Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Nijboer, Van der Graaf en Van Nispen over de totstandkoming van de Wet homologatie onderhands akkoord
Vragen van de leden Nijboer (PvdA), Van der Graaf (ChristenUnie) en Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de totstandkoming van de wet homologatie onderhands akkoord (ingezonden 23 maart 2020).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 2 april 2020).
Vraag 1
Bent u bereid de Tweede Kamer nauwgezet en volledig te informeren over de totstandkoming
van het wetsvoorstel homologatie onderhands akkoord (Kamerstuk 35 249) en de onderliggende documenten die hierbij horen, omdat deze immers ook vrijgegeven
zouden moeten worden aan bijvoorbeeld journalisten die een WOB-verzoek zouden indienen
dat hier betrekking op heeft?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wanneer is gestart met de voorbereiding van dit wetsvoorstel?
Antwoord 2
Het wetgevingstraject startte met de brief van 26 november 2012 van de toenmalig Minister
van Veiligheid en Justitie aan uw Kamer. Daarin werd het programma «herijking faillissementsrecht»
aangekondigd. In deze brief is de volgende passage opgenomen:
«De beoogde versterking van het reorganiserend vermogen van bedrijven strekt ertoe
te voorkomen dat bedrijven onnodig failliet kunnen gaan doordat een minderheid van
crediteuren een doorstart kan blokkeren, [...]. Ik denk daarbij concreet aan de volgende
maatregelen:
de vergemakkelijking van de totstandkoming van akkoorden buiten faillissement en de
stille bewindvoering;
de mogelijkheid van een akkoord dat dwingend opgelegd kan worden aan individuele schuldeisers,
om te voorkomen dat zij een bedrijf onnodig failliet kunnen laten gaan;[...].»1
Vraag 3
Wat is er precies veranderd na de eerste consultatie?
Antwoord 3
De reacties op de consultatie van het eerste voorontwerp waren talrijk en merendeels
van technische aard. Deze reacties noopten tot nader onderzoek en verdere bestudering
van het voorstel. In dit proces zijn de hoofdelementen van de regeling gehandhaafd,
maar is de regeling in technische zin aanzienlijk gewijzigd. Dit is terug te zien
wanneer het eerste voorontwerp wordt vergeleken met het tweede voorontwerp. Beide
voorontwerpen zijn nog steeds beschikbaar op de consultatiewebsites.2
Vraag 4
Wat is er precies veranderd na de tweede consultatie?
Antwoord 4
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u kortheidshalve naar paragraaf 4 van het
algemeen deel van de memorie van toelichting. Hierin is uitgebreid beschreven welke
aanpassingen er na de tweede consultatie zijn doorgevoerd en de redenen waarom dit
is gebeurd.3
Vraag 5
Wilt u de Kamer alle inbrengen van de consultaties in volledigheid toezenden?
Antwoord 5
De reacties op de eerste consultatie die via de consultatiewebsite zijn ingediend,
zijn daarop nog steeds beschikbaar.4 Vijf reacties zijn op andere wijze ontvangen. Dit betreft de reacties van de Raad
voor de rechtspraak, de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, VNO/NCW en MKB Nederland,
de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie en de Commissie vennootschapsrecht. Voor
zover mij bekend, zijn twee van deze reacties niet door de desbetreffende belangenorganisaties
openbaar gemaakt. De reacties van de Raad voor de rechtspraak5, de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak6 en de Commissie vennootschapsrecht7 zijn terug te vinden op website van de desbetreffende instantie.
De reacties op de tweede consultatie zijn eveneens terug te vinden op de consultatiewebsite.8 Daarnaast zijn de reacties van de belangenorganisaties n.a.v. de tweede consultatie
op de website van uw Kamer terug te vinden als bijlage bij de Kamerstukken.9
Vraag 6
Hebben insolventieadvocaten, advocatenkantoren, betrokken hoogleraren en andere belanghebbende
teksten aangeleverd voor het wetsvoorstel? Zo ja, wilt u een volledig overzicht van
de precieze passages en door welke partij deze zijn aangedragen aan de Kamer doen
toekomen?
Antwoord 6
Het wetsvoorstel betreft complexe materie. Het is belangrijk om een regeling te treffen
die voor de praktijk uitvoerbaar is en waarbij de belangen van de betrokken ondernemer,
zijn schuldeisers, aandeelhouders en werknemers in evenwicht zijn. Om goed zicht te
krijgen op de bestaande praktijk en de te verwachten effecten van het wetsvoorstel
op de praktijk, is vanaf het begin van het wetgevingstraject uitgebreid overlegd met
bijvoorbeeld curatoren, rechters-commissaris, advocaten, bedrijfsjuristen, juristen
uit de bankensector, financieel deskundigen en beleidsmedewerkers van de vakbonden.
Zoals te doen gebruikelijk zijn tekstvoorstellen opgesteld door het departement. Daarop
is commentaar gevraagd van de praktijk. Het commentaar, inclusief tekstsuggesties,
is beoordeeld door het departement. Tekstsuggesties zijn al dan niet overgenomen.
Het eindresultaat is een tekst van het departement.
Vraag 7
Hebben insolventieadvocaten, advocatenkantoren, betrokken hoogleraren teksten aangeleverd
voor de memorie van toelichting? Zo ja, wilt u een volledig overzicht van de precieze
passages en door welke partij deze zijn aangedragen aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 7
De in het antwoord op vraag 6 genoemde werkwijze betrof ook de uitleg van de wetstekst
die is opgenomen in de memorie van toelichting.
Vraag 8
Hebben insolventieadvocaten, advocatenkantoren, betrokken hoogleraren teksten aangeleverd
voor het nader rapport? Zo ja, wilt u een volledig overzicht van de precieze passages
en door welke partij deze zijn aangedragen aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 8
Op advies van de Afdeling Advisering van de Raad van State is voor de indiening van
het wetvoorstel bij uw Kamer besloten tot een verdere aansluiting van de Wet homologatie
onderhands akkoord (WHOA) op de EU Richtlijn herstructurering en insolventie.10 De praktijk is op de in het antwoord op vraag 6 genoemde wijze betrokken bij de inpassing
van elementen uit de Richtlijn in het wetsvoorstel.
Ook een ander advies van de Afdeling Advisering van de Raad van State is overgenomen.
Dit betrof het voorstel om de behandeling van de homologatieverzoeken te beleggen
bij één gespecialiseerde rechtbank. In overleg met de Raad voor de rechtspraak is
besloten om bij de behandeling van verzoeken in het kader van de WHOA te gaan werken
met een landelijke pool van rechters. De Raad voor de rechtspraak heeft mede daarover
op 17 april 2019 een aanvullend advies uitgebracht. Dit advies is beschikbaar op de
website van de Raad voor de rechtspraak.11
Vraag 9
Hebben insolventieadvocaten, advocatenkantoren, betrokken hoogleraren teksten aangeleverd
voor de nota naar aanleiding van het verslag? Zo ja, wilt u een volledig overzicht
van de precieze passages en door welke partij deze zijn aangedragen aan de Kamer doen
toekomen?
Antwoord 9
De in het antwoord op vraag 6 genoemde werkwijze betrof ook de uitleg van de wetstekst
die is opgenomen in de nota naar aanleiding van het verslag.
Vraag 10, 11
Is er vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid contact geweest met derden
over de inhoud van de amendementen?12
Deelt u de mening dat, als dit het geval is geweest, dit volstrekt onacceptabel is
en de medewetgevende taak van het parlement schaadt? Wat gaat u doen om ervoor te
zorgen dat dit niet meer voorkomt?
Antwoord 10, 11
De dag voor het aanvankelijk geplande plenaire debat is in het kader van de politieke
sondering met de woordvoerders van de coalitiefracties op dit dossier gecommuniceerd
over drie concept amendementen. Dit gebeurde als gevolg van een miscommunicatie. Per
abuis was ervan uitgegaan dat de amendementen al waren ingediend, terwijl de amendementen
bij het departement op dat moment nog slechts bekend waren in het kader van technische
bijstand gevraagd door Bureau Wetgeving van uw Kamer. De communicatie hierover op
het departement zal in de toekomst scherper zijn. Ook heeft er op ambtelijk niveau
overleg plaatsgevonden over de concept amendementen met het Ministerie van Financiën.
Dit gebeurde nadat de collega’s van het Ministerie van Financiën, hadden gehoord dat
deze amendementen in de maak waren en hierover contact opnamen.
Na de indiening van de amendementen hebben verschillende praktijkdeskundigen bij het
ministerie hun zorgen geuit over de impact van de voorgestelde wijzigingen.
Vraag 12
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor de plenaire behandeling van het wetsvoorstel
in de Tweede Kamer?
Antwoord 12
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.