Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Azarkan over politieagenten met PTSS
Vragen van het lid Azarkan (DENK) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over politieagenten met PTSS (ingezonden 12 maart 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 23 april 2020).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2335.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de berichtgeving over politieagenten met Posttraumatisch stresssyndroom
(PTSS)?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de politie een goede werkgever moet zijn voor zijn werknemers?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Deelt u de mening dat in het geval een politieagent PTSS ontwikkelt die (mede) het
gevolg is van politiewerk, een ruimhartig smartengeld en schadevergoeding op zijn
plaats zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De basis is dat de politie vanuit «goed werkgeverschap» een bij de risico’s van het
politieberoep passend pakket aan voorzieningen aanbiedt. Om materiële- en immateriële
schade te compenseren, maar ook om te herstellen en waar mogelijk te re-integreren.
In de contouren voor de verbetering van het stelsel beroepsziekten, beroepsincidenten
en dienstongevallen en in de uitwerking daarvan wordt hier aandacht aan besteed.
Vraag 4, 5, 6
Klopt het dat de adviescommissie die deze zaken toetste werd betaald door Achmea,
die ook de schade moet uitkeren?
Deelt u de mening dat de verzekeraar Achmea in dat geval niet onafhankelijk is?
Waarom is er gekozen voor een constructie waarbij de slager zijn eigen vlees keurt?
Antwoord 4, 5, 6
De commissie Buitensporigheid is destijds ingesteld door de verzekeraar ten behoeve
van de beoordeling of de factoren gelegen in het werk of de werkomstandigheden buitensporig
zijn. De commissie geeft hierover een advies. De reden dat de verzekeraar het advies
van de commissie nodig heeft, is dat deze niet zelf voldoende deskundig is om de vraag
naar de buitensporigheid in relatie tot politiewerk te beantwoorden. In deze commissie
zitten deskundigen (mensen met ruime politie ervaring en kennis van het politievak)
die precies weten wat de inhoud is van de functies die binnen de politie worden vervuld
en welke werkzaamheden en ervaringen binnen die functies wel of niet gebruikelijk
zijn. Inmiddels maakt het korps ook gebruik van deze commissie. De besluiten die zijn
gebaseerd op adviezen van deze interne commissie zijn als zorgvuldig voorbereid beoordeeld
door de rechtspraak. De adviezen van de commissie zijn gebaseerd op een beoordeling
waarbij wordt uitgegaan van de criteria die zijn uitgewerkt in de jurisprudentie van
de Centrale Raad van Beroep.
Dit betekent dat de commissie buitensporigheid werkzaam is in opdracht van de verzekeraar
in zaken die onder de verzekeringsdekking vallen en in zaken die daar niet onder vallen
in opdracht van de politie. Het korps is in beide gevallen het bevoegd gezag dat een
besluit neemt en niet de verzekeraar.
In het kader van de verbetering van het stelsel beroepsziekten, beroepsincidenten
en dienstongevallen wordt de positie van de commissie bezien.
Vraag 7
Kunt u de klachtbeoordeling neerleggen bij een onafhankelijke instantie? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, op welke manier?
Antwoord 7
Er is sinds 1 januari 2020 een onafhankelijke ombudsfunctionaris voor de politie geïnstalleerd.
Zij is niet bij de politie in dienst en houdt kantoor bij CAOP. Deze nieuwe functionaris
staat naast de formele organisatiestructuur en is aanvullend op de bestaande meldpunten
en loketten voor sociale veiligheid.
Vraag 8
Kunt u overwegen om een geschillencommissie politiezaken in het leven te roepen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 8
De werkgever wil zo veel mogelijk voorkomen dat de medewerker een geschil met de werkgever
moet voorleggen aan de rechter. In het kader van de verbetering van het stelsel beroepsziekten,
beroepsincidenten en dienstongevallen wordt het systeem van smartengeld en restschade
herzien. Ook wordt gekeken naar geschillen beslechting.
Vraag 9, 10, 11
Hoe oordeelt u over de berichten dat de door PTSS getroffen agenten actief worden
tegengewerkt door hun eigen werkgever, de politie, waarbij dure advocatenkantoren
in stelling worden gebracht die met langdurige juridische procedures proberen deze
agenten uit roken?
Kunt u begrijpen dat de acties van advocatenkantoor Nysingh te Arnhem namens de politie
door PTSS-getroffenen als een trap na worden ervaren?
In hoeverre is dit juridisch geweld passend voor een werkgever, die zelf keer op keer
ageert tégen geweld tegen politieagenten?
Antwoord 9, 10, 11
Het is spijtig als medewerkers, en zeker medewerkers die letsel hebben opgelopen,
juridisch in conflict komen met de werkgever. Juridische procedures zijn ook voor
de werkgever onwenselijk en niet de manier om met getroffen collega’s om te gaan.
Het streven is altijd om medewerkers zo goed mogelijk te ondersteunen. Dat neemt niet
weg dat het een medewerker altijd vrij staat een besluit aan de rechter voor te leggen.
In de evaluatie van het stelsel is geconstateerd dat het huidige stelsel als juridisch
complex wordt ervaren. Door vereenvoudiging van het stelsel en door aandacht en zorg
voor de medewerker voorop te stellen, gaan we een nieuwe basis neerzetten waarin werkgever
en werknemer samen aan herstel kunnen werken.
Vraag 12
Welke rol speelt de afdeling Bijzondere Zorg in de begeleiding en afhandeling van
PTSS-zaken?
Antwoord 12
De begeleiding en afhandeling van PTSS zaken berust bij de leidinggevende van de betrokken
collega. Hierbij vindt ondersteuning plaats vanuit de casemanagers PTSS. Het programma
Bijzondere zorg is door de korpsleiding ingesteld als tijdelijke hulpstructuur. Het
doel van het programma Bijzondere Zorg is optimaal uiting te geven aan waardering
en erkenning voor de verdiensten van collega’s en het bijzondere karakter van het
politiewerk. De klachtbehandelaars, die onder het programma bijzondere zorg gebracht
zijn, bezoeken de collega’s met een klacht, dragen zorg dat klachtelementen worden
uitgezocht, doen voorstellen om de klacht waar mogelijk weg te nemen en bevorderen
dat van klachten wordt geleerd. Daarnaast worden ook binnenkomende uitingen van ongenoegen
(zogenaamde UvO’s) in behandeling genomen. De UvO-onderzoekers bezoeken de (oud)-collega
in principe thuis en gaan in gesprek over het ongenoegen. Na dit gesprek wordt een
advies opgemaakt aan het bevoegd gezag hoe het ongenoegen weg te nemen.
Vraag 13
Deelt u de mening dat de behandeling van PTSS-gevallen, inclusief re-integratie, smartengeld
en schadevergoeding ook tot goed werkgeverschap behoren? Wat kunt u doen om dit verder
te bevorderen?
Antwoord 13
Zie hiervoor het antwoord op vraag 3.
Vraag 14
Deelt u de mening dat het aantal gevallen van een secundair trauma (veroorzaakt door
de politie zelf) naar nul zou moeten gaan?
Antwoord 14
Ja.
Vraag 15, 16, 17
Klopt het dat de leiding van het Politiedienstencentrum (PDC) PTSS’ers dwingt om «vrijwillig»
ontslag te nemen? Waarom doet het PDC dit?
Klopt het dat het PDC dit doet door «vaststellingsovereenkomsten» op te dringen aan
PTSS’ers?
Klopt het dat hierbij gedreigd wordt om de PTSS-uitkering in te trekken?
Antwoord 15, 16, 17
De korpsleiding heeft mij verzekerd dat er geen concrete aanwijzing is dat hier sprake
van is.
Vraag 18
Op welke manier kan aan PTSS’ers «liefdevolle zorg» geboden worden, waar het kabinet
zo de mond van vol heeft?
Antwoord 18
Zorg voor medewerkers uit zich op verschillende manieren binnen de politieorganisatie.
Enkele voorbeelden. Er is professionele ondersteuning voor de medewerker, waaronder
geestelijke- en morele ondersteuning bij vraagstukken door een geestelijk verzorger.
Er wordt bijstand verleend aan de ambtenaar en relaties met het oog op revalidatie
en re-integratie. Er is ondersteuning bij aanvragen rond uitkering van de sociale
zekerheidswetgeving en rechtspositionele aanspraken. Tot slot is er beleid gericht
op erkenning en waardering binnen het programma bijzondere zorg.
Vraag 19
Bent u bereid om een meldpunt in te richten voor secundaire PTSS-trauma’s? Deelt u
de mening dat een dubbel PTSS-trauma zeer onwenselijk is? Is dit «adding injury to
insult»? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 19
Het is spijtig als medewerkers, en zeker medewerkers die letsel hebben opgelopen,
juridisch in conflict komen met de werkgever. Juridische procedures zijn ook voor
de werkgever onwenselijk en niet de manier om met getroffen collega’s om te gaan.
Het streven is altijd om medewerkers zo goed mogelijk te ondersteunen. Een meldpunt
is niet nodig door de werkzaamheden die plaatsvinden binnen het programma Bijzondere
Zorg. Zie mijn antwoord op vraag 12. Bovendien kan de ombudsfunctionaris hier een
rol in vervullen.
Vraag 20
Bent u bereid om de coulanceregeling, die ingesteld was door korpschef Gerard Bouman
weer in ere te herstellen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 20
De korpsleiding gaat intensief bekijken op welke manier de lopende zaken op maat,
per individu opgelost kunnen worden. Dit zal in het licht zijn van de contouren van
het nieuwe stelsel.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.