Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Asscher, Gijs van Dijk, Moorlag en Nijboer over ‘de economische gevolgen van het coronavirus’
Vragen van de leden Asscher, Gijs vanDijk, Moorlag en Nijboer (allen PvdA) aan de Ministers van Financiën, van Economische Zaken en Klimaat en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de economische gevolgen van het Corona virus (ingezonden 11 maart 2020).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 24 maart 2020), mede namens
de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Vraag 1
Bent u bekend met de maatregelen die de Duitse regering neemt om de negatieve gevolgen
van het coronavirus voor de economie te beperken?1
Antwoord 1
Ja, wij zijn bekend met de maatregelen die de Duitse regering neemt.
Vraag 2
Kunt u een analyse sturen van de gevolgen van het coronavirus op de korte en middellange
termijn voor de Nederlandse economie?
Antwoord 2
Het kabinet houdt de economische ontwikkelingen vanzelfsprekend nauwlettend in de
gaten. Het zijn roerige tijden en de ontwikkelingen volgen elkaar snel op. Gegeven
deze hoge mate van onzekerheid, en het feit dat de impact van het coronavirus op de
Nederlandse economie van een veelvoud van factoren afhangt, waaronder vraag- en aanbodfactoren,
is het lastig om een robuuste inschatting te maken van de precieze economische gevolgen
op de korte en middellange termijn. Het kabinet houdt rekening met majeure vraag-
en aanbodeffecten op korte termijn. De effecten op de middellange termijn hangen samen
met de mogelijkheden om het virus in te dammen. Op donderdag 26 maart publiceert het
CPB verschillende scenario’s voor de gevolgen van de coronacrisis op de Nederlandse
economie en overheidsfinanciën.
Vraag 3
Wie heeft er vanuit het kabinet de leiding in de bestrijding van de negatieve economische
gevolgen van het coronavirus op de economie?
Antwoord 3
De financiële, budgettaire en economische gevolgen van het coronavirus op de Nederlandse,
Europese en mondiale economie zijn veelomvattend en raken niet alleen aan de beleidsterreinen
van de Ministers van Economische Zaken en Klimaat, Sociale Zaken en Werkgelegenheid
en Financiën, maar hebben betrekking op de gehele rijksoverheid. Het kabinet trekt
eendrachtig en gezamenlijk op in de bestrijding van de gevolgen van het coronavirus.
De reguliere verdeling van verantwoordelijkheden tussen de verschillende departementen
blijft daarbij het uitgangspunt.
Vraag 4
Op welke manier kunnen de negatieve effecten van het coronavirus in deze omstandigheden
zo goed mogelijk worden opgevangen, aangezien dit voor zowel vraag- als aanboduitval
zorgt?
Antwoord 4
Het coronavirus heeft gevolgen voor zowel de aanbod- als de vraagzijde van de economie.
Aan de aanbodzijde kunnen door de lange, mondiaal georganiseerde toeleveringsketens
ondernemers in de problemen raken als er bijvoorbeeld sprake is van vertraging in
de toelevering van grondstoffen of halffabricaten. Tegelijkertijd kan er een effect
optreden aan de vraagzijde van de economie, als gevolg van bijvoorbeeld groeiende
onzekerheid, volatiliteit op financiële markten, reisrestricties en economische problemen
in andere delen van de wereld. De mogelijkheden om de economische vraag te stimuleren
worden op korte termijn bovendien beperkt door en zijn ondergeschikt aan de noodzakelijke
maatregelen die zijn genomen om verspreiding van het virus in te dammen. Het kabinet
heeft in deze uitzonderlijke situatie met het pakket maatregelen dat is aangekondigd
in de Kamerbrieven van 12 en 17 maart jongstleden de prioriteit gegeven aan het behoud
van banen en inkomen en het beperken van onnodige faillissementen van Nederlandse
bedrijven als gevolg van de crisis.2 Het kabinet heeft vertrouwen in deze maatregelen. Echter, ook met deze maatregelen
is de verwachting dat de economische gevolgen merkbaar zullen zijn. Het kabinet houdt
de situatie nauwlettend in de gaten en zal noodzakelijke en passende vervolgmaatregelen
treffen indoen de situatie daartoe noopt.
Vraag 5
Bent u bereid te kijken of de huidige werktijdverkortingsregeling voldoet in het licht
van de huidige omstandigheden? In hoeverre is uitbreiding van de regeling nodig, overweegt
u een vorm van deeltijd-WW in te voeren?
Antwoord 5
Het kabinet vindt het van belang dat alle bedrijven die getroffen worden door de gevolgen
van de uitbraak van het coronavirus en aan alle voorwaarden voldoen, in aanmerking
kunnen komen voor werktijdverkorting. De bestaande werktijdsverkortingsregeling was
niet berekend op het ongekende grote beroep dat op de regeling gedaan werd. De regeling
is daarom ingetrokken, en is vervangen door de nieuwe tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging
voor Werkbehoud (NOW). De nieuwe regeling wordt uitgevoerd door UWV en stelt in staat
om sneller aan meer aanvragen te voldoen dan bij de werktijdsverkortingsregeling het
geval was. Werkgevers kunnen een aanvraag indienen voor een ruime tegemoetkoming in
de loonkosten en hiervoor van UWV een voorschot ontvangen. Hiermee kunnen zij werknemers
met een vast en met een flexibel contract gewoon doorbetalen.
Vraag 6
In hoeverre bent u bereid de ruimte op de begroting en de staatsbalans te gebruiken
om negatieve economische gevolgen van het coronavirus te beperken in het licht van
dat in de afgelopen jaren de staatsschuld in zeer hoog tempo is afgelost?
Antwoord 6
De Nederlandse overheidsfinanciën staan er goed voor, mede door de inspanningen van
dit kabinet en het vorige kabinet om de overheidsschuld van Nederland terug te dringen
na de kredietcrisis en de daaropvolgende Europese schuldencrisis. Dit betekent dat
nu alle maatregelen die nodig zijn kunnen worden genomen. Het kabinet hanteert daarbij
geen limiet. De Nederlandse begrotingssystematiek is gericht op het automatisch stabiliseren
van de economie, zodat er bij economische tegenslag niet hoeft te worden bezuinigd
omwille van de overheidsfinanciën. Daarnaast heeft het kabinet, in anticipatie van
de economische gevolgen van het coronavirus, een massief en breed pakket aangekondigd
die een budgettair beslag kennen. De budgettaire gevolgen van deze maatregelen zijn
in incidentele suppletoire begrotingswetten aan uw Kamer voorgelegd. Het kabinet volgt
de ontwikkelingen nauwlettend en is daarbij voortdurend in gesprek met werkgevers-
en werknemersorganisaties, bedrijven en financiers om de noodzakelijke aanpassingen
te kunnen doen als de situatie daarom vraagt.
Vraag 7
Wat zijn de gevolgen van de slechte beursresultaten voor pensioenfondsen? Overweegt
u maatregelen om de directe gevolgen hiervan te beperken, totdat we weten in hoeverre
het een tijdelijke dip betreft?
Antwoord 7
De dekkingsgraden van Nederlandse pensioenfondsen zijn sterk afhankelijk van de economische
ontwikkelingen in de wereld. De beurzen krijgen nu een flinke klap te verduren en
dat heeft gevolgen voor de financiële positie van pensioenfondsen. Het kabinet houdt
de situatie dan ook goed in de gaten en staat nauw in contact met betrokken partijen
over ontwikkelingen in de sector. Tegelijkertijd is nog onzeker in hoeverre effecten
blijvend zijn. De situatie op financiële markten is nu nog erg volatiel. Pensioenfondsen
worden vanzelfsprekend niet op basis van ontwikkelingen op korte termijn afgerekend,
maar zoals gebruikelijk wordt de stand eind december opgemaakt.
Vraag 8
Overweegt u maatregelen om de vraagzijde in de economie te stimuleren, bijvoorbeeld
met een koopkrachtimpuls voor alle Nederlanders?
Antwoord 8
Het kabinet heeft een noodpakket met maatregelen aangekondigd in de Kamerbrieven van
12 en 17 maart die zijn gericht op behoud van banen, inkomen en het beperken van onnodige
faillissementen van Nederlandse bedrijven als gevolg van het coronavirus. Om de vraagzijde
te stimuleren wordt, zoals aangegeven in de Kamerbrief van 17 maart, daarnaast gebruik
gemaakt van automatische stabilisatoren in de Nederlandse begroting.3 Het kenmerk van automatische stabilisatie is dat het onmiddellijk en vanzelf gebeurt:
het is niet nodig om bijvoorbeeld een wet aan te passen, een nieuwe begroting aan
te nemen of een investeringsproject aan te besteden. Het is daarmee tijdig en trefzeker,
en daarnaast ook tijdelijk: als de economie weer hersteld is, hoeven maatregelen niet
te worden stopgezet of teruggedraaid.
Vraag 9
Wanneer verwacht u eindelijk de eerste uitgaven te doen uit het groots aangekondigde
«WopkeWiebes» investeringsfonds?
Antwoord 9
Op dit moment is het kabinet volop bezig met het bestrijden van de effecten en gevolgen
van het coronavirus. Daar gaat nu alle aandacht naar toe.
Vraag 10
Deelt u de analyse dat het instrumentarium van de Europese Centrale Bank (ECB) al
volop in gebruik is, dus dat overheden nu aan zet zijn om een recessie zo veel als
mogelijk af te wenden en de eventuele effecten te beperken?
Antwoord 10
Zoals aangegeven in de kabinetsbrief van 17 maart jongstleden is de uitbraak van het
coronavirus mondiaal en zijn de economische effecten van de uitbraak dat ook. Het
mitigeren van deze effecten vereist internationale samenwerking en coördinatie. Het
kabinet hecht sterk aan samenwerking binnen de verschillende internationale gremia
waarin dit wordt besproken. De afgelopen weken zijn in Europees verband verschillende
maatregelen genomen. De ECB neemt in onafhankelijkheid beleidsmaatregelen om haar
mandaat van prijsstabiliteit te bewerkstelligen.
De ECB richt zich daarbij op het behoud van ruime financiële condities om de risico’s
voor prijsstabiliteit te beperken. De ECB stelt extra liquiditeit beschikbaar aan
banken en koopt overheids- en bedrijfsobligaties aan. Ruime financiële omstandigheden
en liquiditeit dragen eraan bij dat bedrijven over voldoende financiering beschikken
tijdens de crisis. Overheden nemen gerichte maatregelen om de economie te ondersteunen.
Sommige van deze maatregelen, zoals het verstrekken van kredietgaranties, versterken
het effect van de beleidsmaatregelen van de ECB. Dergelijke garanties vergroten de
kans dat banken de extra liquiditeit door zetten naar bedrijven in de huidige onzekerheid.
Overheden nemen daarnaast maatregelen om de vaste kosten van bedrijven te reduceren
en om inkomens van werknemers en zelfstandigen te ondersteunen. Deze maatregelen dragen
bij aan het beperken van de effecten van het coronavirus.
Vraag 11
Welke maatregelen bent u bereid te nemen voor als de bouw (verder) stilvalt? Bent
u bereid grootschalige investeringen in openbaar vervoer, energienetten en andere
infrastructuur naar voren te halen?
Antwoord 11
De bouw is voor de Nederlandse economie een zeer belangrijke sector. Daarom heeft
het Rijk nauw contact met de sector om signalen van vertraging vroeg op te vangen
en gezamenlijk in te zetten op de voortgang van de bouwproductie in de komende weken
en maanden, zodat de woningbouw en de verduurzaming van bestaande woningen verder
kan. Het kabinet organiseert op korte termijn een overleg met betrokkenen om te bepalen
welke acties nodig zijn om de continuïteit van het bouwproces, opdrachtgeverschap
en vergunningverlening te borgen. Het naar voren halen van projecten zal ook onderdeel
zijn van de gesprekken. Er komt een protocol om veilig en gezond door te werken. Ook
brengt het kabinet in beeld welke wettelijke veranderingen op de sector afkomen, waar
nog knelpunten zitten en hoe daarmee moet worden omgegaan. Met het Rijksvastgoedbedrijf,
Rijkswaterstaat en I&W wordt gekeken hoe publiek opdrachtgeverschap zoveel mogelijk
kan worden voortgezet en waar mogelijk projecten naar voren gehaald kunnen worden.
Daarbij zal ook bij medeoverheden aandacht gevraagd worden voor continuering van besluitvormingsprocessen
en vergunningprocedures. Verder kan de bouw gebruik maken van de aangekondigde generieke
maatregelen, zoals de nieuwe Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW) verruiming en versoepeling
van de BMKB en de GO-regeling voor bankgaranties. Voor meer details wordt doorverwezen naar de Minister van Milieu
en Wonen en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Ten aanzien van energienetten geldt dat investeringen in principe worden gedaan door
desbetreffende bedrijven zelf, waaronder de netbeheerders voor elektriciteit en gas,
en warmtebedrijven voor wat betreft warmtenetten. In het kader van de energietransitie
valt te verwachten dat de komende jaren aanzienlijke investeringen zullen moeten worden
gedaan. In navolging van het Klimaatakkoord werkt het kabinet onverminderd door aan
een voorspoedige energietransitie, waar deze investeringen noodzakelijk en ondersteunend
voor zijn. Evenwel is het zo dat de focus van onder andere de netbeheerders voor elektriciteit
en gas momenteel is gericht op het verzekeren van de continuïteit van dienstverlening.
In deze tijd is het nodig en noodzakelijk dat enkel hier de focus op ligt.
Vraag 12
Wat zijn de effecten voor kleine zelfstandige ondernemers en het mkb? Welke maatregelen
bent u bereid te nemen om voor hen de pijn te verzachten?
Antwoord 12
In de brief die het Kabinet op 17 maart jongstleden aan uw Kamer heeft gestuurd zijn
diverse maatregelen aangekondigd en beschreven.4 Kleine zelfstandige ondernemers en het mkb die in de problemen komen als gevolg van
het corona-virus en de brede economische effecten ervan. Onderstaand wordt kort ingegaan
op een aantal maatregelen die zelfstandige ondernemers en het mkb helpt deze uitzonderlijke
crisis het hoofd te bieden. Voor meer detail wordt verwezen naar de Kamerbrief.
Het kabinet zet in op versoepeling en verruiming van de Borgstelling MKB-kredieten
(BMKB), zoals aangekondigd in de Kamerbrief van 12 maart jongstleden.5 Met de BMKB staat de overheid voor een deel borg voor bedrijven die een lening willen
afsluiten, maar aan de betrokken financier niet genoeg zekerheid kunnen bieden. Bedrijven
die worden geraakt door de economische gevolgen van het coronavirus en daardoor in
liquidtietsproblemen komen, kunnen tijdelijk rekenen op extra gunstige voorwaarden
onder de BMKB.
Voorts komt het kabinet met een tijdelijke voorziening voor ondernemers. Door de maatregelen
van het Rijk om de verspreiding van het corona-virus te beteugelen derven veel zelfstandigen,
zoals in de culturele sector en de horeca, noodgedwongen inkomsten. Het kabinet wil
ook deze groep ondersteunen, zodat zij daarna hun bedrijf kunnen voortzetten. Het
kabinet komt daarom met een tijdelijke voorziening voor drie maanden die zo snel mogelijk
ingaat. Zelfstandige ondernemers met financiële problemen kunnen een beroep doen op
deze voorziening, die uitgevoerd wordt door gemeenten.
Ook heeft het kabinet een aantal fiscale maatregelen aangekondigd. In de eerste plaats
zal de Belastingdienst bijzonder uitstel van betaling verlenen aan alle ondernemers
die door de coronacrisis in liquiditeitsproblemen zijn gekomen of zullen komen. Dit
is een tijdelijke regeling. Ondernemers kunnen met een brief uitstel van betaling
van inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonbelasting aanvragen
bij de Belastingdienst. Vanaf het moment dat de ondernemer zich meldt, wordt de inning
van deze soorten belastingschulden direct stopgezet. Dat betekent dat de ondernemer
feitelijk meteen uitstel van betaling krijgt. Voor uitstel langer dan drie maanden
is aanvullende informatie nodig om te beoordelen of de financiële problemen hoofdzakelijk
zijn veroorzaakt door de coronacrisis. De ondernemer kan de eerste drie maanden gebruiken
om deze informatie te verstrekken. Het kabinet onderzoekt nu welke informatie nodig
is en hoe deze zo eenvoudig mogelijk kan worden aangeleverd. Het doel daarbij is de
administratieve lasten voor ondernemers zo veel mogelijk te beperken.
Daarnaast verlaagt het kabinet de invorderingsrente vanaf 23 maart 2020 tijdelijk
van 4% naar 0,01%. Hierdoor wordt het makkelijker voor ondernemers om uitstel van
betaling aan te vragen. Deze verlaging geldt voor alle rijksbelastingen en geldt voor
zowel ondernemers als particulieren. Om ondernemers tegemoet te komen zal het kabinet
het percentage van de belastingrente ook tijdelijk verlagen naar 0,01%. Belastingrente
wordt normaal gesproken gerekend als een aanslag te laat kan worden vastgesteld, bijvoorbeeld
omdat de aangifte niet op tijd of niet voor het juiste bedrag wordt ingediend bij
de Belastingdienst. Deze tijdelijke verlaging gaat in vanaf het moment dat dit uitvoeringstechnisch
mogelijk is. Dit betekent dat voor alle belastingen, behalve voor de inkomstenbelasting,
de tijdelijke verlaging van het tarief ingaat vanaf 1 juni 2020. Voor de inkomstenbelasting
gaat dit in vanaf 1 juli 2020.Tot slot kunnen ondernemers die een lagere winst verwachten
door de coronacrisis een verzoek indienen tot verlaging van de voorlopige aanslag
inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Daardoor gaan ondernemers meteen minder
belasting betalen. Als het bedrag van de nieuwe voorlopige aanslag lager is dan de
belasting die de ondernemer in de eerste maanden van dit jaar al heeft betaald, krijgt
de ondernemer het verschil uitbetaald.
Als noodvoorziening op de overige maatregelen komt het kabinet met een noodloket voor
de tegemoetkoming in de vorm van een gift voor de eerste nood bij ondernemers die
direct zijn getroffen door overheidsmaatregelen ter bestrijding van de coronacrisis
en die hun omzet daardoor geheel of grotendeels zien verdwijnen.
In aanvulling op bovenstaande maatregelen heeft 19 maart jongstleden een gesprek plaatsgevonden
tussen de Minister van Financiën en ABN AMRO, ING, Rabobank, Triodos en de Volksbank,
en de voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), over de gevolgen
van het coronavirus voor de financiële sector en de reële economie. In het gesprek
lichtten de banken hun regeling toe die is bedoeld om met name kleinere, in de aard
gezonde, ondernemingen, door deze crisis te helpen. De vijf banken hebben hiertoe
afgesproken dat deze ondernemingen zes maanden uitstel van de aflossingsverplichtingen
kunnen krijgen. Voor meer informatie over het gesprek wordt verwezen naar het verslag
dat aan uw Kamer is verzonden.6
Vraag 13
Welke maatregelen neemt u om te voorkomen dat door het (verder) stilvallen van de
bouw de woningnood nog verder toeneemt?
Antwoord 13
Het op peil houden van de bouwproductie heeft prioriteit. Het tekort aan woningen
is met 3,8% hoog. Iedere terugval, ook een tijdelijke, in de productie zal op de middellange
termijn leiden tot een nog grotere bouwopgave. Juist daarom houdt het Rijk nauw contact
met de sector om meteen actie te nemen wanneer er signalen zijn dat zaken vertragen.
Op zeer korte termijn zal de Minister van Milieu en Wonen in een bestuurlijk overleg
met sectorpartijen verder over spreken. Intussen lopen er al diverse acties met stakeholders,
die bij zullen dragen aan het op peil houden van de bouwproductie. Zo werken Rijk
en regio in de woondeals intensief samen aan de versnelling van geplande bouwprojecten
en uitbreiding van de plancapaciteit. De financiële impuls van € 1 miljard voor de
woningbouw die het kabinet afgelopen najaar beschikbaar heeft gesteld en de heffingsvermindering
in de Verhuurderheffing (€ 100 miljoen jaarlijks) voor nieuwbouw zullen zal bijdragen
aan de realisatie van tienduizenden extra woningen. Omdat er nog steeds een extra
stap nodig is van alle partijen, heeft de Minister van Milieu en Wonen recent met
gedeputeerden van twaalf provincies om tafel gezeten, naar aanleiding van de nieuwe
bevolkingsprognose en de verwachte terugval van de bouwproductie. Daar is afgesproken
dat Rijk en provincies in kaart gaan brengen hoe de bouwopgave er op regionaal niveau
uitziet, en wat nodig is om de benodigde bouwplannen te realiseren.
Vraag 14
Bent u bereid de Kamer mogelijke investerings- en stimuleringsmaatregelenpakketten
te doen toekomen? Welke scenario’s heeft u daarvoor voorbereid?
Antwoord 14
Het kabinet volgt de ontwikkelingen nauwlettend. Er is nu een noodpakket met maatregelen
ter ondersteuning van de economie en banen gecommuniceerd. Hierin zitten ook diverse
maatregelen die de vraagzijde van de economie ondersteunen. Het kabinet heeft vertrouwen
in deze maatregelen. Dit laat onverlet dat de ontwikkelingen elkaar snel opvolgen.
Zoals aangegeven is het hierdoor niet mogelijk om nu een robuuste economische inschatting
te maken van de effecten op de korte termijn. Op donderdag 26 maart publiceert het
CPB verschillende scenario’s voor de gevolgen van de coronacrisis op de Nederlandse
economie en overheidsfinanciën. Als de situatie zich voordoet dat meer maatregelen
nodig zijn uw Kamer daar vanzelfsprekend direct van op de hoogte worden gesteld.
Vraag 15
Wat vindt u van de maatregelen van de Duitse regering en de Italiaanse regering? welke
maatregelen worden er elders in Europa genomen?
Antwoord 15
Landen in Europa en de rest van de wereld nemen maatregelen om de economische impact
van het coronavirus te mitigeren. Het kabinet monitort nauwgezet de maatregelen die
andere landen nemen. Informatie en ideeën over maatregelen worden uitgewisseld uit
via gremia zoals de Eurogroep, maar ook op ambtelijk niveau is er dagelijks contact.
De maatregelen van Duitsland en Italië zijn grotendeels in lijn met wat Nederland
doet en zijn met name gericht op het behoud van banen en inkomens en het ondersteunen
van bedrijven en ondernemers, zoals door tegemoetkoming in de loonkosten, versoepelde
belastingregels en extra kredietmogelijkheden. Daarbij geldt dat Nederland met name
werk gerelateerde vangnetten al standaard heeft geregeld, terwijl dat voor verschillende
andere Europese landen niet geldt. Ook heeft Nederland in vergelijking met veel andere
landen een goede buffer om deze maatregelen te financieren en de economische schok
op te vangen. Het kabinet zal de ontwikkelingen in andere landen goed blijven monitoren
en waar nodig lering trekken uit maatregelen die elders worden getroffen.
Vraag 16
Bent u bereid voor 1 april met stimuleringsvoorstellen te komen?
Antwoord 16
Het kabinet heeft, zoals bovenstaande al meermaals benoemd, op 17 maart een pakket
aan maatregelen gepresenteerd. Het kabinet heeft vertrouwen in deze maatregelen. Tegelijkertijd
laten de economische gevolgen zich slecht inschatten omdat de ontwikkelingen zich
snel opstapelen. Het kabinet monitort de Nederlandse economie, financiële markten
en internationale ontwikkelingen nauwlettend. De overheidsfinanciën staan er goed
voor en het kabinet is bereid die maatregelen te treffen die nodig zijn om de economische
gevolgen van het coronavirus het hoofd te bieden.
Vraag 17
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het debat over de noodzakelijke maatregelen
om de economische gevolgen van het coronavirus?
Antwoord 17
Het is niet gelukt deze vragen te beantwoorden voor het debat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.