Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Moorlag en Kuiken over gevaarlijke honden
Vragen van de leden Moorlag en Kuiken (beiden PvdA) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Justitie en Veiligheid over gevaarlijke honden (ingezonden 10 februari 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 17 april 2020). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1821.
Vraag 1
Kent u het bericht «Marcouch mag bijtgrage Arnhemse hond Tinus niet laten inslapen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Welke mogelijkheden zijn er in wet- en regelgeving voor een burgemeester of andere
publieke functionaris om de dreiging die er van een gevaarlijke hond uitgaat, ongedaan
te maken?
Antwoord 2
Het krantenartikel dat aanleiding geeft tot deze vragen, gaat over een besluit van
de burgemeester van Arnhem. Het gaat om een lopende zaak, waarin de rechter een voorlopig
oordeel heeft gegeven en waarin nog verder kan worden geprocedeerd.2
In het algemeen is het voor een burgemeester in de eerste plaats mogelijk om bevelen
te geven als de openbare orde in de gemeente op het spel staat of kan komen te staan.
Ook als dit gebeurt door een gevaarlijke hond. Die mogelijkheid staat in artikel 172,
derde lid, van de Gemeentewet en past bij de openbare orderol van burgemeesters. Binnen
de grenzen van de wet bepaalt een burgemeester zelf hoe hij die bevoegdheid invult.
In de tweede plaats kan een gemeenteraad in de algemene plaatselijke verordening (APV)
specifieke bevoegdheden geven aan het college van burgemeester en wethouders of aan
de burgemeester. In de model-APV van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten gaat
het dan om aanlijn- en muilkorfgeboden en om andere voorzieningen. Het hangt van de
lokale APV af of die bevoegdheden er zijn en hoe zij eruitzien. Ten slotte kan een
gemeentebestuur regels handhaven met een last onder bestuursdwang of een last onder
dwangsom. Met een dergelijke last kan (herhaling van) een overtreding worden voorkomen.
Dit staat in de artikelen 5:2 en 5:7 Algemene wet bestuursrecht (Awb). Met bestuursdwang
kan een gevaarlijke hond eventueel ook in beslag worden genomen. Bijvoorbeeld om ervoor
te zorgen dat de eigenaar een aanlijn- of muilkorfgebod niet (opnieuw) overtreedt.
In sommige gevallen kan sprake zijn van strafbare feiten gepleegd met een gevaarlijke
hond. Op grond van onder meer artikel 94 Wetboek van Strafvordering en artikel 36c
Wetboek van Strafrecht kunnen dan door politie en Openbaar Ministerie maatregelen
genomen worden. Zo kan bijvoorbeeld een hond in beslag genomen worden als het vrije
bezit van de hond in het algemeen gevaarlijk is.
Vraag 3
Zijn er bevoegdheden op grond waarvan een burgemeester in dit soort situaties een
hond definitief van de eigenaar mag afnemen dan wel laten inslapen? Zo ja, welke bevoegdheden
zijn dat?
Antwoord 3
Een gemeentebestuur kan een hond laten inslapen, als het heeft besloten om die hond
met bestuursdwang in beslag te nemen en als teruggave (na verloop van tijd), verkoop
en gratis overdracht niet mogelijk zijn. Dit is dan op zich geen bestuursrechtelijk
besluit, maar een feitelijke beslissing na beslag, die volgt uit de artikelen 5:29,
derde lid, en 5:30 Awb. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State wijst
daar ook op.3 Uit de wetsgeschiedenis van deze bepalingen blijkt onder meer dat dit bij dieren
in het uiterste geval gebeurt, met inachtneming van de normale beginselen van zorgvuldigheid,
evenredigheid en subsidiariteit.4 Indien wordt overgegaan tot euthanasie, is van belang dat in artikel 1.10 Besluit
houders van dieren de gevallen zijn aangewezen waarin (in aanvulling op het doden
van dieren voor de bedrijfsmatige productie van dierlijke producten) het doden van
een dier niet is verboden. Hierin staat onder meer dat honden mogen worden gedood
ter beëindiging of voorkoming van onmiddellijk gevaar voor mens of dier of vanwege
niet te corrigeren gevaarlijke gedragskenmerken.
Vraag 4
Acht u de bestaande bevoegdheden van een burgemeester om de dreiging van een gevaarlijke
hond weg te nemen afdoende? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, welke bevoegdheden
zou een burgemeester er dan bij moeten krijgen en hoe gaat u hiervoor zorgen?
Antwoord 4
Ja, de burgemeester kan immers optreden om de openbare orde te handhaven en dat is
zijn wettelijke taak. Bovendien heeft het gemeentebestuur (meestal: het college van
burgemeester en wethouders) bevoegdheden op grond van de APV en om regels te handhaven
als die (dreigen te) worden overtreden. Zie de antwoorden op de vragen 2 en 3.
Vraag 5
Deelt u de mening dat als een hond meermalen onschuldige omstanders aangevallen of
verwond heeft, er dan een wettelijke grond moet komen waarop verboden kan worden dat
die eigenaar honden mag houden? Zo ja, wanneer komt er een wettelijk houdverbod voor
dergelijke eigenaren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Een houdverbod is op dit moment al mogelijk als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke
veroordeling. Wanneer het houdverbod in deze vorm wordt overtreden, moet de veroordeelde
het voorwaardelijke deel van de straf alsnog ondergaan. In aanvulling hierop wordt
in samenwerking met de Minister van Justitie en Veiligheid een wetsvoorstel voorbereid
waarmee een houdverbod als zelfstandige maatregel wordt geïntroduceerd. Hierdoor kan
een houdverbod niet alleen bij een voorwaardelijke, maar tevens bij een onvoorwaardelijke
veroordeling worden opgelegd. Om de effectiviteit van de maatregel te vergroten kan
de rechter daarnaast bevelen dat de maatregel direct uitvoerbaar is en wordt overtreding
van de maatregel strafbaar gesteld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.