Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ronnes en Koerhuis over het bericht ‘Bizarre wending in bollenvloeren-dossier: inspectie en versterking onnodig’
Vragen van de leden Ronnes (CDA) en Koerhuis (VVD) aan de Ministers voor Milieu en Wonen en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Bizarre wending in bollenvloeren-dossier: inspectie en versterking onnodig» (ingezonden 16 maart 2020).
Antwoord van Minister Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
2 maart 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Bizarre wending in bollenvloeren-dossier: inspectie en versterking
onnodig»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u de laatste stand van zaken geven ten aanzien van het gebruik van verdachte
breedplaatvloeren en de rol van uw ministerie daarbij? Wilt u daarbij aangeven wanneer
welke informatie met wie gedeeld is en onder wiens (deel)verantwoordelijkheid een
en ander heeft plaatsgevonden?
Antwoord 2
De laatste stand van zaken is dat begin april een wijziging van de Regeling Bouwbesluit
wordt gepubliceerd in de Staatscourant met een onderzoeksplicht voor gebouwen met
breedplaatvloeren. Ik heb uw Kamer geïnformeerd over deze onderzoeksplicht in de Kamerbrief
van 22 mei 2019 (TK 28 325, nr. 199). De onderzoeksplicht zal gefaseerd worden uitgevoerd en eerst betrekking hebben
op de gebouwen uit de hoogste gevolgklasse volgens NEN 8700. Dit zijn gebouwen waarbij
de gevolgen van een eventuele instorting het grootst zijn, zoals gebouwen hoger dan
70 meter en gebouwen met verminderd zelfredzame personen. Deze gebouwen zullen vóór
1 april 20212 moeten zijn beoordeeld. De jaren daarop zullen de andere gebouwen volgen. De onderzoeksplicht
is opgesteld in afstemming met de klankbordgroep3, die sinds 2017 betrokken is bij de landelijke aanpak van breedplaatvloeren aansluitend
op het gedeeltelijk instorten van de parkeergarage op Eindhoven Airport en de Juridisch
Technische Commissie (JTC) van het Overlegplatform bouwregelgeving (OPB). De onderzoeksplicht
is gebaseerd op het rapport «Voorstellen voor en achtergronden bij rekenregels voor
de beoordeling van bestaande bouw» d.d. 20 mei 2019 van Adviesbureau Hageman, in samenwerking
met TNO, waarover ik u ook in genoemde brief heb geïnformeerd.
Vraag 3
Klopt het dat gebouwen met de verdachte risicovloeren binnenkort niet geïnspecteerd
hoeven te worden en zonder enige beperking weer gebruikt kunnen worden? Zo ja, kunt
u aangeven hoe bij eerdere onderzoeken de overtuiging kon ontstaan dat ingrijpende
maatregelen wel nodig waren, terwijl kennelijk nu is aangetoond dat er nauwelijks
gevaar van bezwijken bestaat?
Antwoord 3
Dit klopt niet. Ik verwijs daarbij naar mijn antwoord op vraag 2 en vraag 4.
Vraag 4
Klopt het dat overleg is gevoerd op het Ministerie van Binnenlandse Zaken met betrokkenen
doch dat de uitkomst geheimgehouden wordt? Zo ja, wilt u het verslag en de uitkomsten
van dat overleg met de Kamer delen?
Antwoord 4
Het klopt dat op 11 maart jl. een overleg is geweest met de klankbordgroep. In het
overleg is de klankbordgroep bijgepraat over de publicatie van de onderzoeksplicht
voor gebouwen uit de hoogste gevolgklasse volgens NEN 8700 zoals genoemd in mijn antwoord
op vraag 2. De snelle uitvoering van deze onderzoeksplicht wordt breed gedragen. Daarnaast
is gesproken over de uitbreiding van deze onderzoeksplicht voor de gebouwen uit de
andere gevolgklassen volgens NEN 8700. In het kader hiervan heeft TNO een presentatie
gegeven over een eventueel door haar uit te voeren onderzoek dat mogelijk kan leiden
tot een beperking van de volgende fasen van de onderzoeksplicht. Vervolgens is afgesproken
dat TNO een onderzoeksvoorstel zal indienen bij het Ministerie van BZK.
Er worden geen uitkomsten van de overleggen van de klankbordgroep geheimgehouden.
Van elk overleg wordt een afsprakenlijst op hoofdlijnen opgesteld, die de deelnemers
aan de klankbordgroep desgewenst met hun achterban kunnen delen. Indien de besprekingen
in de klankbordgroep gevolgen hebben voor het landelijke beleid inzake de breedplaatvloeren
problematiek, wordt dit aan de Tweede Kamer en overige belanghebbenden gecommuniceerd.
In de bijlage bij deze beantwoording treft u aan de afsprakenlijst van het overleg
van 11 maart jl.
Vraag 5
Zal de koerswijziging financiële gevolgen hebben nu gebouweigenaren kennelijk onnodige
kosten gemaakt hebben? Wat is dan de positie van het ministerie daarbij?
Antwoord 5
Er is geen sprake van een koerswijziging. De landelijke aanpak is steeds gebaseerd
op de beschikbare wetenschappelijke kennis en onderzoeksresultaten. Het nog uit te
voeren onderzoek van TNO beoogt een verdere uitbreiding van deze wetenschappelijke
kennis.
Vraag 6
Klopt het bericht dat de inspectieplicht voor gebouwen met verdachte vloeren wel per
1 april aanstaande van kracht wordt, doch dat de voorwaarden en regels daarbij worden
aangepast zodat de meeste risicogebouwen niet meer geïnspecteerd hoeven te worden?
Antwoord 6
Begin april is een onderzoeksplicht van kracht voor gebouwen hoger dan 70 meter en
gebouwen met verminderd zelfredzame personen. Er is geen sprake van een aanpassing
van de voorwaarden en regels. Het onderzoek moet worden uitgevoerd met het in mei
2019 gepubliceerde stappenplan.
Vraag 7
Klopt het dat gebouwen met verdachte vloeren dan direct weer in gebruik genomen kunnen
worden, omdat gebruik wordt gemaakt van een bestaande ontsnappingsroute uit de NEN
8700 die aangeeft dat gebouwen die in het gebruik geen problemen hebben opgeleverd
bewezen veilig zijn? Zo ja, waarom is daar niet eerder gebruik van gemaakt?
Antwoord 7
Deze berichtgeving is onjuist. Het in mei 2019 gepubliceerde stappenplan geeft rekenregels
waarmee men kan aantonen dat voldaan wordt aan het veiligheidsniveau van NEN 8700.
Als blijkt dat een breedplaatvloer niet voldoet aan deze rekenregels volgt uit het
stappenplan dat er maatregelen moeten worden genomen om de veiligheid alsnog te waarborgen.
Dit kan volgens het stappenplan bestaan uit het uitvoeren van proefbelastingen of
een verdere risicobeoordeling door een deskundige. In het stappenplan is hiermee aangesloten
op de mogelijkheden die NEN 8700 geeft. Er is in NEN 8700 geen algemene ontsnappingsroute
die aangeeft dat gebouwen die in het gebruik geen problemen hebben opgeleverd bewezen
veilig zijn.
Vraag 8
Klopt het dat TNO thans van mening is dat men niet kon negeren dat bij praktijktesten
van bollenvloeren geen enkele vloer werd afgekeurd, terwijl TNO eerder een ander standpunt
had?
Antwoord 8
Eerder hebben TNO en Hageman aangegeven dat het uitvoeren van proefbelastingen op
één of meerdere vloeren in een specifiek gebouw, indien correct toegepast en geanalyseerd,
betrouwbare informatie geeft voor de beoordeling van andere vloeren in dat gebouw.
Dit is in het stappenplan beschreven. Aanvullend zal TNO bij het voorgenomen onderzoek
(zie antwoord op vraag 3) nader bezien hoe het gegeven dat in Nederland al jarenlang
breedplaatvloeren worden toegepast zonder zichtbare problemen kan worden meegenomen
in een verdere statistische beschouwing van de veiligheidsrisico’s. Hierbij zal gebruik
worden gemaakt van de veiligheidsfilosofie die ten grondslag ligt aan NEN 8700.
Vraag 9
Heeft u ook signalen ontvangen dat er geheimzinnig gedaan wordt over de gehele problematiek
omdat beleggers niet willen dat naar buiten komt dat hun gebouwen misschien niet veilig
zijn, uit angst dat ze niet verhuurd of verkocht worden? Zo ja, wat is uw visie daarop?
Antwoord 9
Ik heb hierover geen signalen ontvangen. In de klankbordgroep is ook de Vereniging
van Institutionele Beleggers in Vastgoed Nederland (IVBN) vertegenwoordigd. In het
overleg op 11 maart jl. heeft de Vereniging aangegeven haar achterban actief te willen
informeren over de onderzoeksplicht die begin april wordt gepubliceerd.
Vraag 10 en 11
Is bovenstaande informatie uit het bericht in Cobouw voor u aanleiding om het onderzoek
naar de instorting van de parkeergarage in Eindhoven te heropenen? Zo nee, waarom
niet?
Geven de nieuwe informatie en conclusies u aanleiding om de rol van bureau Hageman
nader te bezien, aangezien er kennelijk sprake was van «een blinde vlek» of beter
gezegd «conflicterende belangen»?
Antwoord 10 en 11
Zoals uit mijn antwoorden op de eerdere vragen volgt is de berichtgeving in Cobouw
onjuist. Deze berichtgeving vormt daarmee wat mij betreft geen aanleiding om de eerdere
drie onderzoeken naar de instorting van de parkeergarage door Bureau Hageman, TNO
en de Onderzoeksraad voor Veiligheid te heropenen. Dit geldt ook voor het nader bezien
van de rol van bureau Hageman. Ik verwijs daarbij naar inhoud van de kamerbrief van
14 februari 2019 die eerder aan uw Kamer is gestuurd (Kamerstuk 28 325, nr. 187).
BIJLAGE
Verslag BZK-klankbordgroep breedplaatvloeren 11 maart 2020
• Op 11 maart 2020 heeft bij Ministerie van BZK een nieuw overleg plaatsgevonden over
het onderzoek naar bestaande gebouwen met breedplaatvloeren.
• De volgende partijen waren hierbij aanwezig: Betonhuis, VNconstructeurs, Vereniging
Bouw- en Woningtoezicht Nederland (VBWTN), Bouwend Nederland, Hageman, TNO, Vereniging
van Institutionele Beleggers in Vastgoed Nederland (IVBN) en het Rijksvastgoedbedrijf.
• BZK licht toe dat de onderzoeksplicht voor gebouwen met breedplaatvloeren in gevolgklasse 3
eind maart wordt gepubliceerd in de Staatscourant als wijziging van de Regeling Bouwbesluit.
Deze wijziging treedt 1 april 2020 in werking en voor 1 januari 2021 moeten de onderzoeken
zijn uitgevoerd. BZK stuurt eind maart aan alle gemeenten een brief met de oproep
om de betreffende gebouwen te inventariseren en de eigenaren vervolgens op te roepen
invulling te geven aan de onderzoeksplicht. BZK zal de brief aan en de aanpak door
gemeenten nog afstemmen met de VBWTN. De klankbordgroep vraagt aandacht voor een bredere
communicatie vanuit BZK hiervoor. BZK zal daartoe ook brieven ter informatie sturen
aan andere partijen waaronder de IVBN.
• De aanwezigen delen hun ervaringen met beoordeling van gebouwen op de nieuwe rekenregels
van mei 2019. In het algemeen blijkt dat bij gebouwen die eerder (o.b.v. de vorige
rekenregels) als risicovol waren getypeerd, nog steeds maatregelen nodig zijn. De
nieuwe rekenregels zijn goed hanteerbaar, maar op details is er behoefte aan een toelichting.
Door VNconstructeurs, TNO en Hageman wordt dit de komende weken verder opgepakt. Er
wordt een toelichtend document gemaakt dat door BZK op haar website kan worden gezet.
• Voor wat betreft de uitbreiding van de onderzoeksplicht, geeft TNO een presentatie
over de mogelijkheden om bij de beoordeling van die gebouwen naast de nieuwe rekenregels
ook de bewezen sterkte van de breedplaatvloeren, sinds 2000 bij een groot aantal gebouwen,
mee te nemen. TNO kan een onderzoek hiernaar uitvoeren. De uitkomst van zo’n onderzoek
kan mogelijk leiden tot een beperking van de verdere onderzoeksplicht. De klankbordgroep
is positief om dit onderzoek te laten uitvoeren. Afgesproken is dat TNO in overleg
met o.a. VNconstructeurs en Hageman een onderzoeksvoorstel hiervoor maakt. BZK kan
vervolgens opdracht geven aan TNO. Streven is om dit voor de zomer af te ronden. De
klankbordgroep wordt verder betrokken.
• Mei 2019 is in de klankbordgroep eerder het voorstel besproken van Bouwend NL en VNconstructeurs
om verder experimenteel onderzoek te doen op proefstukken met korte koppelwapening.
De noodzaak van het onderzoek is ook beschreven in het rapport bij het stappenplan.
De financiering van de dit onderzoek is helaas nog niet geregeld. De uitvoering van
dit onderzoek is ook van belang voor het bovengenoemde TNO-onderzoek. Hageman en TNO
zullen de noodzaak van dit experimentele onderzoek verder onderbouwen in het kader
van de financiering.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.