Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Dam over het bericht ‘Agressie tegen verkeersregelaars in Twente neemt toe: we zijn tandeloze tijgers’
Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Agressie tegen verkeersregelaars in Twente neemt toe: we zijn tandeloze tijgers» (ingezonden 19 februari 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 1 april 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Agressie tegen verkeersregelaars in Twente neemt toe:
We zijn tandeloze tijgers»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt de berichtgeving uit het artikel dat agressie tegen verkeersregelaars aan het
toenemen is? Zijn er cijfers bekend over de mate waarin evenementen- en beroepsverkeersregelaars
agressief bejegend worden? Wat is uw beeld als het gaat om agressie en geweld tegen
verkeersregelaars?
Antwoord 2
Ik wil vooropstellen dat agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke
taak ontoelaatbaar is. Verkeersregelaars dragen bij aan een veilig Nederland, en agressie
en geweld tegen hen moet bestraft worden. Een harde daderaanpak (verhoging van strafeis
met +200%), sneller straffen en prioritair behandelen van agressie en geweld tegen
functionarissen met een publieke taak zijn hoofdonderdelen van de Eenduidige Landelijke
Afspraken (ELA) tussen OM en politie. Deze afspraken zijn dan ook van toepassing als
het gaat om agressie en geweld tegen verkeersregelaars.
Er zijn geen registratiecijfers beschikbaar van de beroepsgroep verkeersregelaars
over agressie en geweld in hun branche. De politie beschikt ook niet over cijfers
over het aantal gevallen van agressie en geweld tegen verkeersregelaars. Wanneer mensen
met een publieke taak melding maken of aangifte doen van fysiek of verbaal geweld
bij de uitvoering van hun werkzaamheden, wordt dit in het registratiesysteem van de
politie geregistreerd onder de code VPT (Veilige Publieke Taak). Bij deze registratie
wordt de functiegroep van de betrokkene niet eenduidig geregistreerd. Het is daarom
niet mogelijk om deze VPT gecodeerde registraties uit te splitsen per functiegroep.
Derhalve kan geen uitspraak gedaan worden over een eventuele meerjarige trend.
De politie heeft wel een lijst met beroepsgroepen als richtlijn om te bepalen of een
bepaalde beroepsgroep een VPT-code zou moeten krijgen. Verkeersregelaars staan op
die lijst.
Vraag 3
Vallen verkeersregelaars die bijvoorbeeld bij voetbalwedstrijden of bij wegwerkzaamheden
worden ingezet onder het programma Veilige Publieke Taak (VPT)? In hoeverre gelden
de eenduidige landelijke afspraken(ELA) die politie en het Openbaar Ministerie gemaakt
hebben inzake de aanpak van agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke
taak ook voor verkeersregelaars? Hoe kan het dat verkeersregelaars niet of nauwelijks
op de hoogte zijn van deze ELA? Bent u bereid om verkeersregelaars onder de werking
van deze ELA te brengen?
Antwoord 3
Verkeersregelaars voeren een wettelijke en daarmee publieke taak uit. Het programma
Veilige Publieke Taak (VPT) onder coördinatie van het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, dat liep tot 2017, stimuleerde onder andere preventieve
maatregelen tegen agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak,
en dus ook verkeersregelaars. Dit programma is geëvalueerd en daarover is uw kamer
vorig jaar bericht.2 De ELA zijn onverminderd van kracht. Deze zijn van toepassing indien er sprake is
van agressie en geweld tegen verkeersregelaars.
Een onderdeel van het programma VPT was het stimuleren van werkgevers om informatie
over VPT en de ELA met hun werknemers te delen. Na afronding van het programma VPT
is dit uitgangspunt van werkgeversverantwoordelijkheid ten aanzien van informatieverstrekking
overeind gebleven. Het instrumentarium wat indertijd ontwikkeld is, is nog steeds
voor werkgevers en anderen toegankelijk op www.agressievrijwerk.nl.
Vraag 4
Herkent u het probleem dat verkeersregelaars wel bevoegd zijn om aanwijzingen en een
stopteken te geven, maar dat zij niet bevoegd zijn om overtreding daarvan te handhaven?
Welke mogelijkheden zijn er om verkeersregelaars in de uitoefening van hun werkzaamheden
meer back-up te geven? Wat vindt u van het voorstel uit het artikel om verkeersregelaars
– dan wel enkele, specifiek daartoe opgeleide verkeersregelaars – de status van buitengewoon
opsporingsambtenaar te geven, zodat zij zelf boetes kunnen uitdelen en de pakkans
daardoor vergroot wordt?
Antwoord 4
Het klopt dat de bevoegdheden van verkeersregelaars beperkt zijn tot het geven van
aanwijzingen en het geven van stoptekens. Zoals in een brief aan uw Kamer van is aangegeven
is er sprake van een complementaire taakverdeling tussen politie en gemeentelijke
BOA’s.3 Binnen die taakverdeling, waarbij de gemeentelijke BOA’s zich richten op overtredingen
die overlast veroorzaken en tot kleine ergernissen leiden, en de politie belast is
met het handhaven van de openbare orde en veiligheid, past het niet om de verkeersregelaars
een BOA status te geven t.b.v. de opsporing van strafbare gedragingen van verkeersdeelnemers
die gericht zijn tegen de persoon van de verkeersregelaar.
Ik vind het belangrijk dat mensen hier voldoende voor geëquipeerd zijn, en ik moedig
het daarom aan dat werkgevers en organisatoren ervoor zorgen dat voldoende aandacht
wordt besteed aan het omgaan met (dreiging van) agressie en geweld door verkeersregelaars.
Het staat de verschillende aanbieders van opleidingen of e-learning instructie tot
verkeersregelaar vrij dit onderdeel toe te voegen indien dit niet het geval is. De
werkgever van de beroepsverkeersregelaar en de evenementenorganisator die de evenementenverkeersregelaar
inzetten hebben een verantwoordelijkheid jegens hun verkeersregelaars.
De politie behandelt een melding van agressie en geweld tegen een verkeersregelaar
op dezelfde manier als andere meldingen van agressie en geweld tegen beambten die
een publieke taak vervullen. Zodra de politie een dergelijke melding krijgt, zal de
politie daar sterk tegen optreden.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.