Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Palland, Amhaouch en Slootweg over het bericht 'Consumentenbond: Producten van webwinkels buiten de EU vaak onveilig'
Vragen van de leden Palland, Amhaouch en Slootweg (allen CDA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Consumentenbond: Producten van webwinkels buiten de EU vaak onveilig» (ingezonden 27 februari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 17 april
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Consumentenbond: Producten van webwinkels buiten de
EU vaak onveilig»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u het beeld dat online shoppen bij webwinkels buiten Europa onverantwoorde
risico’s oplevert? Bent u het eens met de analyse van de Consumentenbond?
Antwoord 2
Ik ben bekend met het probleem dat er door aanbieders van buiten de EU producten worden
aangeboden die niet voldoen aan de Europese veiligheidseisen. Hierover krijg ik ook
signalen van ondernemers en toezichthouders. Ik vind het goed dat de Consumentenbond
hiermee aan de slag is gegaan door met haar zusterorganisaties producten te testen.
De resultaten van het onderzoek komen overeen met mijn beeld dat voor bepaalde productgroepen
consumenten (via platforms) gemakkelijk zelf producten kunnen importeren uit landen
van buiten de EU (hierna: directe import) die niet altijd voldoen aan de regels voor
productveiligheid.
Vraag 3
Deelt u de mening dat er sprake moet zijn van een gelijk speelveld tussen Nederlandse
ondernemingen en (web)winkels van buiten de Europese Unie (EU) wanneer het aankomt
op de veiligheid van producten? Zo ja, welke maatregelen/acties neemt u om ervoor
te zorgen dat er daadwerkelijk sprake is van een gelijk speelveld zowel binnen de
Nederlandse wetgeving als de EU tussen Nederlandse ondernemingen en (web)winkels van
buiten de EU?
Antwoord 3
Alle producten die worden aangeboden op de Nederlandse of Europese markt moeten voldoen
aan de Europese regelgeving. Dit geldt ook voor producten die (via platforms) door
consumenten van aanbieders van buiten de EU worden gekocht. Ik ben me ervan bewust
dat het gelijke speelveld er op het gebied van productveiligheid niet altijd is. Daarom
onderneem ik actie. Ik wil op Europees niveau kritisch kijken naar de rol en verantwoordelijkheden
van platforms. Hierop ga ik in de beantwoording van vragen 5 en 6 nader in. Daarnaast
onderschrijf ik de reeds gemaakte afspraken tussen een aantal grote Europees opererende
platforms (waaronder Alibaba en Amazon) en de Europese Commissie over productveiligheid
(de Product Safety Pledge). Onderdeel van deze afspraken is dat platforms zelf op
zoek gaan naar producten die door toezichthouders als onveilig zijn aangemerkt en
daarop actie ondernemen. Uit de eerste evaluatie van deze afspraken over de periode
oktober 2018 tot en met maart 2019 blijkt dat de deelnemende platforms zich in de
meeste gevallen ook houden aan de afspraken. Ik ga met de Europese Commissie in gesprek
over de laatste stand van zaken met betrekking tot de Product Safety Pledge. Ook ben
ik – om consumenten bewust te maken van de risico’s – in november 2019 een voorlichtingscampagne
gestart.
Vraag 4
Hebt u signalen dat als gevolg van de (ver)koop van onveilige producten via webwinkels
van buiten de EU en een ongelijk speelveld, (mkb-)ondernemingen in Nederland die zich wel netjes aan alle regels en (veiligheids)eisen houden
in de problemen komen? Wilt u dit laten nagaan?
Antwoord 4
Ja, ik krijg deze signalen van Nederlandse ondernemers. Zij ervaren een ongelijk speelveld
doordat producten die via directe import op de markt komen niet altijd voldoen aan
de veiligheidsregels.
Vraag 5, 6
Hoe gaat u uitvoering geven aan de recent aangenomen motie-Aartsen/Palland, die de
regering verzoekt om in Brussel te pleiten om webwinkelplatforms zoals Alibaba ook
zelf verantwoordelijk en aansprakelijk te maken voor de producten die zij aanbieden,
zodat zij voldoen aan de consumentenregels voor productveiligheid (Kamerstuk 35 251, nr. 8)?
Hoe ziet aangaande dit onderwerp het Europese krachtenveld eruit? Ziet u draagvlak
om op korte termijn in Europees verband te komen tot maatregelen die enerzijds consumenten
en ondernemers beschermen tegen onveilige producten en anderzijds «foute webwinkels»
dwingen zich aan onze regels en standaarden te houden?
Antwoord 5, 6
Zoals ik in mijn beantwoording van 10 februari op eerdere Kamervragen over dit onderwerp
aangaf2, bekijk ik op dit moment welke toekomstige juridische mogelijkheden er zijn om platforms
bepaalde verantwoordelijkheden op te leggen als er iets mis is met een product. Daarnaast
bekijk ik hoe deze verantwoordelijkheden ook afgedwongen kunnen worden bij platforms
van buiten de EU, zoals Alibaba. Zoals met uw Kamer gedeeld in mijn brief van 7 november
jl.3, heb ik over de vraag welke verantwoordelijkheden opgelegd zouden kunnen worden aan
platforms, de Commissie voor Consumentenaangelegenheden (CCA) van de SER om advies
gevraagd. Het advies van de SER neem ik mee in de invulling van de motie-Aartsen/Palland
om webwinkelplatforms zelf aansprakelijk te maken voor producten die zij aanbieden.
Ik heb de SER/CCA gevraagd om uiterlijk in april met haar advies te komen. Over dit
onderwerp ben ik in contact met de Europese Commissie en ik kijk daarbij ook in welke
(toekomstige) Europese wetgevingstrajecten regelgeving voor platforms zou kunnen worden
opgenomen. Dat de Europese Commissie dit onderwerp ook serieus neemt, blijkt uit haar
recent gepubliceerde digitaliseringsstrategie waarin zij aangeeft de rol en verantwoordelijkheden
van online platforms te willen verduidelijken en dat volgens haar de verspreiding
van (o.a.) onveilige producten via die platforms moet worden aangepakt.4 Ook in het op 10 maart jl. gepresenteerde actieplan betere implementatie en handhaving
van interne marktregels heeft de Europese Commissie aandacht voor directe import.
Hierbij geeft de Europese Commissie aan specifiek te kijken naar de reeds aangekondigde
Digital Service Act en de herziening van de Richtlijn Algemene Productveiligheid5. Tevens ga ik het gesprek aan met andere lidstaten om te bezien of we ons gezamenlijk
kunnen inzetten voor dit onderwerp. In een aantal lidstaten leven soortgelijke zorgen
als in Nederland.
Vraag 7
Deelt u de mening dat meer actie nodig is om te voorkomen dat consumenten en ondernemers
de dupe worden van (ver)koop van onveilige producten via dergelijke webwinkels? Welke
(aanvullende) maatregelen zouden kunnen worden getroffen, zowel nationaal als Europees?
Antwoord 7
Ja, ik ben van mening dat er actie nodig is en ik denk daarbij dat het belangrijk
is dat het Nederlandse bedrijfsleven, consumentenorganisaties en de rijksoverheid
hierin samen optrekken. Dit is één van de redenen waarom ik aan de SER/CCA advies
heb gevraagd over dit onderwerp. In de adviesaanvraag heb ik de CCA zowel gevraagd
na te denken wat marktpartijen zelf kunnen doen, alsook wat de rijksoverheid kan doen.
Voor de inzet van de rijksoverheid verwijs ik naar de antwoorden op de vragen 3, 5
en 6.
Vraag 8
Hoe is uitvoering gegeven aan de in 2018 aangenomen motie-Amhaouch c.s., die de regering
verzoekt om in de EU te bepleiten dat bedrijven uit derde landen die online producten
verkopen aan consumenten in Europa worden verplicht om een aansprakelijkheidsofficier,
zijnde een persoon verantwoordelijk voor conformiteit op Europees grondgebied, te
hebben (Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 30)? Welke webwinkels van buiten de EU hebben een dergelijke «aansprakelijkheidsofficier»
op Europees grondgebied en welke niet?
Antwoord 8
Tijdens de begrotingsbehandeling 2019 heb ik in reactie op de motie-Amhaouch aangegeven
er bij de (toen lopende) onderhandelingen over de Europese markttoezichtverordening
voor te pleiten om voor bepaalde productgroepen te verplichten dat er een persoon
in de EU aanwezig is die verantwoordelijk is voor de conformiteit van een product.6 Deze onderhandelingen zijn halverwege 2019 afgerond. In mijn brief van 7 november
jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd dat mijn inzet er mede toe heeft geleid dat er in
de nieuwe markttoezichtverordening is opgenomen dat er voor diverse productcategorieën
een verplicht aanspreekpunt in de EU komt. Dit zorgt er voor dat onze toezichthouders
straks in de EU een aanspreekpunt moeten hebben voor deze producten in plaats van
dat ze alleen bij een producent in een derde land kunnen aankloppen. Omdat de lidstaten
nog de nodige aanpassingen moeten doorvoeren in hun wet- en regelgeving en dagelijkse
toezichtpraktijk, treedt de markttoezichtverordening in juli 2021 in werking. Vanaf
dan is het voor producenten of aanbieders (bijvoorbeeld webwinkels) van buiten de
EU die producten op de EU markt aanbieden dus verplicht om een aanspreekpunt in de
EU te hebben.
Vraag 9
Overweegt u om de invoer van onveilige producten via webwinkels van buiten de EU,
via bijvoorbeeld luchthavens of de Rotterdamse haven, aan banden te leggen totdat
is aangetoond dat producten wel veilig zijn? Bent u bereid dit in EU-verband aan de
orde te stellen?
Antwoord 9
Dagelijks komen er ongeveer 130.000 pakketten Nederland binnen waarvan zo’n 75.000
uit China en Hong Kong. Of deze pakketten onveilige producten bevatten is helaas van
de buitenkant niet zichtbaar. Controle door de douane en markttoezichthouders vindt
risicogericht en steekproefsgewijs plaats. Alleen al de hoge aantallen maken het ondoenlijk
om al deze pakketten te controleren of om pakketten van bepaalde afzenders eruit te
filteren. Bovendien druist een generieke stop op pakketten van bepaalde afzenders,
zonder dat vaststaat dat de inhoud niet voldoet aan Europese wet- en regelgeving,
in tegen de internationale afspraken die zijn gemaakt in de Wereldhandelsorganisatie
(WTO).
Vraag 10
Gaat u de betreffende webwinkels ter verantwoording roepen en aanspreken op de gevolgen
van hun handelen?
Antwoord 10
Er zijn al verschillende contacten tussen de overheid en platforms van zowel binnen
als buiten de EU die producten aanbieden aan consumenten. Zo spreken onze toezichthouders,
zoals de NVWA en de ACM met platforms over naleving van de consumenten- en productveiligheidsregels.
Ook mijn eigen ministerie zoekt actief contact met deze platforms om met hen te spreken
over productveiligheid en hen aan te spreken op het mede mogelijk maken van de verkoop
van onveilige producten. Zo is mijn ministerie momenteel in contact met Alibaba Europa
om met hen te spreken over productveiligheid.
Vraag 11
Wat gaat u doen om, samen met bijvoorbeeld de Consumentenbond, consumenten meer bewust
te maken van de risico’s van onveilige producten die gekocht zijn via webwinkels van
buiten de EU?
Antwoord 11
Het is belangrijk dat consumenten zich goed bewust zijn van de risico’s van onveilige
producten die gekocht zijn via webwinkels of platforms van buiten de EU. Ik zoek daarbij
nadrukkelijk de samenwerking met maatschappelijke partijen. In het kader van de campagne
«Recht hebben, recht halen», waarbij onder meer de Consumentenbond betrokken is, heb
ik daarom in november 2019 een website over directe import gelanceerd (www.laatjenietinpakken.nl). Ik heb consumenten via sociale media met video’s door vloggers en influencers geïnformeerd
over de risico’s van directe import. Ik bezie nog hoe deze campagne in 2020 een vervolg
kan krijgen. De mogelijkheden van (gezamenlijke) consumenteninformatie maken daarnaast
expliciet deel uit van deze adviesaanvraag die ik heb gedaan bij de CCA van de SER.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.