Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kerstens over de uitbreiding van vliegbasis Leeuwarden
Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Staatssecretaris van Defensie over de uitbreiding van vliegbasis Leeuwarden (ingezonden 17 februari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Visser (Defensie) (ontvangen 17 april 2020). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2106.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «Vliegbasis Leeuwarden heeft niet de juiste vergunningen,
maar breidt wel uit»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat de vliegbasis niet beschikt over de juiste vergunningen? Zo
ja, welke vergunningen ontbreken? Betekent dit dat, tot de vereiste vergunningen er
zijn, er niet wordt bijgebouwd en/of uitgebreid? Zo nee, kunt u de bewijzen daarvan
overleggen aan de Kamer?
Antwoord 2
De Vliegbasis Leeuwarden beschikt sinds 14 juni 2001 over een vergunning op de Wet
Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO). Bij wijzigingen van activiteiten zijn op
deze vergunning bijstellingen gedaan middels wijzigingsaanvragen, meldingen of milieu
neutrale veranderingen. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft in 2017 de reikwijdte van de
vergunning beoordeeld. De vergunning is hierbij, op drie relatief beperkt milieubelastende
activiteiten na, als dekkend beoordeeld. Zaken die nog niet in de vergunning opgenomen
zijn betreffen het bewerken van kunststof, werkzaamheden met textiel en het verstrooien
van as van overleden medewerkers. Het is de bedoeling om deze activiteiten in de revisieaanvraag
van de vergunning op te nemen en daarmee te repareren. De revisieaanvraag zou in 2019
worden ingediend, maar heeft vertraging opgelopen vanwege de complexiteit van het
aanvraagproces en doordat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) in 2019 ongeldig is
verklaard.
Defensie is momenteel meerdere infrastructurele projecten aan het voorbereiden en
uitvoeren op de Vliegbasis Leeuwarden. Voor deze projecten zijn de benodigde toestemmingen
namens Defensie door het Rijkvastgoedbedrijf aangevraagd en door het bevoegd gezag
afgegeven. Ook voor toekomstige projecten zal alleen tot uitvoering worden overgegaan
indien de benodigde toestemmingen voor een project zijn verkregen.
De Vliegbasis Leeuwarden beschikt op dit moment nog niet over een Wnb vergunning.
Op 6 maart 2008 is door toenmalig Staatssecretaris De Vries aan uw Kamer toegezegd
dat voor alle militaire vliegactiviteiten, waaronder die van de Vliegbasis Leeuwarden,
een vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming (Wnb) zal worden aangevraagd
(Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2007–2008, nr. 1569). Dit proces is in twee fases verdeeld. Tijdens de eerste fase zijn in 2012 de helikopterlaagvlieggebieden,
inclusief de daarbinnen gelegen helikopterlandingsplaatsen in en nabij Natura 2000-gebieden,
vergund (Kamerstuk 33 000 X, nr 70, gedateerd 13 februari 2012). Het proces om de Wnb vergunning voor de Vliegbasis
Leeuwarden aan te vragen is onderdeel van de tweede fase. Deze is gestart in 2015.
Op basis van een voortoets is in 2018 vastgesteld dat Vliegbasis Leeuwarden waarschijnlijk
vergunning plichtig is. Om dit nader vast te stellen is een ecologische effecten analyse
uitgevoerd op de activiteiten van de vliegbasis. Deze analyse is nagenoeg afgerond
en de vergunningaanvraag in het kader van de Wnb wordt voor
1 oktober 2020 verwacht. Over dit proces heb ik uw kamer eerder geïnformeerd op 31 oktober
2019 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 578) en op 10 maart 2020 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nrs. 2298 en 2068).
De beslissingen op deze aanvragen worden in de Staatscourant gepubliceerd en zijn
daardoor openbaar toegankelijk.
Op 18 maart 2020 heeft de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (IL&T) een handhavingsverzoek
ontvangen betreffende de omgevingsvergunning van de Vliegbasis Leeuwarden. Op dezelfde
datum heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) een handhavingsverzoek
ontvangen betreffende het ontbreken van een vergunning in het kader van de Wnb van
de vliegbasis Leeuwarden. Voor beide handhavingsverzoeken wordt het reguliere proces
doorlopen waarbij door de verantwoordelijke instanties zal worden vastgesteld of de
handhavingsverzoeken aanleiding geven om wel of niet tot handhaving over te gaan.
Vraag 3
Bent u van mening dat uw ministerie een voorbeeldrol heeft en zich aan de wet dient
te houden?
Antwoord 3
Defensie dient zich, zoals elk ander ministerie, organisatie of persoon, aan de wet
te houden.
Vraag 4
Deelt u de mening dat deze signalen zorgelijk zijn, zeker gezien de overlast die omwonenden
ervaren van de vliegbasis? Begrijpt u dat er weinig draagvlak is onder bewoners?
Antwoord 4
Dat omwonenden van militaire vliegvelden overlast ervaren is begrijpelijk. Maar in
mijn contacten met deze omwonenden, waaronder die van de Vliegbasis Leeuwarden, valt
mij ook op dat er bij veel inwoners draagvlak is voor de activiteiten van Defensie
en daarmee ook begrip is voor de geluidshinder die deze operaties veroorzaken. Dit
laat onverlet dat Defensie zeker moet stellen dat al deze activiteiten vergund zijn
en dat daarover goed overleg plaatsvindt met betrokkenen. Dit gebeurt in het geval
van de Vlb Leeuwarden via de Commissie Overleg en Voorlichting Milieu (COVM) Vliegbasis
Leeuwarden.
Vraag 5
Heeft u naar aanleiding hiervan contact opgenomen met verantwoordelijken op de vliegbasis
in Leeuwarden?
Antwoord 5
Het Ministerie van Defensie is voortdurend in overleg over de aanvraag van vergunningen,
onder andere over die van de Vliegbasis Leeuwarden. Defensie voert hierover overleg
met betrokken provincies, gemeenten, het Rijksvastgoedbedrijf, het Ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.