Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Omtzigt, Van Helvert en Van den Berg over het Coronafonds van de Europese Commissie en over het Coalition for Epidemic Preparedness Innovations (CEPI)-initiatief van de G20
Vragen van de leden Omtzigt, Van Helvert en Van den Berg (allen CDA) aan de Minister-President en de Minister van Buitenlandse Zaken over het Coronafonds van de Europese Commissie en over het Coalition for Epidemic Preparedness Innovations (CEPI)-initiatief van de G20 (ingezonden 31 maart 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en van Minister Hoekstra (Financiën)
(ontvangen 8 april 2020).
Vraag 1
Klopt het dat u akkoord gegaan bent met het volgende in de slotverklaring van de Europese
Raad van 26 maart jl.: «Met het Commissievoorstel voor een investeringsinitiatief
coronavirusrespons zal 37 miljard EUR aan investeringen in het kader van het cohesiebeleid
worden vrijgemaakt om de gevolgen van de crisis aan te pakken. Met de voorgestelde
wijziging van het Solidariteitsfonds van de EU kan dat fonds ook worden gebruikt voor
noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid, zoals de uitbraak van COVID-19.
Wij zien ernaar uit dat deze voorstellen spoedig worden aangenomen.«? Klopt het dat
deze begroting ondertussen is goedgekeurd door de regeringsleiders?1
Antwoord 1
Nederland heeft op 26 maart ingestemd met de gemeenschappelijke verklaring van leden
van de Europese Raad, waarin onder andere werd opgeroepen het «coronavirusrespons
investeringsinitiatief» (CRII) en de wijzigingen in het Europese Solidariteitsfonds
snel aan te nemen. Zowel het voorstel voor het CRII, bestaande uit een set wijzigingen
in de verordeningen van de Europese Structuur- en Investeringsfondsen (ESIF), als
de wijzigingen in het Solidariteitsfonds zijn ondertussen, zonder wijzigingen, goedgekeurd
door de Raad en het Europees parlement.
Vraag 2, 5
Klopt het dat de 37 miljard euro, een zeer aanzienlijk bedrag, als volgt verdeeld
wordt tussen de landen (selectie):
Polen: 7,4 miljard euro;
Hongarije: 5,6 miljard euro;
Italië: 2,3 miljard euro;
Nederland: 0,03 miljard euro?
Kunt u een lijst geven met per lidstaat de hoogte van de bijdrage die het krijgt uit
dit fonds?
Antwoord 2, 5
Op basis van informatie van de Commissie van 13 maart, toen het voorstel gepresenteerd
werd, zijn de onderstaande resterende bedragen uit de ESI-fondsen (2014–2020) per
lidstaat nog beschikbaar om te investeren onder het CRII. Dit is echter een indicatie.
Op basis van de daadwerkelijke implementatie kunnen er mogelijk verschillen optreden.
lidstaat
Beschikbare CRII-middelen (in mln. EUR)
België
66
Bulgarije
812
Cyprus
45
Denemarken
38
Duitsland
826
Estland
295
Finland
48
Frankrijk
650
Griekenland
1.776
Hongarije
5.603
Ierland
3
Italië
2.318
Kroatië
1.158
Letland
792
Litouwen
1.487
Luxemburg
2
Malta
48
Nederland
25
Oostenrijk
19
Polen
7.435
Portugal
1.813
Roemenië
3.079
Slovenië
586
Slowakije
2.475
Spanje
4.145
Tsjechië
1.163
Zweden
46
Vraag 3, 6, 7
Kunt u aangeven waarom de grootste sommen geld naar Polen en Hongarije gaan, die volgens
de statistieken nauwelijks getroffen zijn door de Coronacrisis, terwijl het zwaar
getroffen Italië veel minder krijgt en Nederland nagenoeg niets?2
Is er volgens u een relatie tussen de wijze waarop een land getroffen is (bijvoorbeeld
het aantal besmettingen, de zorgkosten, de economische schade) en de bijdrage uit
dit fonds? Zo nee, hoe komt dat?
Kunt u ervoor zorgen dat de zwaarst getroffen gebieden en regio’s in de EU ook in
aanmerking komen voor de (meeste) hulp uit de EU-begroting en voor effectieve hulp?
Antwoord 3, 6, 7
De middelen die beschikbaar zijn onder het Corona Response Investment Initiative (CRII)
zijn bestaande middelen uit de huidige Europese Structuur- en Investerings Fondsen
(ESIF) binnen het Meerjarig Financieel Kader (MFK). Het betreft hier de nog resterende
middelen van de allocatie die elke lidstaat heeft gekregen onder het Cohesiebeleid
aan het begin van het huidige MFK, dat bijna op zijn einde loopt (2014–2020). De middelen
van het cohesiebeleid worden over Europese lidstaten en regio’s verdeeld op basis
van voornamelijk economische welvaart, waarbij de armste lidstaten en regio’s de meeste
middelen toebedeeld krijgen. De resterende middelen die nu nog per lidstaat beschikbaar
zijn voor het CRII, zijn daarmee afhankelijk van de omvang van de allocatie van een
lidstaat en de voortgang van de implementatie.
Aangezien Nederland als welvarende lidstaat weinig cohesiemiddelen ontvangt en deze
middelen voor een groot deel al heeft vastgelegd, is het bedrag dat Nederland onder
de noemer van het CRII zou kunnen uitgeven beperkt. Landen met een grotere allocatie
en/of minder voortgang in de implementatie, hebben meer middelen tot hun beschikking.
De omvang van het beschikbare CRII-budget per lidstaat staat dus los van de omvang
van de COVID-19-crisis in de betreffende lidstaat.
Met het CRII maakt de Commissie het mogelijk dat middelen onder het cohesiebeleid
(gericht op sociaaleconomische investeringen op de lange termijn) snel gemobiliseerd
kunnen worden en dat lidstaten deze middelen zo gericht mogelijk kunnen inzetten voor
de huidige crisissituatie. Dit heeft de Commissie onder andere gedaan door meer flexibiliteit
in de uitvoeringsregels aan te brengen, zodat lidstaten en regio’s zelf maatwerk kunnen
aanbrengen in het type maatregelen dat zij treffen om de crisis het hoofd te bieden.
In lijn met deze aanpak wordt voor 2020 het volledige bedrag aan voorfinanciering
uitgekeerd, wat normaal gesproken gebaseerd is op daadwerkelijke implementatie. Dit
zorgt voor extra liquiditeit.
Op 2 april heeft de Europese Commissie een nieuw voorstel gepresenteerd met meer flexibiliteit
en dit initiatief verbreed naar andere fondsen onder het Cohesiebeleid om zo de inzet
van middelen uit de EU-begroting in reactie op de COVID-19 uitbraak verder te faciliteren.
Onderdeel van dit pakket is ook een instrument voor noodhulp ten behoeve van de zwaarst
door COVID-19 getroffen gebieden. U zult hierover in een aparte Kamerbrief over meerdere
Europese maatregelen in reactie op COVID-19 worden geïnformeerd.
Vraag 4
Kunt u een lijst geven met per EU-lidstaat (inclusief het Verenigd Koninkrijk dat
nog steeds aan deze begroting meedoet) het aantal doden dat het Coronavirus geëist
heeft per miljoen inwoners?
Antwoord 4
Het RIVM gebruikt gegevens die verzamelt worden door de Johns Hopkins universiteit
en publiek beschikbaar zijn op https://coronavirus.jhu.edu/map.html. Hier zijn ook actuele cijfers te vinden van het aantal doden per EU-lidstaat.
Vraag 8
Is het Nederlandse kabinet, dat leiding geeft aan het thuisland van het Europees Medicijn
Agentschap (EMA), in staat en bereid om met een plan te komen, waarbij er massaal
productiecapaciteit in de EU en in Nederland vrijgemaakt wordt voor een vaccin, zodat
dit onmiddellijk op grote schaal geproduceerd kan worden wanneer dat mogelijk en nodig
is?
Antwoord 8
Nederland zal initiatieven die leiden tot een vaccin of een geneesmiddel, met een
actieve houding steunen. Hieronder hoort ook het faciliteren van gesprekken met mogelijke
fabrikanten en regulators zoals de EMA. Zo heeft een delegatie van Janssen Pharmaceutica
(onderdeel van Johnson & Johnson) met een vestiging in Leiden, recent gesproken met
de Minister-President over hun vaccinontwikkeling voor COVID-19. De ministeries van
EZK en VWS zullen deze gesprekken voortzetten.
Vraag 9
Hoe kijkt het kabinet aan tegen het Coalition for Epidemic Preparedness Innovations
(CEPI)-initiatief van de G20 en GAVI, om zo spoedig mogelijk een vaccin te ontwikkelen,
de ultieme manier om het Coronavirus te verslaan? Wat zijn de afwegingen van Nederland,
gastland van EMA en veel onderzoek, om hier wel of niet aan mee te doen?3
Antwoord 9
Het kabinet staat positief tegenover de Coalition for Epidemic Prepraredness Innovations
(CEPI) en ziet in deze coalitie een belangrijk vehikel om vaccinontwikkeling gecoördineerd
aan te pakken, te versnellen en de kans op succes te vergroten. Nederland draagt reeds
bij aan vaccinontwikkeling via algemene financieringsmogelijkheden zoals de EU en
de WHO. Wij willen overwegen een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van een vaccin
voor COVID-19 via CEPI. In het Corona-debat met de Minister-President en de Minister
van VWS op 1 april is toegezegd de Kamer hierover te informeren via de wekelijke Corona-brief
aan uw Kamer.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.