Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Omtzigt, Palland, Amhaouch, Wiersma, Verhoeven, Bruins, Gijs van Dijk, Van Kent en Stoffer over het aangekondigde massaontslag bij Apollo Vredestein in Enschede
Vragen van de leden Omtzigt, Palland, Amhaouch (allen CDA), Wiersma (VVD), Verhoeven (D66), Bruins (ChristenUnie), Gijs vanDijk (PvdA), Van Kent (SP) en Stoffer (SGP) aan de Minister-President en de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het aangekondigde massaontslag bij Apollo Vredestein in Enschede (ingezonden 12 maart 2020).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Minister-President
en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 2 april 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de aankondiging van Apollo Vredestein – de grootste private
werkgever in Enschede – dat er 750 banen zullen verdwijnen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van het feit dat Apollo Vredestein recentelijk een nieuwe fabriek
in Hongarije gebouwd heeft met een capaciteit die nog wat groter is dan in Enschede
en dat Hongarije daarvoor ongeveer 100 miljoen euro subsidie gegeven heeft?
Antwoord 2
Ja. In 2017 opende Apollo Tyres, het moederbedrijf van Apollo Vredestein, een nieuwe
fabriek in Hongarije. Volgens de Europese Commissie heeft Hongarije daarbij inderdaad
subsidie verstrekt, namelijk: 48,2 mln. directe subsidie, 2,8 mln. werkgelegenheidssubsidie
en belastingvoordeel dat kan oplopen tot 44,7 mln (totaal max. 95,7 mln).
Vraag 3
Heeft u kennisgenomen van het besluit van de Europese Commissie dat deze subsidie,
die aan de commissie genotificeerd is, geen staatssteun is?2
Antwoord 3
Ja. In het besluit van 5 september 2014 is de maatregel door de Europese Commissie
als geoorloofde staatssteun gekwalificeerd omdat de staatssteun verenigbaar was met
de interne markt.
Vraag 4
Klopt het dat Hongarije de aanvraag in juni 2014 indiende, in september toestemming
kreeg en dus de steun pas in september kon uitkeren en dat in september 2014 de EU-staatssteunregels
2014–2020 van toepassing waren?
Antwoord 4
De Hongaarse autoriteiten hebben op 27 juni 2014 de steunmaatregel bij de Europese
Commissie genotificeerd en meegedeeld dat zij op 30 juni 2014 regionale steun aan
Apollo Tyres zouden verlenen onder voorbehoud van goedkeuring door de Commissie.
In de Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014–2020 (paragraaf 188) is
bepaald dat de Europese Commissie regionale steun die ná 31 december 2013 en vóór
1 juli 2014 wordt verleend, zal beoordelen overeenkomstig de richtsnoeren inzake regionale
steunmaatregelen 2007–2013.
De Europese Commissie heeft de notificatie dan ook beoordeeld overeenkomstig de richtsnoeren
inzake regionale steunmaatregelen 2007–2013. De Europese Commissie heeft de steunmaatregel
vervolgens op 5 september 2014 goedgekeurd.
Vraag 5
Bent u bekend met artikel 122 van de staatssteunregels, die tussen 2014 en 2020 van
kracht zijn en luiden »Where the beneficiary closes down the same or a similar activity
in another area in the EEA and relocates that activity to the target area, if there
is a causal link between the aid and the relocation, this will constitute a negative
effect that is unlikely to be compensated by any positive elements.» (C209/33, Official
journal of the European Union)?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Deelt u de mening juist datgene wat artikel 122 poogt te voorkomen, namelijk subsidie
geven om een bedrijf in een niet-achtergestelde regio te verplaatsten naar een achtergestelde
regio in de EU, hier gebeurd is?
Antwoord 6
Nee. Het verplaatsen van het bedrijf in een niet-achtergestelde regio naar een achtergestelde
regio in de EU door middel van het geven van subsidie is in dit geval niet aan de
orde. De directie van Apollo Vredestein NL heeft aangegeven dat de uitbreiding in
Hongarije bedoeld was om aan de groeiende vraag naar banden te kunnen voldoen. Die
vraag is echter de laatste jaren gedaald door veranderende marktomstandigheden. Door
deze veranderende marktomstandigheden maakt Apollo nu de keuze om in Enschede de kleinschalige
en specialistische productie van banden te houden en de grootschalige productie in
Hongarije en India te laten plaatsvinden. Volgens de directie heeft Apollo de houdbaarheid
van producten die in Enschede worden geproduceerd geanalyseerd en met inachtneming
van voornoemde veranderende marktomstandigheden de intentie uitgesproken om de fabriek
in Enschede te specialiseren tot de productie van landbouwbanden en specialistische
hoogwaardige banden met als doel het voortbestaan van Apollo Vredestein in Enschede
te borgen. Het is goed om te vermelden dat het besluit tot de steunverlening 5,5 jaar
geleden is genomen en dat Apollo al geruime tijd actief is in Hongarije. Apollo geeft
aan dat er geen causaal verband is tussen de reorganisatie in Enschede en de Hongaarse
fabriek.
Vraag 7
Bent u bereid spoedig per brief opheldering te vragen bij de Europese Commissie over
deze gang van zaken, waarbij staatssteun (mede)geleid heeft tot sluiting van een fabriek
in Enschede? Kunt u vragen of Apollo bij de aanvraag van de staatssteun ook om de
toezegging gevraagd is om productie niet op deze manier te verplaatsen en of Apollo
dat ook toegezegd heeft?
Antwoord 7
Ik heb geen reden om te twijfelen aan de legitimiteit van de destijds verleende steun.
Binnen de EU gelden strikte voorwaarden voor staatssteun, die bovendien worden getoetst
door de Europese Commissie. In dit geval heeft de Commissie geoordeeld dat de staatsteun
die Hongarije heeft gegeven verenigbaar is met de interne markt. Ik zie daarom vooralsnog
geen reden om contact op te nemen met de Europese Commissie of met de Hongaarse overheid
over deze kwestie.
Het besluit om een nieuwe fabriek in Hongarije neer te zetten is door Apollo rond
2014 genomen. Op dat moment kon de productiecapaciteit in Enschede niet aan de stijgende
vraag voldoen en waren de prognoses voor de verkoop van banden positief. Een uitbreiding
van productiecapaciteit was in de ogen van Apollo dan ook noodzakelijk om aan de toenemende
vraag te voldoen én om als bedrijf te groeien in de markt van banden. De nieuwe fabriek
in Hongarije zou complementair zijn aan de fabriek in Enschede en in beide fabrieken
zouden grotere series van bandentypen gemaakt worden, gaf Apollo in die tijd ook aan.
Helaas is volgens het bedrijf de productie van banden voor gewone personenauto’s in
Enschede door allerlei omstandigheden minder competitief. Oorzaken die daarbij door
het bedrijf genoemd worden zijn de toenemende concurrentie in de markt voor banden,
stijgende productiekosten, teruglopende prijzen van banden en de dalende autoverkopen
waardoor de markt voor banden gekrompen is. Daardoor is de productie in Enschede de
afgelopen jaren al afgenomen en nam de kostprijs toe. Deze omstandigheden waren in
2014 niet voorzien.
De economie is voortdurend in beweging met verschuiving van activiteiten als bijkomend
gevolg. Het is aan de leiding van een onderneming om adequaat te handelen in belang
van de continuïteit van een onderneming als geheel en van alle stakeholders, waaronder
de werknemers. Mocht er na verdere bestudering van de casus aanleiding toe zijn dan
zal ik dat bij de Commissie en mijn collega’s die hierbij zijn betrokken onder de
aandacht te brengen.
Vraag 8
Kunt u er de Europese Commissie ook nadrukkelijk wijzen op het zeer nadelige effect
van het besluit om de steun van Hongarije niet als staatssteun te zien en haar vragen
medeverantwoordelijkheid te zijn voor het vinden van een oplossing voor Enschede?
Antwoord 8
Zoals hierboven reeds aangegeven heb ik geen reden om te twijfelen aan de legitimiteit
van de destijds verleende steun.
Vraag 9
Zijn er de afgelopen twee jaar contacten geweest met de eigenaar van Apollo Vredestein
en is daar een mogelijke drastische reorganisatie aan de orde gesteld?
Antwoord 9
De afgelopen jaren zijn op verschillende niveaus contacten geweest met de eigenaar
van Apollo Vredestein. In algemene zin is daarbij de actuele situatie omtrent het
bedrijf aan de orde gekomen.
Vraag 10
Welke contacten zijn er de afgelopen twee jaar vanuit Den Haag geweest met de vestiging
Enschede over investeringen en mogelijke problemen bij Apollo Vredestein?
Antwoord 10
Ook met de directie van de vestiging van Apollo Vredestein in Enschede zijn de afgelopen
jaren gesprekken gevoerd door het Ministerie van EZK. Tijdens die gesprekken is gesproken
over de algemene ontwikkeling van het bedrijf en mogelijke knelpunten daarin. Daarbij
is geen melding gemaakt van een aanstaande reorganisatie.
Vraag 11
Op welke wijze zet u zich in voor het behoud van werkgelegenheid in Enschede – helaas
op plek 46 van de 50 grootste steden in Nederland in de atlas van de Nederlandse gemeentes
– bij Apollo Vredestein?
Antwoord 11
Het kabinet volgt de ontwikkelingen op de voet en houdt daarbij nauw contact met het
bedrijf, de provincie Overijssel en gemeente Enschede. Het is nu echter eerst aan
het bedrijf om met de ondernemingsraad en bonden om tafel te gaan over mogelijke alternatieve
oplossingen en over de uitwerking van een sociaal plan.
Het is daarbij belangrijk om te bezien hoe onderdelen van het bedrijf die wél toekomst
hebben in de regio, behouden kunnen blijven en verder in de regio verankerd kunnen
worden. Het gaat dan specifiek om het meer specialistische deel van de productie bij
Apollo Vredestein maar ook bij de R&D-afdeling van Apollo in Enschede, die overigens
niet in het reorganisatieplan is betrokken. Daar waar het niet lukt om de werkgelegenheid
bij Apollo Vredestein te behouden zal een goed sociaal plan erop gericht zijn om medewerkers
op weg te helpen bij het vinden van een nieuwe werkomgeving. De verantwoordelijkheid
voor dit sociaal plan ligt bij het bedrijf, in nauwe samenspraak met de bonden.
In dit kader is het bemoedigend dat de eerste bedrijven met interesse zich al hebben
gemeld. Het kabinet heeft duidelijk oog voor het belang van de Twentse economie en
werkgelegenheid. Recent is met regionale partijen een Regio Deal gesloten met als
doel de sociaaleconomische structuur van de regio verder te versterken. Het Rijk stelt
daarbij 30 miljoen Euro ter beschikking voor onder meer arbeidsmarkt en talentontwikkeling,
bereikbaarheid en vestigingsklimaat. Dit komt bovenop de generieke instrumenten die
vanuit het Rijk voor de regio Twente ter beschikking worden gesteld.
Vraag 12
Kunt u deze vragen een voor een en binnen twee weken beantwoorden?
Antwoord 12
De voorgenomen beantwoording binnen twee weken is helaas niet gelukt vanwege het vele
werk m.b.t. COVID-19 dat voorrang kreeg bij de betrokken directies.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
M. (Mark) Rutte, minister-president -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.