Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kerstens, Kuiken en Gijs van Dijk over antisemitische uitingen tijdens Ajax-PSV
Vragen van de leden Kerstens, Kuiken en Gijs vanDijk (allen PvdA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Medische Zorg over antisemitische uitingen tijdens Ajax-PSV (ingezonden 6 februari 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
voor Medische Zorg (ontvangen 6 april 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2019–2020, nr. 1865.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het feit dat tijdens de wedstrijd Ajax-PSV op 2 februari 2020
honderden mensen meermaals luidkeels een spreekkoor zongen met de tekst: «Wie niet
springt, die is geen Jood en alle Joden moeten dood»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben op de hoogte van de antisemitische spreekkoren van een deel van het publiek
tijdens de wedstrijd.
Vraag 2
Deelt u de mening dat dergelijke uitingen verwerpelijk zijn en zeker niet als «normaal»
geaccepteerd moeten worden? Zo ja, waarom is er dan klaarblijkelijk niets tegen gedaan?
Antwoord 2
Ja, ik vind deze uitingen zeker verwerpelijk. Discriminatie en racisme horen niet
thuis in onze samenleving en dus ook niet in het voetbal. Elke uiting hiervan is er
één te veel. Ik heb hierover meermaals met de KNVB contact gehad.
Het kabinet heeft samen met de KNVB in het plan «Ons voetbal is van iedereen. Samen
zetten we racisme en discriminatie buitenspel» maatregelen aangekondigd om iedere
vorm van racisme en discriminatie bij het voetbal uit te bannen. Uw Kamer is op 8 februari
2020 over deze aanpak geïnformeerd2. De KNVB is hierover in gesprek met belangengroeperingen zoals de Anne Frank Stichting,
het CIDI en het Supporterscollectief. Deze gesprekken zijn bedoeld om kennis en ervaringen
uit te wisselen en samen op te trekken in de strijd tegen discriminatie.
Van de KNVB heb ik begrepen dat meegereisde PSV-stewards direct hebben ingegrepen
door de eigen aanhang op hun gedrag aan te spreken. Dit heeft ertoe geleid dat de
spreekkoren zijn gestopt.
De veiligheidsorganisatie van Ajax heeft tijdens de uitstroom één persoon aangehouden
en overgedragen aan de politie als verdachte van discriminatie/belediging als gevolg
van uitlatingen die deze supporter deed na de wedstrijd.
Vraag 3
Zijn dergelijke uitingen strafbaar? Zo ja, is het u bekend of er aangifte is gedaan
dan wel strafrechtelijk onderzoek is ingesteld of mogelijk gaat worden? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 3
Het Wetboek van Strafrecht (Sr) kent verschillende artikelen waarin uitingen strafbaar
zijn gesteld. Denk aan: eenvoudige belediging (art. 266 Sr), groepsbelediging (137c
Sr) aanzetten tot haat, geweld of discriminatie (art. 137d Sr), bedreiging (art. 285
Sr) en opruiing tot een strafbaar feit (art. 131 Sr).
Er is geen aangifte bekend bij het Openbaar Ministerie (OM). Zoals gebruikelijk doet
het OM op voorhand geen uitspraken over de vraag of bepaalde uitlatingen strafbaar
zijn onder andere omdat dit per geval afhankelijk is van de feiten en omstandigheden.
Vraag 4
Waarom is deze wedstrijd niet stilgelegd vanwege deze antisemitische uitingen?
Antwoord 4
In het handboek competitiezaken betaald voetbal van de KNVB is vastgesteld dat bij
discriminatoire, racistische en/of antisemitische spreekkoren direct wordt overgegaan
tot het door de speaker oproepen tot stoppen met spreekkoren en dat bij herhaling
de wedstrijd wordt stilgelegd. In dit geval grepen de stewards van PSV direct in waardoor
de spreekkoren stopten.
Vraag 5
Worden er naar aanleiding van deze uitingen stadionverboden opgelegd? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
Indien betrokkenen zoals clubs, politie/OM dossiers aanleveren bij de KNVB waaruit
blijkt welke personen zich schuldig hebben gemaakt aan deze spreekkoren, zal de KNVB
overgaan tot het opleggen van landelijke stadionverboden.
Ook kan de KNVB aan clubs, waarbij supporters zich schuldig hebben gemaakt aan kwetsende
spreekkoren, voorstellen om een alternatief traject – zoals deelname aan het Spreekkoren
project van de Anne Frank stichting – te volgen in ruil voor strafvermindering. Deze
vermindering geldt alleen voor de straf die vanuit de KNVB wordt opgelegd (civielrecht).
Ten aanzien van de persoon die aangehouden is, heeft de politie de zaak overgedragen
aan het OM. Het OM beoordeelt op dit moment het dossier.
Als een persoon wordt veroordeeld vanwege het doen van een strafbare uitlating, dan
kan de strafrechter ook een strafrechtelijke gedragsaanwijzing ex art 38v Sv geven,
zoals een stadionverbod of meldplicht. De strafrechter kan daarbij verzocht worden
om het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, zodat de veroordeelde persoon
meteen aan de gedragsaanwijzing gehouden kan worden, ook al wordt beroep ingesteld.
Vraag 6
Hebben de KNVB en PSV publiekelijk op deze uitingen gereageerd? Zo ja, in welke zin?
Zo nee, waarom niet? En kunt u uw oordeel hierover geven?
Antwoord 6
Uit de informatie die ik van de KNVB heb ontvangen, is niet gebleken dat beide clubs
publiekelijk op deze uitingen hebben gereageerd. De KNVB en PSV keuren echter iedere
vorm van antisemitische uitingen af. In het verleden heeft de KNVB in de media al
meerdere malen hun afschuw uitgesproken over dergelijke uitlatingen. Het is aan de
KNVB en clubs om te bepalen of ze publiekelijk op uitingen willen reageren.
Vraag 7
Wat is de stand van zaken van het aanvalsplan tegen racisme in het voetbal?3 Waarop is het nog wachten alvorens daadwerkelijk opgetreden gaat worden tegen dergelijke
spreekkoren?
Antwoord 7
Op 8 februari 2020 heeft de voormalig Minister van Medische Zorg en Sport mede namens
mij uw Kamer het plan «Ons Voetbal is van iedereen. Samen zetten wij racisme en discriminatie
buitenspel» toegestuurd. In het plan, dat samen met de KNVB is opgesteld, staan diverse
maatregelen genoemd die ingezet worden om racisme en discriminatie in het voetbal
te voorkomen, signaleren en sanctioneren. De bijdrage vanuit JenV bestaat uit:
▪ een versterking van de samenhang tussen civiel-, bestuurs- en strafrechtelijke mogelijkheden;
In overleg met de KNVB, politie, OM en gemeenten wordt de afstemming tussen de verschillende
soorten maatregelen aangescherpt zodat de meeste effectieve maatregel kan worden genomen
om discriminatie en racisme te voorkomen en te bestrijden. Zo werkt de KNVB aan een
aanpassing van het Handboek Competitiezaken op het terrein van het doen van aangifte
van strafbare feiten door de club (of speler).
Gebleken is inmiddels dat de bekendheid met de bestaande mogelijkheden van de verschillende
sanctiemogelijkheden onvoldoende bij de verschillende partners bekend zijn. Voetbalprofessionals
blijven uitgenodigd worden voor bijeenkomsten over de verschillende sanctiemogelijkheden
en de samenhang hiertussen.
Zo is op 3 maart jl. een bijeenkomst in Utrecht georganiseerd waar meer dan 140 voetbalprofessionals
uit het hele land aanwezig waren. Tijdens de bijeenkomst is het onderwerp racisme
aan bod gekomen en is een workshop gegeven over de samenhang tussen civiel, bestuurs-
en strafrechtelijke mogelijkheden.
▪ een impuls aan de (digitale) meldplicht;
Partijen constateren dat de inzet van de (digitale) meldplicht relatief klein is.
Een meldplicht kan in het civiel- (vrijwillige basis), straf- en bestuursrecht worden
opgelegd. Met onder andere het OM, de Nationale politie, gemeenten en de KNVB wordt
besproken hoe de meldplicht bij het voorkomen en bestrijden van discriminatie en racisme
beter in te zetten zijn.
▪ het instellen van een werkgroep die onder leiding van twee trekkers ervoor zorgt dat
in iedere gemeente met een bvo een persoonsgerichte aanpak van kracht is voor personen
die zich rondom het voetbal misdragen.
De persoonsgerichte aanpak is bedoeld om met repressieve en preventieve interventies
hardnekkige patronen van ordeverstoorders in het voetbal te doorbreken. Geprioriteerde
personen worden naar een zorg- en/of justitieel traject geleid. Daarbij is aandacht
voor de persoon zelf en voor zijn (gezins)systeem. Het bevoegd gezag (openbaar bestuur
en/of openbaar ministerie) voert de regie over de persoonsgerichte aanpak. De werkgroep
heeft als doel om voor eind 2020 de persoonsgerichte aanpak in alle bvo-gemeenten
te realiseren.
Politie en OM zetten ook nu al stevig in om discriminatie en racisme in en rondom
stadions aan te pakken. Het is en blijft een aandachtspunt. Ook is recherchecapaciteit
beschikbaar voor dergelijke overtredingen.
Voor wat betreft de aanpak van daders; individuen die zich schuldig maken aan groepsbelediging
en/of discriminatie worden gestraft met een stadionverbod van vijf jaar (dat wordt
vanaf volgend seizoen 10 jaar) en kunnen hoge boetes krijgen. Ook kan de KNVB aan
clubs, waarbij supporters zich schuldig hebben gemaakt aan kwetsende spreekkoren,
voorstellen om een alternatief traject – zoals deelname aan het Spreekkoren project
van de Anne Frank stichting – te volgen in ruil voor strafvermindering.
Daarnaast kunnen OM en politie een strafrechtelijk onderzoek starten.
In het plan «Ons voetbal is van iedereen» is aangekondigd om in stadions meer gebruik
te maken van slimme technologieën. Slimme technologieën kunnen een belangrijke bijdrage
leveren aan de strafrechtelijke vervolging van racisme en discriminatie. Clubs kunnen
aangifte doen bij de politie en daarbij bijvoorbeeld beelden aan hen overdragen. Op
dit moment doet een aantal clubs dat al. De beelden alleen zijn niet altijd voldoende
voor een strafrechtelijke vervolging omdat geluid ontbreekt of de beelden niet scherp
genoeg zijn. Juist bij de opsporing én vervolging van discriminatoire uitlatingen
is het van belang om vast te stellen wat de precieze uitlating is en door wie deze
gedaan wordt. Met de huidige middelen (oa. reguliere camera’s en inzet stewards) is
voldoende strafrechtelijk bewijs vaak lastig rond te krijgen.
Rondom de slimme technologie wordt vanuit het plan een challenge georganiseerd waarbij
het beste voorstel in de praktijk zal worden getest. De resultaten zullen inzicht
geven in hoeverre speciale technologieën kunnen bijdragen aan de opsporing van daders.
Op voornoemde wijze geef ik invulling aan de motie van Dijk en Yeşilgöz-Zegerius (Kamerstuk
35 300 XV, nr. 22).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.