Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Raan over Nederlandse investeringen in dierenleed
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Financiën over Nederlandse investeringen in dierenleed (ingezonden 25 februari 2020).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 23 maart 2020).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Miljarden aan Nederlands spaargeld gebruikt voor financiering
               dierenleed» over het rapport «Risking animal welfare Follow up case study – Investments
               in chicken and pig meat production» van de Eerlijke Bankwijzer?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2 en 3
            
Kunt u bevestigen dat Nederlandse banken multinationals in de voedselindustrie financieren
               die onder lagere dierenwelzijnsstandaarden produceren dan in Europa? Zo ja, om welke
               multinationals gaat het en welke Nederlandse banken financieren deze bedrijven?
            
Kunt u bevestigen dat de Chinese WH Group, de grootste producent van varkensvlees
               ter wereld, varkens gebruikt afkomstig uit houderijsystemen waarin de zeugen permanent
               zijn gehuisvest in individuele boxen die zo klein zijn dat zij zich niet eens kunnen
               omkeren? Wat vindt u daarvan? Zo nee, hoe zit het dan?
            
Antwoord 2 en 3
            
Ik heb geen inzage in de bedrijven die banken financieren en de mate waarin dierenwelzijnsstandaarden
               binnen die bedrijven worden nageleefd. Dat neemt niet weg dat ik van financiële instellingen
               verwacht dat zij in lijn met de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen
               (OESO-richtlijnen) en de United Nations Guiding Principles (UNGPs) due diligence (gepaste
               zorgvuldigheid) toepassen bij hun besluitvormingsprocessen met betrekking tot financiering.
               Om die reden ben ik de afgelopen jaren ook partij geweest in het Internationaal Maatschappelijk
               Verantwoord Ondernemen (IMVO) convenant voor de bancaire sector.2 Het naleven van de OESO-richtlijnen en UNGP’s houdt concreet in dat banken beleid
               opstellen met betrekking tot ESG-risico’s3, potentiële negatieve effecten op mens en milieu in kaart brengen, hun invloed uitoefenen
               om deze risico’s of schendingen aanpakken, de activiteiten hierop te monitoren en
               hierover transparant te rapporteren.
            
Vraag 4
            
Bent u ermee bekend dat ABN AMRO, een bank waar de Nederlandse staat een meerderheidsbelang
               in heeft, in 2018 een bedrag van 14 miljoen euro heeft geleend aan de WH Group? Vindt
               u het acceptabel dat ABN AMRO in een dergelijk bedrijf investeert? Wat wilt u zeggen
               tegen de directie van ABN AMRO die het toestaat om aan een dergelijk bedrijf kredieten
               te verstrekken?
            
Antwoord 4
            
In het rapport van de Eerlijke Bankwijzer is opgenomen dat ABN AMRO een bedrag van
               14 miljoen euro heeft geleend aan de WH Group. Zoals ook in het vorige antwoord aangegeven
               verwacht ik van banken dat zij in hun financieringsactiviteiten de OESO-richtlijnen
               en UNGP’s naleven. Dit geldt vanzelfsprekend ook voor ABN AMRO. Daarnaast zijn banken
               waarvan de staat aandeelhouder is, net als andere ondernemingen, gebonden aan de algemeen
               geldende wet- en regelgeving. De raad van bestuur is er verantwoordelijk voor dat
               de onderneming opereert in overeenstemming met deze wet- en regelgeving. De banken
               dienen zich hierbij bewust te zijn van hun maatschappelijke positie, maar dit betekent
               niet dat de onderneming zichzelf per definitie strengere normen zou moeten opleggen.
               Dit is in overeenstemming met het vennootschapsrecht, waaruit volgt dat de raad van
               bestuur belast is met de operatie en het dagelijks bestuur van de vennootschap.
            
Vraag 5, 6, 7 en 8
            
Kunt u bevestigen dat de Oekraïense kippenvleesgigant MHP gebruik heeft gemaakt van
               een achterdeur in het associatieverdrag met Oekraïne, waardoor de Europese Commissie
               in 2019 heeft ingestemd met een verruiming van het quotum (tariefcontingent) van gekoeld
               kippenvlees uit Oekraïne met maar liefst 250%?
            
Kunt u bevestigen dat ING ook in 2019 opnieuw als bookrunner voor MHP is opgetreden?4 Zo nee, hoe zit het dan?
Vindt u het acceptabel dat ING voor dit bedrijf kredieten blijft faciliteren en verstrekken,
               zeker nu de Tweede Kamer unaniem van oordeel is dat de Europese Bank voor Wederopbouw
               en Ontwikkeling (EBRD) aan MHP geen kredieten mag verstrekken?5
Bent u bereid om aan de ING duidelijk te maken dat leningen voor MHP onwenselijk zijn?
               Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 5, 6, 7 en 8
            
Vanwege de vrees dat MHP via een maas in het associatieverdrag met Oekraïne kippenvlees
               zou kunnen verkopen dat niet aan de Europese standaarden voldoet, is naar aanleiding
               van de motie Ouwehand waarnaar u verwijst door uw Kamer unaniem besloten dat Nederland
               in EBRD-verband altijd tegen zal stemmen bij projectaanvragen van MHP, en ook tegen
               de verhoging van de export van kippenvlees uit Oekraïne naar de Europese Unie van
               20 naar 70 miljoen kilo.
            
Zoals ook aangegeven in het antwoord op de vragen 2 en 3, verwacht ik van banken dat
               zij bij hun financieringsactiviteiten de OESO-richtlijnen en UNGP’s naleven, dat zij
               gepaste zorgvuldigheid toepassen en hierbij ook gebruik maken van de voorhanden zijnde
               informatie over ESG-thema’s. Banken, en in dit geval aan ING, moeten invulling geven
               aan het naleven van deze richtlijnen en op basis daarvan financieringsbeslissingen
               nemen. Deze financieringskeuzes van banken zijn hun eigen verantwoordelijkheid en
               mij niet bekend.
            
Ik blijf het belang benadrukken van het integreren van (internationaal) maatschappelijk
               verantwoord ondernemen in de bedrijfsactiviteiten in mijn gesprekken met de banken
               en in het kader van de IMVO-convenanten voor de financiële sector. Daarnaast is er
               binnen het Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) convenant
               voor de verzekeringssector aan een themakader gewerkt voor dierenwelzijn. Dit themakader
               geeft meer informatie over de kaders die gelden voor dierenwelzijn en geeft handvatten
               aan verzekeraars hoe zij dierenwelzijn kunnen meenemen in hun beleggingsbeleid. Omdat
               het themakader mogelijk ook interessant is voor de bankensector, zal ik dit bij de
               banken onder de aandacht brengen wanneer dit stuk gepubliceerd is.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.