Schriftelijke vragen : De financiële gevolgen en regelingen voor sportverenigingen
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de ministers voor Medische Zorg en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de financiële gevolgen en regelingen voor sportverenigingen (ingezonden 24 april 2020).
Vraag 1
Kunt u uitleggen waarom sportverenigingen die personeel betalen via een payrollbedrijf
een Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW)-aanvraag kunnen
indienen, maar zodra sportverenigingen via een centrale servicedesk personeel uitbetalen
zij geen beroep kunnen doen op deze regeling?1 2 3
Vraag 2
Vindt u het wenselijk dat door deze gekozen constructie sportverenigingen financiële
steun mislopen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 3
Bent u bekend met het feit dat er in Nederland vijf sportservicebureaus zijn die salaris
uitbetalen aan sportpersoneel en alle heffingen en premies onder één collectief loonheffingsnummer
afdragen aan het UWV en dat dit een structuur is die ruim 40 jaar geleden is gestimuleerd
door het toenmalig Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM)
en het Ministerie van Financiën in het jaar 2000 een BTW-vrijstelling verleende?
Vraag 4
Bent u bereid aanpassingen aan de huidige NOW-regeling te doen aangezien deze vooralsnog
één aanvraag per loonheffingsnummer toestaat, waardoor er nu sportverenigingen zijn
die geen aanspraak kunnen doen op de NOW-regeling? Bent u bereid de aanpassingen te
doen zodat meerdere loonheffingsnummers per aanvraag behandeld kunnen worden, opdat
sportverenigingen hier gebruik van kunnen maken? Zo ja, wanneer kunt u dit instellen?
Zo nee, waarom niet? Is deze uitwerking dan de bedoeling geweest en op welke wijze
bent u dan wel bereid sportverenigingen tegemoet te komen?
Vraag 5
Bent u ervan op de hoogte dat in de sport verschillende organisaties, waaronder bonden
en verenigingen, een afwijkend boekjaar hanteren om de begroting synchroon te laten
lopen met de competitie?
Vraag 6
Bent u ervan op de hoogte dat voor deze organisaties de NOW-regeling nu niet toegankelijk
is doordat de extra accountantskosten niet opwegen tegen de te ontvangen subsidie?
Ontvangt u deze signalen ook?
Vraag 7
Bent u bereid ook dit probleem op te lossen, bijvoorbeeld door in de regeling toe
te staan dat als vergelijkingsomzet 25% van de jaaromzet genomen mag worden van het
meest recente volledige boekjaar eindigend voor- of op 31 december 2019? Zo nee, op
welke wijze dan wel?
Vraag 8
Deelt u de mening dat het wenselijk is vanuit maatschappelijk en sociaal perspectief
en vanuit gezondheidsoverwegingen dat er een steun- of reddingsplan beschikbaar is
voor de sportsector, juist omdat dit bijdraagt aan een gezondere samenleving, maar
ook omdat investeren in preventie op termijn geld kan besparen? Kunt u hier uitgebreid
op reageren?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Michiel van Nispen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.