Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over o.a. toezeggingen naar aanleiding van het Algemeen Overleg Bestuursovereenkomst Friese taal en cultuur (BFTK) van 26 juni 2019 (Kamerstuk 35300-VII-94)
35 300 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2020
Nr. 114
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 8 april 2020
De vaste commissie voor Binnenlandse heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief van 16 december
2019 inzake toezeggingen naar aanleiding van het Algemeen Overleg Bestuursovereenkomst
Friese taal en cultuur (BFTK) van 26 juni 2019 (Kamerstuk 35 300 VII, nr. 94).
De vragen en opmerkingen zijn op 27 januari 2020 aan de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties voorgelegd. Bij brief van 7 april 2020 zijn de vragen
beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Ziengs
Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen
2
Inleiding
2
1.
Zichtbaarheid
3
1.1.
Fries in de openbare ruimte
3
1.2.
Gebruik van het Fries bij gemeenten
4
1.3.
Friestalig uniform
4
1.4.
Friestalige dienstverlening in de veiligheidsregio
5
2.
Onderwijs en wetenschap
5
2.1.
Onderwijsinspectie
5
2.2.
Kerndoelen en kwaliteit docenten
6
2.3.
Fryske Akademy
6
3.
Rechtspraak
7
3.1.
Fries in de rechtspraak
7
3.2.
Aanbevelingen Mercator kenniscentrum
8
4.
Media, kinderopvang en zorg
8
4.1.
Media
8
4.2.
Kinderopvang
9
4.3.
Zorg
9
5.
Informeren ontwikkelingen Friese taal en cultuur
10
II
Antwoord van de regering
10
I Vragen en opmerkingen
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van de brief ten aanzien van toezeggingen
naar aanleiding van het Algemeen Overleg Bestuursovereenkomst Friese taal en cultuur
(BFTK). De leden van de VVD hebben daarover nog een aantal vragen en/of opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat de Friese taal, de tweede officiële
rijkstaal, behouden blijft en het gebruik wordt gestimuleerd. Niet alleen de provincie
Fryslân heeft daarin een rol, ook het Rijk. Kan de Minister aangeven hoe het kabinet
die rol van het Rijk ziet? En ook hoe de Minister van BZK de eigen rol ziet? Want
uit de brief lijkt naar voren te komen dat de Minister van BZK vooral een doorgeefluik
is. Terwijl de leden van de VVD-fractie van mening zijn dat Minister van BZK als verantwoordelijk
Minister voor de Friese taal ook een eigen rol heeft, bijvoorbeeld in het enthousias-meren,
stimuleren, activeren en faciliteren.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de invulling van
de toezeggingen die zijn gedaan tijdens het algemeen overleg inzake de Bestuursovereenkomst
Friese taal en cultuur (BFTK) van 26 juni jl. Over de brief hebben deze leden een
aantal vragen.
De leden van de D66-fractie hebben enkele vragen naar aanleiding van het Algemeen
Overleg Bestuursovereenkomst Friese taal en cultuur (BFTK) van 26 juni 2019.
Kan de Minister toelichten waarom de verantwoordelijkheid voor de Friese taal zo versnipperd
is tussen verschillende Ministeries? Werkt deze versnippering niet nadelig uit voor
de bevordering van het gebruik van de Friese taal op scholen, bij instellingen en
in het openbare leven in het algemeen?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de kabinetsbrief
van 16 december 2019 n.a.v. het AO Friese taal en cultuur. Deze leden hebben nog enkele
vragen over de inhoud van deze brief.
De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van de brief van de Minister over
de toezeggingen naar aanleiding van het Algemeen Overleg Bestuursovereenkomst Friese
taal en cultuur. Zij hebben daar nog enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief
inzake toezeggingen naar aanleiding van het Algemeen Overleg Bestuursovereenkomst
Friese taal en cultuur.
1. Zichtbaarheid
1.1. Fries in de openbare ruimte
De leden van de VVD-fractie lezen dat de provincie en het ministerie con-structief
overleggen over het samen invullen van de afspraak om te werken aan de zichtbaarheid
in formele en creatieve zin van het Fries. Constructief overleg is natuurlijk goed,
de vraag is wel tot welk resultaat dit uiteindelijk leidt. Kan de Minister aangeven
welke resultaten dit tot nu toe heeft opgeleverd? En hoe er wordt gewerkt aan resultaten
voor de toekomst en in welke richting?
De leden van de CDA-fractie brengen in herinnering dat de Minister in het algemeen
overleg heeft toegezegd dat het Rijk, waar het kan, actief wil bijdragen aan de zichtbaarheid
van de Friese taal in de openbare ruimte. In de brief wordt uitsluitend aangegeven
dat het ministerie en de provincie met elkaar in overleg zijn over de invulling van
die afspraak. Het is plezierig om op basis van het antwoord vast te stellen dat dit
overleg constructief verloopt, maar kan de Minister concreet aangeven welke stappen
het Rijk heeft genomen, neemt of voornemens is te nemen? Kan de Minister tevens aangeven
wat hij verstaat onder de zichtbaarheid van het Fries in formele en, nog interessanter,
in creatieve zin? Is de Minister bereid om als eerste stap de zichtbaarheid van het
Fries in gebouwen van Rijksdiensten in de provincie Fryslân te vergroten, door belettering
en aanwijzingen ook in het Fries aan te brengen?
De leden van de D66-fractie vragen of de Minister bereid is na te denken over het
instellen van een overlegorgaan met niet-gouvernementele organisaties die zich bezighouden
met de Friese taal.
De leden van de GroenLinks-fractie zouden graag een nadere toelichting ontvangen op
wat er tot nu toe concreet is gedaan om het Fries in de openbare ruimte te stimuleren.
En ook ontvangen zij graag een nadere planning van de acties die de komende periode,
gedurende de nu lopende BFTK 2019–2023, nog in gang worden gezet. Zij ontvangen graag
bij deze acties concrete doelstellingen.
De leden van de SP-fractie willen eerst hun waardering uitspreken voor de inzet van
de bewoners van Friesland voor hun eigen taal. Zij lezen dat de provincie en het ministerie
overleggen over de «zichtbaarheid» van het Fries in formele en creatieve zin. Kan
de Minister aangeven hoe daar op dit moment aan wordt gewerkt?
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren met instemming dat het Rijk zich
samen met de provincie Fryslân inzet om het Fries, en de zichtbaarheid daarvan, in
de openbare ruimte te vergroten. Kan de Minister aangeven wat daarbij de concrete
inzet is en aan welke uitingen in de openbare ruimte zoal wordt gedacht?
1.2. Gebruik van het Fries bij gemeenten
De leden van de CDA-fractie zijn niet op de hoogte van het bestaan van de gemeente
Noardwest-Fryslân. Kan de Minister aangeven wanneer deze fusiegemeente is ontstaan?
Bij herindelingsgemeenten is er alertheid noodzakelijk op de handhaving van het niveau
van bevordering en bescherming van de Friese taal. In 2018 is daarover het rapport
«De rol fan it Frysk by gemeentlike weryndielingen yn Fryslân» verschenen in opdracht
van het, mede in opdracht van de Minister, ingestelde Orgaan foar de Fryske Taal DINGtiid.
De onderzoekers concludeerden dat herindelingen vaak leiden tot compromissen en in
sommige gevallen tot achteruitgang op het gebied van het Friese taalbeleid. Welk beeld
heeft de Minister zelf van de ontwikkeling van het Friese taalbeleid na herindeling?
Wil de Minister zich ervoor inzetten dat na herindelingen van gemeenten de zichtbaarheid
en het functioneel gebruik van het Fries beleid wordt vergroot?
De leden van de D66-fractie vragen of de Minister zich wil inzetten om te stimuleren
dat na herindelingen van gemeenten de zichtbaarheid en het functioneel gebruik van
het Fries beleid zoveel mogelijk wordt vergroot. Zo ja, hoe gaat de Minister dit aanpakken?
Het kabinet geeft aan, zo merken de leden van de SP-fractie op, dat het gebruik van
het Fries tijdens raadvergaderingen per gemeente flink kan verschillen. Heeft de Minister
ook cijfers over de wens van raadsleden om tijdens de raadvergaderingen Fries te spreken,
vragen deze leden. Zij horen graag of en hoe de Minister dit heeft onderzocht en of
het minimale gebruik van het Fries in sommige gemeenten mede te danken is aan de mate
waarin de gemeente zélf in het Fries communiceert.
1.3. Friestalig uniform
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister zijn antwoord op het verzoek van
de (!) Boargeraksjegroep «Sis Tsiis», om de Friese benaming «plysje» op het onder
andere het politie-uniform te vermelden, nader kan onderbouwen. Hoe zou het geschreven
Fries kunnen leiden tot onnodige escalatie in het contact tussen agent en burger?
De Minister geeft tevens aan dat het gesproken Fries door politieambtenaren dit effect
niet heeft. Op welke passende oplossingen op dit vlak denkt de Minister in zijn antwoord?
De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat elke Fries in nood zich in het Fries
moeten kunnen uiten. Kan de Minister bevestigen dat de afspraken die rond het Fries
zijn gemaakt met de Meldkamer Noord-Nederland van kracht blijven nu die onder de verantwoordelijkheid
van de politie komt te vallen?
De leden van de D66-fractie hebben de indruk dat de Minister van Justitie en Veiligheid
geen uitvoering wenst te geven aan de wens om de zichtbaarheid van de Friese taal
op het politie-uniform of -auto’s te vergroten, omdat daardoor de herkenbaarheid niet
langer gewaarborgd kan worden en dat tot escalatie tussen burgers en politieambtenaren
kan leiden. Op welke (wetenschappelijke) bevindingen berust deze aanname van de Minister
van J&V?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben begrip voor de redenen waarom er geen apart
uniform komt voor de politie in Friesland. Wel hebben zij in het verlengde hiervan
de vraag of het mogelijk is om online en op het bureau in het Fries aangifte te kunnen
doen? Juist voor mensen die Fries als moedertaal hebben kan het prettiger zijn om
van een ingrijpende gebeurtenis waar men aangifte van wil doen bij de politie, om
dit in hun primaire taal te kunnen doen. Graag ontvangen deze leden hier een reactie
op.
1.4. Friestalige dienstverlening in de veiligheidsregio
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat burgers in noodsituaties ook
kunnen worden geholpen in het Fries (als officiële tweede rijkstaal), bijvoorbeeld
bij de meldkamer Noord-Nederland. De leden van de VVD-fractie vinden het goed dat
er veel aandacht is in de organisaties die werken in de meldkamer en er beleidsafspraken
zijn gemaakt. Wat zijn de beleidsafspraken die zijn gemaakt? En hoe werken die in
de praktijk en wat zijn de ervaringen?
Het kabinet schrijft dat er beleidsafspraken zijn gemaakt over Friestalige dienstverlening
door de meldkamer. Graag vernemen de leden van de fractie van GroenLinks wat deze
beleidsafspraken precies inhouden.
De leden van de SP-fractie lezen dat beleidsafspraken zijn gemaakt over de dienstverlening
in het Fries op de meldkamer. Deze leden vragen zich af wat deze afspraken precies
inhouden.
2. Onderwijs en wetenschap
2.1. Onderwijsinspectie
De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van het eind oktober verschenen
rapport van de onderwijsinspectie over de kwaliteit van het onderwijs Fries. Hierover
wordt binnenkort nog een separaat schriftelijk overleg gevoerd bij de Kamercommissie
OCW. De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd naar de reactie van de Minister van
BZK op de rapportage vanuit de verantwoordelijkheid voor de Friese taal.
Tijdens het algemeen overleg heeft de VVD aangegeven het belangrijk te vinden dat
er een versnelling gaat plaats vinden als het gaat om het Friese in het onderwijs.
Een belangrijk punt was het aantal ontheffingen dat de provincie Fryslân geeft voor
het Fries in het onderwijs. In hoeverre heeft de Minister met de provincie Fryslân
daarover gesproken, met als doel om het aantal ontheffingen te verminderen? Daarnaast
ging het over de rol van de onderwijsinspectie. Er is nu weliswaar een themarapportage
verschenen, die in 2025 en 2031 zal worden herhaald. Maar de vraag was en is wat de
rol van de onderwijsinspectie is, buiten deze rapportage (eenmaal per zes jaar). Wat
doet de onderwijsinspectie verder bij het toezicht op het onderwijs in de Friese taal?
Daar wordt namelijk vooral heen en weer gewezen. Welke oplossingen ziet de Minister
om samen met de provincie Fryslân en de onderwijsinspectie vanuit BZK te kijken hoe
we dat kunnen verbeteren, zodat er beter toezicht is op de Friese taal in het onderwijs?
In het algemeen overleg, zo merken de leden van de CDA-fractie op, heeft de Minister
aangegeven met de provincie Fryslân in gesprek te willen gaan over de wens in het
Friese coalitieakkoord om de inspectie van het vak Fries van de nationale Onderwijsinspectie
over te nemen? De leden van de CDA-fractie zien in de brief geen terugkoppeling over
de uitkomst van dit gesprek. Kan de Minister de Kamer informeren over de actuele stand
van zaken? De Onderwijsinspectie beveelt in haar themarapportage aan het beleid van
de provincie te heroverwegen om het ambitieniveau rond het schoolvak Fries te verhogen.
Kan de Minister aangeven welke voornemens de provincie Fryslân heeft om aan deze oproep
gehoor te geven? Welke mogelijkheden ziet hij om samen met zijn collega voor Basis-
en Voortgezet Onderwijs en Media om aan deze gewenste ontwikkeling bij te dragen?
Is de Minister het met de leden van de CDA-fractie eens dat draagvlak, of een gebrek
daaraan bij schoolbesturen, geen reden kan zijn om de wettelijke plicht tot het aanbieden
van het schoolval Fries niet of niet naar behoren uit te voeren?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen aandacht voor de uitspraak: «Allereerst
vindt de onderwijsinspectie het wenselijk dat besturen, samen met de provincie, zorgen
voor een dekkend aanbod Fries, waarbij zij rekening houden met de mate van Friestaligheid
van de omgeving en met de beroepsverwachting van de leerlingen.» De leden van de fractie
van GroenLinks ontvangen graag een nadere toelichtingen op de huidige stand van zaken
van de dekking van het aanbod van het Fries.
De leden van de SP-fractie vinden het belangrijk dat Fries onderwijs op een hoogwaardig
niveau mogelijk blijft. Deze leden constateren dat de themarap-portage van de onderwijsinspectie
de Minister aanbeveelt om het beleid van de provincie te heroverwegen om zodoende
het ambitieniveau te verhogen. Is er in inmiddels duidelijkheid of dit beleid is heroverwogen?
Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de Inspectie van het Onderwijs
zeer kritisch is op de staat van de Friese taal op scholen en weinig terugziet van
de ambitie om Fries van hoge kwaliteit te bieden. De leden van de ChristenUnie-fractie
zien juist grote kansen en een meerwaarde in tweetalig onderwijs en vragen de Minister hoe dit meer gestimuleerd kan
worden. De leden constateren dat de lessen ook door leerlingen niet positief worden
ervaren terwijl daar wel behoefte is om het Fries te leren. Ziet de Minister het belang
van goed en attractief onderwijs voor het levendig houden van de Friese taal? Tot
welke vervolgstappen leidt dit? Bent u in het bijzonder bereid om te kijken hoe bestuurders
en directeuren de ambitie voor hoogwaardig Fries onderwijs scherper op het netvlies
kunnen krijgen?
2.2. Kerndoelen en kwaliteit docenten
De leden van de VVD-fractie lezen dat er subsidieregelingen zijn die kunnen bijdragen
aan het terugdringen van het tekort van bevoegde leraren Fries. De subsidieregeling
aanpak lerarentekort en de regeling zijinstroom worden genoemd in de onderhavige brief
met toezeggingen. Hoeveel wordt hier gebruik van gemaakt? Hoe worden deze mogelijkheden
onder de aandacht gebracht van (besturen van) onderwijsinstellingen? Wat wordt er
aan gedaan om leerkrachten te stimuleren?
2.3. Fryske Akademy
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Fryske Akademy gelieerd blijft aan de KNAW,
maar niet meer een instituut onder KNAW zal zijn. Wat zijn daarvan de gevolgen? Hoeveel
geld stelt het Ministerie van OCW nu beschikbaar aan de Fryske Akademy via het provinciefonds
in plaats van via de KNAW? Hoe is dit structureel geborgd? Wat is het toekomstplan
voor de Fryske Akademy? Welke verbeteringen gaan er plaats vinden? Kan de Minister
de Tweede Kamer inmiddels al wel informeren over de uitkomsten van het voorstel en
besluit van provinciale staten van Fryslân? Hoe ziet het Rijk haar rol met betrekking
tot de Fryske Akademy?
Wat is, zo vragen de leden van de CDA-fractie, de exacte stand van zaken aangaande
de positie van de Fryske Akademy na de door de Minister aangeduide besluitvorming
in provinciale staten van Fryslân op 18 december 2019? Kunt u toezeggen dat het Ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de begroting voor de Kamer inzichtelijk maakt
welk bedrag voor de Fryske Akademy beschikbaar gesteld wordt via het Provinciefonds?
Het kabinet schrijft, zo lezen de leden van de GroenLinks-fractie, dat het voorstel
nu is dat de Fryske Akademy gelieerd blijft aan de KNAW, maar geen instituut onder
de KNAW meer zal zijn. Wat betekent dit in de praktijk? Kan nader worden toegelicht
in welk opzicht de positie van de Fryske Akademy zou wijzigen als ze geen instituut
onder KNAW meer zal zijn? Voorts vernemen de leden van de fractie van GroenLinks graag
wat de toezegging om de komende 5 jaar meer te investeren in de Fryske Akademy van
gedeputeerde staten van Friesland precies betekent. Hoeveel geld betreft dit? En wat
kan daar precies mee worden gerealiseerd? En tot slot op dit punt ontvangen deze leden
graag een nadere toelichting op wat de financiering van de Fryske Akademy via het
provinciefonds betekent. Blijft het beschikbare bedrag hierdoor gelijk of verandert
dit? En is het een doeluitkering of kan de provincie dit in theorie ook aan andere
doelen besteden?
3. Rechtspraak
3.1. Fries in de rechtspraak
De leden van de VVD-fractie vinden het teleurstellend dat de vraag over de uitkomsten
van het overleg tussen de provincie en de rechtbank Noord-Nederland en het Gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden simpelweg is doorgeleid naar de provincie Fryslân. Hiervoor gaf
de VVD ook al aan dat de rol van het Ministerie van BZK beperkt lijkt te blijven tot
een doorgeefluik. In het algemeen overleg heeft de VVD ook aangegeven het een gezamenlijke verantwoor-delijkheid
van de provincie en het ministerie te vinden om te kijken of er praktische oplossingen
gevonden kunnen worden. Waarom pakt het ministerie die rol niet op? Wanneer kan de
Tweede Kamer geïnformeerd worden over de uitkomsten van het overleg? Waarom is er
niet een gesprek met de Raad voor de Rechtspraak over de ontwikkeling van de specialisatie
en concentratie van de rechtspraak en de gevolgen daarvan voor de mogelijkheid van
het gebruik van het Fries?
De leden van de CDA-fractie vragen naar de stand van zaken in het overleg tussen de
provincie Fryslân en de Rechtbank Noord-Nederland en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
over het gebruik van de Friese taal. Op welk moment kan de Kamer de uitkomsten van
dit overleg verwachten? Deze leden stellen vast dat door de schaalvergroting van de rechtspraak zaken
die in Fryslân spelen vaker buiten Fryslân worden behandeld of door rechters die elders
hun standplaats hebben. Dit leidt tot klachten, mede naar aanleiding van het gebrek
aan tolken, zoals recent de klacht van mevrouw J. Douwes uit Drachten die zich als
benadeelde heeft gemeld bij het Comité van experts van de Raad van Europa. Kan de
Minister aangeven hoe de rijksoverheid het recht om de Friese taal te spreken borgt?
Kan de Minister met de Minister voor Justitie en Veiligheid de Rechtspraak erop aanspreken
dat bij de toewijzing van zaken naar zittingslocatie rekening gehouden wordt met het
gebruik van de Friese taal?
De leden van de D66-fractie vragen of de Minister kan aangeven hoe de landelijke overheid
ervoor zorgt dat het recht om de Friese taal te spreken daadwerkelijk kan worden uitgeoefend?
Kan de Minister ervoor zorgen dat er binnen de rechtspraak voldoende medewerkers beschikbaar
zijn om rechtszaken in het Fries (passief en actief) te kunnen voeren, eventueel door
het opnemen van functievereisten of het opleiden van personeel? Kan de Minister de
rechtspraak erop aanspreken dat zij bij de toewijzing/verdeling van zaken (naar zittingslocatie
en naar rechters) rekening houden met het gebruik van de Friese taal?
De leden van de D66-fractie vragen voorts of het de Minister bekend is dat degene
die gebruik wil maken van een Friese tolk dit acht dagen voor de zitting moet melden?
Zijn er mogelijkheden om dit planningsprobleem te verlichten, bijvoorbeeld door de
beschikbaarheid van meerdere tolken te stimuleren? Ziet de Minister hierbij mogelijkheden
om simultaanvertaling (met een tolkencabine) van de Friese taal in de rechtspraak
te laten onderzoeken?
Wanneer wordt de Kamer nader geïnformeerd over de afspraken inzake het gebruik het
Fries bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zo vragen de leden van de GroenLinks-fractie.
En kan de Minister in het verlengde hiervan ook ingaan op de vraag hoe het Fries geborgd
is bij de Hoge Raad, bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, bij
de Centrale Raad van Beroep en bij het College van het Beroep voor het Bedrijfsleven.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben zorgen over de positie van de Friese taal
in de rechtspraak. Wanneer het Nederlands de tweede taal is, is het juist in de rechtspraak
van belang, dat men zich ook in de eigen (rijks)taal kan uiten. Onderschrijft de Minister
dit belang? Is het juist dat met de herindeling van rechtbanken en gerechtshoven,
vaker rechters en officieren zaken behandelen die het Fries niet machtig zijn? Is
inzichtelijk hoe vaak dit als hinderlijk door burgers wordt ervaren? Op welke termijn
verwacht de Minister de Kamer te kunnen informeren over de gesprekken met de Rechtbank
Noord-Nederland en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden over gebruik van het Fries? Voorts
vragen de leden van de ChristenUnie-fractie op welke wijze bij zittingsroosters rekening
wordt gehouden met een (eventuele) behoefte aan een (deels) Friestalige bezetting?
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de aanbeveling voor onderzoek naar
gebruik van het Fries in de rechtspraak aan de Minister voor Rechtsbescherming is
overgebracht. Graag horen zij of hier ook daadwerkelijk gevolg aan gaat worden gegeven,
en welke termijn hierbij zal worden gehanteerd.
3.2. Aanbevelingen Mercator kenniscentrum
De leden van de VVD-fractie lezen dat de beperkte beschikbaarheid van tolken een aandachtpunt
is. Hoe wordt dat opgelost? Hoe wordt aan dat aandachtspunt gewerkt?
De leden van de ChristenUnie-fractie onderschrijven en herkennen het tekort aan beëdigd
tolken. Welke mogelijkheden ziet de Minister om de provincie hierin te ondersteunen?
En welke mogelijkheden ziet de Minister om, al dan niet in pilotvorm, tolkgesprekken
in simultaandienst te laten plaatsvinden wanneer de behoefte daartoe blijkt?
4. Media, kinderopvang en zorg
4.1. Media
De leden van de CDA-fractie zeggen de Minister dank voor de bevestiging dat het budget
dat Omrop Fryslân ontvangt voor uitzending van Friestalige documentaires op NPO2 inderdaad
geïndexeerd behoort te worden. Deze leden begrijpen dat Omrop Fryslân dit bedrag nog
niet heeft ontvangen, maar hebben er alle vertrouwen in dat dit spoedig het geval
zal zijn.
De leden van de SP-fractie vragen aandacht voor de bijzondere positie van Omrop Fryslân,
die niet alleen een doelstelling heeft als publieke omroep voor een regio, maar ook
voor een taalgebied. Hoe erkent de Minister deze bijzon-dere positie van Omrop Fryslân
en hoe wordt die bijzondere verantwoorde-lijkheid weerspiegeld in de bekostiging van
deze publieke omroep?
4.2. Kinderopvang
De Minister stelt, zo lezen de leden van de SP-fractie, dat in de BFTK 2019–2023 is
afgesproken dat als bedrijven en instanties het gebruik van het Fries trachten uit
te sluiten of te beperken, de provincie Fryslân actie zal ondernemen. Ook is in de
BTFK vastgelegd dat de provincie zorgt voor adequate voorlichting aan ouders, kinderopvangorganisaties
en betrokken instellingen over het belang en het omgaan met het Fries in een meertalige
opvoeding. De leden van de SP-fractie vragen de Minister of hij zicht heeft of deze
afspraken worden nagekomen. En als dit niet het geval is hoe hij zorg wil dragen voor
het nakomen van deze afspraken.
Het kabinet geeft aan dat de vercommercialisering van de kinderopvang niet leidt tot
minder aandacht voor meertaligheid. Meerdere commerciële aanbieders hebben «gepionierd»
in de Friestalige en tweetalige kinderopvang. De leden van de SP-fractie vragen zich
af of de Minister kan aangeven of de uitvoering van meertaligheid bij kinderopvang
leidt tot hogere kosten voor ouders. Daarnaast stelt de Minister dat ondanks de groei
van het aantal Friestalige en tweetalige opvanglocaties, er nog steeds «uitdagingen»
zijn in deze sector. Welke uitdagingen bedoelt de Minister hiermee?
4.3. Zorg
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk er aandacht is voor Fries (als tweede
officiële rijkstaal) in de zorg, omdat het dan gaat om mensen in kwetsbare situaties.
Dat is overigens breder dan alleen de ouderenzorg. De leden van de VVD-fractie vinden
het goed om te lezen dat er wordt ingezet op het project «Frysk yn «e soarch». Er
wordt ook onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om het gebruik van de moedertaal
of het taalbewustzijn in het curriculum van zorg- en welzijn opleidingen, naast het
mbo-zorgonderwijs, op hbo-niveau opgenomen kan worden. Wanneer kan hierover meer duidelijkheid
zijn? En wanneer kan hierover een terugkoppeling plaats vinden en de Tweede Kamer
over geïnformeerd worden? Daarnaast gaan VWS en de provincie in kaart brengen welke
Friestalige hulpmiddelen voor zorginstellingen bestaan, aan welke hulpmiddelen behoefte
is en hoe de inzet daarvan met stimuleringsregelingen zoals de Stimuleringsregeling
E-health Thuis (SET) kan worden bevorderd. Wanneer kan hierover meer duidelijkheid
komen? En wanneer kan de Tweede Kamer daarover geïnformeerd worden? De leden van de
VVD-fractie zouden het goed vinden dat hierover in de eerste helft 2020 meer duidelijkheid
komt.
De leden van de CDA-fractie vragen welke ervaringen met bestaande vormen van zorg
aan ouders de aanleiding zijn voor het Ministerie van Volksgezond-heid, Welzijn en
Sport om het belang van het hanteren van de Friese taal in te zien? Rond ouderenzorg
wordt door de Minister gewezen op het gebruik van het Fries in verpleeghuizen. Steeds
meer zorg wordt aan huis gegeven vanuit de wens dat ouderen langer thuis wonen. Welke
inspanningen worden gericht op de beheersing van de Friese taal door aan dergelijke
zorg verbonden zorgverleners? Is hiervoor oog bij de zorg aanbestedende gemeenten?
Onder het kopje zorg lezen de leden van de GroenLinks-fractie alleen over ouderenzorg.
Kan de Minister aangeven hoe het in andere delen van de zorg omgegaan wordt met het
gebruik van het Fries?
5. Informeren ontwikkelingen Friese taal en cultuur
De leden van de VVD-fractie vinden het goed om te lezen dat de Minister de Tweede
Kamer zal blijven informeren over de ontwikkelingen op het gebied van de Friese taal
en cultuur. Kan de Minister toezeggen dit in ieder geval eenmaal per jaar te doen?
De leden van de VVD-fractie constateren dat het Kabinet in juli 2019 de kabinetsreactie
van Nederland heeft gepresenteerd op de derde opinie van het adviescomité met betrekking
tot de implementatie van het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden
van juli 2019. Het lijkt vooral een beschrijving van wat er op dit moment al gebeurt.
Kan de Minister aangeven wat er concreet anders is of is/wordt gewijzigd op basis
van de derde opinie van het adviescomité? Kan de Minister aangeven op welke punten
vrijwel dezelfde inhoudelijke aspecten in zowel de tweede als derde opinie zijn opgenomen?
Kan de Minister aangeven welke verbeteringen het adviescomité concreet heeft geconstateerd
ten opzicht van de tweede opinie van het adviescomité?
II Antwoord van de regering
Inleiding
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister van Binnenlandse Zaken hoe hij de rol
van het Rijk en de eigen rol als Minister van BZK ziet met betrekking tot de Friese
taal. De D66-fractie vraagt of de Minister kan toelichten waarom de verantwoordelijkheid
voor de Friese taal versnipperd is tussen ministeries.
Het Rijk en de provincie Fryslân hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid en zorgplicht
voor de Friese taal en cultuur.1 De periodieke bestuursafspraken vormen de uitwerking van deze gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Het Rijk houdt, naast het uitvoeren van de in de Bestjoersôfspraak Fryske Taal en
Kultuer gemaakte afspraken, zijn eigen verantwoordelijkheid als wetgever en ondertekenaar
van het door Nederland geratificeerde Europees Handvest voor regionale talen of talen
van minderheden en het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden.
Als coördinerend Minister voor de Friese taal ben ik het primaire aanspreekpunt voor
zowel betrokken departementen als de provincie. Dit stelt mij in staat om waar nodig
contact op te nemen met departementen over de implementatie van de BFTK. Departementen
behouden hun eigen verantwoordelijkheden. Daarnaast ben ik vanzelfsprekend verantwoordelijk
voor het uitvoeren van de afspraken in de BFTK die op het terrein van mijn eigen ministerie
liggen.
Het kabinet acht het onwenselijk de verantwoordelijkheid voor de domeinen van de Friese
taal te beleggen bij één ministerie. Taal staat niet op zichzelf. Het is van belang
dat beleid op het gebied van de Friese taal aansluit op de ontwikkelingen in bijvoorbeeld
het onderwijs, cultuur, de zorg en de rechtspraak. Hiervoor is expertise op een dusdanig
niveau noodzakelijk, dat het niet wenselijk is de verantwoordelijkheid voor de Friese
taal en cultuur te beleggen bij één departement.
1. Zichtbaarheid
1.1 Fries in de openbare ruimte
De leden van de fracties van de VVD, D66, GroenLinks, SP en ChristenUnie hebben vragen
gesteld over de zichtbaarheid van het Fries.
De provincie Fryslân en het Rijk werken gezamenlijk aan de zichtbaarheid van het Fries.
Ik zet mij met de provincie gedurende de looptijd van de BFTK in om het functioneel
gebruik van het Fries en daarmee de zichtbaarheid in de openbare ruimte in Fryslân
zoveel mogelijk te vergroten. Zoals aangegeven in de BFTK zal hierbij niet alleen
aandacht zijn voor de zichtbaarheid in formele zin, maar juist ook voor zichtbaarheid
in creatieve zin. In meer formele zin komt dit bijvoorbeeld tot uiting in de afspraak
dat wet- en regelgeving voor de Friese taal en cultuur ook beschikbaar worden gesteld
in de Friese taal. In creatieve zin zijn afspraken gemaakt over onder andere de nalatenschap
van Leeuwarden Culturele Hoofdstad (LF2018). In het kader van de openbare ruimte ben
ik daarnaast bezig de mogelijkheden te onderzoeken om de zichtbaarheid van het Fries
in gebouwen van de Rijksdienst in de provincie Fryslân te vergroten. Hierbij valt
bijvoorbeeld te denken aan bewegwijzering. Dit zal worden meegenomen in de jaarlijkse
rapportage.
De leden van de D66-fractie hebben gevraagd of de Minister bereid is na te denken
over het instellen van een overlegorgaan met niet-gouvernmentele organisaties.
In de provincie Fryslân is het Europeesk bureau foar Lytse Talen (EBLT)2 actief, dat deze functie reeds vervult. Het EBLT is een overlegorgaan van niet-gouvernmentele
organisaties die zich bezighouden met de Friese taal. Op verzoek overleggen de vertegenwoordigers
van het EBLT ook met de gedeputeerde bij de provincie Fryslân die voor de Friese taal
verantwoordelijk is. Met de meerderheid van de organisaties die lid zijn van het EBLT
zoals de Afûk, Mercator, Cedin en de Ried fan de Fryske Beweging heeft de provincie
ook op individuele basis reeds regelmatig overleg.
Leden van de GroenLinks-fractie vragen naar de planning van de uitvoering van de BFTK
2019–2023.
Ik ben samen met de provincie Fryslân en in overleg met de betrokken departementen
bezig met de implementatie van de afspraken, acties en doelstellingen zoals omschreven
in de BFTK 2019–2023. Over de uitvoering van de hierin geformuleerde doelstellingen om de Friese taal te behouden en te
bevorderen, is er regelmatig overleg met de provincie Fryslân. Halverwege de looptijd
van de BFTK (2021) vindt een tussentijdse evaluatie plaats van de implementatie. Hierover
wordt de Kamer geïnformeerd.
De provincie Fryslân heeft op basis van de BFTK eind 2018 ook haar nieuwe beleidsnota
voor cultuur, taal, erfgoed en onderwijs vastgesteld.3 In deze beleidsnota zijn verschillende geformuleerde doelstellingen uit de BFTK in
concrete activiteiten omgezet.
1.2 Gebruik van het Fries bij gemeenten
De leden van de CDA-fractie vragen naar het bestaan van de gemeente Noardwest-Frsylân.
Er is geen sprake van een nieuwe fusiegemeente. Het betreft hier de gemeente Noardeast-Fryslân,
waarvan de gemeentenaam abusievelijk foutief is opgenomen in de brief van 16 december
2019.4
De leden van de fracties van het CDA en D66 hebben vragen gesteld over de zichtbaarheid
en het functioneel gebruik van het Fries na gemeentelijke herindelingen.
Ik acht meer zichtbaarheid en functioneel gebruik van het Fries voor alle gemeenten,
niet alleen na herindelingen, van belang. Ik wijs op de afspraken die zijn gemaakt
met en de initiatieven die worden genomen in de provincie Fryslân.
Dertien Friese gemeenten zijn volgens de Wet gebruik Friese taal gehouden een taalverordening
en taalbeleidsplan vast te stellen. Herindelingsgemeenten stellen na herindeling een
nieuw beleidsplan op. Alle dertien gemeenten hebben hieraan voldaan of zijn al toe
aan een eerste actualisatie. Gemeenten als Heerenveen, Súdwest-Fryslân en Leeuwarden
hebben hiervoor onder haar bewoners onderzoek gedaan. In het ontwikkelde taalbeleid
wordt bijvoorbeeld het gebruik van het Fries meegenomen als kwaliteitsaspect bij de
inkoop van zorg, wordt medewerkers van de gemeente de kans geboden cursussen Fries
te volgen en bestaat de mogelijkheid in het Fries te worden getrouwd.
De Bestjoersôfspraak Fryske Taal en Kultuer 2019–2023 bevat afspraken over financiële
ondersteuning van de provincie bij de uitvoering van taken die voortkomen uit de Wet
gebruik Friese taal. Eind 2016 heeft de provincie Fryslân de rol van Taalskipper op
zich genomen.5 In haar rol als Taalskipper organiseert de provincie het bestuurlijk overleg Mei-inoar foar it Frysk, waar ook de gemeenten aan deelnemen. In dit overleg wordt gewerkt aan een Lange
termijnagenda voor het Fries in het openbaar bestuur.
Leden van de SP-fractie hebben vragen gesteld over het gebruik van het Fries tijdens
raadsvergaderingen.
Iedere gemeente biedt ruimte aan gemeenteraadsleden zich bij raadsvergaderingen van
het Fries of een streektaal te bedienen. Gebruik van het Fries in gemeenteraden verschilt
per gemeente. De mate van het gebruik van het Fries in een gemeenteraad weerspiegelt
het gebruik van het Fries door de bevolking van de gemeente zelf. Taalgebruik in gemeenteraden
wordt niet gemeten of anderszins bijgehouden. De wens van raadsleden Fries te spreken
is niet onderzocht. Dit acht ik ook niet noodzakelijk.
1.3 Friestalig uniform
De leden van de CDA-fractie en de D66-fractie hebben vragen gesteld over het gebruik
van het geschreven Fries bij de politie.
De politie maakt gebruik van verschillende soorten uniformen die zijn toegesneden
op de algemene en specialistische taken die zij uitvoert. Wat deze uniformen met elkaar
verbindt, is het landelijk vastgestelde politielogo dat daarop is aangebracht. Zo
is voor burgers direct in één oogopslag zichtbaar dat zij met een politieambtenaar
te maken hebben. Als in één provincie in Nederland een afwijkende naam aan het politielogo
wordt toegevoegd dan kan dat als onecht worden ervaren. De twijfel over de echtheid
van het uniform kan leiden tot onterechte argwaan bij de burger en aantasting van
het gezag van de politieambtenaar. Dat komt de veiligheid niet ten goede. Het contact
tussen een burger en een agent kan zowel in het Nederlands als in het Fries plaatsvinden.
Dit kan ook de-escalerend werken. Het logo in de Friese taal werkt echter niet de-escalerend.
De herkenbaarheid als politieambtenaar is zeker in potentiële gevaarsituaties van
groot belang. Er zijn oplichters die misbruik maken van op het politie-uniform gelijkende
kleding. Die kan mensen in verwarring brengen en dat willen we juist voorkomen door
één politielogo te hanteren. Mede om die reden en om verwarring, discussie en daarmee
onnodige escalatie te voorkomen, houd ik vast aan het landelijk vastgestelde politielogo.6
De leden van de GroenLinks-fractie hebben vragen gesteld over het doen van aangifte
bij de politie.
Men kan in Fryslân in de Friese taal aangifte doen, maar de aangifte wordt altijd
in de Nederlandse taal verwerkt. Wanneer de politiemedewerker die de aangifte behandelt
de Friese taal niet machtig is en de burger geeft aan de aangifte liever in het Fries
te willen doen, dan kan altijd gekeken worden of er Friessprekende politiemedewerkers
aanwezig zijn voor het opnemen van de aangifte. Dit geldt ook voor contacten met burgers
via de telefoon. De online aangifte mogelijkheid wordt via internet in het Nederlands
weergegeven, maar in het vrije tekstveld kan men, indien men dat wenst, in het Fries
een aanvulling doen (net zoals men een aanvulling kan doen in bijvoorbeeld de Engelse
taal).
1.4 Friestalige dienstverlening in de veiligheidsregio
De leden van de fracties van de VVD, GroenLinks en de SP hebben vragen gesteld over
de beleidsafspraken over de dienstverlening in het Fries op de meldkamer Noord-Nederland.
Navraag door het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) bij de meldkamer Noord-Nederland
en leverde het volgende antwoord op: «De Meldkamer Noord-Nederland heeft in het huishoudelijk
reglement als door de directie vastgesteld beleid opgenomen dat een Friessprekende
burger, die aangeeft dat hij/zij dit wenst, in staat moet worden gesteld om zijn/haar
verhaal in het Fries te doen. In de praktijk komt het weinig voor dat hier vraag naar
is, tegelijkertijd is het eigenlijk nooit een probleem als de centralist het Fries
niet machtig is.»
2. Onderwijs en wetenschap
2.1 Onderwijsinspectie
De leden van de VVD en het CDA hebben vragen gesteld over de ontheffingen in het onderwijs,
de onderwijsinspectie en het toezicht op de Friese taal.
Ik heb begrepen dat er in oktober 2019 overleg is geweest tussen de onderwijsinspectie
en ambtenaren van de Provincie Fryslân en het Ministerie van OCW. In de loop van dit
jaar zal er een vervolggesprek plaatsvinden, waarbij ook de verantwoordelijk gedeputeerde
van de provinciale staten aanwezig zal zijn. Bij de vierjaarlijkse onderzoeken die
de onderwijsinspectie doet bij besturen en hun scholen in Fryslân zal zij de komende
vier jaar standaard aandacht besteden aan het Fries.
De onderwijsinspectie zal besturen vragen zich te verantwoorden over de doelstellingen
en ambities die het bestuur heeft met Fries en over de wijze waarop het stuurt op
de kwaliteit van het Fries op de scholen en de effecten die de sturing heeft. Bij
de verificatieonderzoeken op scholen die onderdeel zijn van de vierjaarlijkse onderzoeken
zal de inspectie de directies van scholen bevragen over de wijze waarop ze het beleid
van het bestuur aangaande Fries uitvoeren en hoe het bestuur daarop stuurt. Als de
uitkomsten daartoe aanleiding geven, zal de onderwijsinspectie ook spreken met leraren
en leerlingen over hun ervaringen met het Fries. Bij tekortkomingen zal de inspectie
een herstelopdracht geven en toezien op het voldoen daaraan. In 2025 zal de onderwijsinspectie
een nieuw themaonderzoek starten naar de kwaliteit van het aanbod Fries op de scholen
in Fryslân. Over de specificaties van het onderzoek zal de onderwijsinspectie te zijner
tijd een besluit nemen.
Mijn ambtscollega van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media ziet geen aanleiding
om het toezicht op (delen van) het onderwijs in Fryslân weg te halen bij de onderwijsinspectie.
De provincie organiseert in 2020 regiobijeenkomsten met alle Friese schoolbesturen
in het primair en voortgezet onderwijs. Het doel van de bijeenkomsten is om de ambitie
(namelijk dat in 2030 alle scholen aan alle kerndoelen voldoen) nog eens te bevestigen
en om in gesprek te gaan over wat nodig is om deze ambitie te halen. Het toezicht
kan bijdragen aan het draagvlak voor het aanbieden van het vak Fries. De onderwijsinspectie
zal de komende jaren met de Friese schoolbesturen in gesprek gaan over hun doelstellingen
en ambities wat het Fries betreft en over de wijze waarop zij sturen op de kwaliteit
van het onderwijs in het schoolvak Fries en de effecten daarvan. Specifieke eigen
ideeën van besturen over het schoolvak Fries kunnen nooit reden zijn om niet aan de
wet te voldoen.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen om een nadere toelichting op de huidige
stand van zaken van de dekking van het aanbod van het Fries.
Het themarapport van de onderwijsinspectie bevat kaartjes van de spreiding van verschillende
taalprofielen over de provincie alsmede een toelichting daarop.7
De leden van de SP-fractie vragen of er inmiddels duidelijkheid is over het beleid
van de provincie over het ambitieniveau rond Fries op scholen.
Naar ik heb begrepen heeft de provincie Fryslân het voornemen de aanbeveling uit de
themarapportage van de onderwijsinspectie om het beleid te heroverwegen, over te nemen.
Men wil echter eerst de curriculumherziening afwachten. De verwachting is dat de beleidsregel
en de daaraan gekoppelde Taalplan Frysk-profielen ergens in de periode tot 2030 zullen
worden herzien. Wel zal in de eerstvolgende vaststellingsronde van het Taalplan Frysk
(startend na de zomer van 2020) met de scholen besproken worden hoe ze het aanbod
Fries kunnen versterken en zal de scholen zo nodig en/of gewenst concrete begeleiding
worden aangeboden. De insteek van de provincie is dat alle scholen over vier jaar
minstens één profiel moeten zijn gegroeid.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben vragen gesteld over het belang van goed
en attractief onderwijs voor het levendig houden van de Friese taal.
Ik ben blij met de uitkomsten van de themarapportage van de onderwijsinspectie waarin
leerlingen benoemen dat ze de wens hebben het Fries goed te beheersen.
Ik heb er vertrouwen in dat de gesprekken tussen de onderwijsinspectie en de provincie
ertoe zullen leiden dat de ambitie voor kwalitatief goed Fries op de scholen verder
zal toenemen.
2.2 Kerndoelen en kwaliteit docenten
De leden van de VVD-fractie hebben vragen gesteld over de subsidieregeling aanpak
lerarentekort.
Ik heb begrepen dat regionale samenwerkingsverbanden van schoolbesturen en lerarenopleidingen
van 1 februari tot 1 maart een subsidieaanvraag kunnen indienen voor de subsidieregeling
Regionale Aanpak Personeelstekorten. Zij kunnen zelf een plan van aanpak opstellen
om het lerarentekort in hun regio te verminderen. Het regionale samenwerkingsverband
in Fryslân is hiervan op de hoogte gebracht en daarbij is geadviseerd om ook een aanpak
van het tekort aan leraren Fries in het plan mee te nemen. Het samenwerkingsverband
bepaalt echter zelf welke activiteiten zij opnemen in hun plan. Op dit moment heeft
de Minister van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media nog geen plan van de regio
Fryslân ontvangen.
2.3 Fryske Akademy
De leden van de VVD-fractie, CDA-fractie en GroenLinks-fractie stellen vragen over
de inrichting en financiering van de Fryske Akademy.
In de Bestjoersôfspraak Fryske taal en kultuer is afgesproken dat de relatie tussen
de Fryske Akademy en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW)
zal worden aangepast (in paragraaf 5.2.2). Aanleiding hiervoor is onder meer de governance van de Fryske Akademy. Zij valt aan de ene kant onder de KNAW, maar is aan de andere
kant een zelfstandige stichting met een eigen Raad van Toezicht. Afgesproken is dat
de Fryske Akademy geen onderdeel meer zal uitmaken van de institutenorganisatie van
de KNAW, maar wel gelieerd blijft aan de KNAW. Dit betekent dat de Fryske Akademy
de status van zelfstandige stichting behoudt met een eigen directeur-bestuurder en
Raad van Toezicht. Daarnaast kan de Fryske Akademy een beroep blijven doen op de faciliteiten
van de KNAW en gebruik blijven maken van de wetenschappelijke fondsen van NWO. De
financieringsstructuur tussen Fryske Akademy en OCW via de KNAW zal worden aangepast.
Het is de bedoeling dat vanaf 2021 de financiële middelen via een decentralisatie-uitkering
met het oog op de Fryske Akademy aan de provincie Fryslân zullen gaan lopen. Voorwaarde
hiervoor is dat de KNAW en de Fryske Akademy tot een hernieuwde liëringsovereenkomst
komen (dit betekent dat de in juli 2018 tussen de provincie en Fryske Akademy afgesloten
liëringsovereenkomst wordt geactualiseerd). Op 18 december 2020 heeeft provinciale
staten van Fryslân ingestemd met het voorstel om de afspraken uit de Bestjoersôfspraak
Fryske taal en kultuer te verwerken.
In de rijksbegroting 2020 voor de KNAW is voor wetenschapsbeoefening inzake de Friese
wetenschapsonderwerpen door de Fryske Akademy € 1.539.000,– opgenomen.8 Dit bedrag zal structureel vanuit het provinciefonds worden overgeheveld naar de
provincie Fryslân.
Provinciale staten van Fryslân hebben besloten om de bestaande fínanciële bijdrage
van de provincie tijdelijk (voor vijf jaar) te verhogen van € 1,2 miljoen per jaar
naar € 1,4 miljoen. De tijdelijke verhoging is bedoeld om veranderingen in de organisatie
door te voeren. Daarnaast stelt de provincie Fryslân conform het advies van de Taskforce
een incidentele bijdrage van € 350.000 beschikbaar voor reorganisatiekosten en voor
een inspanningsverplichting om het personeel van de Fryske Akademy over te nemen of
van werk naar werk te helpen. Tot slot zal de provincie Fryslân een steviger rol gaan
spelen in het kennis- en wetenschapsbeleid
De Fryske Akademy blijft een zelfstandige organisatie, waarbij de rol van het rijk
zich beperkt tot de financiering van de rijksbijdrage via het provinciefonds en de
borging van haar positie als academie van wetenschap in de Bestjoersôfspraak Fryske
taal en kultuer. Wel is het van belang dat de wetenschappelijke kwaliteit van het
onderzoek van de Fryske Akademy wordt bevorderd, bewaakt en geborgd. De KNAW heeft
aangegeven hiertoe in een passende rol bereid te zijn.
De financiering van de Fryske Akademy zal een decentralisatie-uitkering zijn. Decentralisatie-uitkeringen
zijn uitkeringen voor beleid, waarbij geen termijn van de overgang van de uitkering
naar de algemene uitkering is vastgesteld. Bij decentralisatie-uitkeringen is er beleids-
en bestedingsvrijheid van de provincie.
3. Rechtspraak
3.1 Fries in de rechtspraak
Leden van de fracties van VVD, CDA, GroenLinks en ChristenUnie hebben gevraagd naar
het overleg tussen de Rechtbank Noord-Nederland, het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
en de provincie Fryslân over het gebruik van de Friese taal in de rechtspraak en ook
de rol van het Rijk in dit overleg.
Het kabinet onderschrijft het belang van het kunnen gebruiken van de Friese taal in
het bestuurlijk verkeer en in de rechtspraak. Tegelijkertijd past de regering ten
aanzien van de rechtspraak grote terughoudendheid. De rechtspraak is in zijn primaire
proces en organisatie onafhankelijk. Afwegingen over personeelsbeleid, zaakverdeling
en toewijzing van zaken zijn exclusief aan de rechtspraak zelf. Dat neemt niet weg
dat punten onder de aandacht van de rechtspraak kunnen worden gebracht. Wat betreft
de praktische toepassing van de Wet gebruik Friese taal is het goed dat het contact
hierover primair door de belangenbehartigers en experts uit de provincie met de rechtspraak
wordt onderhouden.
Het overleg is nog gaande. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden organiseert, mede als
uitvloeisel van periodiek overleg, inmiddels interne cursussen voor zijn niet-Friestalige
raadsheren en griffiers. Zoals toegezegd zullen uitkomsten van overleg, ook waar dat
betreft het eventueel aanvullend uitvoeren van onderzoek zoals door het Mercator kenniscentrum
aanbevolen, met de Uw Kamer worden gedeeld.
De fracties van de VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hebben vragen gesteld over specialisatie,
concentratie en verdeling van zaken over zittingslocaties.
Bij de Wet herziening gerechtelijke kaart die zeven jaar geleden in werking is getreden,
zijn de rechtbank Noord-Nederland en het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden als fusiegerechten
ontstaan. De zaakverdeling binnen zowel de rechtbank Noord-Nederland als ook binnen
het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is niet van invloed op het recht om bij die gerechten
Fries te spreken. Dit recht komt krachtens de Wet gebruik Friese taal – kort samengevat
– toe aan inwoners van Fryslân in alle zittingsplaatsen van deze rechtbank en dit
hof. Dus voor de rechtbank Noord-Nederland ook in Assen en Groningen en voor het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden in alle negen zittingsplaatsen conform het Besluit zittingsplaatsen
gerechten. Bij deze gerechten zijn er geen aanwijzingen dat er na de herziening van
de gerechtelijke kaart in 2013 vaker hinder is voor justitiabelen die Fries willen
spreken of dat het daardoor moeilijker is om rechters die het Fries actief of passief
beheersen in te zetten.
In Leeuwarden wordt een bijna volledig zaakpakket aangeboden. Zaken met een sterke
binding met Fryslân dienen in beginsel in Leeuwarden. Er zijn op dit moment geen voornemens
tot concentratie of een andere verdeling via een herziening van het zaakverdelingsreglement.
Het is aan de Rechtbank en Hof om waar een wijziging in de zaakverdeling aan de orde
zou zijn alle relevante belangen, waaronder het belang van het gebruik van de Friese
taal, af te wegen (artikel 21 Wet op de rechterlijke organisatie). Er is geen aanleiding
hierover breder het gesprek te voeren met bijvoorbeeld de Raad voor de rechtspraak.
De leden van de fractie van D66 hebben vragen gesteld over het voldoende beschikbaar
stellen van medewerkers die het Fries machtig zijn. De fracties van D66 en ChristenUnie
hebben daarnaast vragen gesteld over het toewijzen van zaken in relatie tot de Friese
taal.
In 2017 is door de Rechtbank Noord-Nederland onder de sectoren en afdeling van de
verschillende zittingslocaties het gebruik van de Friese taal geïnventariseerd. Daaruit
kwamen geen knelpunten bij de beheersing van de Friese taal door medewerkers. Een
groot deel van de medewerkers in Leeuwarden beheerst het Fries actief. Nieuwe rechters
die het Fries onvoldoende beheersen krijgen een cursus aangeboden om de taal in elk
geval passief voldoende te beheersen. Wanneer een justitiabele aangeeft Fries te willen
spreken, wordt daarmee zo veel mogelijk rekening gehouden bij de inroostering van
rechters of er wordt een tolk ingeschakeld. Het is niet aan de Minister om te sturen
in toewijzing van zaken of inzet van personeel.
De leden van de fractie van GroenLinks hebben gevraagd hoe het Fries geborgd is bij
de Hoge Raad, bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, bij de Centrale
Raad van Beroep en bij het College van het Beroep voor het Bedrijfsleven.
Het gebruik van de Friese taal in de rechtspraak is geregeld in de Wet gebruik Friese
taal. Deze wet heeft alleen betrekking op zaken bij de rechtbank Noord-Nederland en
het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De Wet gebruik Friese taal is dus niet van toepassing
op procedures bij de in de vraag genoemde colleges. Deze procedures kenmerken zich
over het algemeen door een sterk juridisch karakter, een schriftelijke stukkenwisseling
en juridische bijstand. Waar een mondelinge behandeling plaatsvindt, en de betrokkene
het Nederlands niet voldoende machtig is, maar wel Fries spreekt, gelden de algemene
regels voor bijstand van een tolk.
3.2 Aanbevelingen Mercator kenniscentrum
Over de beschikbaarheid en inzet van tolken zijn door leden van de fracties van de
VVD, D66 en ChristenUnie vragen gesteld.
Met het oog op een goede planning vraagt de rechtspraak tijdig aan te geven of eventueel
een tolk nodig zou kunnen zijn. Dat is in het belang van de rechtzoekende en van de
rechtspraak. Zo kan worden voorkomen dat een zitting op het laatste moment niet kan
doorgaan vanwege het niet beschikbaar zijn van een tolk. De beschikbaarheid van tolken
Fries is al lange tijd een zorgpunt. In de praktijk levert dit nog niet of nauwelijks
problemen op, maar uitbreiding is zeer gewenst. De president van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
is hierop ingegaan in een brief die hij vorig jaar naar aanleiding van vragen van
de provinciale staten van Fryslân aan de commissaris van de Koning heeft gezonden.
De provincie is in overleg met een opleidingsinstituut voor tolken/vertalers om te
komen tot een opleiding. Diverse personen hebben reeds belangstelling getoond voor
het volgen van zo’n opleiding. De provincie hoopt binnen afzienbare termijn zo een
substantiële uitbreiding te realiseren van het aantal beschikbare tolken.
4. Media, kinderopvang en zorg
4.1 Media
De leden van de SP-fractie hebben vragen gesteld over de positie van Omrop Fryslân.
Het Ministerie van OCW erkent de bijzondere positie van Omrop Fryslân in de Mediawet
2008, het Mediabesluit 2008 en de Mediaregeling 2008. Die wetgeving biedt Omrop Fryslân
een prima bescherming. Daarbij gaat het om waarborgen voor onafhankelijkheid, financiering,
doorgifte, aanwijzing en programma-aanbod van Omrop Fryslân. Hieronder worden deze waarborgen nader
toegelicht.
1. Onafhankelijkheid
Dit onderwerp is geregeld in artikel 2.88 van de Mediawet 2008. Toegepast op Omrop
Fryslân betekent dit onder meer dat Omrop Fryslân zelf de vorm en inhoud bepaalt van
het door deze omroep verzorgde media-aanbod en daarvoor verantwoordelijk is.
2. Financiering
Omrop Fryslân krijgt op grond van de Mediawet 2008 op aanvraag jaarlijks een bijdrage
uit de rijksmediabijdrage voor het verzorgen van regionale publieke mediadiensten
in Fryslân. De bijdrage van Omrop Fryslân is een percentage van het totaalbudget dat
beschikbaar is voor de regionale publieke omroepen. Dat percentage is vastgelegd in
artikel 4a van het Mediabesluit 2008. Voor Omrop Fryslân ging het in 2019 om 7,000%
van het totaalbudget van ca. € 147,2 mln. zijnde ca. € 10,3 mln. Verder krijgt Omrop
Fryslân jaarlijks een extra projectsubsidie van € 50.000,– op grond van de Bestuursafspraak
Friese Taal en Cultuur. Daarnaast krijgt Omrop Fryslân een extra bijdrage van ca.
€ 1,8 miljoen per jaar via de NPO ten behoeve van Friese landelijke televisie.
3. Doorgifte Omrop Fryslân
Dit onderwerp is geregeld in artikel 6.13 van de Mediawet 2008. Op grond van de Mediawet
2008 moet Omrop Fryslân worden doorgegeven in de provincie Fryslân en in de aan deze
provincie grenzende provincies. In de praktijk geven de twee grootste pakketaanbieders
van het land (Ziggo en KPN) Omrop Fryslân in het gehele land door.
4. Aanwijzing Omrop Fryslân
Dit onderwerp is geregeld in de artikelen 2.61 tot en met 2.69 van de Mediawet 2008.
Er kan voor de provincie Fryslân één regionale publieke omroep worden aangewezen.
Een aanwijzing geldt voor vijf jaar. Het Commissariaat heeft Omrop Fryslân op 26 juni
2018 opnieuw voor vijf jaar aangewezen. De aanwijzing geldt van 2 september 2018 tot
2 september 2023. Voor een aansluitende periode van vijf jaar moet Omrop Fryslân weer
een nieuwe aanvraag doen.
5. Programma-aanbod Omrop Fryslân
Zie voor dit onderwerp onder meer de artikelen 2.70 en 2.122 van de Mediawet 2008.
Toegepast op Omrop Fryslân betekent artikel 2.70 dat het programma-aanbod van de Omrop
voor ten minste vijftig procent van de duur van het aanbod van informatieve, culturele
en educatieve aard moet zijn dat in het bijzonder betrekking heeft op de provincie
Fryslân. Artikel 2.122 gaat onder meer over oorspronkelijk Friestalige producties.
Verder is in dit verband artikel 4 van het Mediabesluit 2008 van belang. Toegepast
op Omrop Fryslân betekent dit dat het programma-aanbod van de Omrop voor ten minste
vijftig procent moet bestaan uit aanbod dat door de Omrop zelf of uitsluitend in opdracht
van de Omrop is geproduceerd.
4.2 Kinderopvang
Leden van de SP hebben vragen gesteld over het gebruik van het Fries in de kinderopvang.
In de BFTK vastgelegd dat de provincie zorgdraagt voor adequate voorlichting aan ouders,
kinderopvangorganisaties en betrokken instellingen over het belang en het omgaan met
het Fries in een meertalige opvoeding. In 2.8.4 is in de BFTK tevens vastgelegd dat
er een Taalsintrum Frysk als onderdeel van Cedin is en fungeert als expertisecentrum
meertaligheid. Hiernaast wordt het taalbevorderingsinstituut Afûk door de provincie
ingezet bij taalbevordering van het overdragen van het Fries van ouders/verzorgers
op kinderen. De provincie Fryslân ziet de Friese taal als kans voor de ontwikkeling
van kinderen en zet hier dan ook bewust acties op in. Daarom biedt de provincie onder
meer ouders het Taalkado aan om kinderen op speelse wijze met meertaligheid en het
Fries in het bijzonder in aanraking te brengen. Ook financiert de provincie het tweetalige
tijdschrift heit&mem voor ouders in Fryslân met kinderen van 0–12 jaar. Dit tijdschrift
heeft als doel om (toekomstige) ouders bewust te maken van de kansen van meertalige
ontwikkeling en om ze te stimuleren hun kinderen meertalig op te voeden.
Meerdere commerciële aanbieders hebben «gepionierd» in de Friestalige en tweetalige
kinderopvang. De uitvoering van meertaligheid bij kinderopvang leidt echter niet tot
hogere kosten voor ouders. Uitdagingen zijn er nog op het gebied van de kwaliteitseisen
om de pedagogische kwaliteit en de stabiliteit voor de kinderen te waarborgen. Er
worden onder meer eisen gesteld aan het aantal pedagogisch medewerkers dat als vast
gezicht aan een kind mag worden toegewezen.
De bij Stichting Frysktalige Berneopfang (SFBO) aangesloten locaties werken met vaste
pedagogisch medewerkers die Fries aanbieden, terwijl andere pedagogisch medewerkers
het Nederlands aanbieden. Bovengenoemde eisen aan de stabiliteit van de opvang kunnen
ertoe leiden dat beroepskrachten minder flexibel kunnen worden ingezet, waardoor het
een uitdaging kan zijn om kinderen dagelijks in contact te brengen met een ideale
mix van Friestalige en Nederlandstalige pedagogisch medewerkers.
Conform afspraken in de BFTK zet de provincie Fryslân, als hiervoor het provinciale
bestuurlijke besluitvormingstraject geheel is doorlopen, voor de zomer bij het KlantContactCentrum
(KCC) van de provincie het «Meldpunt Fryske taal» op, waar melding gedaan kan worden
van het uitsluiten of beperken van het gebruik van het Fries.
4.3 Zorg
Leden van de VVD-fractie hebben vragen gesteld over de mogelijkheid van het opnemen
van het gebruik van de moedertaal of het taalbewustzijn in het curriculum van zorg-
en welzijn opleidingen en over inventarisatie van bestaande Friestalige hulpmiddelen
en de behoefte hieraan.
Beroepssectoren en het onderwijs zijn primair verantwoordelijk voor de curricula en
de inhoud van opleidingen. Het lectoraat Meertaligheid en Geletterdheid van NHL Stenden
zal in opdracht van provincie Fryslân de behoefte naar het opnemen van het gebruik
van de moedertaal op het taalbewustzijn in het curriculum van zorg- en welzijn opleidingen
op hbo-niveau (naast het mbo-zorgonderwijs) in kaart brengen. Op basis hiervan zal
in samenwerking met Afûk een mogelijk aanbod ontwikkeld worden. Naar verwachting zal
deze behoefteanalyse afgerond zijn in september. Ook is er dan een eerste start gemaakt
met de ontwikkeling van het aanbod.
Een overzicht van bestaande Friestalige hulpmiddelen voor zorginstellingen en een
analyse van aan welke (Friestalige) hulpmiddelen behoefte bestaat, in opdracht van
de provincie Fryslân, wordt begin april opgeleverd. Hierbij wordt gekeken naar de
behoefte van de Friese ziekenhuizen, maar ook naar Wet Maatschappelijke Ondersteuning/Wet
Langdurige Zorg zorgaanbieders in Fryslân. Naar aanleiding van deze analyse bekijkt
de provincie Fryslân wat de mogelijkheden zijn om hier verder invulling aan te geven.
Het is al zo dat zorgaanbieders zelf ook een aanvraag kunnen indienen met inkopers
bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor de regeling Stimuleringsregeling
E-health Thuis (SET). Zorgaanbieders hebben daarbij veel ruimte om hun eigen technologische
randvoorwaarden te bepalen. Zorgaanbieders kunnen ervoor kiezen om de Friese taal
een plek te geven in de technologie die zij opschalen.
Leden van de fractie van het CDA hebben vragen gesteld over de beheersing van de Friese
taal door zorgverleners en of er aandacht bestaat bij gemeenten voor de Friese taal
bij het aanbesteden van zorg. Leden van de GroenLinks-fractie vragen naar het gebruik
van het Fries in andere delen van de zorg.
In het project «Frysk yn »e soarch»9 wordt verder gekeken dan alleen het gebruik van het Fries in verpleeghuizen. Binnen
het project «Frysk yn «e soarch» wordt hierop reeds inspanning verricht. Zo kan al
het zorgpersoneel in Fryslân een digitale cursus volgen die speciaal op zorgverleners
gericht is. Voor deze zomer zal tevens een informatieve campagne opgezet worden om
het belang van de Friese taal in het gehele sociale domein onder de aandacht te brengen.
De provincie stuurt er in de rol van Taalskipper op aan om in het taalbeleid van gemeenten
op te nemen dat bij de inkoop van zorg het kunnen verstaan van het Fries voor verzorgers
een voorwaarde is. Hoewel dit geen verplichting bij de zorginkoop is, stijgt het aantal
gemeenten dat in het taalbeleid hierover voor zorgverleners afspraken heeft opgenomen.
5. Informeren ontwikkelingen Friese taal en cultuur
Leden van de VVD-fractie vragen naar het informeren van de Kamer over de ontwikkelingen
op het gebied van de Friese taal en cultuur.
Ik zeg toe de Kamer ieder jaar ten minste eenmaal te informeren over de ontwikkelingen
op het gebied van de Friese taal en cultuur. Met de brief voor 2021 stuur ik u tevens
de tussenevaluatie van de implementatie van de BFTK 2019–2023 toe. Hieraan voorafgaand
wordt de Kamer door de provincie uitgenodigd om een werkbezoek te brengen aan de provincie
Fryslân.
De leden van de VVD-fractie hebben vragen gesteld over de derde opinie van het adviescomité
voor het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden.
Het adviescomité zet in de derde opinie de verbeteringen en aanbevelingen ten opzichte
van de vorige twee monitoringscycli voor de Friese taal en cultuur helder uiteen onder
artikel 5, 9, 10, 11, 12 en 14.10 In het algemeen spreekt het adviescomité zich positief uit over de decentralisatie
van onderwijstaken naar de provincie Fryslân en de rol van de Onderwijsinspectie.
Met betrekking tot de BFTK noemt het adviescomité o.a. de borging van de gezamenlijke
financiering van de leerstoel Friese taal- en letterkunde, financiële ondersteuning
van de provincie Fryslân voor de extra taken op onderwijsgebied en een heldere omschrijving
van de onderwijsinspectie.
In zowel de tweede als de derde opinie uit het adviescomité zijn zorgen over het gebrek
aan bevoegde leerkrachten Fries en de gevolgen van gemeentelijke herindelingen voor
het gebruik van de Friese taal. Hierop ben ik ingegaan in deze brief.
Het adviescomité adviseert om organisaties, betrokken bij de Friese taal, in de gelegenheid
te stellen deel te nemen aan het opstellen van het vierde landenrapport. In de derde
rapportage van Nederland is informatie die voortkomt uit gesprekken die de provincie
Fryslân in de rol van taalskipper met betrokkenen in het Friese beleidsveld heeft
gehad, meegenomen. Ik ben voornemens de bij de Friese taal betrokken organisaties
op meer directe wijze te betrekken bij het opstellen van het volgende landenrapport.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier