Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Hijink, Beckerman en Van Nispen over huisuitzettingen tijdens de coronacrisis
Vragen van de leden Hijink, Beckerman en Van Nispen (allen SP) aan de Minister-President en de Ministers voor Milieu en Wonen, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Rechtsbescherming over huisuitzettingen tijdens de coronacrisis (ingezonden 24 maart 2020).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming), mede namens de Minister-President
en de Ministers voor Milieu en Wonen en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen
25 maart 2020).
Vraag 1
Waarom vallen kort gedingen van verhuurders en woningcorporaties om mensen uit huis
te zetten onder «urgente zaken» bij de rechtbank, hoewel de rechtspraak eigenlijk
gesloten is vanwege het coronavirus?1
Antwoord 1
Op rechtspraak.nl staat informatie over welke zaken wel en welke zaken op dit moment
niet worden behandeld als gevolg van het coronavirus. Deze informatie wordt dagelijks
geactualiseerd. Op 24 maart jl. vermeldde rechtspraak.nl: «Bij voorlopige voorzieningen/kort
geding/beslagrekesten bepaalt de rechter of de zitting moet doorgaan (alleen in geval
van superspoed) of dat deze wordt aangehouden (dan komt er nog geen uitspraak). «
Dit betekent dat kort gedingen van verhuurders en woningcorporaties om mensen uit
huis te zetten niet worden aangemerkt als «urgente zaken». De Behandeling van dergelijke
vorderingen wordt in dat geval aangehouden. Behandeling van dit type zaken is uitsluitend
mogelijk als de rechter «superspoed» aanwezig acht. Van superspoed is sprake in zeer
uitzonderlijke gevallen zoals in geval van crimineel handelen of bij ernstige overlast.
Dat geldt ook voor executiegeschillen over vorderingen waarin huurovereenkomsten zijn
ontbonden en ontruimingen zijn gelast. Ontruimingen zullen geen doorgang vinden, tenzij
er sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden. Als een bewoner tegen een woningontruiming
in kort geding wil opkomen, moet de voorzieningenrechter nagaan of er wel sprake is
van «superspoed».
In zaken waarin de ontruiming door de kantonrechter al is toegestaan, maar waarin
feitelijk sprake is van schuldenproblematiek, kan er ter voorkoming van woningontruiming
een moratorium of voorlopige voorziening worden verzocht in het kader van de Wet schuldsanering
natuurlijke personen (Wsnp). Hierdoor is het voor de verhuurder verbodenom tot ontruiming
over te gaan in afwachting van behandeling van dit Wsnp-verzoek. Deze zaken zijn als
urgente zaken aangemerkt en worden door de rechtbanken (schriftelijk) behandeld.
Zaken over huurachterstand en ontruiming inclusief ontruimingsvorderingen op andere
gronden, worden aangehouden. Wel kan er in deze zaken met instemming van partijen
schriftelijk worden geprocedeerd.
Vraag 2
Wat gebeurt er op dit moment met het sluiten van woningen op verzoek van burgemeesters?
Worden deze zaken uitgesteld? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Zoals aangegeven met betrekking tot de opstelling van de rechtbanken, zal het sluiten
alleen aan de orde zijn bij criminele activiteiten of extreme overlast. Ook in die
gevallen is het een lokale afweging of de sluiting in deze tijd van corona aan de
orde is. De burgemeester zal bij een sluiting altijd bezien of sluiting in deze omstandigheden
redelijk en billijk is.
Vraag 3
Hoe verhoudt het door laten gaan van rechtszaken over uithuiszetting van mensen zich
tot het feit dat rechtszaken over bijvoorbeeld het verkrijgen van een urgentieverklaring
voor een huurhuis, het krijgen van een uitkering of zaken over ontslag en loonvordering
wel worden uitgesteld? Kunt u uw antwoord toelichten? Bent u bereid hierover in overleg
te treden met de Raad voor de rechtspraak om te bespreken of de juiste maatregelen
zijn genomen en de juiste zaken zijn uitgesteld?
Antwoord 3
Zoals hierboven uiteengezet worden rechtszaken over uithuiszetting van mensen op dit
moment niet behandeld maar uitgesteld.
Vraag 4
Vindt u het verantwoord om, tijdens de coronacrisis waarin mensen opgeroepen wordt
om zoveel mogelijk thuis te blijven, mensen op straat te zetten en daardoor bloot
te stellen aan extra gevaren rondom de besmetting en verspreiding van het virus? Zo
nee, waarom gebeurt dit dan? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot de richtlijnen van het
RIVM, de Veiligheidsregio’s en de maatregelen van de overheid?
Antwoord 4
Het Kabinet acht het van groot belang te voorkomen dat mensen uit hun huis worden
gezet tijdens de Corona-crisis. Er wordt op dit moment vanuit de huur- en koopsector
gewerkt aan oplossingen voor mensen die in de problemen komen. Zo heeft de Minister
van Milieu en Wonen met organisaties van verhuurders, leegstandbeheerders en met steun
van de Woonbond en de LSVB, afgesproken dat er geen huisuitzettingen als gevolg van
het coronavirus tijdens de crisisperiode plaatsvinden. Overigens kunnen mensen alleen
hun huis worden uitgezet door tussenkomst van een rechter. Huisuitzettingen zijn door
de rechtspraak niet aangemerkt als urgente zaken en voorlopig vinden er daarom geen
mondelinge behandelingen plaats, tenzij de rechter in kort geding oordeelt dat een
zitting moet doorgaan.
Vraag 5
Op welke manieren kunnen rechters de gevolgen van een eventuele ontruiming inschatten
omdat niet duidelijk is hoe lang de coronacrisis zal duren, hoe ernstig uiteindelijk
zal blijken en welke gevolgen en nasleep deze crisis zal hebben? Kunt uw antwoord
toelichten?
Antwoord 5
De partij die in weerwil van de getroffen maatregelen zijn zaak toch behandeld wil
zien, zal moeten toelichten waarom de behandeling van zijn zaak «superspoed» heeft.
Als de (voorzieningen)rechter daarin mee gaat zal hij zoals gebruikelijk baseren op
de informatie van beide partijen, en dus ook de gevolgen van ontruiming in ogenschouw
nemen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat een ontruiming van een huishouden op dit moment tegen de rechten
van de mens ingaat? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
Ontruiming van een huishouden is altijd een ingrijpende maatregel en maakt inbreuk
op de persoonlijke levenssfeer en het huisrecht van de bewoners. De huidige coronacrisis
maakt dit nog ingrijpender.
In de huidige crisissituatie is het zeer onwenselijk dat mensen uit hun huis worden
gezet omdat ze de huur niet meer kunnen betalen of omdat een tijdelijk huurcontract
afloopt. Het kabinet ziet het dan ook als een verantwoordelijkheid voor alle betrokken
partijen om ontruimingen zoveel mogelijk uit te stellen en alleen te initiëren als
er zwaarwegende redenen voor zijn, zoals criminele activiteiten of extreme overlast.
Om die reden heeft de Minister voor Wonen en Milieu afspraken gemaakt met de sector
om hieraan gevolg te geven. Ook steunt het kabinet de oproep van de Koninklijke Beroepsorganisatie
van Gerechtsdeurwaarders om ontruimingen waar mogelijk op te schorten.
Daarnaast zal het kabinet via spoedwetgeving mogelijk maken dat tijdelijke huurcontracten
kunnen worden verlengd voor een tijdelijke periode tijdens deze crisis.
Vraag 7
Bent u bereid om, net als in Vlaanderen, zo nodig een spoedwet te maken die alle uithuiszettingen
tijdens de coronacrisis verbiedt zowel in de sociale als in de vrije huur- en de koopsector?
Zo nee, waarom niet?2
Antwoord 7
Huisuitzettingen zijn door de rechtbanken niet aangemerkt als urgente zaken. In zulke
zaken vinden dus voorlopig geen mondelinge behandelingen plaats. De Minister voor
Milieu en Wonen heeft hierover, zoals in antwoord 6 aangegeven, afspraken gemaakt
met Aedes, IVBN, Vastgoed Belang en Kences, de koepels van verhuurders van woningen,
over het zoveel mogelijk voorkomen van huisuitzettingen in deze tijd van de coronacrisis.
Vraag 8
Kunt u deze vragen en de eerdere gestelde Kamervragen vóór het debat van donderdag
26 maart 2020 beantwoorden?3
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
M. (Mark) Rutte, minister-president -
Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.