Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over het Zwartboek van de Stichting Afkoop Belastingschulden
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over het zwartboek van Stichting Afkoop Belastingschulden (ingezonden 2 maart 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 30 maart 2020).
Vraag 1
Klopt het dat het ministerie op 20 februari 2020 een zwartboek in ontvangst heeft
genomen van de Stichting Afkoop Belastingschulden?
Antwoord 1
Het Ministerie van Financiën heeft op 20 februari 2020 het «Rapport over het functioneren
van de belastingdienst Rivierenland en het Ministerie van financiën periode 2001–2019»
in ontvangst genomen van de Stichting Afkoop Belastingschulden.
Vraag 2
Wat is uw beeld van de geschetste kwesties in het zwartboek?
Antwoord 2
Gelet op de geheimhoudingsplicht van artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
en artikel 67 van de Invorderingswet 1990 kunnen geen inhoudelijke mededelingen worden
gedaan over individuele zaken.
Vraag 3
Hoe oordeelt u over het feit dat de mensen achter het zwartboek al dik 20 jaar aan
het procederen zijn tegen een beslissing van de Belastingdienst?
Antwoord 3
Het staat belanghebbenden vrij om te procederen tegen een beslissing van de Belastingdienst.
Het is niet aan mij om daar een oordeel over te hebben. Overigens heeft de Staat ook
kort geding procedures gevoerd tegen (de personen achter de) Stichting. Uit de uitspraak
van een van deze procedures volgt dat de Stichting veroordeeld is om zijn beschuldigingen
van onrechtmatige en strafbare handelingen aan het adres van de Belastingdienst en
zijn medewerkers van het internet te verwijderen en verwijderd te houden.1
Vraag 4
Hoe wordt omgegaan met de meldingen in het zwartboek? Kunt u de Kamer op de hoogte
houden?
Antwoord 4
De procedures tussen de (personen achter de) Stichting en het Ministerie van Financiën
en de Belastingdienst zijn geëindigd met de inmiddels onherroepelijk geworden gerechtelijke
uitspraken. Daarmee zijn de kwesties uit het rapport afgerond.
Vraag 5
Is u bekend of er vergelijkbare langlopende kwesties zijn tussen de Belastingdienst
en belastingplichtigen? Bent u bereid hier onderzoek naar te (laten) doen? Kunt u
uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Er zijn (gerechtelijke) procedures tussen de Belastingdienst en belastingplichtigen
die lang lopen. Iedere zaak heeft zijn eigen kenmerken en dynamiek, zodat zaken niet
vergelijkbaar zijn. Bovendien zijn er verschillende redenen, waaronder de complexiteit
van de zaak en de proceshouding van partijen, waardoor (gerechtelijke) procedures
ondanks de daarvoor voorgeschreven termijnen lang kunnen lopen. Een onderzoek acht
ik daarom niet zinvol.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de Belastingdienst juridische procedures niet tot in lengte
van dagen moet rekken en dat burgers snel duidelijkheid over hun zaak verdienen?
Antwoord 6
Uitgangspunt is dat de Belastingdienst van zijn kant juridische procedures voortvarend
ter hand neemt. De Belastingdienst is bij bezwaar- en gerechtelijke procedures gebonden
aan wettelijke termijnen. Ondanks deze wettelijke termijnen kan om uiteenlopende redenen
niet altijd worden voorkomen, dat een (gerechtelijke) procedure meer tijd kost dan
gewenst is. Zo nodig houdt de rechter met de doorlooptijd van een procedure onder
meer rekening bij de proceskostenvergoeding en eventuele toekenning van immateriële
schadevergoeding.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.