Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Hijink en Van Gerven over uitstel van de Wet geneesmiddelenprijzen
Vragen van de leden Hijink en Van Gerven (beiden SP) aan de Minister voor Medische Zorg over uitstel van de Wet geneesmiddelenprijzen (ingezonden 31 maart 2020).
Antwoord van Minister Van Rijn (Medische Zorg) (ontvangen 22 april 2020).
Vraag 1
Wat maakt dat u uiteindelijk akkoord bent gegaan met een algeheel uitstel van zes
maanden van de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp)?1
Antwoord 1
Ik hecht groot belang aan de continuïteit van de algehele geneesmiddelenvoorziening
in de komende maanden. In dat kader heb ik de aanscherping van de wettelijke maximumprijzen
op grond van de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp), die per 1 april 2020 in zou gaan,
met zes maanden uitgesteld. Met deze maatregel bied ik partijen in de geneesmiddelenketen
financiële armslag om bijvoorbeeld voorraden te versterken. Ook blijft Nederland hiermee
als het gaat om spécialités aantrekkelijker voor parallelimport, door de gemiddeld
relatief hoge prijsniveau voor spécialités van voor de aanscherping voorlopig voort
te zetten. Ik doe dit onder meer naar aanleiding van dringende verzoeken van verschillende
partijen op de geneesmiddelenmarkt. Zij geven aan dat deze maatregel hen rust en comfort
biedt in tijden waarin er meer druk komt op de internationale geneesmiddelenmarkt.
Vraag 2
Klopt het dat met dit besluit de geneesmiddelenkosten 150 miljoen euro hoger zullen
uitvallen ten koste van de premiebetalende burger en ten faveure van de farmaceutische
industrie? Kunt u dit toelichten?
Antwoord vraag 2
Door het uitstel van de aanscherping van Wgp is er een besparingsverlies op de zorguitgaven
van naar schatting € 150 miljoen. Ik geef partijen op de geneesmiddelenmarkt hiermee
meer financiële armslag om zich voor te bereiden op eventuele tekorten, bijvoorbeeld
door voldoende voorraden aan te leggen. Ik vind dit belangrijk omdat naar verwachting
door de uitbraak van COVID-19 er meer druk komt op de internationale geneesmiddelenmarkt.
Ik heb partijen wel opgeroepen verantwoordelijk om te gaan met de extra financiële
armslag die ik hen hiermee bied. Bijvoorbeeld door voorraden op peil te houden en
financiële reserves op te bouwen waar nodig.
Vraag 3
Wat is de reden dat u voor corona gerelateerde geneesmiddelen de maximumprijs per
direct loslaat als fabrikanten te veel vragen? Hoe gaat u voorkomen dat fabrikanten
van corona gerelateerde middelen misbruik maken van deze situatie en woekerprijzen
gaan vragen?
Antwoord 3
Voor COVID 19-gerelateerde geneesmiddelen ben ik bereid per direct de wettelijke maximumprijs
los te laten als daar een tekort voor dreigt en prijs een belemmering vormt. Ik doe
dit niet op voorhand voor alle COVID-19 gerelateerde behandelingen, maar wel als dit
noodzakelijk lijkt om bij schaarste voldoende geneesmiddelen voor de Nederlandse markt
in te kopen. Wanneer deze situatie zich voordoet, mag het feit dat in Nederland voor
sommige van deze geneesmiddelen wettelijke maximumprijzen gelden, geen belemmering
vormen voor de inkoop en het aanleggen van voorraden van deze cruciale middelen.
Ik zal de prijsontwikkeling na het eventueel loslaten van een wettelijke maximumprijs
voor een COVID-19 gerelateerde geneesmiddel wel nauwlettend volgen.
Vraag 4
Wat maakt dat u bent afgestapt van het idee om alleen uitstel te verlenen voor geneesmiddelen
met een jaaromzet tot 1 miljoen euro, aangezien u ervan uitging dat daar de meeste
tekorten dreigen?2
Antwoord 4
Ik heb verschillende mogelijkheden onderzocht om te bezien of ik ruimte kan bieden
binnen de maximumprijzen op grond van de Wgp om bij te dragen aan de continuïteit
van de algehele geneesmiddelenvoorziening in de komende maanden. Een van de maatregelen
die ik heb onderzocht, is of het mogelijk is om voor geneesmiddelen met bijvoorbeeld
een lage omzet de wettelijke maximumprijzen op voorhand los te laten, om voor deze
categorie geneesmiddelen meer financiële armslag te bieden. Deze maatregel heb ik
besproken met de betrokken koepelorganisaties in het Coronaberaad beschikbaarheid
geneesmiddelen. Het uitsluiten van een specifieke categorie middelen op basis van
dergelijke criteria stuit volgens deze partijen echter op uitvoeringsvraagstukken.
Ik heb daarom in plaats van deze maatregel ervoor gekozen de aanscherping van de Wgp
met zes maanden uit te stellen. Met deze maatregel bied ik marktpartijen financiële
armslag om bijvoorbeeld voorraden te versterken.
Vraag 5
Hoe verhoudt dit uitstel zich tot de erkenning van uw voorganger dat het prijsniveau
van specialité»s (merkmedicijnen) over het algemeen boven het Europese gemiddelde
ligt?3
Antwoord 5
Het is correct dat vóór de aanscherping van de Wgp de wettelijke maximumprijzen in
Nederland voor spécialités gemiddeld boven het Europees gemiddeld prijsniveau lagen.
Met de voorgestelde aanscherping van de Wgp zouden de maximumprijzen voor spécialités
meer richting het Europees gemiddeld prijsniveau bewegen. Door deze aanscherping nu
uit te stellen, in verband met de verwachte druk op de geneesmiddelenmarkt als gevolg
van de uitbraak van COVID-19, zorg ik ervoor dat voor spécialités het gemiddeld prijsniveau
tijdelijk boven het Europees gemiddelde prijsniveau blijft liggen. Hiermee bied ik
partijen financiële armslag om zich voor te bereiden op eventuele tekorten. Ook blijft
Nederland hiermee (voorlopig) als het gaat om spécialités aantrekkelijker voor parallelimport
van geneesmiddelen.
Vraag 6
Waarom doet u geen beroep op andere middelen voor het oplossen voor eventuele tekorten,
zoals dwanglicenties?
Antwoord 6
De voorgenomen aanscherping van Wgp heb ik uitgesteld ten behoeve van de continuïteit
van de algehele geneesmiddelenvoorziening in de komende maanden. Daarnaast ben ik
in eerdere Kamerbrieven ingegaan op maatregelen die ik neem om tekorten van geneesmiddelen
zoveel mogelijk te voorkomen (Kamerstuk 25 295, nr. 200).
Meer in zijn algemeenheid geldt dat in het geval dat schaarste op de (wereld)markt
de oorzaak van een tekort aan een geneesmiddel is – bijvoorbeeld omdat het geneesmiddel
en/of de grondstoffen onvoldoende beschikbaar zijn – een dwanglicentie geen effectief
instrument is om een geneesmiddel beschikbaar te maken voor de patiënt. Het octrooi
is dan immers niet de beperkende factor die ervoor zorgt dat het middel niet beschikbaar
is voor de patiënt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.