Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord de vragen van de leden Ellemeet en Özutok over veel transgenders gaan zelf aan de slag met hormonen, met alle risico's van dien
Vragen van de leden Ellemeet en Özütok (beiden GroenLinks) aan Minister voor Medische Zorg over veel transgenders gaan zelf aan de slag met hormonen, met alle risico’s van dien (ingezonden 21 februari 2020).
Antwoord van Minister Van Rijn (Medische Zorg) (ontvangen 2 april 2020). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2072.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Veel transgenders gaan zelf aan de slag met hormonen,
met alle risico’s van dien»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Begrijpt u dat transgenders zelf medicatie gaan toedienen als ze lang op de wachtlijst
staan? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 2
Als endocrinologische zorg niet snel genoeg beschikbaar is zijn er mensen die hun
toevlucht nemen tot zelfmedicatie. Ik heb begrip voor de situatie waar deze mensen
zich in bevinden, maar vind zelfmedicatie geen goede zaak, want dat brengt risico’s
voor de gezondheid met zich mee. Ik wil deze mensen dan ook met klem adviseren om
hun heil niet te zoeken in zelfmedicatie en in elk geval contact op te nemen met de
huisarts. Dit kan helpen bij de overbrugging van de moeilijke wachttijd-periode. Daarnaast
kan contact worden gezocht met Transvisie, de organisatie die staat voor mensen met
vragen rond hun genderidentiteit en voor hun familie, naasten en relevante omgeving.
Ook bieden verschillende organisaties zorg en ondersteuning aan, zoals bijvoorbeeld
Stepwork Wmo en GGZ-organisatie PsyQ. PsyQ heeft onder meer contactgroepen voor transgender
jongeren, maar ook voor personen die nog aan het begin van hun transitie staan, die
als zeer steunend worden ervaren.
Vraag 3
Wat kan en gaat u extra doen om transgenders te ondersteunen die nu op een wachtlijst
staan?
Antwoord 3
Ik ben momenteel, samen met mijn collega Blokhuis, in overleg met Transvisie en TNN
om te kijken of ervaringsdeskundigen een rol kunnen krijgen binnen de (jeugd-)GGZ.
Doel is dat transgender jongeren door de inzet van ervaringsdeskundigen binnen de
jeugd-GGZ steun, herkenning en erkenning kunnen gaan vinden, antwoord kunnen gaan
vinden op vragen over identiteit en hulpverlening, en de juiste hulp daarbij kunnen
gaan vinden. De uitkomsten van een overleg dat ik op 24 juni 2019 met LHBT-jongeren
heb gehad over de wachtlijsten en over zelfmedicatie, en het onderzoek van de kwartiermaker
transgenderzorg naar ervaringen en behoeften van transgenders in de zorg (Kamerstuk
31 016, nr. 257), bevestigden namelijk dat hier (mede gezien de psychische impact die de lange wachttijden
hebben) behoefte aan bestaat en dat een steunende omgeving het risico op suïcide kan
beperken.
Vraag 4
Wat gaat u nog extra aan extra stappen zetten om de wachtlijsten in de transgenderzorg
terug te dringen?
Antwoord 4
Zoals u weet zet ik, samen met de zorgverzekeraars, vol in op het terugdringen van
de wachttijden voor transgenderzorg. Dit is één van de belangrijkste opdrachten voor
de kwartiermaker transgenderzorg, die door mij en Zorgverzekeraars Nederland is aangesteld.
De kwartiermaker transgenderzorg is in gesprek met verschillende ziekenhuizen over
het vergroten van de capaciteit voor endocrinologische zorg. Er is momenteel een aantal
ziekenhuizen dat voorbereidingen treft voor een nieuw, uitgebreider aanbod van endocrinologische
zorg aan jonge en/of volwassen transgender personen. De kwartiermaker heeft mij laten
weten dat dit onder meer geldt voor het Rijnstate Ziekenhuis, het Zaans Medisch Centrum
en het Maasstad Ziekenhuis. De verwachting is dat deze ziekenhuizen nog dit jaar zullen
kunnen starten met het verlenen van deze zorg.
Daarnaast is het RadboudUMC Amalia Kinderziekenhuis op 2 maart 2020 gestart met een
centrum voor transgenderzorg voor kinderen tot 16 jaar. Ik juich het toe dat er meer
keuzevrijheid is gekomen voor kinderen en adolescenten, dat de wachtlijsten voor deze
groep korter worden en dat sommigen nu ook zorg dichter bij huis kunnen krijgen. De
eerste maanden zal de poli mensen uitnodigen die bij Amsterdam UMC op de wachtlijst
staan, om de langst wachtende kinderen het eerst de gelegenheid te geven behandeling
te krijgen in Nijmegen. Het gaat dan om ongeveer 16 personen per maand. Ook kunnen
kinderen doorstromen, die onder begeleiding zijn bij de Mutsaersstichting en toe zijn
aan medische behandeling met puberteitsremmers. Andere kinderen kunnen alvast via
de huisarts naar het Radboud worden doorverwezen, zij komen dan op de wachtlijst van
het Radboud. Vanaf 1 september 2020 zal het Radboud zowel kinderen van de wachtlijst
van het Amsterdam UMC, als kinderen van de eigen wachtlijst uitnodigen.
De effecten van het nieuwe zorgaanbod zouden normaliter in de loop van dit jaar merkbaar
moeten zijn; maar ik kan nog niet voorspellen wat de druk op zorginstellingen in verband
met het coronavirus doet met de wachttijden voor andere vormen van zorg. Rond de zomer
komt de kwartiermaker met nieuwe informatie over wachttijden en wachtlijsten in de
transgenderzorg.
Vraag 5
Zijn er cijfers over het aantal medische complicaties bij transgenders doordat ze
zelf medicatie toedienen? Zo ja, kunt u die delen? Zo nee, kunt u dat uitzoeken?
Antwoord 5
Ik beschik niet over cijfers over het aantal medische complicaties bij transgender
personen ten gevolge van zelfmedicatie. Transvisie heeft in 2016 onderzoek gedaan
naar transgenderzorg. Een kwart van de respondenten met zelfmedicatie meldde in het
betreffende onderzoek dat men (ernstige) medische problemen ondervond: depressies,
hartkloppingen, stress, slaapproblemen, angst- en paniekaanvallen en zelfs iemand
met een herseninfarct (https://www.transvisie.nl/wp-content/uploads/2016/12/onderzoektransgend…).
Zoals ik de Kamer in mijn brief van 26 november 2019 (Kamerstuk 31 016, nr. 257) heb gemeld, zal ik het op mij nemen om ervoor te zorgen dat er een vervolgonderzoek
wordt gedaan naar de ervaringen en behoeften van transgenders. In dat onderzoek, dat
ik in 2021 zal laten uitvoeren, zal ik ook vragen meenemen met betrekking tot zelfmedicatie.
Vraag 6
Bent u bereid om met vertegenwoordigers van huisartsen in gesprek te gaan om te onderzoeken
of een deel van de endocrinologiezorg bij de huisarts kan worden belegd, zodat transgenders
op de wachtlijst wel de juiste begeleiding krijgen?
Antwoord 6
In november 2019 is de «kwaliteitsstandaard transgenderzorg somatisch» vastgesteld
en gepubliceerd (https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/kwaliteitsstandaard_transgende…).
In deze kwaliteitsstandaard staat over hormoonbehandeling het volgende:
«De hormoonbehandeling kent typisch twee fasen, de instelfase en de follow-up. Tijdens
de instelfase wordt in nauwgezette, frequente monitoring de optimale hormoondosering
bepaald totdat er een stabiele en passende hormoonsituatie is bereikt. Deze fase wordt
door een endocrinoloog of gespecialiseerde gynaecoloog, in een geformaliseerd samenwerkingsverband
met een psycholoog, opgestart. Follow–up op de hormoonbehandeling is op zijn plaats
bij de huisarts met kennis van transgenderzorg in overleg met een endocrinoloog of
bij een endocrinoloog in een perifeer ziekenhuis.»
De huisarts kan kortom ook een belangrijk deel van de endocrinologische zorg voor
zijn rekening nemen. Het is nu aan de veldpartijen om hier gezamenlijk nadere afspraken
over te maken.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Bergkamp (D66),
ingezonden 21 februari 2020 (vraagnummer 2020Z03670).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.