Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de bijeenkomst van NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken op 2 en 3 april 2020
2020D11653 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse
Zaken over de geannoteerde agenda voor de bijeenkomst van NAVO-ministers van Buitenlandse
Zaken op 2 en 3 april 2020 (Kamerstuk 28 676, nr. 335).
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De adjunct-griffier van de commissie, Konings
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Algemeen
2
COVID-19 virus
2
Het Zuiden
4
NAVO-reflectieproces
8
Strategische stabiliteit
8
II
Antwoord/Reactie van de Minister
9
III
Volledige agenda
9
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de bijeenkomst van NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken op 2 en 3 april
aanstaande. Wel hebben zij nog enkele vragen.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
bijeenkomst van NAVO-ministers van Buitenlandse zaken op 2 en 3 april aanstaande.
Deze leden hebben daar de volgende vragen en opmerkingen over.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de bijeenkomst van NAVO-ministers van Buitenlandse zaken op 2 en 3 april
aanstaande. Deze leden hebben nog enkele vragen aan de Minister.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda
van de NAVO-bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken. Zij hebben daar de volgende
vragen en opmerkingen over.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
bijeenkomst van NAVO-ministers van Buitenlandse zaken op 2 en 3 april aanstaande.
Deze leden hebben daar de volgende vragen en opmerkingen over.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de
geannoteerde agenda voor het overleg van de van de ministers van Buitenlandse Zaken
van de NAVO-lidstaten. Zij hebben daarbij enkele vragen en opmerkingen.
COVID-19 virus
De leden van de PVV-fractie vragen of de verspreiding van het coronavirus gevolgen
heeft voor de NAVO-aanwezigheid in de Baltische Staten en Polen. De Minister van Defensie
heeft te kennen gegeven dat een Nederlandse militair in Litouwen besmet is geraakt
met het virus en dat er maatregelen zijn genomen om verdere besmettingen te voorkomen.
Welke gevolgen hebben de maatregelen voor de inzetbaarheid van onze militairen? Is
er voldoende medische capaciteit beschikbaar indien het onder de militairen tot een
grootschalige uitbraak van het virus komt?
De leden van de PVV-fractie constateren dat veel NAVO-bondgenoten hun krijgsmacht
paraat hebben staan voor nationale taken om de coronacrisis te bestrijden. Zo heeft
Italië het leger ingezet om de lockdown te handhaven en moeten militairen in Nederland en België paraat staan voor mogelijk
aanvullende nationale taken. Heeft de nationale inzet van de diverse NAVO-legers effect
op de snelheid waarmee de snelle reactiemachten van de NAVO ingezet kunnen worden?
De leden van de PVV-fractie ontvangen graag een antwoord op deze vraag. In de kern
gaat het erom of er wel voldoende rekening gehouden wordt met het feit dat kwaadwillende
mogendheden de coronacrisis aangrijpen om er voordeel mee te doen in één van de conflictgebieden
aan de randen van het NAVO-bondgenootschap. Graag ontvangen deze leden hierop een
reactie.
De leden van de CDA-fractie spreken de hoop uit dat het coronavirus nadrukkelijk aandacht
zal krijgen tijdens de bijeenkomst van NAVO-ministers voor Buitenlandse Zaken. Niet
voor niets zal deze vergadering, net als die van de Europese Raad en van de G7, naar
verwachting via video-verbinding plaatsvinden. Voor de NAVO is veiligheid van het
eigen personeel en de militairen van de lidstaten die werkzaam zijn in het kader van
de NAVO daarbij van belang. De vraag is welke gevolgen het coronavirus heeft voor
NAVO-oefeningen en missies. Zo zullen de ministers van Buitenlandse Zaken spreken
over de uitwerking van het principebesluit van de NAVO-ministers van Defensie van
12 februari 2020 met betrekking tot de uitbreiding van de NAVO Missie Irak (NMI).
Daarbij zullen aanvullende trainingsactiviteiten in de directe omgeving van Bagdad
die binnen het bestaande mandaat vallen worden overgenomen van de anti-ISIS coalitie
(Operation Inherent Resolve). Tegelijkertijd keert een aantal van Nederlandse militairen die op missie zijn in
Afghanistan en Irak terug naar Nederland, omdat beide missies stil zijn gelegd vanwege
het coronavirus. Er zijn dus al gevolgen op de korte termijn. De vraag is wat het
betekent voor de uit te breiden missie in Irak.
De NAVO zou ook moeten nadenken over de veiligheidspolitieke gevolgen van de corona-pandemie
op de wat langere termijn, stellen de leden van de CDA-fractie. Dat is ook van belang
in het kader van de bredere strategische discussie over mogelijke additionele betrokkenheid
van de NAVO in Noord-Afrika, de Sahel en het Midden-Oosten, die geagendeerd staat.
Is de Minister bereid om dit te adresseren?
De leden van de D66-fractie hebben enkele vragen over de rol van en de maatregelen
die de NAVO neemt ten tijde van de COVID-19 pandemie. Deze leden merken op dat er
besmettingen zijn gemeld bij militairen die in NAVO-missies opereren, waaronder Nederlandse
militairen die gestationeerd waren in Litouwen. Ook in landen waar de gezondheidszorg
ondermaats is, zijn NAVO-militairen gestationeerd. Nu de NAVO op grote schaal troepen
test die op missie in het buitenland zijn, en militairen die besmet of ziek zijn terug
naar huis worden gehaald, kan dit consequenties hebben voor de continuïteit van deze
missies. Wat zijn de gevolgen voor deze, en mogelijk besmettingen in andere missies,
voor de continuïteit van de huidige NAVO-missies? Zijn er missies waarvan de continuïteit
door deze pandemie in gevaar is of kan komen? Hoe wordt de veiligheid en gezondheid
van de militairen gegarandeerd? Welke mitigerende maatregelen neemt de NAVO om de
continuïteit van de missies zo veel mogelijk te waarborgen? Welke maatregelen neemt
het kabinet? Hoe blijft de NAVO in deze tijden de bescherming van het bondgenootschappelijke
grondgebied garanderen? Zijn er voldoende middelen om deze bescherming ook de komende
periode te blijven garanderen?
De leden van de D66-fractie merken op dat er nog Nederlanders vastzitten buiten de
EU die vanwege de pandemie en de genomen maatregelen door diverse landen niet meer
weg kunnen. Deze leden zijn verheugd met de aankondiging dat de regering zich samen
met de reisorganisaties zal inspannen om deze groep Nederlanders te repatriëren. Zij
complimenteren de Minister voor de geweldige inzet die er tot op heden al is geweest
om een zeer groot deel van de Nederlanders uit het buitenland terug te halen, ook
in moeilijke omstandigheden. Er verblijven nog steeds Nederlanders in het buitenland
die niet naar huis kunnen. De leden van de D66-fractie vragen of het Ministerie van
Defensie de capaciteit heeft, mocht het nodig zijn, om defensie-vliegtuigen in te
zetten om deze mensen te repatriëren. Dit zou bijvoorbeeld nodig kunnen zijn wanneer
landen enkel de militaire luchthavens open willen stellen om repatriëring te faciliteren.
Graag ontvangen deze leden een reactie van de Minister.
De leden van de SP-fractie maken zich grote zorgen naar aanleiding van uitlatingen
van NAVO-secretaris-generaal Stoltenberg dat landen zich moeten blijven committeren
aan hogere uitgaven voor defensie. Dit tegen de achtergrond van de pandemie die zich
snel verspreidt en enorme inspanningen, zeker ook financiële inspanningen, vraagt
en voorlopig zal blijven vragen. Deze leden vinden de pandemie een extra reden om
de zogenaamde twee procentnorm voor uitgaven aan defensie los te laten. Deelt de Minister
deze mening? Deelt de Minister tevens de mening dat investeringen in de strijd tegen
deze pandemie nu prioritair moeten zijn en ook ten koste mogen gaan van uitgaven die
bestemd zijn voor de aanschaf van grote wapensystemen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister om, tegen de achtergrond van het zich
rap verspreidende coronavirus, in te gaan op het principebesluit van vorige maand
over de uitbreiding van de NAVO-missie in Irak. Deelt de Minister de mening dat uitvoering
van dit besluit onder de huidige omstandigheden niet aan de orde kan zijn? Kan de
Minister ook aangeven waarom besloten is ongeveer 40 troepen terug te trekken uit
Irak en niet meer? Wordt overwogen alle troepen terug te trekken, in het bijzonder
vanwege de resolutie van het parlement van Irak die daarom vraagt? Zo nee, waarom
wordt een deel in Irak gehouden? Kan de Minister ook aangeven hoe, als in mei de trainingen
worden hervat, Nederlands militair personeel in Irak kan opereren volgens de richtlijnen
van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister in te gaan op de gevolgen van de verspreiding
van het coronavirus voor elders uitgezonden Nederlandse militairen. Een deel van de
militairen in Afghanistan komt naar huis. Waarom is niet besloten meer troepen terug
te trekken?
Tot slot vragen de leden van de SP-fractie of de pandemie ook gevolgen heeft voor
de missie in de Straat van Hormuz. Zo nee, waarom niet? Deelt de Minister de mening
dat uiterste zorgvuldigheid nu geboden is en op het terugtrekken van militairen geen
enkel taboe mag rusten?
Het Zuiden
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het principebesluit
van NAVO-ministers van Defensie van 12 februari 2020 met betrekking tot de uitbreiding
van de NAVO Missie Irak (NMI). Deze leden hebben ook vernomen dat de Verenigde Staten
zich in maart terugtrekt uit drie verschillende bases in Irak. In hoeverre heeft dit
een effect op de NAVO-missie? Ondertussen blijven aan Iran gelieerde milities raketaanvallen
uitvoeren op buitenlandse legerbases. Spanje besloot hierom deze maand een tiental
militairen van zijn NAVO-missie terug te trekken naar Koeweit en een Britse militair
is door de aanvallen om het leven gekomen. In hoeverre brengen deze aanvallen de continuïteit
en mogelijke opschaling van de NAVO-missie in gevaar? Ook zijn er door de coronacrisis
trainingen stil komen te liggen en is er niet-essentieel personeel teruggetrokken.
Zien we ook een teruggang in militaire operaties en activiteiten van IS?
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de ontwikkelingen
omtrent het Doha-akkoord. Hoe beoordeelt de Minister de recente problemen bij de uitvoering
van het akkoord tussen de Verenigde Staten en de Taliban, met name de frictie tussen
de Verenigde Staten en de Afghaanse regering over de vrijlating van Taliban-gevangenen?
Welke implicatie heeft de door de Verenigde Staten toegezegde troepen-afbouw voor
de Nederlandse missie? Kan de Minister ook zeggen wat de gevolgen zijn van het Amerikaanse
besluit om 1 miljard dollar aan hulp voor Afghanistan te schrappen, vanwege de politieke
impasse tussen de heren Ghani en Abdullah? De Verenigde Staten geven beperkte militaire
steun aan de Taliban bij de strijd tegen ISIS-Khorasan, zo zei de Amerikaanse generaal
Frank McKenzie op 10 maart. Kan de Minister tijdens de NAVO-vergadering bij zijn Amerikaanse
collega meer informatie vragen over de schaal en doelstellingen van deze samenwerking?
Wordt de Taliban ook als mogelijke partner gezien door andere NAVO-bondgenoten? Ook is er door de coronacrisis niet-essentieel personeel teruggetrokken.
Is er bekend hoe lang deze situatie naar schatting van kracht zal zijn? Wat zijn de
effecten hiervan op de missie? Zien we ook een vermindering van activiteiten van de
Taliban?
De leden van de PVV-fractie willen graag de situatie in het noordwesten van Syrië
bespreken en de rol van Turkije. Gezien onder meer de Turkse steun aan diverse terreurorganisaties
in Syrië vinden deze leden het uiterst onwenselijk en schadelijk voor het bondgenootschap
dat de NAVO Turkije wederom tegemoet wil treden; door oude steunmaatregelen nieuw
leven in te blazen. Althans, zo lezen de leden van de PVV-fractie de passage dat «binnen
de NAVO wordt bezien of betere invulling mogelijk is van eerder door de NAVO getroffen
maatregelen, de zogenoemde Tailored Assurance Measures for Turkey (2016).» Deze leden vragen of het klopt dat, zoals op de website van de NAVO staat, het
delen van inlichtingen met Turkije één van de onderdelen van deze maatregelen uit
2016 is.1 Zo ja, waarom zou Turkije dan (opnieuw?) met inlichtingen – of anderszins – gefaciliteerd
moeten worden bij het destabiliseren van een deel van Syrië? Laat het duidelijk zijn
dat de leden van de PVV-fractie hier ferm op tegen zijn, maar wat is het standpunt
van het kabinet ten aanzien van het heractiveren van deze maatregelen uit 2016? Op
basis waarvan heeft Turkije het heractiveren van deze maatregelen «verdiend»? Kunt
u de maatregelen waarover gesproken wordt tevens opsommen, voor de volledigheid?
De leden van de PVV-fractie zijn bezorgd over de gedachte die kennelijk leeft binnen
de NAVO om het operatiegebied uit te breiden. Volgens de geannoteerde agenda zullen
de ministers «een bredere strategische discussie hebben over mogelijke additionele
betrokkenheid van de NAVO in Noord-Afrika, de Sahel en het Midden-Oosten». Maar wat
heeft de NAVO in de Sahel te zoeken? Moet de NAVO zich niet juist meer richten op
de Euro-Atlantische regio en de collectieve zelfverdediging en het onderlinge vertrouwen?
Beter focust de NAVO zich op zijn kerntaken en probeert het effectief en efficiënt
te zijn in de conflictgebieden waar de NAVO-troepen nu actief zijn. Ook dient de NAVO
nog steeds af te rekenen met interne problemen zoals Turkije, voordat het verder kan
kijken. De leden van de PVV-fractie vinden dat Nederland dat moet benadrukken voordat
over «additionele betrokkenheid» in andere regio’s wordt gepraat. Is de Minister bereid
om deze zienswijze in zijn inzet op te nemen?
Tot slot hebben de leden van de PVV-fractie vragen over de situatie in Afghanistan.
De Verenigde Staten gaat het aantal militairen terugbrengen van 13.000 naar 8.600.
Wat doen andere NAVO-landen, zoals Nederland? Reduceren zij hun militaire inbreng
met hetzelfde percentage? Hoe wordt hier binnen het NAVO-bondgenootschap over nagedacht
en gecommuniceerd tussen de verschillende lidstaten? Het is geen geheim dat de leden
van de PVV-fractie de Nederlandse militairen al langer en volledig terug willen trekken
uit Afghanistan. Deze leden zien hier nu bij uitstek een mooie gelegenheid toe. Graag
ontvangen zij een reactie. In dit kader dringen de leden van de PVV-fractie erop aan
om de militairen die vanwege het coronavirus tijdelijk uit Afghanistan terugkeren,
definitief in Nederland te houden en aan de missie in Afghanistan te onttrekken.
De leden van de CDA-fractie zijn, zoals bekend, kritisch op Turkije wat betreft de
situatie in Idlib (Syrië). Door illegale invasies, agressie en steun aan en samenwerking
met jihadisten, speelt Turkije een buitengewoon dubieuze rol in Syrië – een NAVO-bondgenoot
onwaardig. Hetzelfde geldt voor het opblazen van de Turkije-deal met de EU en de chantagepolitiek
van president Erdogan. Wat de leden van de CDA-fractie betreft kan Turkije, dat op
28 februari jl. tijdens de voor Artikel 4 consultaties ingelaste bijeenkomst van de
Noord-Atlantische Raad om steun van de bondgenoten vroeg, niet op extra steun rekenen.
Binnen de NAVO wordt nu bezien of betere invulling mogelijk is van eerder door de
NAVO getroffen maatregelen, de zogenoemde Tailored Assurance Measures for Turkey (2016). Wat de leden van de CDA-fractie betreft zou de NAVO juist moeten overwegen om de
ondersteuning bij de versterking van de luchtverdediging in te trekken.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of bij de lopende NAVO-missie te Irak als
gevolg van het grote dodenaantal bij recente demonstraties er sprake is van tussentijdse
aanpassingen van deze missie. Deze leden vragen de Minister of hij, conform de toezegging
de missie aan te passen als daar reden toe is, deze zorgen en de mogelijkheid van
tussentijdse aanpassing van de missie ook over wil brengen in de NAVO-bijeenkomst
van 2 en 3 april.
De leden van de GroenLinksfractie hebben kennisgenomen van de 360 graden-visie van
dit kabinet in het Midden-Oosten, de Sahel en Noord-Afrika, waarin de aandacht voor
dreigingen uit alle richtingen in balans is. Deze leden vragen het kabinet in hoeverre
diplomatieke inspanningen in de Sahel en Noord-Afrika worden gematcht met militaire-
en ontwikkelingssamenwerkingsinspanningen (OS-inspanningen). Kan de Minister nader
toelichten welke diplomatieke inspanningen hier worden geleverd en hoe die passen
bij de militaire- en OS-inspanningen?
Wat betreft de situatie in Afghanistan vragen de leden van GroenLinks-fractie hoe
het kabinet het akkoord met de Taliban apprecieert, en wat dit betekent voor de Afghanen,
in het bijzonder voor vrouwen en meisjes. Welke gevolgen zal dit akkoord hebben voor
de NAVO-missie aldaar, wat houdt een «gedeeltelijke omlaagstelling» precies in? Wat
verwacht de Minister van het intra-Afghaans vredesproces en hoe spelen de recente
verkiezingen daarbij een rol, waarbij zittend president Ashraf Ghani heeft gewonnen
maar de verliezer Abdullah Abdullah een parallelle regering wil vormen?2 Wat vindt de Minister tot slot van het recente stopzetten van financiële hulp van
een miljard dollar aan Afghanistan door de Verenigde Staten? Wat betekent dit volgens
hem voor het intra-Afghaans vredesproces en de stabiliteit en veiligheid van Afghanistan
als geheel?3
Wat betreft de situatie in Syrië vragen de leden van de GroenLinks-fractie wat er
is gebeurd met de circa 900.000 vluchtelingen die zich al bevonden aan de Turks-Syrische
grens. Is er bijvoorbeeld humanitaire opvang en hulp geregeld? Wat is hun perspectief
op de korte en lange termijn?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister nader in te gaan op het Amerikaanse
akkoord met de Taliban. Hoe beoordeelt de Minister het gegeven dat meer dan 18 jaar
is gevochten tegen een vijand, omdat die nauw verbonden zou zijn geweest met Al Qaida,
en die vijand nu gevraagd wordt en kennelijk bereid is samen met de Verenigde Staten
tegen Al Qaida (en IS) op te treden? Moet hier vastgesteld worden dat er jaren voor
niets is gevochten? En welke gevolgen heeft de Amerikaanse deal met deze vijand voor
de aanwezigheid van Nederlandse troepen in Afghanistan? Als de Verenigde Staten duizenden
militairen terugtrekt, zoals op korte termijn in het plan voorzien, hoeveel trekt
Nederland er dan terug? Wanneer kan de Kamer een besluit verwachten van het kabinet
waarin invulling wordt gegeven aan de logische gevolgen van de Amerikaanse deal met
de Taliban?
Voorts vragen de leden van de SP-fractie of de Minister meer inzicht kan geven in
de bredere strategische discussie over mogelijke additionele betrokkenheid van de
NAVO in Noord-Afrika, de Sahel en het Midden-Oosten die voorzien is. Deze leden zien
hier geen heil in en vinden het ongepast dat hierover een discussie wordt gevoerd
terwijl het coronavirus om zich heen grijpt. Deelt de Minister de mening dat de discussie
hierover voorlopig gepauzeerd dient te worden, aangezien er nu belangrijkere prioriteiten
zijn, ook voor krijgsmachten, namelijk het beteugelen van de pandemie? Deelt de Minister
de mening dat er geen militaire, maar politieke oplossingen gevonden moeten worden
voor de veiligheid in de Sahel?
Voor een duurzame oplossing is een breder politiek akkoord nodig en uiteindelijk een
inclusieve politieke oplossing voor heel Syrië, schrijft de Minister in zijn brief.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister dit nader toe te lichten. Kan daarbij
ingegaan worden op de positie van president Assad? In hoeverre is zijn aanwezigheid
een obstakel voor een breder politiek akkoord en een inclusieve politieke oplossing?
Kan de Minister daarnaast aangeven hoe de pandemie zich in Syrië verspreidt en welke
gevolgen de sancties van NAVO-landen tegen dat land hebben voor de bestrijding ervan?
Deelt de Minister de mening dat sancties geen obstakel mogen vormen voor bestrijding
van het coronavirus? Kan de Minister ook ingaan op de laatste ontwikkelingen in Idlib?
In hoeverre houdt het staakt-het-vuren in deze provincie stand? Kan de Minister ook
concreet invulling geven aan de zogenoemde betere invulling van eerder door de NAVO
getroffen maatregelen voor Turkije? Hoe wordt uitgesloten dat hier toch sprake zal
zijn van intensivering van de steun aan Turkije, wat volgens de leden van de SP-fractie
vanwege de opstelling van dat land in het conflict in Syrië echt ongehoord zou zijn?
NAVO-reflectieproces
De leden van de VVD-fractie nemen met instemming kennis van het voornemen om naar
een breed palet aan dreigingen te kijken bij het «forward looking reflection process». Heeft de 360-gradenbenadering hierbij niet alleen betrekkingen op de geografische
richting waaruit een dreiging komt, maar wordt er ook gekeken naar nieuwe technologische
uitdagingen op het gebied van bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie, nieuwe wapens,
cyber en space?
Het lijkt de leden van de ChristenUnie-fractie goed dat er een «forward looking reflection process» plaatsvindt. Zij vragen echter wat precies de bedoeling is van dit reflectieproces
en wat versterking van de politieke dimensie van de NAVO betekent.
De leden van de ChristenUnie vragen ook of de opstelling van lidstaat Turkije binnen
het bondgenootschap onderwerp van reflectie zal zijn. Op basis van de berichtgeving
zien deze leden dat ten minste twee lidstaten van de NAVO nu feitelijk een grensconflict
hebben, aangezien Turkije met geweld groepen mensen over de Griekse grens probeert
te drijven en Griekenland geweld gebruikt om dit tegen te houden. Klopt het inderdaad
dat Turks militairen, politie of andere eenheden traangas inzetten? Wat is de analyse
van de situatie volgens de Minister? En moet deze situatie niet bovenaan de agenda
van het overleg van de NAVO-ministers staan? Gaat de Minister deze situatie aan de
orde stellen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de ChristenUnie-fractie willen ook graag van de Minister weten of er
eensgezindheid is binnen de NAVO over het punt dat Turkije geen beroep kan doen op
Artikel 5 van het Handvest, mocht Turkije als gevolg van de Turkse militaire aanwezigheid
in Syrië, die niet gebaseerd is op een volkenrechtelijk mandaat, aangevallen wordt
door Rusland of Syrië.
Strategische stabiliteit
De VVD-fractieleden hebben met interesse kennisgenomen van het voornemen om over de
problemen rondom het Open Skies-verdrag te spreken en steunen de lijn om kritisch
te zijn op mogelijke Russische schendingen. Deze leden steunen de aanpak van de Minister
om het belang het verdrag bij de Amerikanen onder de aandacht te brengen. Kan hij
bij de aanstaande NAVO-bijeenkomst opnieuw samen met andere landen bij de Verenigde
Staten pleiten alles op alles te zetten om het verdrag in stand te houden, en daarbij
benadrukken dat het verdrag van grote waarde is voor de vrede en veiligheid in Europa?
De leden van de VVD-fractie nemen met interesse kennis van de planning van een gesprek
dat de NAVO gaat voeren over de implicaties die de opkomst van China heeft voor het
beleid van de alliantie. Kan de Minister daarbij ook aandacht vragen voor het belang
van de vrije zeevaart, omdat China zeggenschap over internationale wateren claimt?
Kan de Minister benadrukken dat hij de Amerikaanse wens steunt om China te betrekken
bij gesprekken over New START? Geldt dat ook over een mogelijk alternatief voor het
Intermediate-Range Nuclear Forces-verdrag (INF)?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben de volgende vragen over het agendapunt strategische
stabiliteit. Gegeven het feit dat het kabinet niets ziet in een moratorium, welke
kans ziet de Minister dan wel om nieuwe onderhandelingen op te starten waarbij tweezijdige
ontwapening het uitgangspunt is? Is het voorstel van president Poetin wellicht een
kans om nieuwe onderhandelingen op te starten als de NAVO met een concreet tegenbod
komt? Deze leden vragen tevens hoe kansrijk de verlenging van het New START-verdrag
is, hoe hier zowel vanuit de Verenigde Staten als Rusland tegenaan wordt gekeken en
welke ruimte hierbij is om meerdere systemen onder te brengen bij de eventuele verlenging
of vernieuwing van het New START-verdrag. Tot slot vragen de leden van de GroenLinks-fractie
hoe de Minister het betrekken van meer partijen bij de onderhandelingen over wapenbeheersing,
zoals voorgesteld, vorm wil gaan geven.
De leden van de SP-fractie constateren dat de Minister stelt dat Rusland zich niet
houdt aan afspraken die waren neergelegd in het INF-verdrag, dat eerst door de Verenigde
Staten en daarna ook door Rusland is opgezegd. In reactie daarop bepleit Nederland
een naar eigen zeggen gebalanceerd en proportioneel pakket van maatregelen op het
gebied van afschrikking en verdediging, de handhaving van druk en dialoog in de relatie
met Rusland en het voorkomen van het voeden van een destabiliserende wapenwedloop.
Deze leden zijn hierover bezorgd, in het bijzonder omdat dit naar hun oordeel kan
leiden tot verdergaande militarisering van Europa. Kan de Minister concreet maken
wat de verschillende plannen zijn waarover wordt gesproken? Is uitgesloten dat de
nucleaire capaciteiten van de NAVO in of nabij Europa op enigerlei wijze worden uitgebreid
dan wel versterkt? Is dit de positie die Nederland inneemt in deze discussie? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, hoe wordt uitbreiding of versterking van de nucleaire capaciteiten
uitgesloten?
Kan de Minister tevens ingaan op de reacties van de Verenigde Staten en Rusland op
het Nederlandse aandringen op verlenging van het New START-verdrag tussen beide landen?
Is de Minister het met de leden van de SP-fractie eens dat het geweldig zou zijn als
China zich bij het verdrag aansluit, maar dat het onacceptabel is als Chinese weigering
hiertoe wordt voorgewend om het verdrag niet te verlengen?
Wat betreft de introductie van de SSC-8 kruisraket door Rusland gaan de leden van
de ChristenUnie-fractie ervan uit dat Rusland hierover om opheldering is gevraagd
en vragen zij hoe Rusland gereageerd heeft. Wat moet volgens de Minister de gepaste,
gebalanceerde en gecoördineerde reactie zijn van de NAVO? Deze leden zijn het ermee
eens dat de dialoog met Rusland voortgezet moet worden. Zij vragen hoe deze dialoog
op dit moment plaatsvindt. Ook zouden de leden van de ChristenUnie-fractie willen
weten of en wanneer de NAVO-Rusland Raad die omstreeks deze tijd plaats zou moeten
vinden nog doorgaat, vooral gezien de corona-pandemie.
II. Antwoord/reactie van de Minister
III. Volledige agenda
Geannoteerde agenda bijeenkomst van NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken op 2 en
3 april a.s. te Brussel, brief van de Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok, d.d. 23-03-2020.
Verslag NAVO Leaders Meeting van 3 en 4 december 2019, brief van de Minister van Buitenlandse Zaken S.A. Blok, d.d. 17 december 2019.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. (Pia) Dijkstra, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
R. Konings, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.