Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over “de toestemming van DNB voor de fusie tussen Optas en Aegon”
Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de toestemming van DNB voor de fusie tussen Optas en Aegon (ingezonden 3 februari 2020).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 30 maart
2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank
Rotterdam van 5 juli 2019, waarmee de rechter De Nederlandsche Bank (DNB) opdraagt
om het instemmingsbesluit over de fusie tussen Optas en Aegon openbaar te maken?
Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van deze uitspraak.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het feit de toezichthouder zich verzette tegen het verstrekken van
het instemmingsbesluit aan een deelnemer?
Antwoord 2
De toezichthouder kan gegronde redenen hebben zich te verzetten tegen het verstrekken
van informatie. In dit geval heeft DNB het instemmingsbesluit niet gedeeld met de
betreffende polishouder, omdat DNB op grond van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene
wet bestuursrecht (Awb) van mening is dat polishouders geen belanghebbenden zijn (bij
het besluit). De voorzieningenrechter heeft vervolgens geoordeeld dat deze redenering
niet opgaat en het instemmingsbesluit wel verstrekt moest worden. DNB heeft dat ook
gedaan. Het is in onderhavig geval niet aan mij om een oordeel uit te spreken over
de handelwijze van DNB.
Vraag 3
Wie (welke medewerker van DNB) heeft het instemmingsbesluit van DNB genomen? Indien
dat niet bekend is, wilt u dan aan DNB vragen wie dat besluit genomen heeft?
Antwoord 3
DNB neemt als organisatie het besluit onder verantwoordelijkheid van de directie.
Vraag 4
Deelt u de menig dat een instemmingsbesluit over de miljardenfusie tussen Optas en
Aegon gewoon openbaar moet zijn? Zo ja, wilt u dan bij DNB bevorderen dat het besluit
openbaar wordt en zulke besluiten in voorkomende gevallen onmiddellijk openbaar gemaakt
worden?
Antwoord 4
DNB heeft het besluit gedeeld met de polishouders na tussenkomst van de rechter. Ik
ben niet van mening dat de inhoud van dergelijke besluiten per definitie openbaar
moet zijn, omdat het vertrouwelijke informatie kan bevatten. Een positief besluit
wordt vanzelfsprekend wel bekend gemaakt op het moment dat de fusie bekend wordt gemaakt.
De Wet op het financieel toezicht (Wft) schrijft immers voor dat de verzekeraar mededeling
doet van de fusie en daarmee van de instemming van DNB met die fusie. Op 2 april 2019
heeft Aegon een dergelijke mededeling in de Staatscourant gepubliceerd, waarmee dus
ook de instemming van DNB met de fusie bekend is gemaakt.
Vraag 5
Klopt het dat de polishouders jaarlijks schade leiden als gevolg van de fusie, omdat
een belastingvoordeel dat Optas toekwam en dat leidde tot een hoger nettorendement
voor de polishouders wegvalt als gevolg van de fusie? Kunt u dit antwoord uitgebreid
toelichten?
Antwoord 5
Ik kan niet beoordelen of polishouders schade lijden als gevolg van de fusie. Het
wegvallen van het belastingvoordeel is één onderdeel van de fusie waar mogelijk voordelen
tegenover kunnen staan. De rechten en verplichtingen van Optas worden volgens DNB
ongewijzigd overgenomen door Aegon Leven. Aan de hand van artikelen 3:112 en 3:118
van de Wft heeft DNB geconcludeerd dat aan alle wettelijke eisen voor de fusie wordt
voldaan en heeft zij ingestemd. Volgens DNB zijn de belangen van polishouders bij
de fusie voldoende beschermd en zijn polishouders daarover geïnformeerd (zie ook het
antwoord op vraag 6). Het is te verwachten dat deze aspecten in de bodemprocedure
aan de orde komen en de rechter deze in zijn oordeelsvorming zal meewegen.
Vraag 6
Is de polishouders in de aanloop naar de fusie duidelijk meegedeeld dat dit belastingvoordeel
zou wegvallen? Zo ja, waar en hoe is dat meegedeeld?
Antwoord 6
Aegon heeft in de aanloop naar de fusie haar polishouders via verschillende kanalen
geïnformeerd over het wegvallen van het belastingvoordeel als gevolg van de fusie.
Voorbeelden hiervan zijn de brieven die door Aegon zijn verstuurd aan werkgevers,
werknemers en gepensioneerden in november 2018. In deze brieven werd onder andere
ingegaan op het vervallen van de vrijstelling van vennootschapsbelasting. Tevens werd
verwezen naar een aparte pagina op www.aegon.nl met veelgestelde vragen en antwoorden (https://www.aegon.nl/particulier/klantenservice/veelgestelde-vragen/wat…) waarbij ook specifiek wordt ingegaan op het vervallen van de vrijstelling van vennootschapsbelasting.
Vraag 7
Hoe konden de polishouders zonder over alle informatie te beschikken bepalen of zij
zich al of niet zouden moeten verzetten tegen de voorgenomen fusie1?
Antwoord 7
Aegon heeft aan de verplichting voldaan om het voornemen tot fusie te publiceren in
de Staatscourant en drie landelijke dagbladen. Zoals ook genoemd in het antwoord op
vraag 6, heeft Aegon in de aanloop naar de fusie de polishouders via verschillende
kanalen geïnformeerd over het wegvallen van het belastingvoordeel als gevolg van de
fusie. Voorbeelden hiervan zijn de brieven die door Aegon zijn verstuurd aan werkgevers,
werknemers en gepensioneerden in november 2018 en de communicatie via de website van
Aegon.
Vraag 8
Zijn polishouders volgens u belanghebbenden bij de fusie of niet, aangezien DNB stelt
dat de polishouders geen belanghebbenden zijn, terwijl zij schade ondervinden als
gevolg van de fusie en in de hier bovengenoemde uitspraak de voorzieningenrechter
tot een ander oordeel komt?
Antwoord 8
Zolang deze kwestie onder de rechter is, doe ik hierover geen uitspraken.
Vraag 9
Klopt het dat DNB op 23 oktober 2018 opdracht heeft gegeven aan Aegon/Optas het voornemen
van de fusie te vermelden in de Staatscourant en drie dagbladen?
Antwoord 9
Ja.
Vraag 10
Is het voornemen van de fusie vermeld in drie dagbladen? Zo ja, op welke datum in
welk dagblad en op welke pagina?
Antwoord 10
Op zaterdag 3 november 2018 heeft Aegon een advertentie geplaatst in drie landelijke
dagbladen (De Telegraaf, p. T43, NRC, p. E11, Volkskrant p.8) en op 5 november 2018
in de digitale Staatcourant.
Vraag 11
De portefeuille-overdracht had niet kunnen plaatsvinden indien een kwart van de polishouders
verzet had aangetekend tegen het voornemen van die fusie2. Wilt u DNB vragen om publiekelijk aan te tonen dat minder dan een kwart van de polishouders
bezwaar gemaakt heeft?
Antwoord 11
Uit het feit dat DNB heeft ingestemd met de fusie, kan worden geconcludeerd dat minder
dan een kwart van de polishouders verzet heeft aangetekend tegen het voornemen van
die fusie. DNB kan niet zonder tussenkomst van een rechter haar algemene geheimhoudingsplicht
schenden, ook niet op mijn verzoek.
Vraag 12
Hoe kan een polishouder weten en (laten) controleren of een kwart van de polishouders
tijdig bezwaar gemaakt heeft?
Antwoord 12
DNB mag geen instemming verlenen met de fusie indien een kwart of meer van de polishouders
zich binnen de gestelde termijn tegen de voorgenomen overdracht heeft verzet. Indien
in de Staatscourant bekend wordt gemaakt dat DNB heeft ingestemd met de fusie, dan
kan de polishouder daaruit afleiden dat minder dan een kwart van de polishouders zich
heeft verzet. Een individuele polishouder kan het aantal polishouders dat bij DNB
verzet heeft aangetekend niet controleren zonder tussenkomst van de rechter. Ik ga
er vanuit dat DNB waar mogelijk op passende wijze openheid betracht.
Vraag 13
Had DNB FNV volgens u niet tenminste onmiddellijk op de hoogte moeten stellen van
het feit dat zij had ingestemd met de fusie, aangezien FNV in december 2018 is gehoord
door DNB in het kader van de voorbereiding van het instemmingsbesluit en FNV daarna
niet meer (actief) op de hoogte is gehouden door DNB van het verloop van de instemmingsprocedure?3
Antwoord 13
Zoals ik eerder in antwoord op vraag 2 heb gesteld, is het aan de rechter om te toetsen
of het besluit van DNB rechtmatig is.
Vraag 14
Heeft DNB zich in deze zaak nauwgezet aan de wettelijke termijn gehouden wat betreft
bezwaar en beroep?
Antwoord 14
DNB geeft aan ernaar te streven op een bezwaar te beslissen binnen de termijn die
daarvoor staat. Door omstandigheden die zich tijdens de bezwaarprocedure kunnen voordoen,
lukt dat niet altijd. In de onderhavige procedures is de beslissing op bezwaar in
sommige gevallen volgens DNB niet binnen de wettelijke termijn genomen. Het is aan
de rechter om hierover een oordeel uit te spreken.
Vraag 15
Wilt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 15
De vragen zijn een voor een beantwoord, maar het is niet gelukt de vragen binnen drie
weken te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.