Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over het bericht "Deeltijdbaan met bijstand werkt niet"
Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Minister en Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Deeltijdbaan met bijstand werkt niet» (ingezonden 11 maart 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
3 april 2020).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Deeltijdbaan met bijstand werkt niet»?1
Antwoord 1
De in het artikel in Trouw geschetste knelpunten zijn mij bekend. Samen met Divosa
werk ik in het project Simpel Switchen in de Participatieketen aan de in het artikel
geschetste knelpunten, waaronder het wegnemen of verminderen van inkomensonzekerheid.
Vraag 2
Erkent u dat het mensen in de bijstand niet makkelijk wordt gemaakt om te gaan werken
in deeltijd of in een baan met flexibele uren?
Antwoord 2
Het is geen kwestie van «niet makkelijk maken». Het uitgangspunt van de sociale zekerheid
is dat de bijstand fungeert als een vangnet. Dit vangnet is bedoeld om te kunnen voorzien
in de noodzakelijke kosten van het bestaan. Onderdeel van dit vangnet is dat daar
verplichtingen tegenover staan zoals het aanvaarden of het behouden van algemeen geaccepteerde
arbeid. Wanneer het inkomen uit deze arbeid lager is dan de bijstandsnorm heeft men
recht op aanvullende algemene bijstand. Bij het vaststellen van de hoogte van de (aanvullende)
bijstand wordt rekening gehouden met de inkomsten uit arbeid en (indien van toepassing)
de vrijlating van inkomsten.
Ik ben mij ervan bewust dat dit voor mensen met een deeltijdbaan, gecombineerd met
een bijstandsuitkering, tot complexe situaties en inkomensonzekerheid kan leiden,
zeker wanneer sprake is van wisselende inkomsten. Dit kan mensen bij voorbaat ervan
weerhouden om (meer uren) te gaan werken. Daarom werk ik in het project Simpel Switchen
in de Participatieketen samen met Divosa en gemeenten aan oplossingsrichtingen om
deeltijdwerken met een aanvullende bijstandsuitkering minder complex te maken.
Vraag 3
Bent u bereid de bijverdienmogelijkheden te verruimen zodat alle mensen in de bijstand
een percentage kunnen houden van hetgeen zij bijverdienen?
Antwoord 3
De Participatiewet kent vanwege het vangnetkarakter een vrijlating van inkomsten uit
arbeid tot 25 procent van deze inkomsten, met een maximum van € 215,– per maand voor
een periode van maximaal zes maanden. Deze zes maanden hoeven niet aaneengesloten
te zijn en kunnen voor verschillende periodes van arbeidsinkomsten worden ingezet.
Voor een alleenstaande ouder geldt een vrijlating van inkomsten uit arbeid tot 12,5 procent
van deze inkomsten, met een maximum van € 134,35 per maand voor een aaneengesloten
periode van maximaal 30 maanden. In het kader van de experimenten Participatiewet
konden de aangewezen gemeenten een ruimere vrijlating van inkomsten toepassen. De
vrijlating in het experiment bedroeg 50% van het inkomen tot maximaal € 199,– per
maand gedurende 24 maanden (Staatsblad 2017, 69). Uw Kamer wordt t.z.t. geïnformeerd over de doeltreffendheid en de effecten van
de experimenten Participatiewet in de praktijk.
Vraag 4, 5 en 6
Wanneer komt u met oplossingen voor de mensen die naast de bijstand in deeltijd werken
en problemen hebben met verschillende uitbetalingsdata, wisselende inkomsten, de dreiging
van het wegvallen van toeslagen en een gebrek aan overzicht over het inkomen?
Erkent u dat mensen in de bijstand die halverwege het jaar een baan vinden het risico
lopen hun toeslagen over het gehele jaar te verliezen, waardoor zij er feitelijk niet
op vooruit gaan en zelfs vaak in de schulden terecht komen?
Bent u bereid te onderzoeken of toeslagen voortaan per maand toegekend kunnen worden,
zodat een bijstandsgerechtigde die bijvoorbeeld op 1 juni een baan krijgt, niet voor
het hele jaar zijn toeslagen verliest, maar tot juni zijn toeslagen behoudt omdat
dit dan wordt gebaseerd op het maandinkomen?
Antwoord 4, 5 en 6
In de Voortgangsbrief Simpel Switchen van 20 november 20192 heb ik uw Kamer geïnformeerd over verschillende oplossingsrichtingen, zoals de Rekentool
Simpel Switchen. Deze rekentool helpt gemeenten en UWV om voor uitkeringsgerechtigden
transparant te maken wat werken in combinatie met onder andere een bijstandsuitkering
of een Wajonguitkering voor het gezinsinkomen betekent. Naar verwachting is de rekentool
in het voorjaar van 2020 beschikbaar. De rekentool is behalve een hulpmiddel voor
de klantmanager, ook beschikbaar voor onafhankelijke cliëntenondersteuning.
Ook het aspect van de toeslagen heb ik benoemd in bovengenoemde voortgangsbrief. In
het IBO Toeslagen is gezocht naar verbeteringen binnen het bestaande toeslagenstelsel
en naar alternatieven voor het huidige stelsel van toeslagen. Het aspect van een toekenning
op maandbasis in plaats van op jaarbasis is in het IBO aan de orde geweest. Het IBO
en de kabinetsreactie op het IBO worden binnenkort naar uw Kamer gezonden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.