Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Taxibedrijven kunnen fluiten naar 4.000 euro tegemoetkoming’
Vragen van het lid Laçin (SP) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Financiën over het bericht «Taxibedrijven kunnen fluiten naar 4.000 euro tegemoetkoming» (ingezonden 30 maart 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Taxibedrijven kunnen fluiten naar 4.000 euro tegemoetkoming»?1
Vraag 2
Erkent u dat de taxisector hard wordt geraakt door het Coronavirus door een sterke
afname van het leerlingenvervoer, ziekenvervoer, straattaxivervoer door het sluiten
van onder andere de horeca en afname van het luchthavenvervoer?
Vraag 3
Waarom is er niet gekozen voor een algeheel verbod op taxivervoer met uitzonderingen
voor vervoer van mensen/familieleden die in de vitale beroepen werken?
Vraag 4
Bent u met gemeenten en andere opdrachtgevers van leerlingenvervoer en ziekenvervoer
in gesprek om zo nodig af te dwingen dat niet gereden ritten in deze uitzonderlijke
periode toch doorbetaald worden aan vervoerders? Zo ja, wat zijn de uitkomsten van
deze gesprekken?
Vraag 5
Komen ZZP’ers in de taxisector in aanmerking voor de 4.000 euro vergoeding nu er geen
verbod op het taxivervoer is gekomen? Zo ja, waar kunnen zij zich melden? Zo niet,
waarom niet en wat gaat u voor deze groep doen om ervoor te zorgen dat hun onderneming
niet omvalt en zij zonder inkomen thuis komen te zitten?
Vraag 6
Erkent u dat bij het personenvervoer het houden van 1,5 meter afstand in sommige gevallen
onmogelijk is, bijvoorbeeld als het gaat om de straattaximarkt? Vindt u niet dat deze
maatregel overal toegepast zou moeten worden? Waarom is er wel een verbod op rijlessen
afgekondigd en niet op de straattaxivervoer, terwijl het vaak om dezelfde type auto’s
gaat en het houden van 1,5 meter afstand onmogelijk is?
Vraag 7
Bent u met verzekeraars, leasebedrijven, taxicentrale en Toegestande Taxi Organisaties
(TTO’s) in gesprek om af te spreken dat taxiondernemers en vervoerders uitstel van
betaling kunnen krijgen als het gaat om hun maandelijkse lasten die gekoppeld zijn
aan het werk? Zo ja, kunt u toelichten wat de stand van zaken is? Zo niet, waarom
niet en gaat u dit op korte termijn doen?
Vraag 8
Heeft u in beeld hoeveel werknemers in de taxisector nu gedwongen thuiszitten met
verlof of hun baan zijn kwijtgeraakt? Kunt u specificeren wat voor contract deze groep
heeft met de werkgever (vast, flex, 0-uren et cetera)?
Vraag 9
Gaat u in gesprek met vervoerders om hen toch aanspraak te laten maken op het aangekondigde
Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid of het opstellen van maatregelen op maat voor
deze sector? Zo ja, met welke partijen gebeurt dit en wanneer vinden deze gesprekken
plaats? Benadrukt u in deze gesprekken dat ontslag voor werknemers met een flexcontract
ongewenst is en bent u bereid als voorwaarde voor financiële steun te stellen dat
werknemers met een flexcontract niet ontslagen mogen worden?
Vraag 10
Welke maatregelen zijn getroffen om chauffeurs en andere werknemers in het doelgroepenvervoer
te beschermen tegen het Coronavirus? Bent u het eens dat iedereen die nu doorwerkt
om leerlingen en zieken te vervoeren alle beschermingsmiddelen moeten krijgen om hun
werk veilig uit te kunnen vervoeren?
Vraag 11
Kunt u deze vragen één voor één en uiterlijk 7 april 2020 beantwoorden, zodat de antwoorden
betrokken kunnen worden bij het Schriftelijk Overleg Openbaar Vervoer en Taxi op 8 april
2020?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Laçin, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.