Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het doorgaan van huisuitzettingen tijdens de coronacrisis ondanks haar statement en andere nadelige gevolgen op huisvesting
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister voor Milieu en Wonen over het doorgaan van huisuitzettingen tijdens de coronacrisis ondanks haar statement en andere nadelige gevolgen op huisvesting (ingezonden 31 maart 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
17 april 2020).
Vraag 1
Waarom heeft u ervoor gekozen om een statement op te stellen met betrokken partijen
zoals institutionele beleggers, commerciële en sociale verhuurders en niet een spoedwet
te maken?1
Antwoord 1
In de huidige crisisperiode is het van belang dat alle partijen hun verantwoordelijkheid
nemen om eraan bij te dragen dat niemand op straat belandt. Vanuit de verhuurders
is er grote bereidwilligheid getoond om huisuitzettingen als gevolg van de coronacrisis
te voorkomen. Hierbij geldt als gezamenlijke lijn in het statement dat huisuitzettingen
voorlopig worden uitgesteld gedurende de crisisperiode, tenzij er evidente redenen
zijn, zoals criminele activiteiten of extreme overlast. Voor procedures tot huisuitzetting
die voor 12 maart jongsleden reeds liepen zal de verhuurder de individuele situatie
beoordelen. Verhuurders geven daarbij ook aan dat zij zich daarbij maximaal inspannen
binnen hun mogelijkheden om te zoeken naar maatwerkoplossingen voor huurders die in
de betalingsproblemen zijn gekomen door het coronavirus. Zo zullen verhuurders geen
incassokosten doorberekenen aan huurders die door het coronavirus in de problemen
zijn gekomen. De Woonbond en LSVb geven aan dat zij tevreden zijn met dit statement.
Ik blijf de vinger aan de pols houden, indien er onwenselijke situaties naar voren
komen, zal ik de mogelijkheden voor gerichte, nadere maatregelen onderzoeken.
Vraag 2
Hoe is het mogelijk dat u stelt in antwoord op Kamervragen «dat kort gedingen van verhuurders en woningcorporaties om mensen uit huis te zetten
niet worden aangemerkt als «urgente zaken». De Behandeling van dergelijke vorderingen
wordt in dat geval aangehouden. Behandeling van dit type zaken is uitsluitend mogelijk
als de rechter «superspoed» aanwezig acht. Van superspoed is sprake in zeer uitzonderlijke
gevallen zoals in geval van crimineel handelen of bij ernstige overlast», maar dat er sprake was van een uitzetting van een gezin met kinderen hoewel er geen
sprake is van criminaliteit of overlast? Kunt u uw antwoord toelichten? Op welke «zwaarwegende reden» of «de door de Minister met marktpartijen gemaakte afspraak» kunnen advocaten zich
beroepen, zoals de geanonimiseerde brief laat zien?2
Antwoord 2
Uit de bijlage kan ik niet opmaken wat de reden voor het ontruimingsvonnis van de
rechter is geweest en kan dus niet beoordelen of de beslissing van de deurwaarder
om in de betreffende zaak wel tot ontruiming over te gaan in strijd is met de gemaakte
afspraken. Uit signalen die mij hebben bereikt heb ik begrepen dat het hierbij mogelijk
ging om een tijdelijk contract dat afliep, waarna niet over werd gegaan tot verlenging.
Om deze reden maak ik via een spoedwet mogelijk om deze tijdelijke contracten te verlengen,
hierbij houd ik in het oog welke zwaarwegende belangen de verhuurder heeft om niet
over te gaan tot tijdelijke verlenging. Ik denk hierbij onder meer aan verkoop van
de woning.
Vraag 3
Kunt u ervoor zorgen dat reeds geplande (bijvoorbeeld van vóór uw statement) huisuitzettingen
en rechtszaken daartoe niet doorgaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
In het statement met verhuurders is afgesproken dat «voor procedures tot huisuitzetting
die voor 12 maart jongsleden reeds liepen zal de verhuurder de individuele situatie
beoordelen». Ik verwacht dat in dergelijke gevallen maatwerk wordt toegepast. De beroepsorganisatie
van gerechtsdeurwaarders heeft al dringend geadviseerd om in deze tijd van Coronacrisis
voorlopig geen ontruimingen en boedelbeslagen uit te voeren. Dit om fysiek contact
tussen mensen in deze dagen tot een minimum beperken en «social distancing» zoveel
mogelijk te kunnen toepassen. Daarnaast moeten mensen zoveel mogelijk binnen blijven.
Daarbij passen geen ontruimingen. Overigens hebben gerechtsdeurwaarders voor ontruimingen
een gerechtelijk bevel nodig. De rechter beoordeelt alle feiten en omstandigheden
bij zijn oordeel over ontruiming. Bij de planning van de uitvoering hebben gerechtsdeurwaarders
soms speelruimte. Die moeten ze op advies van de KBvG maximaal benutten om de ontruimingen
zoveel mogelijk uit te stellen, tot de overheidsmaatregelen ter bestrijding van het
Coronavirus weer opgeheven worden.
Vraag 4
Waarom wil u geen spoedwet tegen huisuitzettingen, maar wél tegen het aflopen van
tijdelijke huurcontracten tijdens de coronacrisis?3
Antwoord 4
Het is op dit moment niet mogelijk om een tijdelijk huurcontract te verlengen voor
een tijdelijke periode. Het voorstel om te komen tot een spoedwet waarmee tijdelijke
huurcontracten voor een periode kunnen worden verlengd is ingegeven vanuit het besef
dat door de coronacrisis het dagelijks leven van velen op zijn kop staat. In deze
tijden past het niet om van huurders te verwachten dat zij hun volle aandacht kunnen
richten op het zoeken naar andere woonruimte, terwijl opzegtermijn van de verhuurder
voor hun tijdelijke huurcontract dichtbij is. Zowel huurders als verhuurders signaleren
dat hier mogelijk een probleem kan ontstaan. In combinatie met het statement creëert
de mogelijkheid van verlenging van het tijdelijke huurcontract voor de huurder rust
omdat hij kan blijven wonen in de woning. Voor de verhuurder biedt het de zekerheid
dat de condities waaronder het huurcontract zijn gesloten niet veranderen. Daarmee
wil ik voorkomen dat er huurders op straat komen als gevolg van de coronacrisis. Zie
ook mijn antwoord op vraag 6.
Vraag 5
Wat betekent het statement van u en verhuurders voor de huisuitzettingen voor mensen
die wonen op een antikraakcontract? Wordt aan deze mensen een tijdig, veilig en betaalbaar
alternatief geboden, zodat er geen mensen op straat komen te staan? Op welke manier
helpt u gemeenten hierbij?
Antwoord 5
Leegstandbeheerders zijn geen juridisch eigenaar van het vastgoed waarvoor zij het
beheer verzorgen. In aansluiting op het statement met verhuurders hebben leegstandbeheerders
in een eigen verklaring4 aangegeven hoe ze omgaan met hun bewoners in deze crisistijd. Zij geven daarbij aan
dat zij «nadrukkelijk een appel doen op eigenaren van onroerend goed die tijdelijke
bewoning op basis van bruikleen te blijven faciliteren en waar mogelijk te verlengen
of zelfs uit te breiden, met als doel om de voorraad van betaalbare bruikleenwoningen
te maximaliseren in deze moeilijke tijden». Indien een gemeente zelf gebruik maakt
van leegstandsbeheer voor haar bezit, ligt het in de rede dat zij een tijdelijk alternatief
bieden voor de bewoner wanneer de tijdelijke bewoning afloopt.
Vraag 6
Bent u alsnog bereid om met een spoedwet te komen om huisuitzettingen op te schorten
tijdens de coronacrisis, zodat mensen zichzelf en anderen adequaat kunnen beschermen
tegen het coronavirus? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
Ik verwacht dat er met deze afspraken, in combinatie met de spoedwet ter introductie
van de mogelijkheid om de tijdelijk huur te verlengen, passende stappen zijn gezet
om ten tijde van de coronacrisis geen huisuitzettingen te doen. Indien blijkt dat
afspraken niet nageleefd worden of verhuurders die niet aangesloten zijn bij een verhuurderorganisatie
toch overgaan tot huisuitzettingen, sluit ik een gerichte wettelijke maatregel niet
uit.
Vraag 7
Wat gaat u doen voor bewoners van campings en vakantieparken die nu gesloten (gaan)
worden door de aangescherpte maatregelen van het kabinet, omdat deze mensen jarenlang
zijn gedoogd als bewoners, niets hebben misdaan en u het «in de huidige crisissituatie het zeer onwenselijk is dat mensen uit hun huis worden
gezet»?5
Antwoord 7
Veiligheidsregio’s kunnen op basis van de noodverordening COVID-19 vakantieparken
en andere recreatieve locaties zoals jachthavens sluiten in verband met het coronavirus,
of een verbod op recreatief nachtverblijf instellen. Ik roep gemeenten en de veiligheidsregio’s
op om daarbij een uitzondering te maken voor bewoners van dit soort locaties6. Dat is eenvoudig te doen door de uitzonderingsbepalingen voor arbeidsmigranten en
andere mensen die hier (al dan niet tijdelijk) wonen ruimhartig toe te passen.
Daarmee wordt het park gesloten voor toeristen, maar blijft het open voor mensen die
hier in een recreatieobject wonen.
Vraag 8
Waar kunnen mensen als mevrouw Van Gelder (78 jaar), die geen ander huis heeft, naartoe
als het vakantiepark sluit? Op welke manieren waarschuwt u de Veiligheidsregio’s,
die noodverordeningen in (gaan) stellen, voor dakloosheid tijdens de coronacrisis
en hoe worden deze negatieve gevolgen van noodverordeningen voorkomen?7
Antwoord 8
Mijn inzet is dat mevrouw van Gelder gedurende de crisis op dit vakantiepark kan blijven
wonen. In deze uitzonderlijke situatie kan de veiligheidsregio op basis van uitzonderingsgronden
voor het verbod op recreatief verblijf in de noodverordening COVID-19 maatwerk toepassen.
Vraag 9
Waar kunnen Dinie en Eric terecht als de camping waar zij verblijven wordt gesloten,
omdat er waarschijnlijke besmette familieleden in hun permanente huis wonen en andere
familieleden al besmet zijn?8, 9
Antwoord 9
Mijn inzet is dat Dinie en Eric gedurende de coronacrisis op de camping kunnen blijven
wonen. Deze uitzonderlijke situatie vergt toepassing van maatwerk, waartoe de Veiligheidsregio
een uitzonderingsgrond in de noodverordening kan opnemen.
Vraag 10
Kunt u erop toezien dat mensen, die in soortgelijke situaties zitten als mevrouw Van
Gelder en als Dinie en Erik, een veilig en betaalbaar alternatief krijgen aangeboden,
zodat mensen niet blootgesteld hoeven te worden aan het coronavirus?
Antwoord 10
Mijn inzet is dat mensen gedurende de coronacrisis kunnen blijven wonen waar zij nu
wonen, tenzij daar een onveilige situatie is. Zoals eerder genoemd, heb ik de Veiligheidsregio’s
opgeroepen de uitzonderingsgrond in de noodverordeningen COVID-19 ruimhartig toe te
passen voor mensen die aantoonbaar hun recreatiewoning als hoofdverblijf hebben10. Daarnaast ben ik met de VNG in gesprek over hoe gemeenten gedurende de coronacrisis
met bewoning van vakantieparken en jachthavens om kunnen gaan.
Vraag 11
Waar kunnen mensen terecht die dakloos dreigen te raken? Is dat nog steeds de gemeente
en zijn gemeenten hierop toegerust tijdens de coronacrisis?
Antwoord 11
Het kabinet spant zich op allerlei manieren in om te voorkomen dat mensen in de knel
raken door de gevolgen van het coronavirus. Indien mensen toch onverhoopt dakloos
raken, kunnen ze nog steeds terecht bij gemeenten. VWS heeft samen met VNG en Valente
een richtlijn11 opgesteld die de maatregelen beschrijft die gemeenten moeten nemen om dak- en thuisloze
op een goede manier te helpen gedurende de maatregelen van het kabinet.
Vraag 12
Bent u bekend met voorbeelden van huurders die gedwongen worden om dubbele huurlasten
te betalen, dus zowel voor hun oude als voor hun nieuwe woning hoewel zij niet kunnen
verhuizen door de coronacrisis, zoals het meegestuurde, geanonimiseerde voorbeeld
laat zien?12
Antwoord 12
Bij verhuizingen is een maand dubbele woonlasten haast niet te vermijden, bijvoorbeeld
in de periode waarin de huurder nog zijn oude woning huurt, maar ook het huurcontract
van de nieuwe woning is ingegaan. Ook als huurders op dit moment door de Coronacrisis
nog niet kunnen verhuizen, dan kunnen zij als de huur van de nieuwe woning bijvoorbeeld
per 1 april 2020 ingaat en de huurders dus over de sleutel beschikken al wel voorbereidende
werkzaamheden in de nieuwe woning (laten) uitvoeren. Ik raad de betreffende huurders
aan om gezien de maatregelen ter bestrijding van het Coronavirus nogmaals te proberen
met de betreffende verhuurder tot aangepaste afspraken te komen.
Vraag 13
Gaat u ervoor zorgen dat mensen tijdens de coronacrisis geen dubbele huurlasten hoeven
te betalen omdat zij nog niet kunnen verhuizen tijdens de coronacrisis? Op welke manier(en)
gaat u dit doen bij zowel woningcorporaties als verhuurders in de vrije sector?
Antwoord 13
Zoals ik in het antwoord op vraag 12 heb vermeld vallen enige dubbele lasten bij verhuizing
meestal niet te voorkomen. Ik zal in mijn overleggen met verhuurders een oproep aan
hen doen om binnen hun mogelijkheden coulance te betrachten en zo mogelijk de aanvang
van de huur enige tijd uit te stellen als de betreffende huurder door de maatregelen
ter bestrijding van het Coronavirus nog niet kan verhuizen noch de voorbereidende
werkzaamheden in de nieuwe woning kan (laten) uitvoeren.
Vraag 14
Op welke manier(en) zorgt u ervoor dat huurders of woningzoekenden hun inschrijftijd
of opgebouwde woonpunten voor een huurwoning niet verliezen omdat zij tijdens de huidige
crisis niet tijdig kunnen reageren, niet kunnen bezichtigen of niet kunnen verhuizen?
Antwoord 14
Er hebben mij tot dusver geen signalen bereikt dat hier een acuut probleem ontstaat
voor huurders of woningzoekenden. Indien er wel problemen ontstaan heeft een woningcorporatie
de ruimte om in dergelijke gevallen maatwerk en coulance toe te passen.
Vraag 15
Wilt u deze vragen per stuk beantwoorden en niet clusteren?
Antwoord 15
Ja.
Vraag 16
Wilt u deze vragen en de eerdere Kamervragen over de (mogelijke) sluiting van vakantieparken
en over de huisvesting van arbeidsmigranten tijdens de coronacrisis beantwoorden vóór
het debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus van 1 april 2020?13
Antwoord 16
Het is helaas niet gelukt om deze en de eerdere Kamervragen over de huisvesting van
arbeidsmigranten tijdens de coronacrisis te beantwoorden vóór het debat van 1 april.
Voor de beantwoording van laatstgenoemde vragen heb ik overleg gevoerd met mijn collega
van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.