wereldwijde COVID-19 pool (t.v.v. motie 25 295, nr. 224) is gevraagd, zal de regering voorafgaand, en tijdens, de jaarlijkse vergadering
van de WHO leiderschap tonen en zich expliciet uitspreken voor zo’n wereldwijde COVID-19
pool en de WHO hierbij actief steunen.
Vraag 3, 4, 5
Denkt u dat dit voorstel kan bijdragen aan de mogelijkheid om innovatieve geneesmiddelen
en technologieën in de strijd tegen het coronavirus en de ziekte COVID-19 wereldwijd
betaalbaar te houden en schaalbaar te maken? Zo ja, acht u het wenselijk en haalbaar
om als voorwaarde aan publieke financiering van een vaccin of medicijn tegen COVID-19
te stellen dat het intellectueel eigendom dat hieruit voortvloeit in zo’n «pool» zou
moeten vallen?2
Welke oplossingsrichtingen heeft u zelf voor ogen om te zorgen dat geneesmiddelen,
technologieën en kennis in de bestrijding van het coronavirus en COVID-19 in Nederland
goed toegankelijk worden, en wij hiervoor niet (te) afhankelijk worden van private
partijen?
Overweegt u in dit verband bepaalde voorwaarden te stellen aan de publieke financiering
van onderzoek naar COVID-19?
Antwoord 3, 4, 5
Ik wil me ervoor inzetten dat de mogelijkheden gecreëerd worden om nieuwe vaccins,
diagnostica, geneesmiddelen en therapieën in de strijd tegen het COVID-19 te kunnen
ontwikkelen. Ik verwacht dat hiervoor, net als voor het opschalen en distribueren
van COVID-19 therapieën een publiek-private inspanning nodig is. Zowel voor wat betreft
de noodzakelijke financiële middelen als voor wat betreft de kennis en expertise.
Het ontwikkelen en produceren van nieuwe vaccins, diagnostica, geneesmiddelen en therapieën
in het algemeen en ook in het kader van COVID-19 is kostbaar. De financiële inzet
vanuit private partijen is daarin van groot belang. Voor investerende bedrijven zal
daarbij perspectief nodig zijn op het minimaal terugverdienen van de gemaakte kosten.
Private partijen hebben ook de expertise en kennis op het gebied van therapie ontwikkeling,
productie en distributie. Bij kennisinstellingen en publieke instellingen is deze
expertise niet altijd aanwezig.
Ik vind het bijvoorbeeld positief nieuws dat Johnson & Johnson fors investeert in
onder meer hun Leidse vestiging van Janssen Vaccins naar onderzoek voor een COVID-19
vaccin, zodat daar ook aan oplossingen wordt gewerkt die mogelijk leiden tot een werkzaam
vaccin en zo ten goede komen aan de patiënt. Te meer omdat Janssen Vaccins heeft toegezegd
dat hun vaccin tegen kostprijs beschikbaar komt.3
Ik waak over de publieke belangen zoals beschikbaarheid en betaalbaarheid van vaccins
en vraag aandacht voor publieke waarborgen daar waar de overheid meebetaalt aan onderzoek.
Zoals 8 april jl. in de gewijzigde motie van het lid Ellemeet c.s. over het opzetten
van een wereldwijde COVID-19 pool (t.v.v. motie 25 295, nr. 224) is gevraagd, zal dit kabinet enkel investeren in de ontwikkeling van vaccins en
geneesmiddelen die onder acceptabele voorwaarden beschikbaar komen voor patiënten.
Het kabinet heeft inmiddels meer dan 90 miljoen euro beschikbaar gesteld aan COVID-19
gerelateerd onderzoek. Hierbij wordt ingezet op de principes van Maatschappelijk Verantwoord
Licentiëren. Deze principes zien onder meer toe op toegankelijkheid en betaalbaarheid
van therapieën die ontwikkeld zijn op patenten die in het publieke domein tot stand
zijn gekomen.
Het voorstel van Costa Rica kan ertoe bijdragen dat vanuit die patentenpool een therapie
of vaccin wordt ontdekt die inzetbaar is voor de ziekte COVID-19.
In een patent pool is evenwel niet automatisch de onderzoeksfinanciering geregeld.
En het is ook in een patenten pool niet vanzelf geregeld dat een eventuele gevonden
oplossing opschaalbaar is naar een therapie die beschikbaar komt voor de wereldbevolking.
Dus de vraag, of patenten die ontwikkeld worden met Nederlands publiek geld aan zo’n
pool beschikbaar moeten worden gesteld, is niet eenduidig met een ja of nee te beantwoorden.
Als privaat geld, kennis en expertise nodig is om de therapie verder te ontwikkelen
en op te schalen, dan vind ik het verplicht delen van het patent in een patent pool
geen goed idee want dit zou bedrijven de zekerheid kunnen ontnemen dat zij de gemaakte
kosten kunnen terugverdienen en dit remt de private investeringen in therapieontwikkeling
die we wel degelijk nodig hebben.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg -
Mede namens
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.