Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raan over het bericht dat het Britse Hof van Beroep heeft geoordeeld dat uitbreidingsplannen voor London Heathrow Airport strijdig zijn met de klimaatdoelstellingen uit het Parijsakkoord
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat, van Economische Zaken en Klimaat en van Buitenlandse Zaken over het bericht dat het Britse Hof van Beroep heeft geoordeeld dat uitbreidingsplannen voor London Heathrow Airport strijdig zijn met de klimaatdoelstellingen uit het Parijsakkoord (ingezonden 5 maart 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
20 april 2020)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2214
Vraag 1
Kent u het bericht «Heathrow Airport expansion ruled illegal by UK court»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Erkent u dat de luchtvaartsector het Parijsakkoord niet langer kan negeren? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 2
Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 27 maart 20192 moet ook de luchtvaart bijdragen aan de doelstelling die in 2015 in Parijs is afgesproken:
de opwarming van de aarde beperken tot ruim beneden de 2 graden Celsius, met een streven
naar 1,5 graad. Binnen de systematiek van de Overeenkomst van Parijs wordt via twee
sporen uitvoering gegeven aan CO2-reductie door de luchtvaart: 1) reductie door de internationale luchtvaart wordt
primair gerealiseerd via de VN-organisatie voor de internationale burgerluchtvaart
(ICAO) en 2) reductie door de binnenlandse luchtvaart en grondgebonden activiteiten
wordt nationaal gerealiseerd. In de genoemde Kamerbrief wordt toegelicht waarom vooral
een internationale aanpak vereist is (bijvoorbeeld met oog op effectiviteit, gelijk
speelveld, internationaal draagvlak, voorkomen van uitwijkgedrag) en hoe dit kan worden
versterkt met nationale inspanningen voor CO2-reductie door de luchtvaart.
De Nederlandse luchtvaartsector heeft gezamenlijk met het Rijk gekozen om zichzelf
nationale doelen op te leggen voor de uitstoot van de internationale luchtvaart en
gaat hiermee verder dan vereist volgens internationale afspraken. Deze nationale aanpak
voor de CO2-emissies van de internationale luchtvaart wordt in belangrijke mate vormgegeven aan
de Duurzame Luchtvaarttafel.
Vraag 3 en 4
Klopt het dat de Britse rechter o.a. heeft geoordeeld dat toenmalig Minister van Transport
Chris Grayling onwettig heeft gehandeld door zijn besluit niet te toetsen aan het
klimaatverdrag van Parijs?3 Zo nee, hoe zit het dan?
Klopt het dat de Britse rechter o.a. heeft geoordeeld dat de belangen van het klimaat
boven de behoeften van de Britse economie gaan?4 Zo nee, hoe zit het dan?
Antwoord 3 en 4
The Court of Appeal bepaalt expliciet dat het geen uitspraak doet over de (politieke)
wenselijkheid van de uitbreiding, maar uitsluitend oordeelt over de rechtmatigheid
van het Airports National Policy Statement (ANPS). Volgens The Court of Appeal is
het ANPS in strijd met de Planning Act. In dat kader stelt The Court of Appeal vast
dat niet voldoende gemotiveerd is hoe de uitbreidingsplannen zich verhouden tot de
Britste klimaatdoelstellingen. Nu hier ook de Overeenkomst van Parijs onder valt en
het ANPS hiervoor geen motivering bevat, moet de regering het ANPS op dit punt heroverwegen.
Vraag 5
Klopt het dat de Britse regering niet in cassatie gaat tegen deze uitspraak? Zo nee,
hoe zit het dan?
Antwoord 5
Ik heb ook uit berichtgeving in de Britse media vernomen dat de Britse regering niet
in cassatie gaat.
Vraag 6
Kunt u voor de Britse situatie toelichten waaruit een dergelijke toets van luchtvaartplannen
aan het Parijsakkoord zou bestaan?
Antwoord 6
Zoals het Court of Appeal in haar uitspraak aangeeft is deze toets voorbehouden aan
de Britse regering. Een dergelijke toets kan bestaan uit het feit dat voor het nieuwe
Britse luchtvaartplan moet worden bezien of, en zo ja, hoe dit luchtvaartplan past
binnen de Britse doelstellingen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen.
In het luchtvaartplan moet inzichtelijk worden gemaakt hoe dit plan in lijn is met
de doelstelling van Parijs om de opwarming van de aarde te beperken tot ruim beneden
de 2 graden Celsius, met een streven naar 1,5 graad.
Vraag 7, 8 en 9
Kunt u voor de Nederlandse situatie, per luchthaven, toelichten waaruit een dergelijke
toets van luchtvaartplannen aan het Parijsakkoord zou bestaan?
Erkent u dat de groeiplannen van Schiphol op geen enkele manier passen binnen onze
opdracht om een uiterste inspanning te leveren om het klimaatakkoord van Parijs te
respecteren? Zo nee, waarom niet?
Erkent u dat de door u geplande opening van Lelystad Airport op geen enkele manier
past binnen onze opdracht om een uiterste inspanning te leveren om het klimaatakkoord
van Parijs te respecteren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7, 8 en 9
Zie het antwoord op vraag 2 voor het Nederlandse klimaatbeleid en de aanpak. Het Nederlandse
en internationale klimaatbeleid vormt de achtergrond waartegen een besluit over de
uitbreiding of ontwikkeling van een Nederlandse luchthaven wordt genomen. Om daadwerkelijk
een besluit over de ontwikkeling van een bepaalde luchthaven te nemen, dient een luchthavenbesluit
(of luchthavenverkeersbesluit) inclusief milieueffectrapport (MER) te worden opgesteld.
In het MER behorend bij een luchthavenbesluit wordt inzichtelijk gemaakt wat de (nationale)
effecten zijn van de grondgebonden activiteiten en de landing and take-off (LTO) cyclus
van de exploitatie van die betreffende luchthaven. Dit ten behoeve van de afweging
van varianten en het in beeld brengen van de milieueffecten daarvan. Conform een motie
van de Kamer5 zal in de PlanMER van de Luchtvaartnota inzicht worden gegeven in de totale CO2-uitstoot van de uit Nederland vertrekkende vluchten.
Lelystad
In het MER en geactualiseerde MER6 is inzichtelijk gemaakt wat de CO2-uitstoot is van de LTO-cyclus. In het geactualiseerde MER Lelystad Airport is bepaald
dat het faciliteren van 45.000 vluchten handelsverkeer leidt tot een CO2 emissie van circa 71Kton CO2 (LTO-cyclus). De commissie voor de m.e.r. heeft geoordeeld dat op basis van het geactualiseerde
MER 2018 de milieueffecten volwaardig kunnen worden meegewogen in afweging tussen
varianten en de finale besluitvorming.
Schiphol
Schiphol Group onderzoekt momenteel de milieugevolgen van het Nieuwe Normen- en Handhavingsstelsel
Schiphol. Deze milieugevolgen worden opgenomen in het MER. Dit MER is nog niet afgerond.
Onderdeel van dit MER is een emissieberekening van de hoeveelheid CO2 als gevolg van de LTO-cycli van het vliegverkeer, het platformverkeer en het wegverkeer
op de luchthaven.
Vraag 10
Waar blijft de uiterste inspanning van dit kabinet om Nederland in lijn te brengen
met het doel om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 1,5°C?
Antwoord 10
Nederland heeft de Klimaatwet om aan de doelstellingen van Parijs te voldoen. De Klimaatwet
biedt een kader voor de ontwikkeling van beleid gericht op het onomkeerbaar en stapsgewijs
terugdringen van de emissie van broeikasgassen in Nederland, tot een niveau dat 95%
lager ligt in 2050 dan in 1990, teneinde wereldwijde opwarming van de aarde en de
verandering van het klimaat te beperken. Het Klimaatplan bevat de hoofdlijnen van
het klimaatbeleid voor de komende 10 jaar.
Vraag 11
Erkent u dat groeiplannen voor de luchtvaart in het algemeen op geen enkele manier
passen binnen onze opdracht om een uiterste inspanning te leveren om het Urgenda-doel
met zekerheid te halen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Waar blijft de uiterste inspanning van dit kabinet om het Urgenda-doel met zekerheid
te halen, zoals o.a. de Hoge Raad, Tweede Kamer en maatschappij van u eisen?7 8 9
Antwoord 11 en 12
De Urgenda-uitspraak heeft betrekking op de nationale Nederlandse emissies. Internationale
emissies voortkomend uit de luchtvaart zijn daarmee niet van invloed op de uitvoering
van het vonnis. In de brief van 27 maart jl.10, heeft het kabinet aangegeven dat het kabinet, als gevolg van de coronaproblematiek,
extra zorgvuldigheid wil betrachten bij de besluitvorming over de maatregelen die
genomen zouden moeten worden voor de uitvoering van het vonnis. Uw Kamer wordt hierover
op korte termijn geïnformeerd.
Vraag 13
Erkent u dat de ambitie van Schiphol om als vliegveld «klimaatneutraal» te worden
op geen enkele manier voldoende is, omdat juist het vliegen zelf voor de (groeiende)
uitstoot van broeikasgassen zorgt?11 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
De doelstelling van Schiphol om klimaatneutraal te worden is ambitieus en biedt een
waardevolle bijdrage aan de verduurzamingsopgave waar Nederland voor staat. Deze plannen
dienen de doelstelling uit het Ontwerpakkoord Duurzame Luchtvaart om in 2030 alle
grondgebonden activiteiten naar zero emissie te brengen. Deze doelstelling is een
onderdeel van de bredere verduurzamingsplannen van de Duurzame Luchtvaarttafel voor
de luchtvaartsector. Voor de verduurzamingsopgave van de vluchten (zowel binnenlands
als internationaal) gelden andere doelstellingen en worden andere soorten maatregelen
uitgewerkt aan de Duurzame Luchtvaarttafel. Zie ook het antwoord op vraag 2. Het Ontwerpakkoord
is met de daarin genoemde brief aan de Kamer aangeboden.
Vraag 14
Erkent u dat een stevige krimp van de luchtvaart goed zou zijn voor het klimaat, leefomgeving
en veiligheid van mens en dier? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Zoals aangegeven in de beantwoording van eerdere Kamervragen12 leidt een mondiale krimp van het aantal vliegbewegingen tot minder uitstoot van CO2 door de internationale luchtvaartsector, wat zou bijdragen aan het verminderen van
klimaatverandering en verbeteren van de leefomgeving. Als echter alleen van en naar
Nederland minder gevlogen wordt kan het effect zijn dat het vliegverkeer van en naar
andere landen doorgaat en vanuit Nederland uitwijkgedrag naar andere landen plaatsvindt
en emissies verschuiven naar andere modaliteiten. Het streven van het kabinet is om
CO2-reducties te realiseren op basis van de maatregelen die zijn beschreven in mijn brief
over het klimaatbeleid voor de luchtvaart van 27 maart 201913. Ten aanzien van de veiligheid in de luchtvaart geldt in algemene zin dat het uitgangspunt
is dat veiligheid altijd op één staat.
Vraag 15
Wat bedoelde uw woordvoerder met de uitspraak «niet te vrezen voor eenzelfde soort
uitspraak voor Schiphol en Lelystad Airport»?14
Antwoord 15
De uitspraak komt voort uit het feit dat het Britse Court of Appeal een uitspraak
heeft gedaan met betrekking tot de Britse uitbreidingsplannen van Heathrow, die zijn
getoetst aan Britse wet- en regelgeving en betrekking heeft op het Britse beleid.
Vraag 16
Waarom zou «eenzelfde soort uitspraak» voor plannen rond Nederlandse luchthavens «bevreesd»
moeten worden, aangezien een stevige krimp van de luchtvaart juist goed zou zijn voor
het klimaat, leefomgeving en veiligheid van mens en dier?
Antwoord Vraag 16
Zie antwoord op vraag 14.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.