Schriftelijke vragen : Het bericht dat er een bankrun gaande is binnen de financiële sector.
Vragen van de leden Alkaya en Leijten (beiden SP) aan de Minister van Financiën over het bericht dat er een bankrun gaande is binnen de financiële sector (ingezonden 31 maart 2020).
Vraag 1
Deelt u de mening dat we zeer kritisch moeten zijn op het euro- en dollarhamstergedrag
van de financiële sector, dat de reële economie aan het beschadigen is?1
Vraag 2
Waarom wordt er gekozen voor het opkopen van schuld in de financiële sector als maatregel
voor de economische crisis? Is dit de meest doeltreffende en doelmatige benadering?
Waarom wordt er niet gekozen voor een meer directe stimulatie van de reële economie?
Vraag 3
Wat zijn de resultaten geweest van het vorige programma van de Europese Centrale Bank
(ECB) ten aanzien van kwantitatieve verruiming, waarmee 2.600 miljard euro aan schuldpapier
is opgekocht? Welke effecten heeft dit gehad op het stimuleren van de economie, en
welke effecten op het vergroten van ongelijkheid?
Vraag 4
Welke mogelijkheden ziet u om de versoepeling van de EU-regels rondom staatssteun
te gebruiken om noodlijdende burgers en bedrijven in grotere mate direct bij te staan
in plaats van via de financiële sector? Gezien het feit dat veel van de steun aan
de financiële sector hier blijft hangen en niet in de reële economie terecht komt;
wat gaat u doen om de financiële sector te dwingen de ontvangen steun door te vertalen
in steun aan de burger en ondernemers?
Vraag 5
Gaat u de burger bijstaan en de banken dwingen tot goed gedrag door te zorgen voor
een tijdelijke verlaging van de maximale kredietvergoeding op consumptief krediet
naar 0%?
Vraag 6
Deelt u de mening dat onze samenleving in grote en groeiende mate afhankelijk is van
private banken, de private betalingsinfrastructuur, de private geldschepping en private
investeringen? Worden we door het huidige semiverbod op gebruik van contant geld niet
nog afhankelijker van de banken?
Vraag 7
Deelt u de mening dat de banken deze functies slechts kunnen vervullen dankzij impliciete
en expliciete (financiële) steun die zij ondervinden middels het optreden van de ECB,
De Nederlandsche Bank (DNB) en Nederlandse overheid?
Vraag 8
Deelt u de mening dat publieke en private belangen te sterk verweven zijn geraakt
en slechts structuurwijzigingen, zoals ook de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid
(WRR) bepleit, voor een balans zullen kunnen zorgen?
Vraag 9
Deelt u de mening dat we niet moeten wachten, maar nu een publieke bank en/of digitale
centralebankrekening moeten invoeren zodat we minder afhankelijk worden van de financiële
sector, onze betalingsinfrastructuur kunnen veiligstellen en aan directe stimulatie
van de economie kunnen doen via deze instelling?
Vraag 10
Bent u bekend met kritiek op het voorgaande kwantitatieve verruimingsprogramma door
de ECB en het onderzoek dat aangeeft dat dit ongelijkheid heeft vergroot en dit geld
veelal in de financiële sector is blijven hangen?
Vraag 11
Deelt u de mening dat de samenleving iets moet terugkrijgen voor de miljarden aan
impliciete en expliciete steun die zij met belastinggeld geeft aan de financiële sector?
Welke mogelijkheden ziet u om aandelen of andere eigendomsstructuren terug te krijgen
voor de steun die de samenleving geeft aan de financiële sector?
Vraag 12
Welke plannen zijn er of worden er gemaakt om de enorme groei in ongelijkheid als
resultaat van de crisisaanpak terug te dringen? Deelt u de mening dat de aanpak van
de economische crisis die is blootgelegd door de coronacrisis niet mag leiden tot
een groei in de toch al historisch hoge ongelijkheid?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.