Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Voordewind over de schrijnende humanitaire situatie op de Griekse eilanden
Vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) aan aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de schrijnende humanitaire situatie op de Griekse eilanden (ingezonden 5 maart 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid), mede namens
de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 7 april
2020).
Vraag 1
Kent u de berichten over de escalerende situatie op de Griekse eilanden?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bereid dit zo snel mogelijk te bespreken in de Raad Justitie en Binnenlandse
Zaken (JBZ) en de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van de Europese Unie?
Antwoord 2
Gezien de recente ontwikkelingen in Turkije en Griekenland heeft op woensdag 4 maart
een extra JBZ-raad plaatsgevonden, waar de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
met haar EU-collega’s over de situatie heeft gesproken. Tevens vond op donderdag 5 maart
een informele RBZ (Gymnich) plaats in Zagreb. Op vrijdag 6 maart is dit voortgezet
als een formele RBZ, waar de Minister van Buitenlandse Zaken met zijn EU-collega’s
heeft gesproken over de situatie in Idlib.2 Ook tijdens de JBZ-Raad van 13 maart is de situatie in Griekenland besproken, evenals
de mogelijkheden voor additionele steun aan Griekenland.
Vraag 3 en 5
Wat vindt u van deze humanitaire crisis op de Griekse eilanden en wat vindt u dat
er moet gebeuren om deze humanitaire crisis aan te pakken?
Wat kunt u doen om het leed te verminderen van de vluchtelingen op de Griekse eilanden?
Vraag 3 en 5
De situatie op de Griekse eilanden is en blijft zorgelijk. Volgens de Europese Commissie
verblijven rond de 41.500 vluchtelingen en migranten op de Griekse eilanden, terwijl
de officiële opvangcapaciteit slechts 6.000 is. Dit leidt tot schrijnende situaties.
In EU-verband zijn de mogelijkheden voor aanvullende steun aan Griekenland door de
Staatssecretaris voor Justitie en Veiligheid met haar Europese collega’s besproken
tijdens de extra JBZ-raad van 4 maart3 en de JBZ-raad van 13 maart jl. De Nederlandse inzet is de komende tijd gericht op
handhaving van de EU-Turkije Verklaring. Uitgangspunt daarbij is steun voor Griekenland
om de situatie het hoofd te bieden en nadruk ligt op de gezamenlijke verantwoordelijkheid
van Turkije, Griekenland en de EU voor de uitvoering van de EU-Turkije Verklaring.
Nederland blijft er bilateraal en in EU-verband bij Griekenland op aandringen om structurele
verbeteringen door te voeren, waaronder snellere en effectievere asielprocedures,
meer terugkeer en het verbeteren van de opvangomstandigheden. Nederland biedt hierbij
doorlopend steun aan Griekenland, door het leveren van expertise, hulpmiddelen en
financiering.
Nederland verwelkomt het actieplan van de Commissie van 4 maart. Dit actieplan bestaat
uit een door Frontex gecoördineerd terugkeerprogramma, twee ondersteunende grensbewakingsoperaties
aan de zee- en landgrens en additionele financiële steun van EUR 700 miljoen. De eerste
EUR 350 miljoen heeft de Commissie direct beschikbaar gesteld om grens- en migratiemanagement
aan te pakken. Provisioneel wordt voor de direct beschikbare EUR 350 miljoen gekeken
naar het vergroten van opvangcapaciteit, vrijwillige terugkeer en de infrastructuur
die nodig is voor «screening procedures» voor gezondheid en veiligheid. Daarnaast
zal het bedrag worden aangewend om het Europees Ondersteuningsbureau voor Asielzaken
(EASO) en Frontex te ondersteunen, om (vrijwillige) terugkeer te bevorderen en lopende
activiteiten te continueren. De Commissie heeft op 27 maart een voorstel gedaan voor
de additionele EUR 350 miljoen. 4 Hier wordt uw Kamer separaat nader over geïnformeerd. Voor de additionele EUR 350
miljoen komt de Commissie op korte termijn met voorstellen. Het kabinet zal Uw Kamer
hierover informeren. Het kabinet acht het van belang dat hierbij voldoende financiële
absorptiecapaciteit van Griekenland is en een effectieve en efficiënte besteding van
de middelen wordt gewaarborgd. Nederland draagt tevens bij aan de steunvraag van Griekenland
aan Frontex, de zgn. Rapid Border Intervention voor de landgrens.
Verder heeft Nederland, net als diverse andere EU-lidstaten, besloten om in te gaan
op het recente hulpverzoek van Griekenland via het EU Civil Protection Mechanism(UCPM). Via het UCPM kunnen landen verzoeken om acute in-kind assistentie bij calamiteiten. In deze gecoördineerde actie heeft Nederland op maandag
9 maart jl. 71 generatoren, 4.300 kussens, 6 tenten en 1.900 nooddekens naar Griekenland
gestuurd.
Daarnaast helpt Nederland om de meest acute humanitaire noden te verlichten, bijvoorbeeld
door humanitaire organisaties in staat te stellen snel en flexibel te reageren in
noodsituaties. Nederland verleent bijvoorbeeld ongeoormerkte steun aan diverse organisaties
– zoals UNHCR – die een belangrijke rol spelen in de huidige humanitaire respons in
Griekenland.
Ook stelt de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking via het
Nederlandse Rode Kruis (NRK) EUR 500.000 beschikbaar om het regionale appeal van de
Internationale Federatie van Rode Kruis en Rode Halve Maan-bewegingen (IFRC) te ondersteunen.
Een deel van dit IFRC-plan betreft humanitaire activiteiten in Griekenland, waaronder
in en rondom de opvangfaciliteiten op de eilanden. Dit zal onder meer ingezet worden
om de acute noden op het gebied van water- en sanitaire voorzieningen, gezondheidszorg
en bescherming te lenigen.
Zoals toegezegd tijdens de begrotingsbehandeling van de BHOS-begroting 2020, zal er
vanuit het BHOS-budget ook een beperkte bijdrage uit de non-ODA middelen beschikbaar
worden gesteld voor de Griekse eilanden. In 2020 start een project in het kader van
geestelijke gezondheidszorg en psychosociale steun (MHPSS) voor vluchtelingen en asielzoekers
die gestrand zijn op de Griekse eilanden. Dit project zal in totaal EUR 200.000 kosten.
Vraag 4
Wat is uw reactie op het rapport van de Europese Rekenkamer van oktober 2019 dat stevige
kritiek uit op de bestedingen en uitkomsten van de programma’s van de EU om het leed
van de vluchtelingen te doen verminderen? Wat zou er volgens u met spoed verbeterd
moeten worden?
Antwoord 4
Naar aanleiding van het rapport van de Europese Rekenkamer (Special Report No. 24/2019)
zijn er Raadsconclusies aangenomen.5 Hierin worden de conclusies van het rapport onderkend, en het belang van de speciale
focus inzake asiel, relocatie en terugkeer van migranten onderstreept. De Commissie
komt binnenkort met een voorstel voor een «New Pact on Migration» waarin aan deze
zaken aandacht wordt besteed. De Nederlandse prioriteiten voor het toekomstig EU asiel-
en migratiebeleid voor de periode van 2019–2024 zijn terug te vinden het paper «A renewed European agenda on migration».6
Vraag 6 en 8
Bent u bereid met uw EU-collega’s er bij de Griekse overheid op aan te dringen de
meeste kwetsbare migranten/vluchtelingen zoals ouderen, alleenstaande minderjarigen
en gezinnen met jonge kinderen, over te brengen naar het Griekse vaste land?
Is Nederland bereid om een deel van de alleenstaande minderjarige kinderen met name
onder de leeftijd van 14 jaar op te nemen via versnelde relocatie?
Vraag 6 en 8
Van versnelde relocatieprocedures is momenteel geen sprake. Zoals bekend staat Nederland
in principe niet positief tegenover ad hoc relocatie. Uitgangspunt blijft om structurele oplossingen door te voeren in Griekenland
om de druk op de eilanden te ontlasten. Tijdens de extra JBZ-Raad van 4 maart jl.
heeft de Commissie, met steun van Nederland, aandacht gevraagd voor de positie van
alleenstaande minderjarigen op de eilanden. cf. motie Voordewind 32 317 nr 608.7 De situatie in Griekenland is nader besproken tijdens de JBZ-Raad van 13 maart.
Vraag 7
Wat kan de EU/Nederland eraan doen om de asielprocedure te doen versnellen zodat de
kansrijke vluchtelingen versneld kunnen worden herverdeeld over de EU?
Antwoord 7
Nederland wacht het voorstel van de Europese Commissie voor een «New Pact on Migration» waarin aan deze zaken aandacht zal worden besteed af. De voorzitter van de Europese
Commissie heeft aangegeven dat deze voorstellen na Pasen zullen worden gepubliceerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.