Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bisschop en Leijten over uitbreiding van de Europese Unie
Vragen van de leden Bisschop (SGP) en Leijten (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over uitbreiding van de Europese Unie (ingezonden 27 maart 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 16 april 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Europese Unie zet deur open voor Albanië en Noord-Macedonië»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u namens Nederland ingestemd met het openen van toetredingsonderhandelingen
met Albanië en Noord-Macedonië? Zo ja, hoe verhoudt dit besluit zich tot de eis aan
kandidaat-lidstaten om voluit te voldoen aan de Kopenhagencriteria, maar ook tot de
logische voorwaarde dat toetreding van nieuwe landen de absorptiecapaciteit van de
EU niet te boven mag gaan?
Antwoord 2
Nederland heeft ingestemd met de opening van de toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië.
Met betrekking tot Albanië heeft Nederland eveneens ingestemd met het besluit tot
opening van de onderhandelingen. De Raad legde daarbij in de raadsconclusies vast
dat er verdere voortgang geboekt dient te worden voordat de daadwerkelijke start van
de onderhandelingen door middel van het plaatsvinden van de eerste Intergouvernementele
Conferentie kan plaatsvinden.
Op het moment dat kandidaat-lidstaten daadwerkelijk toetreden tot de Europese Unie
dienen zij volledig te voldoen aan de Criteria van Kopenhagen. Voor de start van de
onderhandelingen wordt een onderhandelingsraamwerk opgesteld waarin de Criteria van
Kopenhagen leidend zijn. Dit onderhandelingsraamwerk wordt voor Noord-Macedonië en
Albanië, in lijn met de Criteria van Kopenhagen, gebaseerd op de herziene methodologie
met een grotere nadruk op hervorming van de rechtsstaat, economie en het overheidsapparaat.
Daadwerkelijke toetreding kan pas plaatsvinden na een langdurig proces van hervormingen
en als aan alle Criteria van Kopenhagen is voldaan. Dit is voor geen van de kandidaat-lidstaten
voorlopig aan de orde.
De Europese Raad bevestigde in december 2006 dat het tempo van uitbreiding mede bepaald
wordt door de capaciteit van de EU om nieuwe lidstaten op te nemen. In de raadsconclusies
over het openen van de onderhandelingen met Noord-Macedonië en Albanië wordt naar
deze ER-conclusies verwezen. Daarnaast wordt benadrukt dat het van belang is te garanderen
dat de EU de eigen ontwikkeling kan behouden en verdiepen, inclusief de capaciteit
om nieuwe lidstaten te integreren.
Vraag 3
Beaamt u dat de EU buitengewoon terughoudend moet zijn als het gaat om het toelaten
van nieuwe lidstaten, omdat uitbreiding van de EU met landen met een zwakke rechtsstaat
en/of veel corruptie veeleer kan neerkomen op import van instabiliteit in plaats van
export van stabiliteit?
Antwoord 3
Uitbreiding is voor het kabinet geen doel op zich. Het kabinet hanteert een strikt
en fair beleid t.a.v. uitbreiding. Het kabinet zal vasthouden aan de strikte voorwaarden
die aan kandidaat-lidstaten worden gesteld en benadrukt dat het primair aan de uitbreidingslanden
zelf is om deze te vervullen. Elk land dient steeds op eigen merites te worden beoordeeld.
Uiteindelijke toetreding is pas mogelijk als aan alle voorwaarden is voldaan.
Vraag 4
Beaamt u dat de EU eveneens buitengewoon terughoudend moet zijn met uitbreiding in
het licht van de reeds bestaande diversiteit tussen EU-landen en de bijdrage daarvan
aan grote meningsverschillen en zelfs fundamentele crises op terreinen als rechtsstaat,
de omgang met migratie, en het voldoen aan het Stabiliteit- en Groeipact (SGP)?
Antwoord 4
Voor het kabinet is strikte naleving van het EU-acquis waarbij alle lidstaten hun
verplichtingen nakomen essentieel. Hierbij is naleving van gemaakte afspraken, inclusief
over de rechtsstaat, migratie en het SGP, cruciaal. Het kabinet blijft zich hiervoor
inzetten. Op het moment dat kandidaat-lidstaten daadwerkelijk toetreden tot de Europese
Unie dienen zij volledig te voldoen aan alle criteria. Van nieuwe lidstaten zal, net
als van de huidige lidstaten, worden verwacht dat zij het volledige EU-acquis, inclusief
alle afspraken over de rechtsstaat, migratie en het SGP, naleven.
Vraag 5
Kunt u toelichten op basis waarvan u «verdere tastbare en duurzame resultaten» in
Noord-Macedonië als toereikend of voldoende beoordeelt voor het in deze fase instemmen
met het starten van toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië?2
Antwoord 5
Zoals het kabinet uiteenzette in de kabinetsappreciatie3 die uw Kamer op 13 maart jl. toeging is de belangrijke Wet inzake het OM inmiddels
aangenomen. Hiermee lijkt de voortzetting van de zogeheten SPO-zaken verzekerd. Daarnaast
verstevigde de implementatie van eerder aangenomen wetten in de afgelopen periode.
Zo verlopen bijvoorbeeld benoemingen van rechters conform de nieuwe, meer transparante
procedures. Ook stelde de anti-corruptiecommissie een strategie op voor de komende
vier jaar met oog voor de risicosectoren en is de transparantie omtrent de publieksfinanciën
vergroot.
Tevens heeft Noord-Macedonië in het afgelopen jaar verdere stappen gezet in het opbouwen
van track records op corruptie- en georganiseerde misdaadzaken, hervorming van de
veiligheidsdiensten met betere scheiding van bevoegdheden en controle, en hervorming
van het openbaar bestuur.
Om deze redenen deelt het kabinet de constatering van de Commissie dat de regering
van Noord-Macedonië verdere tastbare en duurzame resultaten heeft geboekt t.a.v. de
voorwaarden zoals gesteld door de Raad in juni 2018. Het kabinet heeft derhalve ingestemd
met het openen van de toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië.
Vraag 6
Kunt u toelichten op basis waarvan de «aantoonbare voortgang» in Albanië u voldoende
vertrouwen geeft om nu in te stemmen met het openen van toetredingsonderhandelingen?4
Antwoord 6
Zoals het kabinet uiteenzette in de kabinetsappreciatie die uw Kamer op 13 maart jl.
toeging, verwelkomt het kabinet de voortgang die Albanië heeft geboekt sinds mei 2019.
De ingrijpende vetting wordt doorgezet en de oprichting van verschillende justitiële
instellingen alsmede de benoeming van de General Prosecutor en de High Justice Inspector acht het kabinet positieve ontwikkelingen. Daarnaast is het Special Anti-Corruption
and Organized Crime Structure (SPAK) operationeel en functioneert de bijbehorende
rechtbank inmiddels ook. De aanstelling van een directeur van het NBI (National Bureau
of Investigation) lijkt tevens op korte termijn te realiseren.
Ook zijn er belangrijke stappen gezet t.a.v. het track record op het gebied van georganiseerde
misdaad en corruptie. Tegelijkertijd constateert het kabinet dat het vertrouwen in
het justitieapparaat langzaamaan terugkeert door de grondige vetting en ingezette
hervormingen. Het maatschappelijk middenveld is meer aanwezig en wijst de regering
op haar verantwoordelijkheden, met name als het gaat om het respecteren van mensenrechten
en goed bestuur. Het kabinet verwelkomt de monitoring door de Commissie van de discussie
over de wetgeving ter bescherming van nationale minderheden en de nieuwe mediawet.
Op migratiegebied waardeert het kabinet de samenwerking met Albanese autoriteiten
in de terugname van Albanese onderdanen en verwelkomt het kabinet de daling van asielaanvragen
en inklimmers in Nederland.
Om deze redenen is het kabinet van mening dat Albanië op de voorwaarden zoals gesteld
door de Raad in juni 2018 inmiddels aantoonbare voortgang heeft geboekt. Dit neemt
niet weg dat verdere voortgang noodzakelijk is. Alles afwegende heeft het kabinet
geconcludeerd dat de toetredingsonderhandelingen met Albanië geopend kunnen worden.
De daadwerkelijke opening van de onderhandelingen door middel van een Intergouvernementele
Conferentie (IGC) van de EU-lidstaten en Albanië kan echter pas plaatsvinden, zodra
de Raad heeft vastgesteld dat er voldoende verdere voortgang is geboekt op de voorwaarden
zoals genoemd in de kabinetsappreciatie waar u naar verwijst en het verslag van het
schriftelijk overleg5 dat uw Kamer op 23 maart jl. toeging. Deze voorwaarden zijn, op aandringen van Nederland,
tevens opgenomen in de raadsconclusies die zijn aangenomen via een schriftelijke procedure
na afloop van de Raad Algemene Zaken op 24 maart jl.
Vraag 7
Hoe verhoudt de instemming met toetredingsonderhandelingen met Albanië zich tot het
feit dat daar nog significante vooruitgang geboekt moet worden ten aanzien van onder
meer een goed functionerend Constitutioneel Hof, een transparant politiek bestel en
de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad? Begrijpt u de zorgen van de
indieners op het vlak van volgordelijkheid in dezen?
Antwoord 7
De daadwerkelijke opening van de toetredingsonderhandelingen door middel van een Intergouvernementele
Conferentie (IGC) van de EU-lidstaten en Albanië kan plaatsvinden zodra de Raad heeft
vastgesteld dat er voldoende verdere voortgang is geboekt op de voorwaarden zoals
gesteld door de Raad in zijn conclusies van juni 2018. Het betreft verdere voortgang
in het proces van het doorlichten (vetting) van rechters en openbaar aanklagers en het opzetten van de onafhankelijke justitiële
instellingen, inclusief het Constitutioneel Hof, zoals voorzien in de grondwetshervorming.
Hierbij zal internationale expertise van o.a. de Venetië Commissie meegenomen worden.
Daarnaast het opzetten van de gespecialiseerde organen zoals het SPAK, de NBI en het
bijbehorende hof. Ook dient het track record van proactieve onderzoeken, vervolgingen
en veroordelingen in de strijd tegen georganiseerde misdaad en corruptie te worden
versterkt, inclusief op hoog niveau.
Tevens verwacht de Raad bestendiging van de samenwerking met Albanië op de strijd
tegen georganiseerde misdaad en irreguliere migratie, hervorming van de kieswet gebaseerd
op de aanbevelingen van OVSE/ODIHR, aanpassing van de mediawet op basis van de aanbevelingen
van de Venetië Commissie en implementatie van het FATF actieplan.
Bovenstaande voorwaarden zijn alle, op initiatief van Nederland, opgenomen in de raadsconclusies
die na afloop van de Raad Algemene Zaken van 24 maart jl. aangenomen zijn.
Vraag 8
Overweegt u, en overwegen andere EU-lidstaten, ook het aanbieden van alternatieve
arrangementen in plaats van EU-lidmaatschap aan buurlanden als Albanië en Noord-Macedonië,
zoals een vorm van geprivilegieerd partnerschap?
Antwoord 8
Het kabinet onderschrijft het EU perspectief van de landen van de Westelijke Balkan.
De mededeling over de herziening van de uitbreidingsmethodologie die de Europese Commissie
op 5 februari jl. presenteerde is voor het kabinet een belangrijke stap in de goede
richting om zeker te helpen stellen dat kandidaat-lidstaten volledig zijn voorbereid
voordat zij toetreden tot de EU. De kabinetsappreciatie ging uw Kamer op 14 februari
jl. toe.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.