Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Weyenberg en Groothuizen over de positie van arbeidsmigranten tijdens de coronacrisis
Vragen van de leden Van Weyenberg en Groothuizen (beiden D66) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de positie van arbeidsmigranten tijdens de coronacrisis (ingezonden 26 maart 2020).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 21 april
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Arbeidsmigranten vrezen ontslag, besmetting en reisbeperkingen
door corona»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
Vraag 2
Herkent u het geschetste beeld dat sommige werkgevers hun werknemers testen op koorts,
niet laten werken indien er sprake is van koorts, maar wel met alle andere medewerkers
weer naar huis sturen aan het einde van de dag? Zo ja, hoe beoordeelt u deze gang
van zaken?
Antwoord 2
Zeker in deze tijd is het van belang dat een werkgever zieke mensen niet laat doorwerken,
maar een werknemer de ruimte en tijd geeft om te herstellen, zodat deze na herstel
weer gezond aan het werk kan en bovendien een besmetting van andere werknemers kan
worden voorkomen. De richtlijnen hierover van het RIVM zijn helder: werknemers dienen
thuis te blijven bij ziekte- en verkoudheidsverschijnselen. Werkgevers mogen hun personeel
niet controleren op corona. Alleen een (bedrijfs-)arts mag werknemers daarop controleren.
Wanneer werkgevers vervoer van en naar huis voor werknemers verzorgen, moet dit volgens
de richtlijnen van het RIVM gebeuren om te voorkomen dat een mogelijke besmetting
zich verspreidt onder de werknemers.
Vraag 3
Waar kunnen mensen zich melden als zij niet onder veilige omstandigheden kunnen werken
of verblijven en hun werkgever geen maatregelen treft om daar verandering in te brengen?
Antwoord 3
Het is van algemeen belang dat de richtlijnen van het RIVM worden gevolgd om verdere
verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Op grond van de Arbowet is de werkgever
verantwoordelijk om de risico’s bij de arbeid te voorkomen of te beperken en in te
grijpen wanneer nodig. Als de werkgever niet de nodige voorzorgsmaatregelen treft,
kan de werknemer, ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of vakbond een melding
doen bij de Inspectie SZW. Indien de Inspectie SZW meldingen ontvangt zal per geval
worden bekeken wat met de melding kan worden gedaan. Zo kan de Inspectie zelf actie
ondernemen, bijvoorbeeld door de werkgever aan te spreken op zijn verantwoordelijkheid.
Indien nodig, kunnen meldingen ook worden doorgeleid naar andere instanties, zoals
bijvoorbeeld gemeentes.
Vraag 4
Wat is uw eerste inschatting van hoeveel arbeidsmigranten en uitzendkrachten, ondanks
het aangekondigde economisch pakket, toch hun baan verliezen?
Antwoord 4
Volgens een recent onderzoek van de CNV2 zijn er veel uitzendkrachten die als gevolg van de crisis helaas hun baan in onder
andere de horeca, de detailhandel en de industrie hebben verloren. Het is echter nog
te vroeg om concrete uitspraken over de aantallen getroffen arbeidsmigranten te kunnen
doen. Belangrijk om hierbij te vermelden is dat terwijl sommige sectoren een krimp
ervaren, er bij andere sectoren zoals de logistiek en de glas- en tuinbouw juist een
grote vraag naar personeel bestaat. Voor veel arbeidsmigranten en uitzendkrachten
zou dit dus kunnen betekenen dat ze bij een andere werkgever aan de slag kunnen gaan
waar hun inzet op dit moment hard nodig is.
Vraag 5
Hoe lang kunnen arbeidsmigranten als zij geen werk meer hebben nog gebruik maken van
hun huisvesting?
Antwoord 5
Hoelang iemand in een woning mag verblijven hangt af van zijn of haar huurcontract.
Sommige arbeidsmigranten zijn voor zowel hun werk als hun woning afhankelijk van hun
werkgever. Ik vraag werkgevers hun verantwoordelijkheid te nemen en goed te zorgen
voor de gezondheid van arbeidsmigranten. In lijn met de oproep van het kabinet om
de komende tijd goed voor elkaar te zorgen, houdt dit bijvoorbeeld in dat werkgevers
arbeidsmigranten niet op straat moeten zetten als het werk stopt of wanneer ze ziek
worden.
Vraag 6
Heeft u een beeld van hoeveel arbeidsmigranten op dit moment op straat zijn gezet,
hoeveel arbeidsmigranten naar huis zijn gereisd en hoeveel arbeidsmigranten in Nederland
zijn zonder huisvesting?
Antwoord 6
Hoewel deze ontwikkelingen onze continue aandacht hebben, zijn er op dit moment geen
eenduidige cijfers over het aantal arbeidsmigranten die naar huis zijn gereisd of
die als gevolg van de coronacrisis hun huisvesting kwijt zijn geraakt. Wel kan ik
aangeven dat de richtlijn voor maatschappelijke opvang per 27 maart jl. is aangepast3, waardoor de noodopvang bij centrumgemeenten nu ook open wordt gesteld voor kwetsbare
groepen zoals arbeidsmigranten die normaliter daar niet voor in aanmerking zouden
komen.
Vraag 7
Bent u bereid om met uitzendwerkgevers in gesprek te gaan over het eventueel langer
aanbieden van huisvesting, ook als er geen werk is?
Antwoord 7
Op verschillende niveaus zijn er contacten tussen het Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid en de uitzendbranche over de gevolgen van het coronavirus voor
arbeidsmigranten, waarbij ook het aanbieden van huisvesting, ook als er geen werk
is, aan de orde komt.
Vraag 8
Wat kunnen gemeenten doen om deze mensen eventueel op te vangen?
Antwoord 8
Er wordt op dit moment samengewerkt met werkgeversorganisaties, vakbonden, gemeenten
en ambassades om de problemen die nu ontstaan voor arbeidsmigranten en werkgevers,
zo goed mogelijk aan te pakken en waar nodig handhavend op te treden. Naast gebruik
te maken van de eerder genoemde aangepaste richtlijn voor maatschappelijke opvang,
waardoor de noodopvang bij centrumgemeenten nu ook open wordt gesteld voor arbeidsmigranten
die normaliter daar niet in aanmerking voor komen, zijn er ook andere acties die gemeenten
kunnen ondernemen. Zo kunnen zij bijvoorbeeld in overleg treden met hotels of vakantieparken
om de leegstaande kamers, huizen of caravans ter beschikking te stellen aan arbeidsmigranten.
Het kabinet monitort de ontwikkelingen en beziet of er extra stappen nodig zijn.
Vraag 9
Kunnen arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa als zij dat willen op dit moment
nog naar huis reizen?
Antwoord 9
De Europese Commissie heeft een mededeling met richtsnoeren betreffende de uitoefening
van het recht op vrij verkeer van werknemers tijdens de uitbraak van COVID-19 uitgebracht4. Hierin wordt beschreven hoe lidstaten van de Europese Unie gedurende de COVID-19
crisis om zouden moeten gaan met werknemers die werken in een ander land dan waar
zij wonen. Uiteraard staan lidstaten met elkaar in contact hierover. De Commissie
acht het van belang dat deze werkenden, zeker als zij werkzaam zijn in vitale beroepen5 zonder belemmeringen de grenzen kunnen passeren om hun werkzaamheden uit te voeren.
Dat betekent ook dat zij terug moeten kunnen keren. Daarbij mag niet gediscrimineerd
worden tussen eigen burgers en inwoners uit andere lidstaten. Uiteraard kunnen lidstaten
bij terugkeer verzoeken aan personen om in quarantaine te gaan. Het kabinet onderschrijft
het uitgangspunt van de Europese Commissie dat mobiele werkenden van en naar hun werkplek
moeten kunnen reizen, zeker als zij werkzaam zijn in vitale beroepen. Snelle, volledige
en eenduidige implementatie van deze richtsnoeren is gewenst.
Vraag 10
Deelt u het beeld dat er grote tekorten zullen ontstaan bij de oogst de komende maanden
als er een tekort aan arbeidsmigranten ontstaat?6 In hoeverre wordt hier binnen het kabinet over gesproken? Welke oplossingen ziet
u hiervoor?
Antwoord 10
Dit beeld ligt mijns inziens genuanceerder. Hoewel het voor een aantal seizoenarbeiders
in de agrarische sector door de crisis momenteel lastig, of zelfs onmogelijk is om
naar Nederland te komen, ziet de Glastuinbouw Nederland juist een ruim aanbod van
arbeidskrachten die zich al in Nederland bevinden. Ook Nederlanders die (tijdelijk)
geen werk hebben, melden zich om bij de oogst te helpen. Zowel individuele medewerkers
als uitzendbureaus maken goed gebruik van bemiddelingsplatforms7. Ook telers die daar gebruik van maken zijn enthousiast en positief over de snelheid
waarmee de ontwikkeling van de platforms tot stand is gekomen.
Vraag 11
In hoeverre zijn deze werkzaamheden mogelijk met inachtneming van de huidige voorschriften
van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)?
Antwoord 11
Het is van algemeen belang dat de richtlijnen van het RIVM worden gevolgd om verdere
verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, ook op de werkvloer. Op grond van
de Arbowet is de werkgever verantwoordelijk om de risico’s bij de arbeid te voorkomen
of te beperken en in te grijpen wanneer nodig. Het Ministerie van SZW is in gesprek
met sociale partners om te kijken hoe de RIVM-richtlijnen goed kunnen worden toegepast
in woon-, werk- en reissituaties. Daarnaast treffen werkgevers maatregelen om de werkplek
en de huisvestingslocatie zo in te richten dat de kans op besmetting zo klein mogelijk
wordt gemaakt.
Vraag 12
Heeft u een beeld van hoe het nu staat met het initiatief van Land- en Tuinbouworganisatie
Nederland (LTO) helponsoogsten.nl?
Antwoord 12
De twee bemiddelingsplatforms, helponsoogsten.nl en werkenindelandentuinbouw.nl, bestaan nu ongeveer twee weken. Volgens LTO worden via de platforms inmiddels
7.000 arbeidskrachten aangeboden. Dit betreft individuele medewerkers, uitzendkrachten
en in beperkte mate personen die via collegiale in- en uitleen aan het werk gaan.
Er zijn ook ongeveer 170 ondernemers geregistreerd die werknemers zoeken. De platforms
voorzien er in dat regionaal kan worden gezocht. De eerste matches zijn inmiddels
gerealiseerd en volgens de LTO zijn individuele telers die gebruik maken van deze
platforms enthousiast en positief over de snelheid waarmee de ontwikkeling van de
platforms tot stand is gekomen.
Vraag 13
Op welke manier kunnen de mensen die nu mogelijk hun baan verliezen, of niet aan het
werk kunnen door de coronacrisis, bijvoorbeeld in de horeca, worden ingezet?
Antwoord 13
Het kabinet roept allereerst werkgevers op om werknemers niet te ontslaan, maar in
dienst te houden en gebruik te maken van de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging
voor behoud van Werkgelegenheid (NOW).
Mensen die onverhoopt als gevolg van de coronacrisis toch hun baan verliezen, kunnen
solliciteren in andere sectoren waar er op dit moment door de crisis juist tekorten
zijn ontstaan. Voorbeelden van zulke sectoren zijn de glas-, land- en tuinbouw, maar
ook de logistiek.
Vraag 14
Wat zijn de mogelijkheden om, als er gebruik wordt gemaakt van de tijdelijke Noodmaatregel
Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), bij een andere werkgever aan de slag te gaan waar
tekorten zijn?
Antwoord 14
In de NOW worden werkgevers opgeroepen om werknemers, ongeacht de contractvorm, zo
veel mogelijk in dienst te houden en hun loon door te blijven betalen. Uiteraard blijft
de mogelijkheid voor werknemers open om van baan te veranderen en naar een andere
sector te gaan, rekening houdend met de eventuele voorwaarden en/of opzegtermijnen
in hun arbeidscontract.
Vraag 15
Welke rol kunnen het UWV en de uitzendkoepels spelen bij het matchen van mensen uit
sectoren waarin nu geen werk is, met sectoren waar de tekorten de komende weken steeds
groter zullen worden?
Antwoord 15
Zowel het UWV als uitzendkoepels en individuele uitzendorganisaties leveren een belangrijke
bijdrage aan het koppelen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, zeker in sectoren
waar de tekorten door de coronacrisis zijn toegenomen. Zo is bijvoorbeeld UWV Werkbedrijf
bezig snel de omslag te maken om aan deze vraag te kunnen voldoen. Belangrijk te benoemen
is ook de ondersteuning die uitzendkoepels aan hun leden bieden om vraag en aanbod
dichter bij elkaar te brengen.
Daarnaast gaan VNO-NCW, MKB Nederland, LTO, UWV, VNG, gemeenten, vakbonden, private
intermediairs, SBB, MBO raad en de Ministeries van SZW en OCW aan de slag om snel
matches mogelijk te maken voor de cruciale beroepen. De partijen hebben het platform
www.NLwerktdoor.nl opgezet, waar werkgevers met hun vraag naar personeel in (cruciale) functies naar
toe kunnen gaan en dat meerdere regionale en sectorale initiatieven met elkaar verbindt.
Vanuit dit platform wordt de vraag van werkgevers doorgeleid naar de loketten/instanties
waar ze terecht kunnen, zodat er in de arbeidsmarktregio’s en branches snelle matches
tot stand komen.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Beckerman
en Jasper van Dijk (beiden SP), ingezonden 26 maart 2020 (vraagnummer 2020Z05654).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.