Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
35 433 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2020 (Tweede incidentele suppletoire begroting inzake COVID-19 crisismaatregel herverzekering leverancierskredieten)
Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 14 april 2020
De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van dit
voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van
vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 10 april 2020 voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën.
Bij brief van 14 april 2020 zijn ze door de Staatssecretaris van Financiën beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Freriks
Vraag 1
Hoe wordt, gegeven de volgende passage, de evaluatie om te beslissen of verlenging
noodzakelijk is van deze regeling precies uitgevoerd: «Door middel van frequente rapportages vanuit de private verzekeraars afzonderlijk
krijgen wij inzicht in de ontwikkeling van de portefeuille. In deze rapportage staan
onder andere de uitgekeerde schade, vorderingen, inkomsten en aangegane verplichtingen
vermeld. Daadwerkelijk evalueren of de regeling een succes is lijkt niet zo makkelijk,
aangezien er geen nulmeting kan worden gedaan. Het doel van de regeling is immers
het voorkomen dat de kortlopende omzetmarkt stilvalt doordat limieten op leverancierskredieten
beëindigd worden. Het meten of dit voorkomen is vanwege invoering van deze regeling
valt lastig te meten.»?
Antwoord op vraag 1
De beslissing om te verlengen hangt in eerste instantie af van de ontwikkeling van
de economische omstandigheden, maar ook wat staatssteunrechtelijk vanuit de Europese
Commissie wordt toegestaan. Indien de Commissie niet langer overheidsingrijpen toestaat
in kortlopende verzekeringen zal de herverzekering door de Staat moeten eindigen.
Of de markt genormaliseerd is valt op te maken uit de rapportages van de verzekeraars.
Wanneer de zogeheten claims-ratio (dit is de verhouding van de claims ten opzichte
van de ontvangen premie) is gedaald naar gebruikelijke niveaus kan de portefeuille
weer worden overgedragen aan verzekeraars, zonder dat het gevaar bestaat dat deze
grootschalig limieten afbouwen. Dit zal plaatsvinden in overleg met de verzekeraars,
maar de Staat kan eenzijdig besluiten tot verlenging of beëindiging van de herverzekering.
Vraag 2
Welke lessen heeft men geleerd van de uitvoering van de Tijdelijke Aanvullende Staatskredietverzekering
(TASK) anders dan dat de huidige regeling ook toegepast zal worden voor kredieten
die beëindigd worden in plaats van enkel verlaagd?
Antwoord op vraag 2
De TASK regeling is indertijd weinig gebruikt. Uit gesprekken met verzekeraars worden
daarvoor de volgende redenen aangedragen: TASK was te laat, te ingewikkeld, te duur
en voorzag niet in de mogelijkheid om dekking te bieden op geheel afgebouwde limieten.
Indien toestemming van de Europese Commissie wordt verkregen is deze herverzekering
veel sneller ingevoerd, nog voordat op grote schaal limieten zijn afgebouwd. Doordat
de hele portefeuille wordt overgenomen is deze herverzekering administratief eenvoudiger.
Bij TASK moest de verzekerde voor elke limiet die de overheid afgaf (door een verdubbeling
van de limiet van de verzekeraar) toestemming geven en instemmen met de beduidend
hogere premie. De premies blijven nu gelijk, omdat niet wordt ingegrepen in de contracten
tussen verzekeraar en verzekerde. Door het herverzekeren van de portefeuille hoeven
limieten in eerste instantie – behoudens als een bedrijf ophoudt te bestaan of anderszins
geheel niet meer in staat is om te betalen – niet naar 0 teruggebracht te worden.
In de bovengenoemde tekortkomingen van TASK is dus voorzien.
Vraag 3
Hoe wordt de Kamer, lopende de regeling, op de hoogte gehouden over de werking ervan,
ook gegeven de onzekerheid rondom de kosten van de regeling? Wanneer verwacht u de
Kamer te kunnen informeren om zo meer zekerheid te geven over de kosten van de regeling?
Antwoord op vraag 3
Wanneer de herverzekeringsovereenkomsten getekend zijn en toestemming van de Europese
Commissie is verkregen, zal de Kamer geïnformeerd worden door middel van een brief.
De Kamer wordt tevens op de reguliere begrotingsmomenten geïnformeerd over de raming
van de verwachte schade-uitkering, premieontvangsten en schade-restituties. De reguliere
begrotingsmomenten zijn de ontwerpbegroting, de eerste en tweede suppletoire begroting,
jaarverslag en slotwet.
Vraag 4
Worden de adviezen, waarvan u verwacht dat ze komende weken allemaal worden afgerond,
na afronding ook in het geheel aan de Kamer gestuurd?
Antwoord op vraag 4
Wanneer de herverzekeringsovereenkomsten getekend zijn en toestemming van de Europese
Commissie is verkregen, zal de Kamer geïnformeerd worden door middel van een brief.
In de brief zal ook worden ingegaan op het advies van de juridische en financiële
adviseurs en over de voorwaarden in de overeenkomsten, die voor elke private verzekeraar
hetzelfde zijn.
Vraag 5
Met welke ondernemingen die kredietverzekeringen aanbieden is door de diverse ministeries
gesproken over de vormgeving van de regeling?
Antwoord op vraag 5
Er is overleg geweest met alle volgens het Verbond van Verzekeraars in Nederland actieve
kredietverzekeraars: Atradius, Euler Hermes, Coface, Mercury, Nexus en Credendo.
Vraag 6
Is het mogelijk om de verlenging van de herverzekering, waartoe uiterlijk drie maanden
voor het einde van het jaar besloten zal worden, ook voor een aantal maanden te doen
of dient dit wederom voor minimaal een jaar te gebeuren?
Antwoord op vraag 6
Ja het is ook mogelijk om dit voor een aantal maanden te doen. Hoe lang een eventuele
verlenging zal duren hangt onder andere af van de ontwikkeling van de pandemie, de
economische omstandigheden, maar ook wat staatssteunrechtelijk wordt toegestaan.
Vraag 7
Wordt er een analyse gemaakt van de risico’s dat minder verantwoord gedrag uit het
verleden van de verzekeraar nu wordt beloond door het overnemen van de portefeuilles?
Hoe wordt hierbij gekeken naar factoren als bijvoorbeeld gemiddeld prijsniveau en
polislimieten en hun bijdrage aan de claims ratio?
Antwoord op vraag 7
De gehele portefeuille van de private verzekeraars wordt herverzekerd, zowel de goede
als de slechte risico’s. Alle risico’s waren vóór de sluitingen door corona voor deze
winstgevende verzekeraars acceptabele risico’s, de verslechteringen zijn dus het gevolg
van corona en daar is deze maatregel voor bedoeld. Daarom is ook gekozen om deze herverzekering
met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020 in te laten gaan. Alle in Nederland
actieve kredietverzekeraars die onder toezicht staan komen in aanmerking voor een
overeenkomst.
Vraag 8
Hoe wordt ervoor gewaakt dat de regeling de concurrentie op de markt op de (middel-)lange
termijn niet beschadigt?
Antwoord op vraag 8
De herverzekering staat open voor alle in Nederland actieve kredietverzekeraars die
onder toezicht staan. Alle overeenkomsten met verzekeraars zijn tegen exact gelijke
voorwaarden, waaronder de looptijd van de overeenkomst. De markt in Nederland wordt
daarmee dus voor de toekomst zo goed mogelijk gewaarborgd.
Vraag 9
Komen alle krediet(her)verzekeraars die onder toezicht staan van de Autoriteit Financiële
Markten (AFM) in aanmerking voor de regeling of wordt hier een andere selectieprocedure
op toegepast? Zo ja, welke krediet(her)verzekeraars komen in aanmerking?
Antwoord op vraag 9
Alleen kredietverzekeraars die een vergunning van DNB hebben om in Nederland verzekeringen
aan te bieden of die op basis van een Europees paspoort hun diensten in Nederland
mogen aanbieden, komen voor de herverzekering in aanmerking. Deze staan ook onder
gedragstoezicht van de AFM. De grootste kredietverzekeraars bieden in Nederland kredietverzekeringen
aan op basis van een Europees paspoort en staan niet onder prudentieel toezicht van
DNB.
Vraag 10
Hoe zal de AFM, gegeven de unieke situatie en de unieke maatregel, de komende tijd
toezicht houden op de markt? Hoe wordt hierbij samengewerkt met buitenlandse toezichthouders,
daar sommige krediet(her)verzekeraars ook deels onder buitenlands toezicht staan?
Antwoord op vraag 10
Het bestaande toezicht en de verdeling van bevoegdheden zijn onverkort van kracht.
De AFM bepaalt haar prioriteiten door voortdurend te analyseren welke problemen in
de markt de meeste risico’s met zich mee brengen. De AFM richt zich op die zaken waar
de meeste schade voor consumenten, beleggers en marktpartijen bestaat of kan ontstaan.
Op nieuwe en toekomstige risico´s wordt zoveel mogelijk geanticipeerd. De AFM zet
haar middelen daar in waar dat het meest noodzakelijk is. Daarbij probeert de AFM
een goed evenwicht te bewaren tussen het oplossen van bestaande problemen en het voorkomen
van nieuwe problemen.
EIOPA, het samenwerkingsverband van Europese toezichthouders op de verzekeringsmarkt,
waarin ook DNB en de AFM deelnemen, heeft een statement gepubliceerd t.a.v. wat van
verzekeraars en bemiddelaars in verzekeringen wordt verwacht onder de uitzonderlijke
omstandigheden van de Corona-uitbraak. Zij worden geacht consumenten duidelijk en
tijdig te informeren over hun contractuele rechten, consumenten eerlijk te behandelen
en rekening te houden met hun belangen. Voor zover het nodig wordt geacht producten
aan te passen, dient dit te gebeuren aan de van de wettelijke eisen die gelden t.a.v.
productontwikkeling. De verwachtingen uit het statement gaan over de bescherming van
consumenten maar kunnen evengoed gelden voor zakelijke cliënten.
Vraag 11
Wordt toezicht gehouden op de huidige acceptatiegraad van de krediet(her)verzekeraars
zodat er geen misbruik gemaakt kan worden door grote spelers op de markt door nu met
staatsgaranties compleet andere polissen aan te bieden waardoor andere krediet(her)verzekeraars
uit de markt gedreven worden?
Antwoord op vraag 11
De herverzekering staat op gelijke voorwaarden open voor alle verzekeraars. Onderdeel
van de overeenkomst is dat er niets veranderd wordt aan de lopende verzekeringsovereenkomsten.
Voor nieuwe polissen- zie ook het antwoord op vraag 48 – gaan waarschijnlijk iets
afwijkende voorwaarden gelden, maar ook die voorwaarden zijn gelijk voor alle verzekeraars. Voor
alle polissen die de kredietverzekeraars aanbieden geldt dat die onder normale omstandigheden
ook acceptabel zijn voor hen, aangezien de portefeuille na aflopen van de overeenkomst
weer in de boeken van de private verzekeraar valt. De Staat krijgt op basis van de
(nog te sluiten) overeenkomsten alle noodzakelijk informatie en heeft de bevoegdheid
om een accountant de boeken te laten inzien bij de verzekeraars. Mocht een partij
zich niet houden aan de voorwaarden uit de overeenkomst dan kan nakoming worden gevorderd
en bij geschillen kan arbitrage worden ingeroepen.
Vraag 12
Is er, gelijk aan de TASK-regeling in het verleden, contact geweest met de Europese
Commissie over deze regeling en kan deze (juridische gezien) op goedkeuring rekenen?
Antwoord op vraag 12
Net zoals de TASK-regeling in het verleden, zal ook deze afspraak tot herverzekering
moeten worden gemeld bij en goedgekeurd door de Europese Commissie. Het notificatietraject
bij de Europese Commissie zal op korte termijn starten en gelijktijdig verlopen met
het opstellen van de herverzekeringsovereenkomsten. Notificaties van maatregelen die
genomen worden wegens de pandemie worden, ongeacht of zij onder het tijdelijke staatssteunkader
passen, versneld behandeld door de Europese Commissie. Hoeveel tijd de Europese Commissie
nodig zal hebben, valt niet met zekerheid te zeggen, maar mogelijk wordt de besluitvorming
binnen enkele weken afgerond Externe juridische adviseurs voorzien de Staat hierbij
van advies. Zie ook vraag 44.
Vraag 13
Hoeveel heeft de TASK-regeling de Nederlandse staat toentertijd in totaal gekost en
opgeleverd?
Antwoord op vraag 13
De Staat heeft voor de TASK-regeling in totaal c.a. € 0,5 mln. aan premie ontvangen
en c.a. € 0,3 mln. aan schade uitbetaald. Zie hiervoor ook de jaarverslagen van de
Financiënbegroting IXB artikel 5.
Vraag 14
Welke afspraken zijn gemaakt met krediet(her)verzekeraars en wat gebeurt er indien
partijen zich niet aan de gemaakte afspraken houden?
Antwoord op vraag 14
Met alle deelnemende kredietverzekeraars wordt een overeenkomst gesloten. Deze overeenkomsten
bevat alle noodzakelijke voorwaarden. Te denken valt aan de hoogte van de uitvoeringskostenvergoeding
(die zo veel mogelijk op kostendekkende basis zal worden vastgesteld), de underwriting guidelines, de wijze waarop alle inkomsten en uitgaven worden verrekend, alle voorwaarden rond
inwerkingtreding, verlenging en beëindiging, of de voorwaarden die verder aan verzekeraars
worden opgelegd (zie onder meer de antwoorden op vragen 18 en 25).
De Staat krijgt op basis van de (nog te sluiten) overeenkomsten alle noodzakelijk
informatie en heeft de bevoegdheid om een accountant de boeken te laten inzien bij
de verzekeraars. Mocht een partij zich niet houden aan de voorwaarden uit de overeenkomst
dan kan nakoming worden gevorderd en bij geschillen kan arbitrage worden ingeroepen.
Vraag 15
Op welke wijze wordt uitvoering gegeven aan de terugwerkende kracht die de maatregel
behelst? Hoe wordt omgegaan met reeds ingetrokken kredieten?
Antwoord op vraag 15
De herverzekering ziet op alle leveringen die hebben plaatsgevonden vanaf 1 januari
2020. De openstaande betalingen en achterstanden op basis van leveringen in 2019 vallen
dus niet onder de herverzekering. Limieten kunnen om verschillende (reguliere) redenen
worden ingetrokken of aangepast, met als duidelijkste voorbeeld het failliet gaan
van een bedrijf. De jaarcijfers over 2019 kunnen ook reden zijn voor verzekeraars
om limieten aan te passen (zowel omhoog als omlaag). Er kan dus niet gesteld worden
dat alle reeds ingetrokken kredietlimieten worden hersteld, maar dat is wel zo veel
mogelijk het uitgangspunt.
Vraag 16
Wat verstaat u onder mkb-ondernemers? Kunt u uitleggen welke omzet, aantal personeelsleden
etc. volgens u bij een mkb-onderneming horen?
Antwoord op vraag 16
Voor de herverzekering maakt het niet uit of bedrijven tot het mkb of tot het grootbedrijf
behoren. De Staat herverzekert de gehele portefeuilles van de verzekeraars vanaf 1-1-2020.
De circa 400.000 bedrijven (waarvan er 75.000 in de problemen dreigen te komen) –
in binnen- en buitenland – waarop limieten zijn afgegeven vallen voor een groot deel
onder het mkb; dit valt af te leiden uit de gemiddelde benutting van de limieten van
circa 100.000 euro per bedrijf. Welk percentage van de 400.000 bedrijven tot het mkb
behoort is niet bekend.
Vraag 17
Kunt u onderbouwen dat kredietverzekeraars werkelijk genoodzaakt zijn hun belangen
af te bouwen?
Antwoord op vraag 17
De betalingsrisico’s die de kredietverzekeraars verzekeren zijn in veel sectoren van
de economie verslechterd. In theorie heeft een verzekeraar die deze risico’s verzekert
twee «knoppen om aan te draaien»: de premie die de verzekeraar in rekening brengt
en de risico’s die worden afgedekt. De premies liggen echter vast; de verzekeringsovereenkomsten
hebben een looptijd van een of twee jaar en kunnen op het punt van de premie niet
worden aangepast. Dan rest de verzekeraar bij verslechtering van de risico’s als enige
maatregel het terugbrengen van de dekking. Dit is in de periode 2008–2010 eveneens
op grote schaal gebeurd en probeert de Staat nu te voorkomen gezien de grote economische
schade die dit oplevert.
Vraag 18
Wat krijgt de samenleving terug voor het feit dat deze garant staat? Hebt u bijvoorbeeld
met de verzekeraars afgesproken dat er geen ontslagen vallen, en er geen uitzendkrachten
niet meer worden ingehuurd?
Antwoord op vraag 18
Zie het antwoord op Kamervraag 19.
Vraag 19
Hebt u kredietverzekeraars gevraagd iets terug te doen voor de samenleving vanwege
het feit dat deze garant staat voor zo'n groot bedrag? Zo neen, waarom niet?
Antwoord op vraag 18 en 19
Met de verzekeraars waarmee overeenkomsten worden gesloten worden op dit moment afspraken
gemaakt over beperkingen ten aanzien van het uitkeren van dividenden en het toekennen
van bonussen aan het management in Nederland. Het doel van de regeling is om onnodig
faillissement van vele bedrijven en het verlies van banen voorkomen.
Vraag 20
In welke orde van grootte vallen de 75.000 bedrijven? Hoeveel directe werkgelegenheid
leveren deze op, en hoeveel indirecte?
Antwoord op vraag 20
Op dit moment hebben wij geen inzicht in de grootte van de bedrijven en de verhouding
mkb – niet-mkb in de portefeuille van de private verzekeraars. Echter, de gemiddelde
limietafgifte ligt rond 100.000 euro. Het zal daarom voornamelijk om mkb-bedrijven
gaan. We hebben de intentie alleen de verzekeringen over te nemen van Nederlandse
polishouders, dat wil zeggen de toeleveranciers. Deze 15.000 leveranciers leveren
aan ongeveer 400.000 bedrijven in binnen- en buitenland. Zonder overheidsingrijpen
vervalt de dekking op ongeveer 75.000 bedrijven (van de 400.000), wat gevolgen heeft
voor de liquiditeit van deze bedrijven. Vaak zullen deze ondernemingen dan stoppen
of alleen onder directe betaling zaken kunnen doen. De hoeveelheid werkgelegenheid
die hiermee gemoeid is – en die zich niet alleen in Nederland bevindt maar ook in
alle landen waaraan geleverd wordt, is niet bekend.
Vraag 21
Is de werkwijze gelijk aan de exportkredietverzekering? Wat zijn de verschillen? Kunnen
bedrijven ook van beide gebruik maken?
Antwoord op vraag 21
De werkwijze is geheel anders dan bij de exportkredietverzekering. De herverzekering
leverancierskredieten is daarom ook als aparte garantie opgenomen op de Financiënbegroting.
Voor de exportkredietverzekering (ekv) treedt de Staat op als verzekeraar en is Atradius
Dutch State Business de uitvoerder. Er is bij de herverzekering leverancierskredieten,
anders dan bij de ekv, geen rechtstreekse overeenkomst tussen de verzekerde en de
Staat.
Bij de ekv gaat het vrijwel altijd om (middel)lange exportkredieten voor grote bedragen.
Ter vergelijking: het uitstaande obligo onder de ekv is circa 16 miljard euro verdeeld
over iets meer dan 400 verzekeringen en dekkingstoezeggingen (gemiddeld 40 miljoen
euro), terwijl het bij de kortlopende leverancierskredietverzekeringen gaat om op
dit moment uitstaand obligo van circa 44 miljard euro verdeeld over 400.000 bedrijven
(gemiddeld 110.000 euro). De gemiddelde looptijd bij de ekv is drie tot vijf jaar,
bij de kortlopende kredietverzekeringen is dat dertig tot zestig dagen. Ten slotte
is er bij de ekv altijd sprake van een exporttransactie en vindt de verzekering plaats
op basis van een enkele transactie, terwijl hier zeker 30% van de verzekerde omzet
binnenlands is en verzekerden hun hele omzet voor zover deze kwalificeert onderbrengen
in plaats van een enkele transactie.
Bedrijven kunnen in principe van beide instrumenten gebruik maken maar uiteraard niet
voor dezelfde transactie. De ekv is vooral toepasbaar voor dure kapitaalgoederen en
grote dienstencontracten terwijl de kortlopende kredietverzekeringen vooral consumentengoederen
dekken.
Vraag 22
Welke bedrijven zullen ervan gebruikmaken? Mkb’ers of grote bedrijven?
Gaat het om nationaal of internationaal opererende bedrijven?
Antwoord op vraag 22
Het is de bedoeling dat de gehele portefeuille van de private verzekeraars in herverzekering
genomen worden. Op dit moment hebben wij geen inzicht in de verhouding mkb – niet-mkb
in de portefeuille van de private verzekeraars. Echter, de gemiddelde limietafgifte
ligt rond € 100.000. Het zal daarom voornamelijk om mkb-bedrijven gaan. De 15.000
leveranciers leveren aan ongeveer 400.000 bedrijven. Ongeveer 30% van deze omzet is
binnen Nederland, het overgrote andere deel heeft betrekking op Duitsland, België,
Frankrijk en het VK.
Vraag 23
Gaat u ervoor zorgen dat de private verzekeraars uiteindelijk alles zullen terugbetalen,
zodat er geen sprake kan zijn van private winsten in goede tijden maar publieke lasten
wanneer het tegenzit?
Antwoord op vraag 23
De private verzekeraars hebben geen directe voordelen van de herverzekering door de
staat. Voor het herverzekeren ontvangt de staat alle premies die normaal gesproken
aan de verzekeraars ten deel zouden vallen. De verzekeraars ontvangen enkel een vergoeding
voor de uitvoeringskosten, de administratieve kosten voor het afsluiten van de (onderliggende)
verzekeringen. Deze zal op kostendekkende basis worden vastgesteld. Er zijn dus geen
private winsten (bij de verzekeraars). Hier zal door een accountant op toe worden
gezien.
De herverzekering komt ten goede aan de verzekerde bedrijven en hun klanten. Met deze
herverzekering wordt namelijk bereikt dat de verzekeraars de limieten van voor de
crisis overeind houden zodat de grote hoeveelheid leverancierskredieten die normaal
door deze verzekeraars mogelijk worden gemaakt behouden blijven. Zonder herverzekering
zouden de verzekeraars de afgelopen weken begonnen zijn met het snel en massaal afbouwen
van hun openstaande posities, in elk geval in de meest getroffen sectoren. Daardoor
dreigt een systeemrisico in deze sectoren: door het afbouwen van de limieten kunnen
bedrijven geen gebruik meer maken van leverancierskredieten, zich niet meer bevoorraden
en zijn ze ook niet langer in staat om, als overheidsmaatregelen zoals gedwongen sluitingen
weer worden verlicht, opnieuw inkomsten te genereren waarmee ze aan hun verplichtingen
kunnen voldoen.
Vooruitlopend op het sluiten van een overeenkomst hebben de verzekeraars ander gedrag
vertoond dan zij normaal zouden hebben gedaan. Als prudent opererende verzekeraars
hadden ze hun posities moeten afbouwen, maar dat is niet gebeurd. In feite hebben
ze daarmee geaccepteerd dat ze verliezen lijden op hun portefeuilles, in de wetenschap
dat een herverzekeringsovereenkomst met de Staat zou worden gesloten. Het is niet
meer dan redelijk om deze verliezen, die geleden worden om het door de Staat beoogde
doel van het in stand houden van limieten, onderdeel te laten zijn van de herverzekering.
Anders hadden de afgelopen weken de verzekeraars wel prudent moeten acteren en was
al meer schade geleden bij bedrijven dan nodig. Winsten worden zoals hiervoor gesteld
niet gemaakt, omdat alle inkomsten moeten worden afgestaan en enkel de kosten worden
vergoed.
Vraag 24
Wat zijn de (financiële) consequenties voor de verzekeraars?
Antwoord op vraag 24
Zie het antwoord op Kamervraag 23.
Vraag 25
Kunt u aangeven hoeveel premie er reeds is geïnd door de overheid?
Antwoord op vraag 25
De herverzekering leverancierskredieten is nog niet in werking getreden. Dit volgt
nadat de aan uw parlement voorgelegde incidentele suppletoire begroting (ISB) is goedgekeurd,
de contracten met de private verzekeraars zijn getekend en er goedkeuring is van de
Europese Commissie op het gebied van staatssteun. Op dit moment zijn er dus nog geen
premies bij de Staat binnen gekomen.
Vraag 26
In hoeverre zijn er (financiële) randvoorwaarden (hierbij dient gedacht te worden
aan het limiteren van bonussen, dividenden, verwerven van (eigen) aandelen, arbeidsvoorwaarden
van (tijdelijke) werknemers e.d.) verbonden aan de toekenning van de staatsgarantie
voor de krediet(her)verzekeraars?
Antwoord op vraag 26
Zie het antwoord op de Kamervragen 18 en 19 en op 23 en 24.
Vraag 27
Is er overwogen om enkel garant te staan voor het als gevolg van de crisis niet-rendabele
deel van de openstaande portefeuilles van de krediet(her)verzekeraars? Zo ja, waarom
is hier niet voor gekozen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 27
Hier is niet voor gekozen om twee redenen. Ten eerste zou dit ongunstig zijn voor
de Staat. Door de gehele portefeuilles te herverzekeren komen alle premies ten gunste
van de Staat, ook de premies die betrekking hebben op risico’s die niet verslechteren.
Mede daarom is ervoor gekozen om de herverzekering met terugwerkende kracht vanaf
1 januari 2020 in te laten gaan. Zoals in het antwoord op vraag 17 is aangegeven is
het niet mogelijk de premies in de lopende verzekeringsovereenkomsten aan te passen.
Als de Staat alleen de slechte risico’s zou overnemen zou het verlies dus hoger oplopen.
Ten tweede veronderstelt het aanbrengen van een onderscheid ten aanzien van risico’s
die door de crisis zijn verslechterd dat dit onderscheid scherp kan worden gemaakt.
Dat kan in de praktijk echter niet altijd precies worden vastgesteld. De ervaringen
met TASK – zie het antwoord op vraag 2 – hebben geleerd dat het van belang is om snel
en administratief eenvoudig in te grijpen en dat het dus effectiever is om een gehele
herverzekering in te voeren.
Vraag 28
Kunt u een lijstje geven met alle EU-lidstaten die een vergelijkbare regeling voor
herverzekering leverancierskrediet en/of exportkredieten hebben, of in overweging
hebben?
Antwoord op vraag 28
De landen om ons heen hebben te maken met dezelfde problemen waarvoor nu de herverzekering
leverancierskrediet wordt ingericht. Om die reden is vanuit de verschillende lidstaten
gepleit voor het opschorten van de «mededeling kort» van de Europese Commissie. Deze
mededeling verbiedt normaalgesproken het van overheidswege in verzekering nemen van
kortlopende transacties in EU- en OESO-landen, omdat dergelijke transacties door de
private markt gedekt worden onder normale omstandigheden. Met het opschorten van de
mededeling, wordt het voor EU-lidstaten mogelijk gemaakt om in te grijpen en zo de
economie te ondersteunen. Frankrijk en Denemarken zijn reeds gestart met zogenaamde topping up maatregelen, Duitsland heeft net als ik voor een herverzekering
van het leverancierskrediet gekozen. De maatregelen van deze landen zijn al goedgekeurd
door de Europese Commissie. Ambtelijk is vernomen dat mogelijk meer landen volgen
met het soort maatregel als de herverzekering leverancierskrediet.
Vraag 29
Zijn deze crisismaatregelen in principe toegankelijk voor alle ondernemingsvormen
en rechtspersonen?
Antwoord op vraag 29
Zowel voor de verzekerden als voor hun klanten waarop limieten worden afgegeven geldt
dat ze moeten beschikken over een KvK-nummer (of buitenlands equivalent).
Vraag 30
Waarom moeten kredietverzekeraars hun blootstelling op een groot deel van de door
de COVID-19-maatregelen getroffen bedrijven per direct afbouwen?
Antwoord op vraag 30
Zie het antwoord op Kamervraag 17.
Vraag 31
Wat is het verschil tussen de voorgestelde garanties à 12 miljard euro en de garanties
die de Nederlandse overheid in de kredietcrisis aan banken verschafte voor slechte
leningen?
Antwoord op vraag 31
In de kredietcrisis heeft de Staat een portefeuille die bestond uit Amerikaanse hypotheken
voor 80% overgenomen van ING (de «Alt-A-portefeuille»). De overeenkomst met deze herverzekering is dat alle inkomsten en uitgaven
voor het overgenomen deel ook toen ten gunste dan wel ten laste van de Staat kwamen
en gingen. Het essentiële verschil – afgezien van het feit dat die portefeuille bestond
uit langlopende hypotheken en deze uit kortlopende kredietverzekeringen – was dat
het toen om een statische portefeuille ging – er kwam geen hypotheek meer bij – terwijl
het nu juist de bedoeling is van het overheidsingrijpen dat er nog altijd nieuwe betalingsverplichtingen
worden aangegaan en afgedekt. Indertijd was ingrijpen beoogd om een systeembank te
beschermen, nu gaat het echter niet om het beschermen van de verzekeraars maar om
de bedrijven die gebruik maken van de kredietverzekeringen, zowel de leveranciers
als hun klanten.
Vraag 32
Zijn er naast deze overheidsgaranties voor herverzekeraars ook overheidsgaranties
nodig voor banken?
Antwoord op vraag 32
Ja, in reactie op de COVID-19 crisis is het garantie-instrumentarium dat gericht is
op bancaire financiering verruimd. Zie voor meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/04/07/kamerbr… (2020D13456).
Vraag 33
Waarom zijn de voorgestelde garanties nodig aangezien de kern van een verzekeraar
is dat ze risico’s verzekeren die niet individueel gedragen kunnen worden? Kan dit
niet door de verzekeraars zelf gedragen worden?
Antwoord op vraag 33
In normale tijden dragen de verzekeraars de risico’s zelf. Zoals in onder andere het
antwoord op vraag 17 is aangegeven zullen de verzekeraars gezien de verslechterde
betalingsrisico’s hun posities afbouwen en dus de limieten terugbrengen. Een andere
optie is er voor hen zonder overheidsingrijpen niet. Het effect daarvan zou zijn dat
de verzekerde bedrijven niet langer op hun verzekering kunnen terugvallen indien hun
klanten op krediet bestellingen doen. Dat risico zal doorgaans onacceptabel zijn voor
de leveranciers, zodat ze niet langer bereid zijn op krediet te leveren en enkel nog
op basis van directe betaling bedrijven zullen willen bevoorraden. Juist de bedrijven
die het hardst getroffen zijn door de crisis en dus geen of weinig inkomsten hebben
op dit moment, zullen daar niet toe in staat zijn. Daardoor ontstaat het gevaar dat
bedrijven als de omstandigheden normaliseren niet meer open kunnen gaan, omdat ze
niet meer bevoorraad kunnen worden. Omgerekend naar jaarbasis komt daardoor zeker
50 miljard euro aan leveringen tussen leveranciers en klanten in gevaar. Zowel de
leveranciers als hun klanten kunnen daardoor in ernstige problemen komen.
Vraag 34
Is er sprake van bepaalde sectoren waarin de 75.000 bedrijven die worden geholpen
actief zijn? Welke?
Antwoord op vraag 34
Deze bedrijven zijn actief in allerlei sectoren. Zie ook het antwoord op vraag 43
en 46.
Vraag 35
Heeft een eenmanszaak van een persoon die de pensioengerechtigde leeftijd al heeft
bereikt, ook toegang tot de exportkredietverzekering en de herverzekering van leverancierskrediet?
Antwoord op vraag 35
Zoals in het antwoord op vraag 29 is aangegeven geldt zowel voor de verzekerden als
hun klanten dat deze over een KvK-nummer (of buitenlands equivalent) moeten beschikken.
De leeftijd van de eigenaar van een eenmanszaak doet niet ter zake.
Vraag 36
Op welke wijze is er sprake van coördinatie op Europees/internationaal niveau, bij
het ontwerpen en bij het uitvoeren van de uitgebreide exportkredietverzekering?
Antwoord op vraag 36
Er wordt zowel op Europees als internationaal niveau informatie uitgewisseld tussen
landen over welke crisismaatregelen worden genomen. Het ontwerp en de uitvoering van
de maatregelen wordt door elk land zelfstandig gedaan. Daarnaast wordt bij de maatregelen
rekening gehouden met de naar aanleiding van de pandemie aangepaste Europese regelgeving.
Zo heeft de Europese Commissie de werking van de zogenaamde Mededeling Kort tijdelijk
opgeschort, waardoor het mogelijk is kortlopende exporttransacties op EU- en OESO-landen
in verzekering te nemen.
Vraag 37
Kunt u een breakdown geven van de 75.000 bedrijven voor wie volgens de memorie van
toelichting «deze vorm van kredietverlening geheel dreigt te verdwijnen» (graag in
elk geval op basis van omzet en rechtspersoon)?
Antwoord op vraag 37
Deze cijfers hebben wij niet, maar deze bedrijven zijn actief in allerlei sectoren,
uiteenlopend van de lokale bloemenhandelaar tot grote horecaketens.
Vraag 38
Wat is de ondergrens van de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)-provisie met inachtneming
van de de-minimisdrempel?
Antwoord op vraag 38
Dit is afhankelijk van de bandbreedte van de omvang van de borgstellingskredieten
die met de BMKB gedekt worden. Die loopt nu tot 1,5 miljoen euro. De BMKB-provisie
voor ondernemingen die getroffen zijn door de uitbraak van het coronavirus is recent
verlaagd naar 2%. Met dit percentage blijven ook ondernemers met een borgstellingskrediet
van 1,5 miljoen euro onder de de-minimisdrempel van € 200.000. Op deze manier blijft
de bandbreedte aan borgstellingskredieten die de BMKB kan dekken intact en blijft
de regeling werkbaar.
Vraag 39
Wat zijn de budgettaire gevolgen van een verlaging van de BMKB-provisie naar 0%?
Antwoord op vraag 39
Als dit uitsluitend een budgettaire kwestie zou zijn, zou dit 4 miljoen euro kosten
per 200 miljoen euro benutting. Bij het huidige garantieplafond van 1,5 miljard euro
betreft dit in totaal een bedrag van 30 miljoen euro. De van toepassing zijnde staatssteunkaders
en werkbaarheid van de regeling laten een verdere verlaging van de provisie naar 0%
echter niet toe.
Vraag 40
Kunnen kredietinstellingen hun kredietvoorwaarden aanpassen, zodat ze impliciet profiteren
van de voorgestelde regelingen? Op welke wijze monitort u of deze regelingen (onwenselijke)
gevolgen heeft voor de rente en andere kredietvoorwaarden?
Antwoord op vraag 40
Nee, in de afspraken over de herverzekering die ik met kredietverzekeraars zal maken,
komen ook afspraken over de verzekeringsvoorwaarden die deze kredietverzekeraars hanteren.
Een harde voorwaarde is dat zij de verzekeringsvoorwaarden niet aanpassen. De kredietverzekeraars
moeten verantwoording afleggen door middel van periodieke rapportages. De frequentie
en inhoud van deze rapportages is nog onderwerp van gesprek.
Vraag 41
Kunnen verzekeraars in de komende periode (heden tot eind 2020) nieuwe verzekeringen
aangaan? Zo ja, welke voorwaarden zijn hieraan verbonden? Zo nee, waarom niet en welke consequenties heeft dit voor sectoren en bedrijven
die vooruitlopend op een mogelijke versoepeling van de regels ter bestrijding van
COVID-19 nieuwe verplichtingen moeten aangaan? En zo nee, wat zijn de consequenties
voor ondernemers? Kunt u hierbij ingaan op specifieke sectoren waar seizoensgebonden
verplichtingen aangegaan moeten worden? Zijn er andere branches waar het niet kunnen
aangaan van nieuwe kredietverzekeringen tot problemen kan leiden? Welke zijn dat?
Antwoord op vraag 41
Hierbij moet een onderscheid worden gemaakt tussen nieuwe verzekeringen en nieuwe
verplichtingen. Vanuit de aard van het product geldt bij kredietverzekeringen dat
de verplichtingen doorrollen: een ondernemer doet een bestelling, krijgt deze op krediet
geleverd, genereert omzet met de geleverde goederen en lost daarmee het krediet –
de openstaande factuur – af en doet weer nieuwe bestellingen voor nieuwe voorraad.
De herverzekering door de overheid is bedoeld voor het probleem dat ontstaat doordat
deze keten doorbroken dreigt te worden. Immers, bedrijven die de afgelopen maand bevoorraad
zijn of in elk geval nog facturen hebben openstaan zijn niet of nauwelijks in staat
om die te voldoen omdat ze geen omzet draaien. Horecabedrijven die t.z.t. weer open
mogen gaan zullen nieuwe voorraad nodig hebben. Door de overheid wordt veiliggesteld
dat zij zich opnieuw kunnen laten bevoorraden op krediet en dat ze de tijd krijgen
om weer voldoende inkomsten te genereren. Dit geldt dus ook voor seizoensgebonden
verplichtingen. Modewinkels die de zomercollectie in willen kopen zullen deze moeilijk
vooruit kunnen betalen door de sterk verminderde omzet, maar indien hun leverancier
beschikt over een verzekering kan dit door de herverzekering door de overheid alsnog.
Voor nieuwe verzekeringen ligt het genuanceerder. Dan zou het dus gaan om leveranciers
– niet hun klanten – die tot op heden een kredietverzekering niet nodig achten omdat
ze alleen tegen contante betaling leveren. Het herverzekeren door de Staat – waardoor
de verzekering als het ware meer waard wordt door het kleinere tegenpartijrisico –
kan hier een aanzuigende werking hebben. Daarom wordt bekeken tegen welke voorwaarden
dit zal worden toegestaan; het is denkbaar dat hierbij minder gunstige (herverzekerings)voorwaarden
worden gehanteerd omdat de risico’s inmiddels zijn verslechterd.
Vraag 42
Kan worden aangeven of er kredietverzekeraars zijn die in de afgelopen weken kredietlimieten
hebben ingetrokken of afgebouwd? Zo ja, hoe wordt in deze situaties omgegaan met de
garantie herverzekering leverancierskredieten? Bent u bereid om afspraken te maken
met de kredietverzekeraars indien dit nodig blijkt? Kunt u aangeven waar ondernemers
in deze situatie zich kunnen melden?
Antwoord op vraag 42
Het uitgangspunt achter het overheidsingrijpen is dat er geen massale beslissingen
worden genomen naar aanleiding van COVID19 op basis van een gebrek aan informatie.
Zonder herverzekering door de Staat zouden verzekeraars gedwongen worden voor grote
delen van sectoren de dekking af te bouwen, zonder onderliggende beoordeling van het
risico op een individuele debiteur. In de overeenkomsten met de verzekeraars wordt
het uitgangspunt van het vasthouden aan de limieten van begin dit jaar vastgelegd.
Dat neemt natuurlijk niet weg dat verzekeraars om goede redenen limieten kunnen hebben
aangepast van individuele bedrijven. Er zijn bijvoorbeeld bedrijven failliet gegaan.
Het overeind houden van een limiet op een failliet bedrijf is zinloos en ook voor
de Staat onverstandig. Er kan dus niet in zijn algemeenheid gesteld of geëist worden
dat limieten niet worden aangepast.
Zie ook het antwoord op vraag 23.
Vraag 43
Waarom en op welke manier is de garantie herverzekering leverancierskredieten volgens
u effectief in haar huidige omvang? Voor welke sectoren is deze garantstelling een
oplossing?
Antwoord op vraag 43
Op jaarbasis wordt in Nederland circa 210 miljard euro aan omzet verzekerd door de
kredietverzekeraars. De gemiddelde totale limietbenutting is circa 40 miljard euro.
De private verzekeraars hebben alle sectoren van de economie verdeeld op effecten
van het COVID-19 virus in groen (niet of nauwelijks geraakt, zoals de voedselketen),
oranje (duidelijk geraakt, zoals huishoudelijke apparaten) en rood (ernstig geraakt,
zoals horeca). Binnen deze sectoren is een indeling gemaakt naar de kredietwaardigheid
van bedrijven pre-corona: bedrijven met een zeer gezonde positie in een rode sector
zullen niet snel in problemen komen terwijl de slechtere risico’s uit de groene sectoren
misschien wel in betalingsproblemen komen. Dat leidt tot een totaal aan blootstelling
van de verzekeraars van 12 miljard euro, verdeeld over allerlei sectoren. In de rode
sector zou zeker de helft van de bedrijven geraakt worden en in de oranje ruim 25%.
Vraag 44
Zijn er, naast de garantie herverzekering leverancierskredieten, andere onderdelen
van deze tweede incidentele suppletoire begroting waar de Europese Commissie op toeziet
in het kader van staatssteun? Wanneer verwacht u de goedkeuring van de Europese Commissie
en hoeveel tijd is nodig om de garantstelling daadwerkelijk van kracht te laten worden?
Antwoord op vraag 44
Deze tweede incidentele suppletoire begroting ziet louter toe op de garantie herverzekering
leverancierskredieten en de bijbehorende ontvangsten en uitgaven (premies, schades,
recuperaties en uitvoeringskosten). Aan een notificatie van de garantiestelling voor
de Europese Commissie wordt momenteel gewerkt. De Europese Commissie heeft aangegeven
aanvragen zeer snel te kunnen afhandelen. Zie ook het antwoord op vraag 12.
Vraag 45
Kunt u een nadere onderbouwing geven van het verlies/afschrijving verzekeringen en
eventueel andere risico's bij het overnemen van de portefeuille kredietverzekeringen?
Antwoord op vraag 45
Op basis van de herverzekeringsovereenkomsten heeft de Staat twee vormen van inkomsten
en twee vormen van uitgaven: premies en recoveries versus schade-uitkeringen en vergoeding voor de verzekeraars. Het risico voor de
Staat bestaat uit de omvang van de schade-uitkering (minus bijbehorende recoveries) en uit de hoogte van de te ontvangen premies (minus de kostenvergoeding). Deze bedragen
zijn onzeker. Zie verder de antwoorden op de vragen 54 en 55.
Vraag 46
Op welke informatie baseert het ministerie dat er 75.000 bedrijven zijn waar afzet
tot stilstand dreigt te komen?
Antwoord op vraag 46
De private verzekeraars hebben alle sectoren van de economie verdeeld in groen (niet
of nauwelijks geraakt, zoals de voedselketen), oranje (duidelijk geraakt, zoals huishoudelijke
apparaten) en rood (ernstig geraakt, zoals horeca). Binnen deze sectoren is een indeling
gemaakt naar de kredietwaardigheid van bedrijven pre-COVID-19: bedrijven met een zeer
gezonde positie in een rode sector zullen niet snel in problemen komen terwijl de
slechtere risico’s uit de groene sectoren misschien wel in betalingsproblemen komen.
Naar verwachting wordt ongeveer 30% van het uitstaand risico van de private verzekeraars
door het COVID-19 virus geraakt. Dat komt overeen met 20–25% van de bedrijven waarop
limieten zijn afgegeven: circa 75.000 bedrijven (van de 400.000) dreigen door het
intrekken van limieten niet langer bevoorraad te worden.
Vraag 47
Kan uitgesplist worden in welke bedrijfstakken ondernemingen actief zijn die geraakt
worden door de geschetste problematiek?
Antwoord op vraag 47
Zie de antwoorden op Kamervragen 34, 43 en 46
Vraag 48
Is er meer bekend over de mate waarin de door de ontwikkelingen geraakte leveranciers
reeds gebruikmaken van andere noodregelingen en de mate waarin deze noodregelingen
in staat zijn om klappen bij deze leveranciers op te vangen?
Antwoord op vraag 48
Deze informatie is niet bekend. Dan zouden de gegevens van de verzekeraars (de namen
van de polishouders) en van de verschillende overheidsloketten met elkaar gecombineerd
moeten worden. Overigens is het overheidsingrijpen zeker niet alleen gericht op de
leveranciers maar ook op hun klanten. Het betalingsrisico en daarmee de potentiële
schade voor de Staat ligt bij die klanten. Alle vormen van noodmaatregelen gelden
daarbij als risico mitigerend voor de herverzekering. Een kledingwinkel die een beroep
kan doen op de NOW (Noodmaatregel Overbrugging ten behoeve van behoud van Werkgelegenheid)
bijvoorbeeld, zal reeds gedane en nieuwe, door de overheid herverzekerde, leveringen
eerder terug kunnen betalen dan zonder die NOW. Andersom kan de herverzekering er
bijvoorbeeld weer voor zorgen dat een BMKB-garantstelling minder snel wordt ingeroepen.
Vraag 49
Welke contractuele vrijheden liggen er in de regel aan ten grondslag dat verzekeraars
in staat zijn om op korte termijn hun posities richting leveranciers af te bouwen
dan wel in te trekken?
Antwoord op vraag 49
Kredietverzekeraars verstrekken hun diensten, net als elke andere verzekeraar, op
basis van voorwaarden. Hierin ligt ook vast onder welke omstandigheden zij hun posities
richting leveranciers kunnen afbouwen of intrekken. Zie ook vraag 42.
De herverzekering leverancierskredieten dient ertoe om ondernemingen die in principe
gezond zijn, maar nu financieel in een lastiger pakket zijn gekomen, te ondersteunen
om gebruik te kunnen blijven maken van de faciliteiten. Over het omgaan met limieten
en het herbeoordelen hiervan worden contractuele afspraken gemaakt met verzekeraars
en het Ministerie van Financiën zal op reguliere basis rapportages ontvangen. Het
uitgangspunt achter het overheidsingrijpen is dat er geen massale beslissingen worden
genomen naar aanleiding van COVID-19.
Vraag 50
Zijn er substantiële verschillen in de mate waarin verschillende aanbieders van kredietverzekeringen
in staat zijn om op korte termijn hun posities af te bouwen dan wel in te trekken
en zo ja, welke factoren liggen ten grondslag aan deze verschillen?
Antwoord op vraag 50
Nee, er zijn geen substantiële verschillen in de wijze waarop kredietverzekeraars
kunnen omgaan met het afbouwen of intrekken van de verstrekte limieten.
Vraag 51
Is er meer bekend over de mate waarin huidige (private) aanbieders van herverzekeringen
succesvol in staat zijn om kredietverzekeraars te bedienen om herverzekeringen af
te sluiten teneinde te voorkomen dat kredietverzekeraars hun posities versneld afbouwen
dan wel intrekken?
Antwoord op vraag 51
De kredietverzekeraars hebben allemaal herverzekeringen bij private partijen. Die
private herverzekeraars zijn nog altijd in staat om de kredietverzekeraars van dekking
te voorzien, maar zullen scherp erop toezien dat de kredietverzekeraars ingrijpen
in verslechterde risico’s en dus hun posities afbouwen. Het herverzekeren door de
overheid leidt er daarentegen toe dat voorkomen kan worden dat leveringen, die niet
langer verzekerd worden, nog steeds kunnen worden gedaan.
Vraag 52
Waarop is de schatting gebaseerd dat er 12 miljard euro aan garantiestellingen nodig
zal zijn om de geschetste problematiek adequaat te adresseren?
Antwoord op vraag 52
Zie het antwoord op Kamervraag 43.
Vraag 53
Zouden kredietverzekeraars nog meer bewogen kunnen worden om hun posities niet af
te bouwen op het moment dat de totaalomvang van de garantie hoger zou zijn en waarom
wel of niet?
Antwoord op vraag 53
De verzekeraars hebben aangegeven dat ze een dekking van 12 miljard nodig achten,
omdat zij daarmee de gehele markt kunnen blijven bedienen zodat er geen onnodige economische
schade optreedt. Aangezien de gehele portefeuilles van de verzekeraars worden herverzekerd
– en dus niet alleen de tot op heden door COVID-19 getroffen sectoren of bedrijven
– is er geen aanleiding om te veronderstellen dat een hoger garantiebedrag de verzekeraars
nog meer zou bewegen om posities af te bouwen. De Staat zal op basis van de overeenkomsten
op reguliere basis uitgebreide rapportages ontvangen en zal zo de markt blijven monitoren.
Op basis van de overeenkomsten worden bovendien afspraken gemaakt over het omgaan
met kredietlimieten, die zo veel mogelijk gelijk moeten blijven ten opzichte van voor
COVID-19.
Vraag 54
Is de geraamde uitgave van 1.470 miljoen euro gebaseerd op de analyse van de externe
adviseurs?
Antwoord op vraag 54
Alle relevante bedragen zijn gebaseerd op informatie van de verzekeraars. Daarbij
moet aangetekend worden dat al deze bedragen – behalve de gevraagde omvang van de
garantie van 12 miljard euro – met grote onzekerheden omgeven zijn. De premies zijn
gebaseerd op de premies van 2019. Daar zit een neerwaarts risico in, omdat het gezien
de crisis logisch lijkt dat de totale gedeclareerde omzet en daarmee de premies in
2020 lager zullen uitvallen. De kostenvergoeding voor de verzekeraars zal worden vastgesteld
op basis van informatie van de verzekeraars over hun resultaten. Deze zal op zo veel
mogelijk op kostendekkende basis worden vastgesteld.
De grootste onzekerheid zit bij de schades (en bijbehorende recoveries). Voor het beoordelen van de gevolgen voor de Staat hebben de verzekeraars een viertal
scenario’s doorgerekend, drie van het CPB en een – het meest negatieve – van een consultancybureau,
uitgaande van een krimp van het EU-bbp met 9,7%. De externe financieel adviseur heeft
deze berekeningen beoordeeld. De groeicijfers zijn gecombineerd met historische gegevens
over de verhouding tussen bbp-groei en faillissementen. Faillissementen kunnen vervolgens
weer vertaald worden naar schade-uitkeringen. Afgezien van de grote onzekerheid ten
aanzien van de bbp-groei is het ook lastig om op basis van historische gegevens deze
te vertalen in schades. Immers, in de huidige omstandigheden worden bepaalde sectoren
atypisch en asymmetrisch getroffen, in het bijzonder door gedwongen sluitingen. Het
kan dus best zijn dat er nu veel meer faillissementen volgen. Daar staat weer tegenover
dat er in alle landen waarnaar leveringen plaatsvinden overheidsingrijpen op ongekende
schaal plaatsvindt om bedrijven te steunen. En de herverzekering zelf is ook bedoeld
om faillissementen te voorkomen. Er zijn dus ook redenen waarom het mee zou kunnen
vallen. Vanwege de grote onzekerheid, die ook door het CPB wordt geschetst, is niet
goed te voorspellen welk scenario zich voor zal doen.
Vraag 55
Is er op het ministerie en/of door externe adviseurs een schatting gemaakt van de
verwachte noodzakelijke omvang van de garanties en schade onder verschillende macro-economische
scenario’s, zoals onder andere recentelijk uitgewerkt door het Centraal Planbureau,
en zo ja, kan uiteengezet worden wat deze schattingen impliceren voor de mogelijke
omvang van af te geven garanties en verwachte schade?
Antwoord op vraag 55
Zie het antwoord op Kamervraag 54.
Vraag 56
Kan een onderbouwing gegeven worden van de omvang van de verwachte inkomsten uit premies
respectievelijk schaderestituties?
Antwoord op vraag 56
Zie het antwoord op Kamervraag 54.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
J.F.C. Freriks, adjunct-griffier