Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Raan over biomassa
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over biomassa (ingezonden 19 maart 2020).
Mededeling van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 9 april 2020)/
Vraag 1
Hoeveel biomassa (tonnen droge stof/jaar) is er in totaal in 2019 in de vier Nederlandse
kolencentrales verbrand? Kunt u dit uitsplitsen per centrale?
Vraag 2
Klopt het dat deze kolencentrales nog ruimte hebben binnen de bestaande vergunningen
om meer biomassa te verbranden dan ze nu doen? Zo ja, hoeveel?
Vraag 3
Acht u dat wenselijk? Zo nee, wat gaat u doen om die mogelijkheden tot uitbreiding
te beperken?
Vraag 4
Klopt het dat deze kolencentrales bovenop de bestaande vergunde ruimte technisch gezien
nog verder zouden kunnen opschalen in het stoken van houtige biomassa? Zo ja, hoeveel?
Vraag 5
Acht u dat wenselijk? Zo nee, wat gaat u doen om te voorkomen dat de maximale capaciteit
wordt vergroot?
Vraag 6
Kunt u aangeven hoe u uitvoering geeft aan de gewijzigde motie-Koffeman c.s. (Eerste
Kamer, Kamerstuk 35 300, O) over het stopzetten van subsidies voor hout-bijstook in kolencentrales?
Vraag 7
Van welke leverancier(s) en uit welk landen (of gebieden) kwam de biomassa die in
elk van de vier kolencentrales in 2019 werd verbrand? Kunt u dit uitsplitsen per centrale?
Vraag 8
Op welke wijze wordt er over de biomassa die in kolencentrales wordt verbrand, gerapporteerd?
Wordt in die rapportages de negatieve ecologische impact van die biomassa betrokken?
Vraag 9
Aan welke eisen/certificering moest de houtige biomassa die in 2019 in kolencentrales
werd verbrand, voldoen?
Vraag 10
Kunt u aangeven of de biomassa verbrand in de kolencentrales in 2019, voldeed aan
de wettelijke duurzaamheidscriteria of ook aan bovenwettelijke criteria?
Vraag 11
Klopt het dat de vier kolencentrales in gesprek zijn met milieuorganisaties over de
certificering van de biomassa die op dit moment wordt verbrand in kolencentrales?
Zijn deze gesprekken al afgerond? Zo ja, wat is het resultaat? Zo nee, zijn er onoverbrugbare
verschillen opgekomen en welke onderdelen betreft dat dan?
Vraag 12
Kunt u zich voorstellen dat het in het belang is van energiebedrijven om tijd te rekken
aangezien er dan minder duurzaamheidseisen gelden? Acht u het wenselijk dat zo lang
er gesproken wordt er geen aangescherpte eisen gelden? Zo nee, wat gaat u daar aan
doen?
Vraag 13
Op welke wijze worden de afspraken uit het Energieakkoord (zoals niet meer dan 25
Petajoule bijstook) gehandhaafd? Wat is de stand van zaken?
Vraag 14
Klopt het dat de emissievergunningen van kolencentrales uitgaan van concentraties
per normaal kubieke meter (Nm3)?
Vraag 15
Is er ook een beperking opgenomen voor het aantal uit te stoten kubieke meters? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 16
Klopt het dat bij de verbranding van een brandstof met een lagere energetische waarde
meer kubieke meters uitstoot vrijkomen voor de productie van dezelfde hoeveelheid
energie?
Vraag 17
Klopt het dat door de overstap van kolen naar biomassa de netto emissie per geproduceerd
kWh toeneemt, ondanks dat de concentratienorm gelijk blijft? Zo ja, hoeveel is de
netto toename per geëmitteerde stof geweest bij de verschillende kolencentrales gedurende
hun (gedeeltelijke) overstap van kolen naar biomassa (bijstook)?
Vraag 18
Klopt het dat door de verandering van brandstof binnen de bestaande vergunningen meer
schadelijke stoffen uitgestoten kunnen worden? Is dat toegestaan?
Vraag 19
Acht u het wenselijk dat er meer stikstofoxiden, fijnstofdeeltjes en zwaveldioxiden
worden uitgestoten? Zo nee, wat gaat u doen om dat te voorkomen? Komt u met strenge
nationale absolute normen?
Vraag 20
Heeft u kennisgenomen van het advies van Mobilisation for the Environment (MOB) aan
de commissie Remkes?1
Vraag 21
Deelt u de stelling van de MOB dat de vergunde emissie van stikstofoxiden (NOx) bij de RWE-centrale Eemshaven technisch gezien teruggebracht kan worden van ruim
twee miljoen kilogram NOx naar een miljoen kilogram NOx? Zo nee, waarom niet?
Vraag 22
Deelt u de stelling dat ook bij andere kolencentrales en grote biomassacentrales technisch
gezien de vergunde NOx-emissies omlaag kunnen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 23
Klopt het dat de emissie normen voor biomassacentrales niet in lijn zijn met de Best
Beschikbare Technieken (BBT)? Zo nee, waarom niet?
Vraag 24
Is het huidig beleid naar uw mening in lijn met Europese wetgeving zoals vastgelegd
in de Richtlijn Industriële Emissies (2010/75/EU)? Klopt het dat hierin is geregeld
dat vergunningverlening gebaseerd moet zijn op de BBT? Zo nee, hoe zit het dan wel?
Vraag 25
Wat gaat u doen om te garanderen dat de BBT geëist gaan worden bij de vergunningverlening
en bouw van alle biomassacentrales?
Vraag 26
Klopt het dat bij de bouw van biomassacentrale van Bio Forte in Zaanstad de initiële
NOx-norm (275 mg/Nm3) verlaagd is naar 100 mg/Nm3 en daarna nog verder verlaagd is naar 50 mg/Nm3?
Vraag 27
Kunt u aangeven waarom de norm op deze locatie zoveel scherper gesteld kon worden
dan eerder vereist? Kunt u aangeven welke norm is vastgelegd in het Activiteitenbesluit?
Vraag 28
Gegeven dat de vergunningverlening in Zaanstad aantoont dat emissienormen veel strenger
gesteld kunnen worden, ziet u aanleiding om de emissienormen in het Activiteitenbesluit
aan te scherpen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 29
Deelt u de conclusie van de MOB dat de huidige, onnodig hoge, NOx-normen wenselijke
ontwikkelingen in de weg staan? Zo nee, waarom niet?
Vraag 30
Is uw ambtscollega, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ervan op
de hoogte dat u momenteel de bouw van honderden biomassacentrales subsidieert die
niet voldoen aan de Europese wetgeving en een onnodig hoge stikstofoxide-uitstoot
veroorzaken? Zo nee, wilt u haar dat persoonlijk melden?
Vraag 31
Deelt u de conclusie van de MOB dat de NOx-norm verlaagd kan worden tot een jaargemiddelde
van 50 of zelfs 30–40 mg/Nm3 (afhankelijke van het vermogen)? Zo nee, waarom niet?
Vraag 32
Bent u bereid om, zoals de MOB adviseert, de emissienormen stevig aan te scherpen?
Vraag 33
Bent u bereid om, zoals de MOB adviseert, de subsidie op biomassa stook voor alle
vermogens met onmiddellijke ingang stil te leggen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 34
Kunt u aangeven waarom is afgesproken in het Klimaatakkoord dat de emissienormen voor
biomassacentrales pas aangescherpt worden in 2022? Welke reden is daarvoor, behalve
dat het op dat moment waarschijnlijk te laat is omdat het merendeel van de biomassacentrales
dan reeds vergund zullen zijn (met de veel te ruime emissienormen)?
Vraag 35
Ziet u reden om op zeer korte termijn de vergunningverlening van biomassacentrales
stop te zetten om vervolgens zo snel mogelijk een aangescherpte emissienorm op te
stellen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 36
Acht u het wenselijk dat gemeenten dure maatregelen moeten nemen om de luchtkwaliteit
te verbeteren en de stikstofdepositie te reduceren, terwijl u extra, en onnodige,
uitstoot subsidieert?
Vraag 37
Acht u het wenselijk dat het Rijk dure maatregelen, zoals uitkoopregelingen in de
veehouderij, moet nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren en de stikstofdepositie
te reduceren, terwijl u extra, en onnodige uitstoot subsidieert?
Vraag 38
Acht u het wenselijk dat het Rijk maatregelen, zoals bijvoorbeeld subsidies voor elektrische
auto’s, moet nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren en de stikstofdepositie te reduceren,
terwijl u extra, en onnodige uitstoot subsidieert?
Mededeling
Op 19 maart jl. heeft het lid Van Raan (PvdD) vragen gesteld over biomassa (kenmerk
2020Z05350). Vanwege de voor beantwoording benodigde interdepartementale afstemming kunnen deze
vragen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken worden beantwoord.
Ik zal u de beantwoording zo spoedig mogelijk doen toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.