Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Karabulut over wapenimporten uit Turkije
Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over wapenimporten uit Turkije (ingezonden 23 maart 2020).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en van
Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van Defensie (ontvangen
20 april 2020).
Vraag 1
Is het juist dat er wapenimporten uit Turkije plaatshebben en is het tevens juist
dat deze de afgelopen twee maanden ruim 16 miljoen dollar hebben gekost?1
Antwoord 1
De genoemde cijfers zijn afkomstig van de Turkse industrie2 en kunnen niet worden geverifieerd of bevestigd. Er zijn geen onafhankelijke cijfers
beschikbaar ten aanzien van de import van militaire goederen uit Turkije in de eerste
twee maanden van 2020.
Vraag 2
Kunt u aangeven om welke systemen het daarbij gaat en wie ze heeft gekocht? Welke
onderdelen van de Nederlandse krijgsmacht nemen deze producten af?
Antwoord 2
Het Ministerie van Defensie betrekt direct van de Turkse defensie-industrie goederen
voor onderhoud en modificaties aan het Stinger Launching System (SLS). Dit grond-luchtwapensysteem wordt binnen de Nederlandse krijgsmacht gebruikt
op de Fennek-voertuigen van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando.
Defensie heeft in 2018 en 2019 minder dan 1 miljoen euro en in 2020 tot op heden circa.
0,1 miljoen euro hieraan besteed. Het betreft geen aanschaf van nieuwe systemen, maar
diensten en goederen die zijn afgenomen voor onderhoud en modificaties aan bestaande
systemen.
Vraag 3
Kunt u aangeven welke wapenimporten uit Turkije er in 2018 en 2019 hebben plaatsgehad?
Antwoord 3
Voor militaire goederen bestaat geen vergunningplicht bij invoer. Alleen voor bepaalde
typen militaire goederen bestaat in het kader van de VN3 en het Wapenhandelsverdrag (ATT)4 de verplichting om die goederen te notificeren. Deze informatie is beperkt tot de
volgende categorieën militaire goederen: I. Gevechtstanks, II. Pantsergevechtsvoertuigen,
III. Zware artilleriesystemen, IV. Gevechtsvliegtuigen, V. Gevechtshelikopters, VI.
Oorlogsschepen, VII. Raketten en raketwerpers en VIII. Kleine en lichte wapens. Er
zijn in 2018 geen importen vanuit Turkije geweest voor deze categorieën militaire
goederen. Voor 2019 zijn er nog geen data beschikbaar. Deze wordt naar verwachting
medio-2020 beschikbaar. De goederen die het Ministerie van Defensie in 2018 en 2019
uit Turkije heeft betrokken vallen niet onder deze categorieën.
Vraag 4
Op welke wijze verhoudt dit importbeleid zich tot het beperkte wapenexportbeleid dat
Nederland voert ten aanzien van Turkije? Kunt u dat toelichten?
Antwoord 4
Via het wapenexportbeleid zorgt Nederland er zo veel mogelijk voor dat militaire goederen
die uit Nederland worden geëxporteerd niet worden gebruikt bij het begaan van schendingen
van mensenrechten of voor territoriale agressie van landen. Import naar Nederland
wordt alleen gecontroleerd met het oog op de veiligheid van Nederland. Dat gebeurt
op basis van de Wet Wapens en Munitie. Daarnaast kunnen sanctiemaatregelen beperkingen
stellen aan de import van goederen uit bepaalde landen. Er gelden momenteel geen sancties
of beperkingen op import van militaire goederen uit Turkije. Binnen de wettelijke
kaders is het aan bedrijven zelf om hun keten van toeleveranciers in te richten.
Controleren op eindgebruik bij invoer in Nederland ligt minder voor de hand. Wanneer
de goederen zijn bestemd voor de Nederlandse strijdkrachten zullen deze op een verantwoorde
wijze worden ingezet. Wanneer de goederen zijn bestemd voor Nederlandse bedrijven
zullen deze bij export (bijvoorbeeld na integratie in een eindproduct) wederom onderhevig
zijn aan exportcontrole waarbij getoetst wordt op het risico van ongewenst eindgebruik.
Wanneer de goederen zijn bestemd voor private eindgebruikers – bijvoorbeeld bij jachtgeweren
– wordt het gebruik daarvan op andere wijze gereguleerd.
Vraag 5
Deelt u de opvatting dat geen wapenimporten uit Turkije toegestaan mogen worden in
verband met de illegale militaire interventies in Syrië en de slechte mensenrechtensituatie
in Turkije? Zo nee, waarom niet? Kunt u dat toelichten?
Antwoord 5
Ten algemene geldt er voor bedrijven die actief zijn in de handel in militaire goederen
een bijzondere verantwoordelijkheid op het terrein van maatschappelijk verantwoord
ondernemen om zeker te stellen dat militaire goederen en kennis niet in verkeerde
handen terecht komen. Nederland onderstreept dat met een streng exportcontrolebeleid
voor de uitvoer van militaire goederen. Het gaat echter te ver om bedrijven ook te
verbieden om goederen af te nemen uit Turkije. Turkije heeft immers ook een legitieme
veiligheidsbehoefte en van daaruit een defensie- en veiligheidsindustrie. Nederlandse
bedrijven hebben langjarige partnerschappen opgebouwd met Turkse toeleveranciers en
afnemers. Hierin is fors geïnvesteerd. Het strekt te ver om een blanco verbod op te
leggen op leveranties uit Turkije. Dat is ook niet effectief: juist door de export
naar Turkije te beperken wordt voorkomen dat militaire goederen uit Nederland bijdragen
aan de Turkse operatie in Syrië.
Vraag 6
Bent u bereid er bij de bondgenoten op aan te dringen af te zien van deze importen
uit Turkije vanwege de mensenrechtensituatie en de interventies in Syrië? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 6
Nee. Nederland ziet de controle op en de beperking van de uitvoer van militaire goederen
naar Turkije als de meest effectieve manier om zorgen over inzet van militaire goederen
bij schendingen van mensenrechten of de Turkse operatie in Syrië te adresseren. Daarnaast
worden deze aspecten veelvuldig ter sprake gebracht in bilaterale contacten.
Een EU-brede beperking van de invoer van militaire goederen uit Turkije is niet realistisch.
Nederland heeft herhaaldelijk gepleit voor een embargo op de uitvoer van militaire
goederen naar Turkije naar aanleiding van de Turkse interventie in Syrië. Hiervoor
was geen draagvlak. Een pleidooi voor een importverbod – dat minder effectief is in
het tegengaan van de Turkse activiteiten in Syrië – heeft daarmee geen realistische
kans van slagen. De EU heeft met de maatregelen op de export van militaire goederen
naar Turkije in oktober 2019 een duidelijk en effectief signaal afgegeven richting
Turkije.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.