Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Karabulut en Alkaya over noodhulp aan Syriërs
Vragen van leden Karabulut en Alkaya (beiden SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over noodhulp aan Syriërs (ingezonden 12 maart 2020).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen
2 april 2020).
Vraag 1
Uit welke middelen komen de vier miljoen euro die extra beschikbaar zijn gesteld voor
noodhulp in het Noordwesten van Syrië, zoals beschreven in uw brief van 3 maart 2020?1
Antwoord 1
Uit de noodhulpmiddelen van de BHOS begroting (artikel 4.1).
Vraag 2
Is het extra bedrag van vier miljoen aan noodhulp voor Syrië antwoord op het appel
van de humanitaire gemeenschap voor de uitvoering van het geüpdatet «inter-cluster
readiness and response plan for North West Syria»?2
Antwoord 2
Het kabinet heeft besloten additionele middelen vrij te maken voor noodhulp in Noordwest
Syrië op basis van de snel groeiende noden aldaar. Deze bijdragen passen binnen het
«readiness and response plan» van de VN en partnerorganisaties en zijn in aanvulling
op de EUR 15 miljoen die al voorzien was voor Syrië in de indicatieve planning van
de besteding van noodhulp in 2020 (Kamerstuknr. 34952–108 dd 3 maart 2020).
Vraag 3
Naast de twee miljoen euro die via het Dutch Relief Alliance loopt, via welke kanalen
wordt de andere helft van het extra bedrag besteedt?
Antwoord 3
De andere EUR 2 miljoen wordt besteed via het Syria Cross-Border Humanitarian Fund
(SCHF), een pooled fund van waaruit VN en (internationale) NGOs fondsen ontvangen om hulpoperaties uit te
voeren in Noordwest Syrië.
Vraag 4
Gaan de Europese Commissie en de andere lidstaten ook hun hulp aan Syrië intensiveren
gezien de humanitaire crisis die sinds december 2019 de ergste vormen sinds het begin
van de oorlog aanneemt? Zo nee, kunt u daartoe oproepen bij uw collega’s?
Antwoord 4
De EU heeft recent een bijdrage van EUR 60 miljoen aangekondigd voor hulp aan Noordwest
Syrië en bekijkt mogelijkheden voor additionele bijdragen. Ook EU lidstaten intensiveren
hun hulp. Zo heeft Duitsland een extra bijdrage van EUR 100 miljoen aangekondigd;
Duitsland onderzoekt nog via welke kanalen dit geld wordt besteed. Nederland onderhoudt
actief contact met de Europese Commissie en andere lidstaten hierover.
Vraag 5
Wat is uw inzet in de humanitaire diplomatie om noodhulp mogelijk te maken in Syrië?
In hoeverre staat dat in verband met de politieke diplomatie voor een blijvend staakt-het-vuren?
Antwoord 5
Een blijvend staakt het vuren heeft de hoogste prioriteit, ook voor de humanitaire
gemeenschap, om te zorgen voor ongehinderde humanitaire toegang tot alle Syriërs in
nood. De Nederlandse humanitaire diplomatie ten behoeve van noodhulp in Syrië heeft
meerdere vormen, van gesprekken met humanitaire partners om effectieve hulp mogelijk
te maken, tot gezamenlijke acties met gelijkgezinde landen waaronder demarches, artikelen
in de media en discussies achter gesloten deuren. Zo speelt NL een actieve rol in
de International Syria Support Group in Geneve die via de Humanitarian Taskforce zorg
draagt voor het bevorderen van humanitaire toegang en de bescherming van burgers.
Daarbij gaat het zowel om de verlenging van de «cross-border» hulp vanuit Turkije
naar Noordwest Syrië als om het mogelijk maken van cross-line hulp vanuit Damascus, in lijn met het humanitair imperatief.
Nederland blijft zich inzetten voor een politieke oplossing van het conflict in Syrië,
conform VNVR Resolutie 2254. Nederland dringt daarbij aan op een actievere rol in
dit proces van de EU en de VN: in de laatste Raad Buitenlandse Zaken zoals eerder
aan uw Kamer gemeld; in New York, waar de EU en Veiligheidsraadleden hierover in discussie
zijn met de Secretaris-Generaal van de VN; in Geneve bij het kantoor van de Speciaal
Gezant van de VN en in bilaterale gesprekken met Turkije en Rusland. Ook in die gesprekken
wordt nadruk gelegd op de noodzaak voor het bestendigen en monitoren van een duurzaam
staakt-het-vuren en het vergroten van ongehinderde humanitaire toegang tot de Syriërs
in nood.
Vraag 6
Welke belemmeringen zijn er voor Nederland om, al dan niet in internationaal verband,
hulp te bieden aan de intern ontheemden in Syrië?
Antwoord 6
Nederlandse hulp is bestemd voor alle mensen in nood in Syrië en wordt zowel cross border, cross line als in regimegebied geleverd. Een voorwaarde voor ontvangende hulporganisaties is
dat deze zich aansluiten bij het Humanitaire Respons Plan dat onder coördinatie van
de VN tot stand komt. In heel Syrië bestaan risico’s rond manipulatie van hulpstromen
door autoriteiten (van HTS tot regime autoriteiten) en misbruik van hulpgelden binnen
organisaties. Nederland is hierover in nauw overleg met zowel VN, Rode Kruis als internationale
NGOs. Risico’s en mitigerende maatregelen zijn uitgebreid in kaart gebracht en worden
voortdurend aangepast aan de veranderende omstandigheden.
Een concreet voorbeeld van een belemmering is de recente politisering van de «cross-border resolutie», waarbij sinds januari 2020 alleen nog noodhulp geleverd kan worden vanuit
Turkije richting Noordwest Syrië en niet meer vanuit Irak richting Noordoost Syrië.
Bovendien is de geldigheidsduur van de resolutie teruggebracht van een jaar naar zes
maanden. Een groot risico dat Nederland in internationaal verband mede probeert te
voorkomen is het aflopen van deze VN Veiligheidsraadresolutie. Dit zou verantwoorde
hulpverlening aan Noordwest Syrië ernstig belemmeren, temeer daar cross-line hulp vanuit Damascus nauwelijks van de grond komt, ondanks toezeggingen van het regime.
Verder bestaan er andere bureaucratische, juridische, financiële en politieke belemmeringen
om hulp te bieden aan Syriërs in nood. Zo wordt humanitaire toegang om politieke redenen
ontzegd, of wordt deze belemmerd vanwege voortdurende onderhandelingen met autoriteiten
over welke organisatie waar hulp mag bieden en via wie. Ook kampt het Humanitair Respons
Plan nog altijd met een financieringstekort. Ondanks de ontheemding die ook hulpverleners
zelf heeft getroffen in Noordwest Syrië, bevestigt de VN dat hulporganisaties voldoende
absorptiecapaciteit hebben om extra steun te verwerken. Nederland werkt actief samen
met gelijkgezinde landen om humanitaire organisaties in staat te stellen een effectieve
humanitaire hulpoperatie uit te voeren.
Vraag 7
Kunt u de beantwoording doen toekomen voor het algemeen overleg Noodhulp op 19 maart
2020?
Antwoord 7
De vragen zijn zo spoedig als mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.