Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kops over het bericht ‘Klimaatwet Timmermans onderuitgehaald’
Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Klimaatwet Timmermans onderuitgehaald» (ingezonden 2 april 2020).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 22 april 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Klimaatwet Timmermans onderuitgehaald»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het oordeel van de juridische dienst van het Europees parlement
dat de plannen van EU-klimaatpaus Timmermans niet in lijn zijn met het EU-verdrag?
Antwoord 2
In het bovengenoemde bericht wordt aangegeven dat de juridische dienst van het Europees
parlement het delegeren van juridische bevoegdheden als onrechtmatig beschouwt wanneer
dit raakt aan essentiële elementen van de wetgeving. In het recent verschenen BNC-fiche
Verordening Europese klimaatwet (Kamerstuk 22 112, nr. 2860) geeft het kabinet haar appreciatie van het voorstel. Specifiek op dit punt stelt
het kabinet in het BNC-fiche dat het vaststellen van het optimale traject tussen 2030
en 2050 als essentieel element van de wet wordt gezien en daarom pleit het kabinet
dat het traject tussen 2030 en 2050 niet als gedelegeerde handeling dient te kunnen
worden vastgelegd. Nederland staat in deze positie niet alleen: verscheidene lidstaten
hebben in eerste schriftelijke commentaren op het voorstel van de Commissie al aangegeven
niet in te willen stemmen met de opname van gedelegeerde handelingen in de verordening.
Vraag 3
Deelt u de mening dat dit pijnlijk blootlegt hoe de klimaathysterici, waaronder de
heer Timmermans, hun klimaatwaanzin – desnoods op illegale wijze – door willen drukken?
Antwoord 3
Nee, deze mening deel ik niet. Het feit dat het kabinet zich niet kan vinden in een
specifiek element van het voorstel van de Commissie betekent niet dat klimaatverandering
niet voortvarend aangepakt moet worden.
Vraag 4
Deelt u de conclusie dat het onaanvaardbaar en, zoals nu blijkt, zelfs onrechtmatig
is dat de Europese Commissie elke vijf jaar eigenstandig de klimaatdoelen wil kunnen
aanpassen en aanscherpen? Deelt u de conclusie dat er – opnieuw – veel te veel macht
bij de Europese Commissie komt te liggen?
Antwoord 4
Zoals beschreven in het BNC-fiche ben ik kritisch over de keuze van de Commissie voor
gedelegeerde handelingen en ik zie dit niet als de juridisch meest geschikte keuze.
Een dergelijke delegatie is immers niet toegestaan (artikel 290 van het VWEU) als
het gaat om een vaststelling van een essentieel onderdeel van de verordening.
Vraag 5
Hoe kijkt u thans terug op uw aanvankelijke enthousiasme over de EU-klimaatplannen
en uw uitspraak «dat het goed is dat lidstaten gewaarschuwd worden als zij zich niet
aan de afspraken houden?» Bent u ertoe bereid uw woorden terug te nemen?
Antwoord 5
Nee. Het is een goede zaak dat als we in de EU onderling afspraken maken om doelen
te halen dan is het logisch dat de Europese Commissie de voortgang monitort en lidstaten
aanspreekt als zij hier in achter lopen. Het is immers ook in ons belang dat andere
lidstaten, net als Nederland, de afspraken om broeikasgasreducties-doelen te realiseren
nakomen.
Vraag 6
Bent u ertoe bereid nooit of te nimmer in te stemmen met de rampzalige plannen van
EU-klimaatpaus Timmermans en hier geen cent aan bij te dragen? Deelt u de mening dat
Nederland de EU zo snel mogelijk dient te verlaten?
Antwoord 6
Nee.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.