Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Aartsen en Yesilgöz-Zegerius over het bericht ‘Ondernemers durven politie niet in te schakelen en zwijgen over afpersing‘
Vragen van de leden Yesilgöz-Zegerius en Aartsen (beiden VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Ondernemers durven politie niet in te schakelen en zwijgen over afpersing« (ingezonden 19 februari 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 9 april 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2019–2020, nr. 2028.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Ondernemers durven politie niet in te schakelen en
zwijgen over afpersing»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel ondernemers in 2019 te maken hebben gehad met afpersing? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 2
Uit politieregistraties blijkt dat in 2019 1409 keer aangifte is gedaan van afpersing
en/of chantage. Het is niet mogelijk om op basis van de registratie onderscheid te
maken tussen ondernemers en particulieren.
Vraag 3
Klopt het dat de Vertrouwenslijn Afpersing in 2019 slechts 25 keer advies heeft verstrekt?
Kunt u aangeven hoe vaak de hulplijn is ingeschakeld door ondernemers in 2019?
Antwoord 3
De Vertrouwenslijn Afpersing is in 2019 124 telefonisch benaderd. In 17 cases is een
dossier opgemaakt en heeft de hulplijn een concreet advies aan ondernemers gegeven.
De overige contacten waren signalen van sextortion, financiële/zakelijke conflicten
zonder dreiging, waarbij de hulplijn heeft verwezen naar andere organisaties en instanties.
Het grootste deel van de meldingen wordt door de front-office telefonisch afgehandeld,
van een deel van de meldingen wordt een dossier voor ondernemers samengesteld. Naast
ondernemers wordt de meldlijn ook veel benaderd door particulieren.
Vraag 4
Kunt u een overzicht geven van het aantal keer dat de Vertrouwenslijn Afpersing sinds
haar oprichting is ingeschakeld door ondernemers, opgesplitst per jaar? En kunt u
een overzicht toevoegen van de vervolgacties?
Antwoord 4
2016: 232 keer telefonisch benaderd, 22 dossiers opgemaakt voor ondernemers
2017: 70 keer telefonisch benaderd, 12 dossiers opgemaakt voor ondernemers
2018: 85 keer telefonisch benaderd, 15 dossiers opgemaakt voor ondernemers
2019: 124 keer telefonisch benaderd, 17 dossiers opgemaakt voor ondernemers
Bij al deze dossiers zijn er concrete maatwerk adviezen gegeven aan ondernemers. Dit
zijn adviezen in acties zoals warme overdracht naar afpersingspecialisten binnen de
nationale politie eenheden, het doen van aangiftes bij politie, adviezen over veiligheid
en (rechts)bijstand.
Vraag 5
Herkent u het beeld dat door een woordvoerder van de hulpijn wordt geschetst dat de
hulplijn nog niet bekend genoeg is bij ondernemers? Zo ja, wat bent u van plan te
ondernemen om meer bekendheid te verwerven voor de hulplijn? Zo nee, kunt u dit toelichten?
Antwoord 5
Afpersing behoort tot het soort misdaad dat wordt bestempeld als «verborgen delicten».
Angst werkt voor deze groep ondernemers (slachtoffers) verlammend en kan pas worden
doorbroken als de ondernemers weten waar zij laagdrempelig hulp/advies kunnen krijgen
en het vertrouwen voelen deze hulplijn veilig te kunnen bellen. Daarom heeft het Nationaal
Platform Criminaliteitsbeheersing in de afgelopen jaren opnieuw aandacht gegeven aan
het vergroten van de bekendheid van de meldlijn. Door extra communicatie vanuit NL
Confidential, maar ook via de Ondernemer Alert bijeenkomsten die landelijk worden
georganiseerd om ondernemers bewust te maken van de risico’s voor ondermijnende criminaliteit.
Hierbij worden ook handelingsperspectieven geboden, waarbij de meldlijn wordt genoemd.
Vraag 6
Kunt u aangeven binnen welke sectoren afpersing van ondernemers het vaakst voorkomt
en wat de aard en omvang is?
Antwoord 6
Dit is voor de Vertrouwenslijn niet te concluderen. De hulplijn ontvangt signalen
van afpersing uit een groot scala van sectoren. Vooralsnog is er geen specifieke sector
die in de dossiers bovengemiddeld voorkomt.
Vraag 7
Welke maatregelen bent u bereid te treffen om de aangiftebereidheid en de pakkans
van de daders te verhogen, gezien het feit dat uit onderzoek blijkt dat ondanks dat
één op de tien ondernemers te maken heeft met afpersing, jaarlijks slechts enkele
tientallen aangiften binnen komen bij de politie?
Antwoord 7
De politie is erop gericht dat contact tussen burger/ondernemer en politie zo laagdrempelig
mogelijk verloopt. Hierbij wordt geluisterd naar de behoefte van de burger. Wanneer
de burger een aangifte of melding wil doen moet dit zo makkelijk mogelijk worden gemaakt.
Daarom kan de burger kiezen uit het medium dat het beste bij hem/haar past: op het
bureau, via internet, telefonisch, bij een agent op straat, bij het slachtoffer thuis,
en in verschillende plaatsen in de wijk zoals wijksteunpunten. De politie werkt voortdurend
aan het verbeteren van de kanalen voor burgercontact.
Vraag 8
Bent u bereid om verder, in samenwerking met brancheorganisaties, maatregelen te treffen
om ondernemers die risico lopen, beter te ondersteunen en daar waar nodig te beschermen?
Zo ja, zou u hierover de Kamer willen informeren bij het eerstvolgende algemeen overleg
criminaliteitsbestrijding?
Antwoord 8
Binnen het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing spreek ik regelmatig met branches,
politie en openbaar ministerie over actuele ontwikkelingen en de (voortgang van de)
integrale aanpak van verschillende vormen van criminaliteit. Bij brief van 23 juli
2019 (Kamerstuk 29 911, nr. 251) heb ik uw kamer het Actieprogramma Veilig Ondernemen toegestuurd. Onderdeel van
dit actieprogramma is de publiek private aanpak van ondermijnende criminaliteit, waarbij
maatregelen worden getroffen gericht op het vergroten van de weerbaarheid van ondernemers,
specifiek in een aantal kwetsbare branches. Ik ga met partners in overleg over hoe
meldingen van ondernemers op een toegankelijke en veilige manier kunnen worden opgepakt.
Verder onderzoek ik hoe de Platforms Veilig Ondernemen een brugfunctie kunnen vervullen
tussen ondernemer en daartoe aangewezen instanties. Ik zal de Kamer hierover nader
informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.